***

20.19 uur. De uren lijken slakken die bergopwaarts kruipen. Als een mitrailleur slaat de slagregen tegen de ramen. Het is pokkenweer. Degenen die op een witte nieuwjaarsdag hoopten, zullen met kliedernatte wensen tevreden moeten zijn. Meneer Van Beek zal tevreden zijn. Zijn theorie over de opwarming van de aarde klopt weer. Ik heb net mijn scampi op en sop met een stuk stokbrood de kerriesaus op. Ik ben gek op scampi. Toch is het wat zielig. Ma en ik tegenover elkaar aan tafel. Veel familie heeft ma niet en sinds de scheiding heeft ze hen uit schaamte gemeden. Ma's familie is erg gelovig en een scheiding kan nu eenmaal niet. Ik begrijp niet waarom ze daar een probleem mee hebben. Als God had gewild dat ma niet zou scheiden, dan had hij Pascale ergens in Rusland laten rondbaggeren, toch?
Omdat het toch een bijzondere avond is heeft ma de tafel in de woonkamer gedekt. Wit tafellaken, zondags servies, en ze heeft zelfs een fles rode wijn opengemaakt. Toch is het een stil feestje. Pa en Pascale zitten nu vast in een duur restaurant met kreeft en kaviaar. Ik kan het verkeerd hebben, maar soms denk ik dat ma gretiger naar haar polshorloge kijkt dan ik op mijn mobieltje. 'Moetje nog weg?'
'Ja', zegt ze. 'Ik heb een afspraak met Walter. Je weet wel.' Ik weet het niet, totdat ik me herinner dat ze ooit eens over een collega heeft gesproken. Zou ze echt? Ik kan het bijna niet geloven. Ze belt hem nooit en ik weet niet of ze hem sms'jes stuurt. Maar ja, ze zien elkaar misschien elke dag. Zouden ze elkaar stiekem kussen? Zou hij met zijn handen in haar ondergoed zitten?
Nee, denk ik. Dat laat ma niet toe. Of zou ze toch? Ik wil het niet weten, laat staan eraan denken. ' Walter en ik gaan straks eten en daarna gaan we naar het vuurwerk in de stad kijken.' 
'Nog eens eten?'
'Ik neem nu alleen het voorgerecht, maar ik zorg dat jij lekker kunt eten. Ik heb voor jou varkenshaasje in de oven staan, met champignons, en ik ga kroketten bakken.' Ze komt overeind en ik heb het gevoel dat ze veel jonger beweegt dan anders. Zou ze zich dan toch door Walter laten pakken? Mijn ma? Nee, dat kan niet. Om de tijd te verdrijven laat ik met twee vingers mijn mes heen en weer kantelen op tafel. Al dagenlang neem ik alle mogelijkheden door. Op de weg van De Robijn naar de bushalte is een bouwplaats zonder deur of vensters. Alleen stukken spaanplaat sluiten de ruwbouw af. Op een avond ben ik er eens binnen geweest. Het was er koud, maar ik kan niet altijd een warme kamer en een tapijt wensen. Maar nu zal ik Fien hebben en dat maakt het allemaal zo bijzonder. Met het licht van mijn mobieltje heb ik vodden gevonden. In de week tussen de feestdagen wordt er niet gewerkt, zodat mijn primitieve bed op het beton er nog zal liggen. Mijn mes heb ik onder de vodden verborgen, maar ik hoop dat ik het niet nodig heb, dat ze zo bedwelmd is dat ze niets beseft. Mijn muts laat ik thuis. Ik loop een enorm risico, maar Fien zou toch mijn kleren en mijn figuur herkennen. Ik moei er echt op rekenen dat het GHB doet wat ik hoop. Het maakt de kick nog groter. Zelfs nu gaat mijn adem sneller en voel ik mijn hart pompen. Ik schrik op als ma uit de keuken komt met plakjes varkenshaas op een bord. Het warme vlees rookt. 'De kroketten zijn zo klaar', zegt ma. Ik heb geen trek, maar ik leg toch enkele plakjes op mijn bord. Vooral gewoon doen.
Achter in het café zijn tafels en stoelen tegen de kant geplaatst, zodat een kleine dansvloer uitgespaard is. Die wordt gretig gebruikt, maar ik zit aan de bar. Op de kruk naast me ligt Fiens tasje. Ik bewaak het als was het de kroon van de koningin. In de hoek achter me staat een grote kunstkerstboom met gekleurde ballen, en witte lichtjes floepen aan en uit. Tegen mijn gewoonte in ben ik heel voorzichtig met pilsjes. Straks mag ik geen fouten maken. 'Pfff', zucht Fien als ze na een halfuur dansen naar me toe komt. Ze pakt het tasje weg en hijst zich op de kruk. Ze ziet er beangstigend mooi uit. Hen korte zwarte rok laat de helft van haar dijen zien en haar benen eindigen in zwarte glimmende laarzen. Ze heeft een wit mouwloos topje dat een groot deel van haar rug bloot laat en een halsuitsnijding heeft die alle jongensogen als een magneet naar zich trekt. Ik moet me dwingen om niet constant naar haar borsten en haar dijen te staren. Ik snap niet hoe Ruud haar uit zijn vingers liet ontsnappen, ook niet voor Julie. 'Een mojito', zegt ze tegen de barman. Met een korte ruk van haar hoofd gooit ze haar haar naar achter. Haar gezicht en haar huid glimmen van de inspanning en de warmte. 'Weer mojito', zeg ik. 'Je hebt je favoriete drank gevonden.'
Het is haar vierde en het is nog niet eens middernacht. 'Lekker', zegt ze terwijl ze aan het rietje zuigt. Mijn hand glijdt ongemerkt over de grote zijzak van mijn broek. Het flesje GHB zit rechtop. Met een vingertop voel ik of de kurk nog veilig op het flesje zit. 'Echt gezellig', zegt Carola terwijl ze naast Fien komt staan. Laurens schuift achter haar en slaat zijn armen om haar middel terwijl hij zijn voorhoofd tegen haar kruin drukt. Zijn vingers trommelen heel lichtjes op haar buik. De top van zijn wijsvinger peutert plagerig in haar navel en Carola giechelt. 'Gezellig toch?' zegt ze nog eens. Met Laurens zou ze het wellicht in een modderpoel met krokodillen nog gezellig vinden.
ik kijk naar Fien en ik probeer me in te beelden hoe straks mijn handen over dat mooie lijf zullen gaan en hoe ik zal kreunen als ik me in haar verlies. Mijn DNA, mijn sperma... het kan me verraden, maar als het GHB zijn werk doet zal ze niet eens weten dat ik haar genomen heb. 'Is er iets, Chris?' vraagt Fien.
Ik kijk op en zie hoe Laurens, Carola en Fien me aanstaren. Ze hebben misschien iets gezegd of gevraagd, en ik was met Fien in de bouwplaats.
'Sorry, ik zat maar wat te dromen. Had je iets gevraagd?' 'Wat jouw voornemens zijn voor het nieuwe jaar', zegt Carola.
'Veel met Zarko wandelen', floep ik er zomaar uit. 'Zarko is een droom van een hond.'
Laurens en Carola kijken me vreemd aan, maar in de ogen van Fien zie ik iets teders, en bijna vind ik het erg dat ik haar straks zal verkrachten. Als alles loopt zoals ik hoop...Op het tv-toestel dat hoog achter de bar staat, verschijnt een groot ouderwets horloge.
'Nog vijf minuten!' roept Carola uit en ze draait lachend haar hoofd naar Laurens. Ze is klaar om hem het nieuwe jaar in te kussen.
De grote wijzer draait verder. Opeens begint iemand af te tellen en meteen doet iedereen mee. 'Negen, acht, zeven...' Alle ogen zijn op het horloge gericht en het tellen klinkt steeds luider. 'Drie, twee, één!'
'Gelukkig Nieuwjaar, Fien.' Ik schuif van mijn kruk. Twee kussen op haar wangen en een kus op haar mond. Ik ruik haar parfum en ik sluit even mijn ogen. Ik verlang zo hevig naar haar dat ik lijk te duizelen. 'Gelukkig Nieuwjaar, Chris.' Dan draait ze zich naar Laurens en Carola. Hun zoen duurt oneindig lang en pas als Fien op Carola's schouder tikt, laten ze elkaar los. Iedereen in het café lacht en iedereen zoent iedereen. In mijn hele leven heb ik nog nooit zo veel kussen en handdrukken gekregen.
Ik trakteer ons vieren op een drankje. Gelukkig neemt Fien mojito.
'Zeg, Chris, waarom dans je niet met ons mee?' Fiens gezicht is rood en warm. Ze heeft de dansvloer zowat kapot getrapt. Carola heeft die arme Laurens op de dansvloer gesleept. Laurens danst als een dweil, maar hij beseft het niet.
'Ik ben niet zo'n danser', zeg ik. 'Ik kijk liever.' Ze zuigt met het rietje haar glas leeg. 'Nog een?' vraag ik.'Eigenlijk beter van niet. Ik heb vast al heel wat mojito's op, maar dansen maakt dorstig.'
Zeven, denk ik. Haar stem klinkt wat lallend en ik schuur met mijn tanden over elkaar. Het horloge boven de bar geeft halftwee aan. Het café is nog tjokvol. Dan knalt Kings of Leon uit de boxen.
'O, "Sex on fire"!' roept Fien en meteen verdwijnt ze tussen de dansers. De zeven glazen doen haar wilder dansen. Haar haar zwaait in het rond en ze beweegt als een losgeslagen Duracell-konijn.
'Een mojito en een pilsje', zegt de barman. Hij plaatst de drankjes op de bar. Ik leg een briefje van tien euro op het houten blad en laat het wisselgeld in mijn hand glijden. "Dank je.' Ik doe alsof ik het in mijn zakken wil stoppen, maar laat een paar muntstukken vallen. 'Sorry', zeg de barman. Iemand roept hem en hij loopt naar de andere kant van de bar.
Ik glijd van mijn kruk en als toevallig heb ik de mojito in mijn hand. Ik zet het glas tussen de bar en mijn kruk op de grond. Nu wordt het spannend. Mijn handen beven een beetje en het zweet doet mijn shirt op mijn rug kleven. Er is niemand die op me let, zie ik.
Niet aarzelen. Gewoon doen, moedig ik mezelf aan. Verborgen tussen mijn been en de stenen van de bar haal ik het flesje uit de zijzak. Ik trek de kurk eraf en met het flesje onzichtbaar in mijn hand verstopt laat ik een paar druppels kleurloze vloeistof in het glas lopen. De handeling heb ik ontelbare keren op mijn kamer geoefend. Ik had zelfs een kurk gesneden die ik blindelings van het flesje kon halen. Het flesje en de kurk verdwijnen weer in de zijzak.
Gelukt, denk ik. Mijn hand trilt nog steeds als ik overeind kom en het glas op de bar zet. Het heeft maar een paar seconden geduurd en toch leek het een eeuwigheid. Een zucht ontsnapt en ik sluit even mijn ogen. Dan kijk ik zomaar om me heen. De cafébezoekers kletsen, lachen en flirten met elkaar of kijken naar de dansvloer. Er is niemand die me op een vreemde manier aankijkt. Met mijn vingers trommel ik het ritme van Kings of Leon op het houten blad van de bar.
Iemand tikt me op de schouder. Ik schrik me de pleuris. Met een ruk draai ik me om.
'Sorry', zegt een meisje als ze de ontzetting op mijn gezicht ziet. 'Er lag een muntstuk van vijftig eurocent onder je kruk. Ik denk dat het van jou is.' Met twee vingers reikt ze me het muntstuk aan.
'Bedankt.' Ik moet mijn reacties beter onder controle houden.
Mijn mond is droog van de spanning als Fien het glas mojito neemt en het tegen haar lippen houdt. Ze wankelt een beetje. Het dansen en zeven mojito's hebben haar zintuigen verdoofd. GHB smaakt zout, heeft het internet me verteld. En het klopt, want ik had gisteren een fractie van een druppel op mijn tong geproefd. Maar ik speculeer erop dat ze te veel heeft gedronken om dat te merken. Wellicht zou ze het niet eens proeven als ik azijn in haar glas had gegoten. Drink dan, denk ik, en ik probeer haar niet opvallend aan te kijken.
Ze neemt een slok, bekijkt dan met verwonderde ogen het glas en neemt weer een slok.'Hé', lacht ze. ik dacht dat de mojito daarnet anders smaakte.' Ze haalt haar schouders op. Dan probeert ze op de kruk te kruipen, maar als ze dreigt eraf te vallen grijp ik snel haar arm.
'Oeps!' zegt ze lacherig en ze iaat zich gewillig helpen. Dan gooit ze het rietje op de vloer en drinkt het glas in één teug leeg. Alleen het ijs blijft achter. 'Nog een', zegt ze.
Het is nu wel duidelijk te horen dat ze dronken is. En binnen een halfuurtje zal ook het GHB zijn werk doen. Ze knoeit als ze haar tasje openmaakt en geld pakt. Met een muntstuk tikt ze luid op het houten blad tot de barman opzij kijkt.
'Mojito en pils!' Ze klinkt echt bezopen.
'Zou je nog wel drinken?' vraag ik bezorgd, maar binnenin juicht het. Als het nu niet kan, dan lukt het nooit meer.
Bijna kwart over twee. Als een zombie kijkt Fien voor zich uit. Ze wauwelt onverstaanbare zinnen en soms sluit ze haar ogen alsof ze wil slapen. Ik moet haar grijpen als ze achterover neigt en bijna met haar kruk omkantelt. De barman veegt met een doek het nat van het blad en kijkt haar met een frons tussen zijn ogen aan. 'Kan ze niet beter naar huis gaan?' vraagt hij aan mij omdat ze niet meer beseft waar ze is.
'Ik denk het wel. Ik zal haar naar de bushalte brengen.' 'Is ze een vriendin van jou? Weetje waar ze woont?' Ik knik.
'Dan zou ik haar maar naar huis vergezellen. Volgens mij haalt ze in haar eentje niet eens de deur van het café.' 
'Tja, te veel mojito's. Het is ook maar één keer Nieuwjaar.' Carola en Laurens dansen alsof iemand hen ineengevlochten heeft. Fien is wel heel ver in hun gedachten. Ik help Fien van de kruk. Ze leunt zwaar tegen me aan en bekijkt me mistig alsof ze me nog nooit heeft gezien. 'Ga je niet omkieperen als ik de jassen haal?' vraag ik, maar als ik haar loslaat moet ik haar meteen weer grijpen, omdat ze door haar benen dreigt te zakken. Ik zoek hulp en zie twee meisjes die ons bezorgd aankijken. 'Willen jullie Fien even vasthouden? Dan pak ik onze jassen.'
Voorzichtig nemen ze Fien onder de oksels. Het is even zoeken tussen de overvolle jassenboom, maar ik heb goed gelet waar Fien haar jas heeft gelaten. Haar muts is op de grond gevallen.
Fien lijkt een levende voddenpop als de meisjes haar in haar jack helpen.
'Bedankt', zeg ik. 'Gelukkig Nieuwjaar. En niet zo veel drinken als zij.'
Ik heb een arm van Fien over mijn schouder gelegd en terwijl ze willoos tegen me aan leunt, help ik haar naar buiten.
Auto's rijden door de straat, maar geen enkele stopt of vertraagt als ik met Fien over het voetpad zeul. Ze steunt zwaar op me en lijkt slapend haar ene been voor het andere te plaatsen. Ik hijg van de inspanning, maar ik voel de adrenaline door mijn lijf gutsen. Eindelijk is het zover. Ik kan bijna niet geloven dat ze straks willoos op de vodden zal liggen, dat ik met haar mag doen wat ik zo dikwijls gefantaseerd heb. De bouwplaats is vlakbij en toch lijkt het
uren te duren voor we er zijn. Ik bijt gejaagd met mijn snijtanden op mijn onderlip. Het zweet kleeft op mijn gezicht, op mijn handen, maar ik weet niet of het van de inspanning of van mijn geilheid komt.
Eindelijk, denk ik als we bij de bouwplaats zijn. Ik wacht tot een auto voorbijrijdt en trek dan een spaanplaat opzij, zodat we naar binnen kunnen. Mijn mobieltje haal ik snel uit mijn zak en ik knip het lichtje aan. Ik kijk naar Fien of ze reageert, maar met gesloten ogen laat ze zich verder leiden. Ze zou niet eens merken dat ik haar naar de top van de Eiffeltoren zou brengen.
Romantisch is het niet, vliegt het door mijn hoofd. Tegen de gemetselde, ruwe stenen staan kisten en emmers met allerlei materiaal. Op de koude betonnen vloer ligt het voddenbed. Voorzichtig leg ik haar neer, zie opgelucht dat ze gewoon verderslaapt en verlaat de ruimte om de spaanplaat terug te plaatsen, zodat niemand gaat denken dat er bezoekers zijn. Je weet maar nooit.
Ik leg mijn mobieltje op de grond, zodat het licht op haar schijnt. Dan laat ik me op mijn knieën zakken, trek haar rechtop en doe haar jack uit. Ze laat me willoos begaan. Een tijdje blijf ik naar haar kijken alsof ik niet kan geloven dat Fien nu van mij is. Ik buig me voorover en probeer haar te kussen. Mijn tong drukt nutteloos tegen haar tanden en haar tong. Ik stop het mobieltje in mijn mond, zodat ik haar goed kan bekijken. Ik schuif de randjes van haar topje naar beneden. Mijn ongeduld is te groot. Er breekt een bandje af. 'Shit!' Ik kijk wanhopig naar het bandje, dat los aan het topje hangt. 'Shit! Shit!' vloek ik nog eens. Nu ja, niets aan te doen.Een zwarte beha met witte verticale streepjes draagt ze. Mijn vingers duwen de beha weg en in het licht van mijn mobieltje zie ik de borsten waarover ik zo dikwijls droomde. Mijn fluwelen handen strelen eerst, maar even later kneden ze hebberig haar malse borsten. Automatisch sluit ik mijn ogen, maar ik open ze weer. Ik wil haar zien. Ik kreun van opwinding als ik haar rokje omhoogschuif en mijn hand in haar lichtgroene broekje haar schaamhaar voelt. Ik wil nog even van dit moment genieten, maar ik kan me niet meer bedwingen. Ik trek haar laarzen uit en het kost me moeite om haar panty over haar benen te stropen. Dan steek ik mijn vingers achter het elastiek van haar broekje en trek het naar beneden. Ik spreid haar benen, neem het mobieltje uit mijn mond en richt het op haar kruis. Het lichtje bezoekt elk plekje van haar lichaam. Mijn ogen zijn opengesperd. Dit beeld wil ik me altijd blijven herinneren. Mijn erectie klopt. Ik moet haar nu nemen als ik niet in mijn broek wil klaarkomen. 'Sperma', mompel ik. Het sperma zal me later kunnen verraden. Maar wellicht kleeft er al DNA in haar broekje, kunnen ze me op die manier vinden. Het maakt me niets meer uit. Ik wil haar helemaal. Nu. Later zie ik wel. Ik knoop mijn broek los, duw me in haar. Met gestrekte armen hang ik boven haar en zie haar borsten bewegen op mijn ritme.
Nee, denk ik als ik mezelf voel ontploffen. Nog niet! Hijgend blijf ik nog wat op haar liggen. Het mag toch nog niet voorbij zijn? Mijn sperma en DNA zitten nu toch in haar. Dan maakt het niet meer uit of ik haar nog eens neem. Ik kus haar tepels, laat mijn vinger in haar spleetje heen en weer glijden en voel weer een erectie komen.Dit keer geniet ik echt en ik kan een schreeuw amper verbijten. Ik voel me leeg als ik hijgend op haar neerkijk. God, wat is ze mooi.
Een grote moedeloosheid overvalt me als ik bedenk dat dit de laatste keer is dat ik Fien kan neuken. Ik zou zelfs willen janken. Teleurgesteld omdat het voorbij is, en toch voel ik me ook fantastisch omdat ze even van mij was. Ik kom overeind en knoop mijn broek dicht. 'Eigenlijk zou ik nu mijn kruisje moeten achterlaten', zeg ik. Ik aarzel. Haar lichaam is te mooi om in te krassen. Maar ik wil een herinnering achterlaten dat ze ooit van mij was. Een klein kruisje, beslis ik. Elke keer als ze het littekentje ziet, zal ze aan vannacht denken. Latere vriendjes zullen vragen wat dat kruisje betekent, en ze zal zwijgen. Alleen ik zal het weten.
Ik weet dat ik mezelf met mijn embleem aan het kruis nagel. Over enkele uren zal ze misschien niet beseften wat er gebeurd is, maar als ze naar de badkamer gaat en in de spiegel kijkt, zal ze mijn kruisje zien en het nooit vergeten. Op de tast vind ik mijn mes.
'Je bent terug', zegt de barman als ik een pilsje bestel. 'Je vriendin was er helemaal niet goed aan toe. Geen fraai gezicht als een jong meisje zo bezopen is. Je zou bijna denken dat ze een wedstrijdje comazuipen heeft verloren.' Hij kijkt vluchtig door het café alsof hij bang is dat ergens jongeren zich echt lazarus aan het drinken zijn. Onze krukken zijn intussen bezet. De sfeer is nog steeds hetzelfde in het café, nog steeds uitbundig, lawaaierig, nog steeds dansen Laurens en Carola dicht tegen elkaar.Nog dichterbij kan niet, denk ik.
'Haar ouders waren vast niet vrolijk', gokt de barman terwijl hij mijn biertje op de bar plaatst, ik weet het niet', zeg ik. 'Ik heb haar maar tot aan de bushalte gebracht. Daar heb ik haar in het bushokje op het bankje gezet.'
'Het bushokje? Zo ver is dat toch niet weg?' Hij kijkt me verbaasd aan.
'We kwamen bijna niet vooruit en ik heb nog een tijdje met haar op de bus gewacht. Maar ze zei dat ik door haar mijn feest niet moest laten vergallen, en toen ben ik teruggekomen.'
Hij knikt en gaat glazen spoelen.
Tot nu toe klopt mijn plannetje. Ik heb Fien naar de bushalte gebracht en ben teruggekomen. Als iemand wat met haar heeft gedaan... ik weet niets. Straks ga ik haar uit de bouwplaats halen en breng haar naar huis. Haar verfomfaaide kleren kan ik verklaren omdat ze een paar keer is gevallen. Zelfs een keer in een plas. Ik hoop maar dat ze zich echt niets herinnert. Misschien was het verkeerd om een kruisje boven haar schaamhaar achter te laten. Het was een heel klein kruisje zodat haar lichaam goddelijk blijft, en toch zal ze nooit weten dat ik haar getekend heb, dat ze van mij was. Ze zal zich vragen stellen en nooit weten... Carola en Laurens komen hand in hand naar me toe. Carola's topje heeft donkere zweetvlekken en Laurens ziet eruit alsof hij net een marathon achter de rug heeft, is Fien weg?' vraagt Carola. Ze blikt naar het horloge boven de bar. 'Halfvier? Nu al?' 'Ze had te veel gedronken. Ik heb haar naar de bushalte gebracht.' 'Ik dacht al dat de mojito's vlot naar binnen gingen', lacht Laurens.
'Ze zal toch veilig thuiskomen?' vraagt Carola zich bezorgd af. 'Wacht.' Ze neemt haar mobieltje. Fuck! Daar had ik geen rekening mee gehouden. Ik knijp mijn vingers tegen elkaar. Ik hoop maar dat Fien nog stevig slaapt op haar voddenbed.
Carola blijft met haar mobieltje aan haar oor staan. 'Voice- mail', zegt ze uiteindelijk. 'Fien, stuur je een berichtje als je thuis bent?' spreekt ze in.
Carola drinkt van haar cola, die intussen lauw moet zijn. Haar gezicht is zorgelijk.
'Zouden we haar niet achternagaan, Laurens? Ik zal me pas gerust voelen als ik weet dat ze veilig is.' Ze kijkt me verwijtend aan. 'Je had haar nooit alleen mogen laten, Chris.' Dan keert ze zich naar Laurens. 'Zullen we?' Spijt staat op Laurens' gezicht. 'Het is net zo leuk, schat. Als we over een uur of zo terugkomen is de sfeer weg. Met Fien is er vast niets aan de hand.' Carola schudt langzaam het hoofd. Ze kan duidelijk niet kiezen.
'Weetje wat', zeg ik. 'Ik zal Fien achternagaan. Het zou me niet eens verbazen dat ze in het bushokje in slaap is gevallen. Ik lever haar veilig bij haar ouders af. Zorgen jullie maar voor een onvergetelijke nacht.' Laurens trekt zijn ogen tot spleetjes, in het café, bedoel ik natuurlijk', grijns ik. 'Maar je hoeft dat helemaal niet...' protesteert Carola voor de vorm.
'Och, ik zit hier toch maar in mijn eentje. Trouwens, ik voel me een beetje schuldig omdat ik haar in dat bushokje heb achtergelaten.'
Zowel Laurens als Carola knikt opgelucht. Ik heb mijn jack nog aan.
Weer neem ik de spaanplaat weg. In het licht van mijn mobieltje zie ik dat ze nog steeds slaapt, en ik verwonder me toch over de werking van het GHB. Het lijkt echt een wondermiddel. Ik zal het vaker gebruiken. Maar eerst moet ik dat flesje kwijt zien te raken. Ik druk op mijn zijzak en voel het daar zitten. Straks valt het bij het mes in de riolering. Of nee... de ingeving komt zomaar uit het niets. Misschien kan ik het flesje beter nog een tijdje bewaren. Ik laat het licht over Fien gaan. Toen ik daarnet wegging, had ik haar kleren weer gefatsoeneerd. Zelfs nu ze op vodden ligt, ziet ze er onweerstaanbaar mooi uit. Ik rits haar jack open, zie haar blote schouders, de aanzet van haar borsten. Het rokje, dat bijna tot haar broekje opgeschoven zit. Ik hoef alleen maar haar panty en haar broekje uit te trekken. Het zou toch zonde zijn om niet... 'Nog een keer.'
En daarna spoel ik haar broekje in water. Misschien verdwijnen dan alle sporen. Ik hoop maar dat ze niet wakker wordt als ik haar het natte broekje weer aantrek. Straks laat ik haar in een plas zakken. Plassen genoeg met dit rotweer.
FIENMijn hoofd bonkt en een zeurende pijn knaagt onder mijn schedel. Er zit een heel vieze smaak in mijn mond en ik heb een ontzettende dorst. Ik zou liever nog slapen, maar ik voel dat het me niet meer zat lukken. Door de gordijnen zie ik dat het buiten volop licht is. Ik draai me op mijn zij en reik naar mijn mobieltje, dat op het nachtkastje ligt. Ik kan me niet herinneren dat ik het daar gelegd heb. Ik loer onder mijn dekbed en merk dat ik mijn rode nachtpon draag. Ook daar herinner ik me niets van. 'Ma zal me geholpen hebben', mompel ik. Mijn mobieltje geeft 11.17 uur aan. Ik heb vannacht een oproep gemist. Carola. Ik breng het mobieltje naar mijn oor. 'Fien, stuur je een berichtje als je thuis bent?' Haar stem klinkt bezorgd. Waarom moest ze ongerust zijn?
Ik begrijp er niets van en ik probeer me te herinneren wat er gebeurd is. Maar ik zie alleen de dansvloer, Chris op een kruk aan de bar en veel mojito 's. Wat is er later gebeurd? Ik weet het niet. Ik ploeter in mijn geheugen, maar ik zie niets.
'Goh, ik moet echt veel gedronken hebben.' Opeens weet ik weer dat ik uit mijn bed ben gevlucht om in de wc-pot te kotsen. Ik herinner me zelfs dat ik het toilet niet haalde en dat ik op het parket voor de wc-deur mijn maag leegde. Wie heeft het opgeruimd? Ik niet, dat weet ik zeker.
'Ma zal woest zijn. Ik kan me maar beter op een woede- uitval voorbereiden.'
Het lijkt me beter om op te staan, zelfs al heb ik helemaal geen zin. Een douche en tandenpoetsen zal misschien een beetje helpen om me frisser te voelen. Het duizelt in mijn hoofd als ik met mijn voeten de donsdeken wegduw en op de rand van het bed ga zitten. Met beide handen druk ik op mijn slapen. Die ellendige hoofdpijn!
Toch mag ik straks niet zielig zijn, anders wordt ma vast nog nijdiger.
Ik duw mezelf overeind. Mijn benen lijken heel wankel. Ik slof naar de badkamer. Ik stink vast meters ver uit mijn bek. Mijn spiegelbeeld is een verschrikking. Ik herken mezelf bijna niet. Mijn haar is vuil alsof ik de vloer van De Robijn met mijn kapsel geveegd heb. Donkere kringen rond fletse ogen en een veeg op mijn wang. God, wat heb ik gisteren toch uitgericht?
Mijn nachtpon valt op de vloer en ik geloof mijn ogen niet als ik op mijn buik een paar vuurrode krasjes zie. Ze lijken een kruisje te vormen.
'Hoe geraken die krasjes op mijn buik?' vraag ik me ongelovig af. 'Zou ik ergens tegen een spijker of zo geschuurd hebben?'
Weer doorploeg ik mijn geheugen, maar ik herinner me alleen De Robijn. Wal daarna gebeurd is... een enorm zwart gat.
Terwijl ik mijn tanden poets, draai ik de waterkraan van de douche open. Ik hoop dat ik fris zal zijn als ik uit de douchecel kom, maar ik vrees ervoor. Zelfs tientallen liters warm water kunnen zo 'n ellendig gevoel niet oplossen. Maar kan een spijker een kruisje vormen, bedenk ik opeens.
'Goeiemorgen!'Ik probeer vrolijk te klinken. 'Gelukkig Nieuwjaar!'
Pa zit op de bank en hij legt het tijdschrift op zijn schoot.Zijn gezicht is bezorgd. Ma zit aan tafel met haar hoofd in haar handen. Ze richt haar hoofd op en haar ogen staan droef Ik begrijp het niet. Ik had verwijten verwacht, maar niet een begrafenisstemming.
'Ja, ik heb te veel gedronken', zeg ik. 'Maar dat kan gebeuren. Pa is toch ook al een paar keer dronken thuisgekomen, toch?'
Alsof het afgesproken is, knikken ze allebei. Ik voel me niet opgelucht omdat ik geen verwijten naar mijn kop krijg. Er klopt iets niet.
'Hoe laat was ik thuis?'vraag ik om de zwijgende monden tot leven te brengen.
'Rond halfvijf', zegt ma. 'Chris heeft je naar huis gebracht.' 
'Chris?' vraag ik verbaasd. 'Daar herinner ik me niets van.' 
'Hij had je naar het bushokje gebracht en was teruggegaan naar De Robijn. Maar daar besefte hij dat je niet in een toestand was om alleen naar huis te gaan en toen is hij teruggekeerd. Hij heeft je naar huis geholpen.' 
'Geholpen?'Kan ik nog dieper vallen? 'Je kon niet meer op je benen staan. Zo dronken was je. Je bent ook een paar keer gevallen. Een keer in een plas water zelfs.'
'In een plas water? ' mompel ik voor me uit. Jezus, ik durf Chris niet meer onder de ogen komen. Ik moet vast als een dronken del rondgezwalkt hebben. Ik heb me hopeloos belachelijk gemaakt. Ik vergeet zelfs de hoofdpijn en het ellendige gevoel in mijn maag.
Ik neem een stoel en ga tegenover ma zitten.
'Is er nog koffie?' vraag ik.
Ma kan het niet laten om met haar hand de dranklucht weg te wuiven die uit mijn mond walmt. Ik hoop dat koffie mijn ellende kan verlichten.
Ma komt overeind, loopt naar de keuken en pakt de t her mos - kan koffie en een reuzenmok. Dat heb ik echt nodig. Zwart! Daarna zal ik me vast beter voelen. 'Er is nog iets', zegt ze terwijl ze de koffie in de mok giet. Nu komt de kots die ze moest opruimen aan de beurt, denk ik.
'Ja, dat weet ik nog', zeg ik stilletjes met gebogen hoofd. 'Je weet het?'Haar stem klinkt wanhopig, maar ook zit er een beetje opluchting in alsof het haar gemakkelijker maakt om erover te praten.
'Ik vind het heel erg dat je mijn kots moest opruimen. Dat heb ik echt niet gewild.'
'O, dat', zegt ze alsof het iets onbelangrijks is. 'Nee, toen ik je uitkleedde zag ik dat het bandje van je topje was afgebroken. En je broekje was vuil.'
'Vuil?'Ik moet even nadenken. 'Maar ja, ik ben toch in het water gevallen. Misschien was het wel modder.' 
'Heb je soms met iemand seks gehad?' vraagt ma voorzichtig.
'Ik? Helemaal niet. Wat denk je wel?' Ik snauw, maar ik voel me heel onzeker. Wat is er toch gebeurd? 'Het kan toch?' zegt ma vergoelijkend. 'Je hebt gedronken, je ontmoet iemand...'
'No way', zeg ik overtuigd.
'Ik hoop dat je gelijk hebt', zegt pa. Zijn toon brengt me in de war.Ik draai mijn hoofd naar hem. Zijn gezicht is nog steeds somber. 'Wat bedoel je dan?' 'Je panty was achterstevoren aangetrokken.' 
'Achterstevoren?' Opeens begrijp ik het. 'Bedoel je dat...' De kamer lijkt opeens te tollen. Ik zie alles in een waas. 'Wat denk je? Zouden we een arts laten komen? Hij kan ons uit die onzekerheid helpen.'
Verkracht! Mijn ogen zijn op een poster van Rihanna gericht, maar ik zie het niet. Er zijn geen tranen meer. Ik voel me wanhopig en bang.
De arts had ons naar de eerste hulp van het ziekenhuis gestuurd. Daar hadden ze een kit waarmee ze konden onderzoeken of ik verkracht was, ook al had ik een douche genomen. Ik voelde me vuil en bang toen de dokter tussen mijn benen naar sporen zocht.
Verkracht! De rode letters op de poster lijken vuur. Hoe kan dal nu? Shit, als ik me nu nog maar iets kon herinneren. Ik wist niet dat alcohol zo 'n put in mijn geheugen kon graven.
Al wordt het broekje nog duizend keer gewassen, ik zal het nooit meer aantrekken. Ook de kleren die ik droeg wil ik nooit meer zien.
Raar, sinds ik het weet voel ik me bloednuchter. Mijn ziel overhoop, dat wel, maar ik merk niets meer van de mojito s. Wellicht omdat mijn lichaam aanvoelt dat die kater onbelangrijk is geworden.
Ma is al om de morning-afterpil geweest. Misschien hoeft het niet, maar we willen geen enkel risico nemen. Een korte tik op de deur en ma komt in mijn kamer. 'Hoe gaat het, Fientje?' 
'Het gaat.' Maar ik meen het niet.
'Ben je klaar om mee te gaan?'
Ik snik mijn ziet naar buiten. Ma komt naast me op de rand van het bed zitten en slaat haar armen om me heen. We huilen allebei.
'Zou Chris...'Ik weet hoe gretig hij altijd naar me keek. 'Waarom zou hij je dan naar huis brengen?' zegt ma. 'Het was fout om je alleen in dat bushokje te laten, maar hij kon toch ook niet weten dat...'
Haar stem hapert. Ze kan het vreselijke woord niet over haar lippen krijgen.
Ik knik. maar ik weet het niet. Ik weet het echt niet meer. Fuck, waarom moest ik me ook zo bezuipen? Maar is dronken zijn dan een vrijbrief om me te verkrachten? Ik snik het uit en klauw wanhopig in ma 's schouder. 'We zouden naar de politie rijden, toch?' zegt pa die onhoorbaar is binnengekomen.
Ik knik, want het lukt me zelfs niet om een ja over mijn lippen te krijgen.