18
'Probeer hem zover te krijgen dat je morgen naar de zuiveringsinstallatie kunt.' Royd verminderde snelheid nu ze Caracas naderden. 'Het kan zijn dat hij wil dat je in het laboratorium in het dorpje werkt, maar probeer iets te bedenken waarom je beter naar de zuiveringsinstallatie kunt gaan.'
'Goed.'
'Ik ga proberen om alles binnen drie dagen geregeld te hebben. Ik laat MacDuff en zijn mensen hierheen komen en dan zouden we klaar moeten zijn om toe te slaan. Rond zonsondergang komen we op het eiland aan. Zorg dat je dan op het terrein van de installatie bent. Ik ga vóór MacDuff en Kelly naar binnen en zorg dat jij veilig weg kunt komen. Ik kan je nu geen zendertje geven, omdat je waarschijnlijk wordt gefouilleerd als je op het eiland aankomt. Maar zodra je daar eenmaal zit, is het waarschijnlijk safe. Je moet contact met ons kunnen maken als de boel in je gezicht explodeert.'
Haar mond vertrok. 'Als de boel in mijn gezicht explodeert, zal ik ook wel exploderen. Dan heb ik geen zendertje meer nodig.'
'Dat is helemaal niet grappig,' zei hij scherp.
'Sorry. Hoe krijg je dat zendertje dan bij me?'
'Ik leg dat ding vlak bij de poort van de installatie. Vlak onder de grond, zodat je de aarde er gewoon af kunt vegen.'
Ze fronste haar voorhoofd. 'Wat bedoel je?'
'Ik zal een paar gele bloemen planten, een soort dat van nature hier op het eiland groeit. Het is eigenlijk onkruid, maar ze zijn heel mooi. Jij moet gewoon een paar van die bloemen plukken en tegelijkertijd dat zendertje pakken. Dat ding is niet groter dan de nagel van je duim. Hou dat ding altijd bij je. Als wij merken dat de situatie zich slecht ontwikkelt, kom ik je halen.'
'Dat zou heel stom zijn. Het kan je dood wel worden. Wacht tot ik zeg dat je moet komen.'
'We zien wel hoe het gaat.'
'Nee, ik wil dat je wacht. Ik ga mijn leven niet riskeren als ik niet zelf mag uitmaken hoe of wat.'
Het was even stil. 'Oké. Ik zal wachten. Tot ik niet langer kan.'
'Nou, dat is ook geen grote concessie.'
'Het is een enorme concessie,' zei hij ruw. 'De grootste die ik ooit aan iemand heb gedaan.' Hij zette de auto langs de kant van de weg. 'Je moet eruit. Ik kan niet verder rijden, anders worden we misschien samen gezien. Bolivar Square is deze zijstraat in en dan twee straten verderop. Vanaf hier zul je het alleen moeten doen.'
Alleen. Ze probeerde voor hem te verbergen hoe die laatste woorden haar raakten. Natuurlijk had ze dit verwacht. En ze zou zich hevig hebben verzet als hij van gedachten was veranderd om haar naar Sanborne te sturen. Maar nu ze voor het moment stond dat hun wegen moesten scheiden, was het opeens allemaal heel angstwekkend.
'Oké.' Met een geforceerde glimlach greep ze de hendel van het portier vast. 'Nou, ik neem aan dat we contact houden, maar dat kan pas als ik dat rotzendertje heb.' Ze stapte uit en aarzelde. 'Royd, ik moet je iets vragen.'
'Vraag maar.'
'Als mij iets overkomt, wil jij dan voor mijn zoon zorgen?
Dat hij veilig en gelukkig is?'
'O, shit.'
'Kun je me dat beloven?'
'Er gaat je niets overkomen.'
'Beloof het.'
Hij was stil. 'Ik beloof het.'
'Dankjewel.' Ze deed het portier dicht.
'Wacht.'
Ze keek naar hem om.
Hij had het raampje naar beneden gedraaid en keek haar aan met een intensiteit die haar bewegingsloos deed stilstaan.
'Weet je nog dat ik je ooit heb gezegd dat ik voor je zou doden?'
Ze knikte.
'Nou, daar heb ik over na zitten denken. Het is veranderd, gegroeid.' Zijn stem klonk onvast. 'Ik geloof dat ik nu voor je zou sterven.'
Voordat ze hem een antwoord kon geven, was hij al weggereden en kon ze hem alleen nog maar nakijken. Royd keek in zijn achteruitkijkspiegel naar Sophie. Hoe ze hem eerst na stond te kijken en toen snel de zijstraat in liep. Verdomme. Verdomme. Verdomme.
Zijn handen klemden zich keihard om het stuur, totdat hij zichzelf dwong zijn greep te verslappen. Dat moest er nog bijkomen, dat hij een ongeluk kreeg omdat hij zichzelf niet onder controle had.
Hoewel ze had geprobeerd het niet te laten merken, had hij gezien dat ze zich heel alleen en onzeker had gevoeld in die laatste paar minuten. En wie kon haar dat kwalijk nemen? Hij had haar opzettelijk naar het hol van de leeuw gestuurd. Maar ze zou er niet onder lijden. Hij zou ervoor zorgen dat ze hier veilig en wel weer uit zou komen.
Hij pakte zijn telefoon en toetste het nummer van Kelly in.
'Ik heb haar afgezet. Wacht op me aan de kade.'
'Hoe ging het met haar?'
'Wat denk je?' vroeg hij ruw. 'Nerveus, bang en zich afvragend of ze hier wel levend uit zal komen.' Hij hing op. Bel MacDuff. Laat je niet verleiden om haar nog gauw te gaan halen, voordat ze Sanbornes mannetje heeft getroffen. En dan ging hij er nog van uit dat ze ook met hem mee zou gaan, terwijl ze zich ondertussen had vastgebeten in haar opdracht. Dit deed ze niet alleen omdat hij haar ervan had overtuigd dat dit de beste manier was om alles tot een goed einde te brengen. Tenminste, hij hoopte dat dat niet haar enige beweegreden was. Hij had haar ervan beschuldigd dat ze geobsedeerd werd door schuldgevoelens, maar op het moment waren de rollen duidelijk omgedraaid. Hij toetste MacDuffs nummer in.
San Torrano
Het eiland lag lui en tropisch in de avondzon en zag er volkomen normaal uit, vond Sophie, terwijl de motorboot door de golven kliefde in de richting van de pier waarop Sanborne stond te wachten. Het was een erg lange pier en even had ze een déja vu dat een rilling door haar heen deed gaan. Het was op net zo'n soort pier dat haar vader en moeder waren gestorven en dat deze afschuwelijke nachtmerrie begon.
Sanborne was een knappe man, vroeg in de vijftig met grijzend haar en een diepgebruinde huid, waardoor hij helemaal op zijn plaats leek in deze omgeving. En hij zag er jonger en charmanter uit dan toen Sophie nog voor hem werkte. Hij glimlachte naar haar en wuifde. Ze voelde dat de spieren van haar maag zich spanden. Hoe kon hij zo'n vriendelijke indruk maken? En waarom had ze niet beseft wat een monster hij in werkelijkheid was, toen ze nog voor hem werkte? In die maanden had ze hem nooit een onplezierig mens gevonden. Misschien was het omdat ze zo geabsorbeerd was geweest door haar werk, dat hij van weinig betekenis voor haar was geweest.
Maar later had hij des te meer betekend. Hij had haar leven verwrongen en mensen van wie ze veel had gehouden vernietigd. Toen de speedboot langs de pier afmeerde, kwam hij er op zijn gemak naartoe wandelen. 'Sophie, schat, eindelijk weer samen.' Even wierp hij een blik op de man die de boot had bestuurd. 'Nog problemen, Monty?'
De man schudde zijn hoofd. 'Ze kwam alleen en we zijn niet gevolgd.'
'Goed zo.' Hij strekte zijn hand naar haar uit. 'Laat me je helpen.'
Maar ze vermeed zijn hand en sprong uit de boot. 'Het lukt me wel.'
'Altijd al onafhankelijk geweest.' Zijn glimlach bleef even breed. 'Ik ben daar niet meer aan gewend. Dankzij jou zijn de meeste mensen met wie ik tegenwoordig te maken heb erg gewillig en onderdanig.'
'Dat moet je plezier doen.'
'O ja, zeker. Ik kan je niet uitleggen hoe opwindend het is te weten dat ik de baas ben over alles wat er gebeurt.'
'Waarom? Je hebt alles. Geld, invloed. Waarom moet je de mensen om je heen vermorzelen?'
'Als je dat niet begrijpt, kan ik het je ook niet uitleggen. Boch denkt dat het het geld is en de mogelijkheid om de wereld te veranderen. Dat is wat hém drijft. Maar bij mij is het de onderdanigheid van anderen die me een bevrediging schenkt die ik nergens anders krijg. Loop maar mee.' Hij begon de pier af te lopen. 'Ik breng je naar je plek. Ik wil dat je meteen aan het werk gaat.'
'Waar is het de bedoeling dat ik werk?'
'Ik heb een laboratorium in het huis dat ik hier heb laten bouwen. Ik heb Gorshank hier ooit mee naartoe genomen en zijn apparatuur staat er nog steeds.'
'De kans dat ik het werk van die Gorshank snel kan voortzetten, is niet erg groot. Ten eerste zal ik zijn formules moeten bestuderen en dan wat experimenten moeten doen, om te kijken waar de denkfouten zitten. Of misschien is de formule zélf wel niet toepasbaar. Misschien werkt-ie wel nooit, wat ik er ook voor verbeteringen in aanbreng.'
'O, jawel, hij werkt wel, maar op een beperkte manier. Gorshank heeft me dat verzekerd en ik heb zelf een paar experimenten uitgevoerd, sinds ik hier ben.'
Haar ogen vlogen naar zijn gezicht. 'Op de inwoners hier?'
'Dat nog niet. Op de bemanning van de Constanza.'' Hij wierp even een blik op het schip dat voor anker lag. 'Die moesten toch geëlimineerd worden. We konden het risico niet lopen om ze vrij te laten. Ze zouden hun mond voorbij hebben kunnen praten.'
'En zijn ze ook "geëlimineerd"?'
'De eerste avond dat de bemanning water uit de vaten had gedronken, zijn er acht man gestorven. Het leek een pijnlijke manier van sterven. De kapitein en de eerste stuurman kregen een dubbele dosis en die stierven zelfs luid gillend. De overlevenden zijn nogal sloom en heel gewillig. Ze werken in de tuinen achter het huis en worden constant in de gaten gehouden, zodat we kunnen bepalen hoe lang het goedje werkt. Het zou natuurlijk ideaal zijn als er een permanente verandering had plaatsgevonden in hun hersens, maar dat is waarschijnlijk te veel om op te hopen. Dus zullen we hun steeds een dosis moeten blijven toedienen.'
Zijn toon was nonchalant en zakelijk. Met een huivering realiseerde ze zich dat hij er niets bij voelde. 'Het zal tijd kosten,' herhaalde ze. 'Ik doe geen experimenten op onschuldige mensen, tenzij ik er zeker van ben dat het hun geen kwaad berokkent.'
'Prijzenswaardig. Maar de experimenten moeten toch plaatsvinden.' Hij trok een gezicht. 'Boch en ik zijn het er niet over eens hoe extreem die moeten zijn. Ik denk wel dat Bochs klanten een klein aantal doden zullen accepteren, maar wat ze willen, zijn willoze volgers, geen lijken. En wanneer het in de watervoorraden van de Verenigde Staten gebruikt gaat worden, moeten er natuurlijk geen sporen van te vinden zijn. Ze willen...'
'Hersenloze zombies die ze kunnen laten doen wat ze willen, en wanneer ze willen.'
'Of misschien dat ze de mensen een jaar of twee dat water willen laten drinken, zodat het effect heeft op hun nakomelingen.'
'Baby's.'
'Slavernij die al in de baarmoeder begint. Wat een superconcept.'
'Weerzinwekkend.'
'Maar je zult het toch moeten doen.' Hij lachte vriendelijk naar haar. 'Omdat die vreemden je eigenlijk niets uitmaken. Het gaat je om je zoon.'
'Die mensen maken me wél wat uit.' Ze slikte. 'Maar ik zal doen wat je vraagt. Maar ik wil wel dat mijn zoon hier levend en wel naartoe wordt gebracht, voordat ik mijn onderzoek beëindig.'
'Dat zullen we na de eerste tests bespreken.'
'Ik moet natuurlijk het water uit die vaten analyseren. Waar zijn die? Op de waterzuiveringsinstallatie?'
'Ongeveer de helft ligt daar. We hebben de bemanning na een paar uur toestemming gegeven om te stoppen met uitladen, zodat we met onze experimenten konden beginnen. De andere helft van de vaten ligt nog op de Constanza. Maar je hoeft zelf niet naar de installatie, we brengen je de monsters op het lab.'
Eigenlijk wilde ze daar meteen iets tegen inbrengen, maar ze kon zichzelf inhouden. Niet te veel dwingen. 'Misschien is dat niet wat ik nodig heb, maar we zullen het proberen.'
'Wat ben je toch gehoorzaam. Misschien geef ik je wel een beloning en mag je vanavond even met je zoon bellen. Zou je dat leuk vinden?'
'Ja,' zei ze met opeengeklemde tanden. 'Dat weet je best.'
Hij bestudeerde haar gezicht met een soort wrede nieuwsgierigheid. 'Ik zal erover nadenken.' Zijn ogen gingen naar een man die met grote stappen hun kant op kwam. 'Ach, daar is mijn vriend Boch. Ik weet zeker dat je ernaar uitkijkt om hem te ontmoeten.'
'Helemaal niet.'
Boch was groot, goed gebouwd met kortgeknipt bruin haar en een stramme militaire houding. Hij was bruusk, koud en bezat geen greintje van de charme die Sanborne uitstraalde. 'Is ze er? Stop dan met dat nutteloze gezwets en zet haar aan het werk. We hebben niet veel tijd meer.'
'Zie je?' zei Sanborne. 'Boch is een beetje gespannen. Hij was niet erg gelukkig met het aantal doden op de Constanza. Hij wist dat ik er dan nog meer op zou staan om het langzamer aan te doen. Maar ik weet dat jij die formule wel kunt laten werken.'
'We zouden haar REM -4 moeten geven,' zei Boch kortaf.
'Dan zouden we haar harder kunnen laten werken.'
'Niets laat haar harder werken dan de troefkaart die ik in handen heb. En als ze doodgaat of niet helder kan denken, zou dat alles kapotmaken.' Hij knikte in de richting van het grote witte huis met pilaren. 'We gaan je installeren in het lab met de aantekeningen van Gorshank en na een paar uur zullen we kijken of je het verdient om met je zoon te praten.'
Pas om negen uur die avond kwam ze het lab uitlopen. Haar ogen prikten van het ontcijferen van Gorshanks kriebelige handschrift en al het commentaar dat ze in de computer had gevonden, en haar hoofd tolde van de afschuwelijke waarheid die zich gedurende de laatste paar uur voor haar had ontvouwd.
'Ik moet Sanborne spreken.'
'Dat is niet mogelijk. U moet terug naar binnen.'
'Ik voer geen klap meer uit, voordat ik Sanborne heb gesproken.'
'Mijn beste Sophie.' Sanborne kwam uit een naastgelegen kamer wandelen. 'Je moet leren dat je hier niet zomaar kunt doen wat je wilt. De situatie is niet meer hetzelfde als toen je hier nog in dienst was.'
'Jij hebt gezegd dat ik met mijn zoon mocht bellen.'
'Als ik dacht dat je het verdiend had. Wat heb je bereikt?
Welke fantastische ontdekking heb je gedaan?'
'Ik heb ontdekt dat jij iemand hebt ingehuurd die net zo weinig geweten heeft als jijzelf. Uit zijn aantekeningen blijkt dat hij zo ongeveer evenveel experimenten heeft uitgevoerd als de nazi's in de concentratiekampen.'
'Het werk kon alleen stap voor stap, zei hij.'
'Stap voor stap? Er gingen mensen dood. Er werden mensen knettergek. Hij noteerde hun reacties uitermate precies en uitgebreid. Misselijkmakend uitgebreid.'
'Ach, het waren alleen maar daklozen en zwervers. En uiteindelijk kwam hij met een formule die er veelbelovend uitzag.'
Hij keek haar aan. 'Kun je daar de fouten uithalen, zonder de formule te verzwakken?'
'Dat weet ik niet.'
'Dat is niet het antwoord dat ik wil horen.'
'Ik heb dat watermonster dat je me hebt laten bezorgen proberen te analyseren, maar het is niet voldoende. Ik moet naar de vaten toe om zowel het water als het vat te analyseren, om er zeker van te zijn dat er geen verontreinigd materiaal in de leidingen terecht zou kunnen komen.'
Hij keek haar een tijdje nadenkend aan. 'Dat klinkt logisch.'
'Ja, natuurlijk. Wanneer kan ik daarheen?'
'Morgen.'
'Kan ik mijn zoon dan nu spreken?'
'Je hebt me nog niets geleverd dat een beloning verdient.' Hij glimlachte. 'Maar misschien heb je een stimulans nodig.' Hij pakte zijn telefoon en toetste een nummer in. 'Franks, ze heeft toestemming om even met die jongen te praten.' Hij gaf haar de telefoon. 'Niet lang.'
'Hallo,' zei ze in de telefoon.
'Een moment. Ik ga hem voor u halen.' De man die door Sanborne Franks werd genoemd had een zwaar New Yorks accent.
'Mam?'
'Ja, lieverd. Ik wilde je alleen zeggen dat ik alles doe wat ik kan voor je veiligheid.'
'En ben jij veilig?'
'Ja, en we zullen snel weer bij elkaar zijn. Is alles goed met je?
Ze doen je toch geen kwaad, hè?'
'Alles is goed. Maak je geen zorgen.'
'Dat is moeilijk om niet...'
Sanborne pakte de telefoon van haar af. 'Zo is het genoeg.'
Hij drukte de toets in die de verbinding verbrak. 'En meer dan je verdient, gezien de vooruitgang die je niet hebt geboekt. Geen contact meer, totdat je met iets substantieels komt.'
'Ja, begrepen.' Ze keek van hem weg. 'Die Franks heeft een bepaald accent...'
'Brooklyn, om precies te zijn.'
'Heel opvallend.' En dat was niet Jock geweest aan de telefoon. Zelfs als hij dat accent had geïmiteerd, dan nog zou ze zijn stem hebben herkend.
'Voordat ik hem uitkoos voor REM -4, zat hij bij een van de straatbendes daar. Ga nu maar terug naar het lab.'
'Het is al na negenen. Ik moet ook nog slapen zo af en toe.'
'Om middernacht mag je naar je kamer. Maar ik wil dat je vroeg opstaat en dan weer aan het werk gaat. Boch was nogal bot, maar hij heeft wel gelijk wat de tijd betreft. Je moet het werk af zien te krijgen.'
'Dat lukt heus wel.' Hier was een kans. 'Maar ik moet mijn oorspronkelijke aantekeningen over REM -4 hebben, om te kunnen vergelijken. Heb jij die ergens hier?'
Hij glimlachte spottend. 'Bedoel je dat de formule niet in je geheugen gegrift staat?'
'Je weet best hoe gecompliceerd die was. Ik kan hem wel weer reconstrueren, maar dat kost natuurlijk tijd en die geef je me niet.'
'Precies.' Hij aarzelde even en draaide zich toen om en liep de bibliotheek in. Een paar minuten later verscheen hij met een disk in zijn hand. 'Ik wil hem steeds aan het eind van de dag terug. Dan doe ik hem weer in de brandkast.' Hij gaf haar de disk. 'Ben je niet blij dat ik je werk zo goed bewaar?'
'Ik had het moeten verbranden, voordat jij het in handen kreeg.' Ze liep in de richting van het lab. 'Maar als jij wilt dat ik mijn werk voor elkaar krijg, zul je mee moeten werken. Ik kan het niet in m'n eentje.'
'Natuurlijk help ik. We zijn één grote, gezellige familie hier op het eiland.'
Daar gaf ze geen antwoord op en ze deed de deur van het lab achter zich dicht. Zodra ze alleen was, kwam het telefoongesprek dat ze zo wanhopig uit haar hoofd probeerde te zetten, weer in haar gedachten.
Een Brooklyn-accent. Een stem die ze niet herkende. Blauwe plekken op het gezicht van Michael.
Het kón niet waar zijn. Er móést gewoon een verklaring voor zijn. Royd had Franks Michael heus niet gevangen laten nemen om er zeker van te zijn dat Sanborne geloofde dat het waar was. Ik zal jou en ieder ander gebruiken om Sanborne en Boch ten val te brengen.
O,god.
Maar toen hadden ze elkaar nog maar net ontmoet. Nu kenden ze elkaar, waren met elkaar naar bed geweest en voelde ze zich nauwer met hem verbonden dan met ieder ander. Maar hij had niet geaarzeld om haar hierheen te sturen, naar het hol van de leeuw.
Ik zou voor je sterven.
Die laatste woorden hadden haar hart geraakt. Op dat moment was ze volkomen verbouwereerd geweest, maar ze had wel geloofd wat hij zei.
Maar ze had hem óók geloofd, toen hij had gezegd dat hij iedereen zou gebruiken. Hier moest ze mee ophouden. Dit innerlijke conflict zorgde ervoor dat ze langzaam maar zeker verscheurd werd. Wat de waarheid ook mocht zijn, ze moest sowieso een paar dagen zien te overleven hier. En dat betekende dat ze Sanborne tevreden moest houden, zodat hij Michael niets aan zou laten doen. En dat ze moest blijven zoeken naar een manier om Sanborne en Boch te vernietigen. Ze zat er nu te diep in om nog een andere keuze te hebben.
Dus trok ze de aantekeningen van Gorshank naar zich toe en probeerde zich daarop te concentreren. Het zou echt iets voor Sanborne zijn om hier in het laboratorium camera's te hebben laten installeren. Dus moest elke beweging die ze maakte legitiem zijn. Bestudeer die aantekeningen. Onderzoek nog een watermonster. En zet iedere gedachte aan Royd uit je hoofd. Ik zou jou en ieder ander gebruiken...
Stil.
Niet bewegen.
Royd lag in de bosjes en wachtte tot de bewaker voorbij was. Het zou sneller en veiliger zijn geweest als hij de man gewoon had omgebracht, maar dat kon nu niet. Vanavond mocht er niemand gedood worden. Sophie moest rustig de tijd hebben om het zendertje te pakken, zonder dat er iets verdachts gebeurde. De bewaker verdween om de hoek van de afrastering. Royd sprong op en rende naar het stukje gras dat ongeveer een meter voor het toegangshek lag. In een paar seconden had hij de plant uit zijn waterdichte verpakking en een minuut later stond hij al in de grond. Hij spreidde de droge, stoffige aarde die hij speciaal daarvoor had meegenomen, over de omgespitte grond. En toen sprintte hij alweer terug naar de bosjes. Voordat hij in actie kwam had hij gecheckt of zijn duikerpak wel helemaal droog was, zodat hij geen nat spoor achter zou laten. Iemand zou heel goed moeten kijken, wilde hij zien dat die bloemen er net waren geplant. En bovendien kon onkruid soms in één nacht opschieten.
Nu moest hij terugzwemmen naar de sloep en wachten tot Sophie iets van zich liet horen.
'Daar is ons onderzoekscentrum.' Sanborne maakte een gebaar naar een gebouw op het omheinde terrein van de waterzuiveringsinstallatie, dat door een kettingslot aan het hek was afgesloten. 'Misschien niet zo indrukwekkend, maar goed genoeg om ons doel te dienen.'
'Om duizenden mensen te doden?' vroeg Sophie, terwijl ze de auto uitstapte. Ze probeerde nonchalant over te komen en zocht ondertussen snel met haar ogen de omgeving af. Een gele bloem. Verdomme, waar?
'Ik heb je al verteld dat dat onze opzet helemaal niet was. En als jij je werk goed doet, kun je al de mensen om wie je je nu zo druk maakt, daarvoor behoeden. Daardoor moet je je toch wel heel belangrijk voelen.'
Daar! Kleine, miezerige, gele bloemen, vlak voor het hek. Snel keek ze ergens anders naar. 'Ik zal mijn werk echt wel doen, ik moet wel.' Ze liep in de richting van het hek. 'Hoewel ik er geen idee van heb hoe. Ik heb alle geluk nodig dat ik maar kan krijgen, zodat mijn zoon gespaard blijft. Ik moet...' Plotseling bleef ze staan. 'Geluk. Misschien heb ik het geluk uiteindelijk toch aan mijn kant.'
'Wat?'
'Michael is dol op gele bloemen. Toen hij klein was plukte hij altijd boterbloemen voor me.' Ze liep naar de gele bloemen toe.
'Misschien is dit een teken dat alles goed komt voor hem.' Ze knielde neer en plukte de bloem die het dichtste bij haar was en blokkeerde tegelijkertijd met haar lichaam Sanbornes zicht erop. Het zendertje. Een microfoontje zo groot als haar duimnagel. Snel pakte ze het op en liet het in haar mouw verdwijnen.
'Ik kan wel wat geluk gebruiken.'
'Ja, dat is waar. Uiterst opmerkzaam van je. Maar een stuk onkruid zal je er niet bij helpen. Ik ben de enige die dat kan. Het verbaast me dat een wetenschapper zo bijgelovig kan zijn.'
'Maar ik ben ook moeder.' Ze stak de bloem door het knoopsgat van haar bloes. 'En je kunt je toch wel voorstellen hoe wanhopig een moeder kan zijn om haar kind. Natuurlijk weet je dat. Daarom ben ik tenslotte hier. Ik grijp al het geluk, of wat het ook mag zijn wat hem in veiligheid houdt, met beide handen aan.'
Hij glimlachte. 'Hou dat sentimentele souvenir dan maar.'
Hij deed het hek voor haar open. 'Het is nogal meelijwekkend en ik vind het idee dat je zo wanhopig bent wel prettig. Het geeft me een machtig gevoel. Weet je, ik heb altijd verlangd naar een meester-slaafverhouding met jou. Toen we in Amsterdam waren en je zo vol blijdschap en vertrouwen was, kon ik duidelijk zien dat je niets om mij of mijn mening gaf. Je wist dat je het bij het rechte eind had en je was alleen maar beleefd tegen me. Dat irriteerde me mateloos.'
'En daarom heb je mijn familie als doelwit uitgekozen?'
'Gedeeltelijk. Je moest je maar eens wat bescheidener op gaan stellen.'
Woede en pijn vlamden door haar heen. 'Mijn vader en moeder waren volkomen onschuldig. Ze verdienden het niet om te sterven.'
'Ach, dat is nou voorbij. Vergeet het. Je moet je concentreren op je werk.'
Vergeet het? Het was niet te geloven dat hij dacht dat ze die avond op de pier, die avond die haar leven had verwoest, zou kunnen vergeten.
Maar ze kon zien dat dat voor Sanborne helemaal niet zo vreemd was. 'Ja, het is nu voorbij.' Ze wendde haar gezicht van hem af. 'En ik verzeker je dat ik me enorm zal concentreren op mijn werk.'
'Mooi.' Hij deed de deur van het gebouw open. 'De vaten liggen achterin.' Hij knikte langs de enorme machines. 'Ik moet nu gaan. Zeg het tegen de bewaker als je klaar bent om weer terug naar het lab te gaan.' Hij keerde zich om en keek over zijn schouder naar haar om. 'Deze installatie wordt uitstekend bewaakt. Dat is je misschien wel opgevallen. Niemand kan erin of er zelfs maar bij in de buurt komen, zonder mijn toestemming. En mocht je besluiten dat je zoon het risico niet waard is, denk dan maar aan jezelf. Je bent veel te jong om te sterven.'
Ze keek hem na toen hij de deur uit liep. Arrogante klootzak. Royd was niet alleen in de buurt van de installatie geweest, hij had er ook nog een zendertje weten te verstoppen. Die gedachte gaf haar een goed gevoel. Voor het eerst sinds ze hier op San Torrano was aangekomen, voelde ze een sprankje hoop, gemengd met vastberadenheid. Royd was door Sanbornes beveiliging heen gekomen. Hij had contact met haar gemaakt. Dit móést lukken!
'Ze heeft de zender om.' Kelly keek op van de monitor, toen Royd de cabine binnenliep. 'Ze heeft hem ongeveer tien minuten geleden opgepikt.' Hij grijnsde. 'Vlak onder Sanbornes neus. Ze pakte het heel geraffineerd aan. Slimme meid.'
'Is ze in de installatie?'
'Ja, ze checkt de vaten nu. Sanborne is er niet bij. En ze heeft nog niet geprobeerd om contact met ons te leggen.'
'Ze zal wel nauwlettend in de gaten worden gehouden. En inderdaad, ze is heel slim.' Hij liet zich in de stoel naast het bureau vallen. 'Als ze denkt dat het veilig is, neemt ze wel contact op.'
'Heb je nog iets van MacDuff gehoord?'
'Ze zijn onderweg. Over een paar uur zullen ze hier wel arriveren.'
'Royd.'
Hij schrok zich kapot, toen hij Sophies stem opeens uit de monitor hoorde komen.
'Ik heb het gevoel dat ik hier in mezelf zit te praten. Ik hoop verdomme wel dat er iemand luistert.' Ze wachtte even. 'Ik heb het hier gecheckt. Geen camera's en ik denk niet dat er afluisterapparatuur is. Gorshank heeft steeds gewerkt in het laboratorium in het huis. Er was weinig reden om hem hier te bespioneren. Ik hou het kort voor het geval een van de bewakers binnenkomt en ziet dat ik hier in mezelf zit te praten. De REM-4-gegevens liggen in de brandkast van Sanbornes bibliotheek in het huis. Ik zal een manier proberen te bedenken om ze te vernietigen. Ik hoop dat het is gelukt om die explosieven te plaatsen. Zo niet, dan kun je nog proberen om bij de vaten op de Constanza te komen. De helft van de vaten ligt nog steeds op het schip. Ik ga proberen Sanborne zover te krijgen dat hij de vaten van het schip hierheen laat brengen. Ik heb een wapen nodig. Leg dat in een van de vaten, als je kunt.' Even was het stil. 'Het kan zijn dat we niet de tijd hebben om tot overmorgen te wachten. Boch zit steeds te pushen dat die vaten gewoon moeten worden leeggegooid en dat ze dan wel zullen zien wat de consequenties daarvan zijn. Sanborne is degene die aarzelt. Maar wel uit puur zakelijk oogpunt. Wanneer Boch hem ervan weet te overtuigen dat ze de deal ook kunnen maken als er veel gewonden zouden vallen, dan maakt hij de deal.'
'Precies,' mompelde Royd.
Weer was ze even stil. 'Ik heb Michael gisteravond gesproken.' Haar stem haperde. 'En de man die ik eerst aan de lijn kreeg was Jock niet. Ik zou zijn stem herkennen, ook als hij een Brooklyn-accent imiteert. Het... beangstigde me. Ik probeer het van me af te zetten. Dat was alles voor nu. Ik neem weer contact op als er ontwikkelingen zijn.'
Royd vloekte zacht en heftig.
'Gaat ze die gegevens vernietigen?' vroeg Kelly. 'Ik dacht dat ze alleen maar te weten moest komen waar ze lagen.'
'Ja, dat had ik zo gepland, maar zij dus duidelijk niet. Ik had kunnen weten dat ze zich verplicht zou voelen om die gegevens te vernietigen als ze ze vond. Zij vindt dat het haar werk is geweest dat alle schade heeft aangericht en dat het dus ook haar werk is om alles te vernietigen.'
'En ze vertrouwt er niet op dat jij dat doet.'
'Nee, ze vertrouwt me niet.' Hij stond op en liep naar de deur. 'Voor geen meter.'
Boch en Sanborne waren op de veranda toen Sophie die avond terugkwam. Het was duidelijk dat er spanningen tussen hen waren, hoewel Sanborne zijn best deed om die te camoufleren.
'Goedenavond, Sophie,' zei Sanborne met een glimlach. 'Ik hoop dat je goed nieuws voor me hebt. Mijn vriend hier is enorm sceptisch of jij wel in staat bent om de gaten in de theorie te dichten.'
'Zover ben ik nog niet. Ik wil graag dat je de andere vaten van de Constanza naar de installatie laat brengen, zodat ik ze kan onderzoeken.'
'Waarom?' vroeg Boch ijzig.
'Ik heb sporen van een onbekend element gevonden in de vaten die op het terrein van de installatie liggen. Ik moet er zeker van zijn dat die van het vat zelf komen en niet door Gorshank aan de vaten zijn toegevoegd.'
'Tijdverspilling,' zei Boch. 'Een vertragingstactiek, Sanborne.'
'Misschien.' Hij keek Sophie aandachtig aan. 'Het zou kunnen dat ik te veel vertrouw op het moederinstinct.'
'Ik heb die vaten gewoon nódig.' De wanhoop in haar stem hoefde ze niet eens te spelen. Die verborgen dreiging in de woorden van Sanborne had een vlaag van paniek door haar heen doen gaan. 'Je beperkt me als ik ze niet kan onderzoeken.'
'O, ik zou niet durven.' Sanborne aarzelde. 'Natuurlijk brengen we je de vaten.' Hij keerde zich naar Boch. 'Vanavond. Dat wilde je toch al, nietwaar?'
Bochs blik vloog naar het gezicht van Sanborne. 'Ga je het doen?'
'Ik ben niet zo'n koppig persoon. We maken een compromis. Zodra ze vanavond haar monsters heeft genomen, storten we de inhoud van die vaten in de watertoevoer. Dan geven we haar nog een paar dagen om met een oplossing voor Gorshanks blunders te komen. Wanneer REM-4 een vervelend aantal doden veroorzaakt in de komende dagen, hebben we Sophie als antwoord op de problemen van onze klant.'
'Nee,' zei Sophie scherp. 'Het is niet nodig om die vaten leeg te gooien. Gun me wat tijd en ik zorg ervoor dat REM -4 veilig is.'
'Boch vindt dat we geen tijd meer hebben,' zei Sanborne. 'Hij heeft helemaal geen geloof in jou. Vind je dat niet gek?'
'Ja, jullie hebben mijn zoon.' Haar handen balden zich tot vuisten. 'Ik kan me niet voorstellen dat iemand denkt dat ik niet tot het uiterste zal gaan voor mijn kind.'
'Luister toch niet naar haar,' zei Boch. 'Het doet er niet meer toe. Je hebt er nu mee ingestemd, Sanborne.'
'Inderdaad.' Hij keerde zich weer naar Sophie. 'Ga maar terug naar de waterzuiveringsinstallatie. Jij krijgt die vaten.'
'Nee,' fluisterde ze. 'Doe het niet.'
'Maar ik doe het helemaal niet, jij doet het. Jij hebt me niet de resultaten geleverd die ik nodig heb. Ik had je gezegd dat Boch haast heeft. Dus het is jouw schuld, niet de mijne.'
Haar schuld. Even was ze lamgeslagen, maar al snel nam de woede bezit van haar. 'Absoluut niet. Klootzak. Wat is er zo moeilijk aan om te wachten?'
'Niet zo vervelend doen. Daar hou ik niet van.' Hij keerde zich naar Boch. 'Stuur een paar mannen naar het schip om de vaten te halen. Hoeveel liggen er nog op de Constanza?'
'Acht.' Boch haastte zich het pad af. 'Over twee uur zijn ze hier.'
'Uitstekend.' Sanborne keek Boch na en richtte zich toen weer tot Sophie. 'Je kunt maar beter hopen dat Bochs klant bezwaar maakt tegen de kracht van REM -4. Anders heb ik je helemaal niet meer nodig. Ik raak een beetje geïrriteerd door je arrogantie.' Hij liep het huis in. 'En ik zou niet zo'n toon tegen Boch aanslaan als je tegen mij doet, als hij de vaten komt brengen. Hij is een opvliegende man en hij zou wel eens maatregelen kunnen nemen die onplezierig fataal voor je kunnen zijn. En daarna moet ik natuurlijk Franks bellen om te zeggen dat hij die jongen moet doden. Dan heb ik ten slotte niets meer aan hem.'
Ze staarde hem even na, vol woede en frustratie. Waarom kon die klootzak niet één dag langer wachten, voor hij toegaf aan Boch. Twee uur...
Snel draaide ze zich om en rende de trap af, het pad op naar de installatie. Twee uur. Het mocht niet gebeuren. Ze moesten het tegenhouden. Toen ze zo ver mogelijk van de bewaker af was, zette ze het zendertje aan en begon zachtjes te praten.
'Je kunt niet wachten. De vaten worden over twee uur geleegd. Dus we moeten vanavond in actie komen. Ik ben dan op het terrein van de installatie.' De bewaker kwam steeds dichterbij, dus durfde ze verder niets meer te zeggen. O, mijn god. Twee uur...