Proloog
'Ik zei toch dat dit een geweldige plek is.' Corbin Dunston hield glimmend van trots de forel omhoog die hij net aan de haak had geslagen. 'Kijk eens wat een kanjer, ik denk dat-ie wel drie pond weegt.'
'Niet te geloven.' Sophie stond grinnikend op. 'Kunnen we nu dan terug naar het restaurant om te lunchen, pap? Michael en mam zitten op ons te wachten.'
'Michael had met ons mee moeten gaan, in plaats van in dat restaurant te blijven hangen. Zo'n jongen moet de buitenlucht in. En bovendien had ik indruk op hem willen maken door te demonstreren wat voor enorme vissen zijn opa uit het water haalt. Dat is nou eenmaal een voorrecht dat bij grootvader zijn hoort.'
'Een andere keer. Ik vertelde toch dat hij verkouden is. Dan is het niet goed om hier op de pier nog eens helemaal te verkleumen van de kou.'
'Ach, daar gaat hij heus niet dood van. Michael is niet van suiker. Het is een flinke, sterke kerel.'
'Maar wél pas acht. Laat me hem nou gewoon nog een beetje in de watten leggen. En zo heeft mam hem ook eens voor zichzelf. Jij hebt al genoeg mannen-onder-elkaartijd met hem.'
'Tja, dat is wel zo. En bovendien zit ze dan misschien niet de hele dag met klanten te bellen. Ze had net zo goed op kantoor kunnen blijven.'
Haar vader gooide de vis in het mandje, ging rechtop staan en rekte zich even uit. Toen begon hij de pier af te lopen. 'Ja, het is eigenlijk wel beter zo. En onder het kletsen met Michael zal ze wel met iedere serveerster uit het restaurant een praatje maken en ook nog tijd vinden om een paar telefoontjes te plegen, zodat ze zich niet schuldig voelt.' Hij haalde zijn schouders op. 'Ik heb haar gezegd dat ze, net zoals ik, met pensioen moet gaan, maar ze zei dat ze dan gillend gek zou worden.' Hij schudde zijn hoofd. 'Jij zult het wel van haar hebben geërfd. Het zou veel beter voor jullie allebei zijn als jullie een beetje ontspanden en van het leven genoten.'
'Maar ik geniet heus wel van het leven. Ik hou alleen niet van vissen. En ik wou dat je nu eens ophield met te proberen me te bekeren. Al sinds mijn zesde sleep je me mee naar allerlei meren en plassen.'
'Ja, en je bent altijd zonder morren meegegaan.' Sophies vader gaf haar een klap op haar schouder. 'En meestal klaag je ook nergens over. Ik weet heus wel dat je denkt dat ik liever een jongen had gehad en dat is misschien wel waar. Maar er is niemand die beter gezelschap voor me had kunnen zijn in al die jaren dan jij. Bedankt, Sophie.'
Ze moest even een brok in haar keel wegslikken. 'Maar nü
klaag ik wel, pap. Ik zit midden in een megagroot project.' Ze glimlachte. 'Dat moet jij toch begrijpen. Als ik me goed herinner was je zelf ook regelmatig enorm gestrest.'
'Verleden tijd.' Corbin staarde naar de horizon. 'Jezus, moet je die zonsondergang zien. Is het niet prachtig?'
'Prachtig,' stemde Sophie in.
'En de moeite waard om hier te zijn en je kostbare project even achter te laten?'
'Nee,' zei ze glimlachend. 'Maar jij bent dat wel.'
'Dat is dan tenminste iets,' grinnikte Corbin. 'En je hebt gelijk. Ik ben het waard. Ik heb humor en ben slim en heb het geheim van het leven ontdekt. Wie zou er nou niét in mijn gezelschap willen verkeren?'
'Ik zou het echt niet weten,' antwoordde Sophie en ze nam hem nog eens goed in zich op. Corbin had een door de zon gebruinde kop en het gespierde lichaam van iemand die een stuk jonger was dan zijn achtenzestig jaar. En ja, hij zag er gelukkig uit, dacht Sophie. Ontspannen en uitgerust. 'Daarom heb ik ook de boel de boel gelaten en ben ik hierheen gesneld.' Ze was even stil. 'Ik heb je gemist. Ik had deze maand langs willen komen, maar ik had gewoon te weinig tijd.'
'Zo gaat dat altijd. Daarom ben ik vijf jaar geleden uit die ratrace gestapt. Mensen zijn veel belangrijker dan projecten. En elke dag zou een avontuur moeten zijn, geen tredmolen.' Hij zuchtte en maakte zijn ogen met moeite los van de ondergaande zon. 'Je moeder en ik gaan volgende maand op een cruise naar de Bahama's. Ik zou graag willen dat Michael en jij met ons meegaan.'
'Dat kan n...' De woorden bleven in haar keel steken bij het zien van de blik in zijn ogen. Wat maakte het eigenlijk ook uit?
Als ze heel hard werkte, kon ze haar bureau tegen die tijd best leeg hebben. Haar ouders werden er niet jonger op, en Corbin had gelijk. Mensen zijn belangrijker dan projecten, zeker als je van die mensen houdt. 'Hoe lang?'
'Twee weken.'
'Zonder vissen?'
'Misschien een klein beetje diepzeevissen. Dat heb ik nog nooit gedaan met Michael.'
Sophie zuchtte. 'Zolang je het niet erg vindt dat mam en ik luierend op het dek margarita's liggen te drinken, terwijl jullie twee druk zijn met dat soort mannendingen.'
'Geen probleem.' En na een korte pauze zei Corbin: 'Neem Dave ook mee, als hij tenminste vrij kan nemen. Hij kan ook wel een vakantie gebruiken.'
'Ik zal het hem vragen. Maar hij is bezig met een grote zaak en hij werkt zich een slag in de rondte. Er valt flink wat geld te verdienen.'
'Ook al zo'n workaholic.' Hij vertrok zijn gezicht tot een grimas. 'Hoe jullie ooit tijd hebben gevonden om Michael te maken, is mij een raadsel.'
Ze grinnikte. 'Je hebt altijd de lunchpauzes nog.'
'Dat zou me inderdaad niets verbazen.' Hij versnelde zijn pas. 'Daar zijn je moeder en Michael. Ik kan niet wachten om ze over die cruise te vertellen.' Hij zwaaide naar Mary Dunston en Michael, die net naar buiten waren gekomen en naar hen stonden te zwaaien. 'Ze zal het heerlijk vinden dat jullie meegaan. We hebben gewed dat het me niet zou lukken om je over te halen.' Hij trok een gezicht. 'Als het me niet zou lukken, had ik beloofd met haar naar een van die beautyfarms te gaan. Ze wil een paar kilo afvallen.'
'Dat is nergens voor nodig.'
'Dat weet ik. Ze ziet er fantastisch uit.' Corbins gezicht verzachtte, terwijl hij naar zijn vrouw keek. 'Hoe ouder ze wordt, hoe mooier. Ik zeg steeds dat ik niet begrijp hoe ik op haar heb kunnen vallen toen ze twintig was. Alleen maar gladde huid zonder één rimpeltje en nog niet eens een spóór van wijsheid in haar ogen. En dan zegt ze dat ik haar niet voor de gek moet houden. Maar dat doe ik helemaal niet, Sophie.'
'Dat weet ik.' De liefde tussen haar ouders was haar hele jeugd een vaststaand feit voor haar geweest. 'En zij ook.'
Michael kwam naar hen toe hollen. 'Opa, kunnen we op de terugweg stoppen bij de winkels? Ik wil je het nieuwe videospelletje dat ik heb ontdekt laten zien.'
'Ik zou niet weten waarom niet. Als we nog genoeg tijd hebben na het eten.'
'Eindelijk.' Mary Dunston had Michael ingehaald. 'Ik ben uitgehongerd, Corbin. Heb je nog iets gevangen?'
'Ja, natuurlijk,' antwoordde Corbin. 'Twee gigantische forellen.'
'Bijna gigantisch,' corrigeerde Sophie.
'Bijna dan,' zei Corbin schouderophalend. 'Maar in ieder geval zijn het flinke. Ben je klaar met bellen, Mary?'
Ze knikte. 'Ik krijg die klus in Palmaire misschien.' Ze gaf hem een snelle kus. 'Kom op, eten.'
'Straks.' Hij opende zijn vismandje.
'Ik wil die rotvissen van jou helemaal niet zien,' zei Mary. 'Ik geloof je op je woord. Gigantisch. Enorm.'
Corbin stak zijn hand in het mandje. 'Nee, ik wil je die vissen ook helemaal niet laten zien, Mary.'
Hij haalde een .38-revolver tevoorschijn en schoot haar door het hoofd.
'Pap?' Sophie keek als verlamd toe hoe de schedel van haar moeder uit elkaar spatte. Nee, dit kon niet. Het moest de een of andere belachelijke grap zijn. Het kón niet... Maar het was geen grap. Haar moeder sloeg tegen de grond. Corbin draaide zich om en richtte de revolver op Michael.
'Nee!' Op het moment dat haar vader de trekker voor de tweede keer overhaalde, wierp Sophie zich tussen hen in. Een vlammende pijn in haar borst.
Michael gilde.
Duisternis.