***
20.19 uur. De uren lijken slakken die bergopwaarts kruipen.
Als een mitrailleur slaat de slagregen tegen de ramen. Het is
pokkenweer. Degenen die op een witte nieuwjaarsdag hoopten, zullen
met kliedernatte wensen tevreden moeten zijn. Meneer Van Beek zal
tevreden zijn. Zijn theorie over de opwarming van de aarde klopt
weer. Ik heb net mijn scampi op en sop met een stuk stokbrood de
kerriesaus op. Ik ben gek op scampi. Toch is het wat zielig. Ma en
ik tegenover elkaar aan tafel. Veel familie heeft ma niet en sinds
de scheiding heeft ze hen uit schaamte gemeden. Ma's familie is erg
gelovig en een scheiding kan nu eenmaal niet. Ik begrijp niet
waarom ze daar een probleem mee hebben. Als God had gewild dat ma
niet zou scheiden, dan had hij Pascale ergens in Rusland laten
rondbaggeren, toch?
Omdat het toch een bijzondere avond is heeft ma de tafel in de
woonkamer gedekt. Wit tafellaken, zondags servies, en ze heeft
zelfs een fles rode wijn opengemaakt. Toch is het een stil feestje.
Pa en Pascale zitten nu vast in een duur restaurant met kreeft en
kaviaar. Ik kan het verkeerd hebben, maar soms denk ik dat ma
gretiger naar haar polshorloge kijkt dan ik op mijn mobieltje.
'Moetje nog weg?'
'Ja', zegt ze. 'Ik heb een afspraak met Walter. Je weet wel.'
Ik weet het niet, totdat ik me herinner dat ze ooit eens over een
collega heeft gesproken. Zou ze echt? Ik kan het bijna niet
geloven. Ze belt hem nooit en ik weet niet of ze hem sms'jes
stuurt. Maar ja, ze zien elkaar misschien elke dag. Zouden ze
elkaar stiekem kussen? Zou hij met zijn handen in haar ondergoed
zitten?
Nee, denk ik. Dat laat ma niet toe. Of zou ze toch? Ik wil het
niet weten, laat staan eraan denken. ' Walter en ik gaan straks
eten en daarna gaan we naar het vuurwerk in de stad
kijken.'
'Nog eens eten?'
'Ik neem nu alleen het voorgerecht, maar ik zorg dat jij
lekker kunt eten. Ik heb voor jou varkenshaasje in de oven staan,
met champignons, en ik ga kroketten bakken.' Ze komt overeind en ik
heb het gevoel dat ze veel jonger beweegt dan anders. Zou ze zich
dan toch door Walter laten pakken? Mijn ma? Nee, dat kan niet. Om
de tijd te verdrijven laat ik met twee vingers mijn mes heen en
weer kantelen op tafel. Al dagenlang neem ik alle mogelijkheden
door. Op de weg van De Robijn naar de bushalte is een bouwplaats
zonder deur of vensters. Alleen stukken spaanplaat sluiten de
ruwbouw af. Op een avond ben ik er eens binnen geweest. Het was er
koud, maar ik kan niet altijd een warme kamer en een tapijt wensen.
Maar nu zal ik Fien hebben en dat maakt het allemaal zo bijzonder.
Met het licht van mijn mobieltje heb ik vodden gevonden. In de week
tussen de feestdagen wordt er niet gewerkt, zodat mijn primitieve
bed op het beton er nog zal liggen. Mijn mes heb ik onder de vodden
verborgen, maar ik hoop dat ik het niet nodig heb, dat ze zo
bedwelmd is dat ze niets beseft. Mijn muts laat ik thuis. Ik loop
een enorm risico, maar Fien zou toch mijn kleren en mijn figuur
herkennen. Ik moei er echt op rekenen dat het GHB doet wat ik hoop.
Het maakt de kick nog groter. Zelfs nu gaat mijn adem sneller en
voel ik mijn hart pompen. Ik schrik op als ma uit de keuken komt
met plakjes varkenshaas op een bord. Het warme vlees rookt. 'De
kroketten zijn zo klaar', zegt ma. Ik heb geen trek, maar ik leg
toch enkele plakjes op mijn bord. Vooral gewoon doen.
Achter in het café zijn tafels en stoelen tegen de kant
geplaatst, zodat een kleine dansvloer uitgespaard is. Die wordt
gretig gebruikt, maar ik zit aan de bar. Op de kruk naast me ligt
Fiens tasje. Ik bewaak het als was het de kroon van de koningin. In
de hoek achter me staat een grote kunstkerstboom met gekleurde
ballen, en witte lichtjes floepen aan en uit. Tegen mijn gewoonte
in ben ik heel voorzichtig met pilsjes. Straks mag ik geen fouten
maken. 'Pfff', zucht Fien als ze na een halfuur dansen naar me toe
komt. Ze pakt het tasje weg en hijst zich op de kruk. Ze ziet er
beangstigend mooi uit. Hen korte zwarte rok laat de helft van haar
dijen zien en haar benen eindigen in zwarte glimmende laarzen. Ze
heeft een wit mouwloos topje dat een groot deel van haar rug bloot
laat en een halsuitsnijding heeft die alle jongensogen als een
magneet naar zich trekt. Ik moet me dwingen om niet constant naar
haar borsten en haar dijen te staren. Ik snap niet hoe Ruud haar
uit zijn vingers liet ontsnappen, ook niet voor Julie. 'Een
mojito', zegt ze tegen de barman. Met een korte ruk van haar hoofd
gooit ze haar haar naar achter. Haar gezicht en haar huid glimmen
van de inspanning en de warmte. 'Weer mojito', zeg ik. 'Je hebt je
favoriete drank gevonden.'
Het is haar vierde en het is nog niet eens middernacht.
'Lekker', zegt ze terwijl ze aan het rietje zuigt. Mijn hand glijdt
ongemerkt over de grote zijzak van mijn broek. Het flesje GHB zit
rechtop. Met een vingertop voel ik of de kurk nog veilig op het
flesje zit. 'Echt gezellig', zegt Carola terwijl ze naast Fien komt
staan. Laurens schuift achter haar en slaat zijn armen om haar
middel terwijl hij zijn voorhoofd tegen haar kruin drukt. Zijn
vingers trommelen heel lichtjes op haar buik. De top van zijn
wijsvinger peutert plagerig in haar navel en Carola giechelt.
'Gezellig toch?' zegt ze nog eens. Met Laurens zou ze het wellicht
in een modderpoel met krokodillen nog gezellig vinden.
ik kijk naar Fien en ik probeer me in te beelden hoe straks
mijn handen over dat mooie lijf zullen gaan en hoe ik zal kreunen
als ik me in haar verlies. Mijn DNA, mijn sperma... het kan me
verraden, maar als het GHB zijn werk doet zal ze niet eens weten
dat ik haar genomen heb. 'Is er iets, Chris?' vraagt Fien.
Ik kijk op en zie hoe Laurens, Carola en Fien me aanstaren. Ze
hebben misschien iets gezegd of gevraagd, en ik was met Fien in de
bouwplaats.
'Sorry, ik zat maar wat te dromen. Had je iets gevraagd?' 'Wat
jouw voornemens zijn voor het nieuwe jaar', zegt Carola.
'Veel met Zarko wandelen', floep ik er zomaar uit. 'Zarko is
een droom van een hond.'
Laurens en Carola kijken me vreemd aan, maar in de ogen van
Fien zie ik iets teders, en bijna vind ik het erg dat ik haar
straks zal verkrachten. Als alles loopt zoals ik hoop...Op het
tv-toestel dat hoog achter de bar staat, verschijnt een groot
ouderwets horloge.
'Nog vijf minuten!' roept Carola uit en ze draait lachend haar
hoofd naar Laurens. Ze is klaar om hem het nieuwe jaar in te
kussen.
De grote wijzer draait verder. Opeens begint iemand af te
tellen en meteen doet iedereen mee. 'Negen, acht, zeven...' Alle
ogen zijn op het horloge gericht en het tellen klinkt steeds
luider. 'Drie, twee, één!'
'Gelukkig Nieuwjaar, Fien.' Ik schuif van mijn kruk. Twee
kussen op haar wangen en een kus op haar mond. Ik ruik haar parfum
en ik sluit even mijn ogen. Ik verlang zo hevig naar haar dat ik
lijk te duizelen. 'Gelukkig Nieuwjaar, Chris.' Dan draait ze zich
naar Laurens en Carola. Hun zoen duurt oneindig lang en pas als
Fien op Carola's schouder tikt, laten ze elkaar los. Iedereen in
het café lacht en iedereen zoent iedereen. In mijn hele leven heb
ik nog nooit zo veel kussen en handdrukken gekregen.
Ik trakteer ons vieren op een drankje. Gelukkig neemt Fien
mojito.
'Zeg, Chris, waarom dans je niet met ons mee?' Fiens gezicht
is rood en warm. Ze heeft de dansvloer zowat kapot getrapt. Carola
heeft die arme Laurens op de dansvloer gesleept. Laurens danst als
een dweil, maar hij beseft het niet.
'Ik ben niet zo'n danser', zeg ik. 'Ik kijk liever.' Ze zuigt
met het rietje haar glas leeg. 'Nog een?' vraag ik.'Eigenlijk beter
van niet. Ik heb vast al heel wat mojito's op, maar dansen maakt
dorstig.'
Zeven, denk ik. Haar stem klinkt wat lallend en ik schuur met
mijn tanden over elkaar. Het horloge boven de bar geeft halftwee
aan. Het café is nog tjokvol. Dan knalt Kings of Leon uit de
boxen.
'O, "Sex on fire"!' roept Fien en meteen verdwijnt ze tussen
de dansers. De zeven glazen doen haar wilder dansen. Haar haar
zwaait in het rond en ze beweegt als een losgeslagen
Duracell-konijn.
'Een mojito en een pilsje', zegt de barman. Hij plaatst de
drankjes op de bar. Ik leg een briefje van tien euro op het houten
blad en laat het wisselgeld in mijn hand glijden. "Dank je.' Ik doe
alsof ik het in mijn zakken wil stoppen, maar laat een paar
muntstukken vallen. 'Sorry', zeg de barman. Iemand roept hem en hij
loopt naar de andere kant van de bar.
Ik glijd van mijn kruk en als toevallig heb ik de mojito in
mijn hand. Ik zet het glas tussen de bar en mijn kruk op de grond.
Nu wordt het spannend. Mijn handen beven een beetje en het zweet
doet mijn shirt op mijn rug kleven. Er is niemand die op me let,
zie ik.
Niet aarzelen. Gewoon doen, moedig ik mezelf aan. Verborgen
tussen mijn been en de stenen van de bar haal ik het flesje uit de
zijzak. Ik trek de kurk eraf en met het flesje onzichtbaar in mijn
hand verstopt laat ik een paar druppels kleurloze vloeistof in het
glas lopen. De handeling heb ik ontelbare keren op mijn kamer
geoefend. Ik had zelfs een kurk gesneden die ik blindelings van het
flesje kon halen. Het flesje en de kurk verdwijnen weer in de
zijzak.
Gelukt, denk ik. Mijn hand trilt nog steeds als ik overeind
kom en het glas op de bar zet. Het heeft maar een paar seconden
geduurd en toch leek het een eeuwigheid. Een zucht ontsnapt en ik
sluit even mijn ogen. Dan kijk ik zomaar om me heen. De
cafébezoekers kletsen, lachen en flirten met elkaar of kijken naar
de dansvloer. Er is niemand die me op een vreemde manier aankijkt.
Met mijn vingers trommel ik het ritme van Kings of Leon op het
houten blad van de bar.
Iemand tikt me op de schouder. Ik schrik me de pleuris. Met
een ruk draai ik me om.
'Sorry', zegt een meisje als ze de ontzetting op mijn gezicht
ziet. 'Er lag een muntstuk van vijftig eurocent onder je kruk. Ik
denk dat het van jou is.' Met twee vingers reikt ze me het muntstuk
aan.
'Bedankt.' Ik moet mijn reacties beter onder controle
houden.
Mijn mond is droog van de spanning als Fien het glas mojito
neemt en het tegen haar lippen houdt. Ze wankelt een beetje. Het
dansen en zeven mojito's hebben haar zintuigen verdoofd. GHB smaakt
zout, heeft het internet me verteld. En het klopt, want ik had
gisteren een fractie van een druppel op mijn tong geproefd. Maar ik
speculeer erop dat ze te veel heeft gedronken om dat te merken.
Wellicht zou ze het niet eens proeven als ik azijn in haar glas had
gegoten. Drink dan, denk ik, en ik probeer haar niet opvallend aan
te kijken.
Ze neemt een slok, bekijkt dan met verwonderde ogen het glas
en neemt weer een slok.'Hé', lacht ze. ik dacht dat de mojito
daarnet anders smaakte.' Ze haalt haar schouders op. Dan probeert
ze op de kruk te kruipen, maar als ze dreigt eraf te vallen grijp
ik snel haar arm.
'Oeps!' zegt ze lacherig en ze iaat zich gewillig helpen. Dan
gooit ze het rietje op de vloer en drinkt het glas in één teug
leeg. Alleen het ijs blijft achter. 'Nog een', zegt ze.
Het is nu wel duidelijk te horen dat ze dronken is. En binnen
een halfuurtje zal ook het GHB zijn werk doen. Ze knoeit als ze
haar tasje openmaakt en geld pakt. Met een muntstuk tikt ze luid op
het houten blad tot de barman opzij kijkt.
'Mojito en pils!' Ze klinkt echt bezopen.
'Zou je nog wel drinken?' vraag ik bezorgd, maar
binnenin juicht het. Als het nu niet kan, dan lukt het nooit
meer.
Bijna kwart over twee. Als een zombie kijkt Fien voor zich
uit. Ze wauwelt onverstaanbare zinnen en soms sluit ze haar ogen
alsof ze wil slapen. Ik moet haar grijpen als ze achterover neigt
en bijna met haar kruk omkantelt. De barman veegt met een doek het
nat van het blad en kijkt haar met een frons tussen zijn ogen aan.
'Kan ze niet beter naar huis gaan?' vraagt hij aan mij omdat ze
niet meer beseft waar ze is.
'Ik denk het wel. Ik zal haar naar de bushalte brengen.' 'Is
ze een vriendin van jou? Weetje waar ze woont?' Ik knik.
'Dan zou ik haar maar naar huis vergezellen. Volgens mij haalt
ze in haar eentje niet eens de deur van het café.'
'Tja, te veel mojito's. Het is ook maar één keer Nieuwjaar.'
Carola en Laurens dansen alsof iemand hen ineengevlochten heeft.
Fien is wel heel ver in hun gedachten. Ik help Fien van de kruk. Ze
leunt zwaar tegen me aan en bekijkt me mistig alsof ze me nog nooit
heeft gezien. 'Ga je niet omkieperen als ik de jassen haal?' vraag
ik, maar als ik haar loslaat moet ik haar meteen weer grijpen,
omdat ze door haar benen dreigt te zakken. Ik zoek hulp en zie twee
meisjes die ons bezorgd aankijken. 'Willen jullie Fien even
vasthouden? Dan pak ik onze jassen.'
Voorzichtig nemen ze Fien onder de oksels. Het is even zoeken
tussen de overvolle jassenboom, maar ik heb goed gelet waar Fien
haar jas heeft gelaten. Haar muts is op de grond gevallen.
Fien lijkt een levende voddenpop als de meisjes haar in haar
jack helpen.
'Bedankt', zeg ik. 'Gelukkig Nieuwjaar. En niet zo veel
drinken als zij.'
Ik heb een arm van Fien over mijn schouder gelegd en terwijl
ze willoos tegen me aan leunt, help ik haar naar buiten.
Auto's rijden door de straat, maar geen enkele stopt of
vertraagt als ik met Fien over het voetpad zeul. Ze steunt zwaar op
me en lijkt slapend haar ene been voor het andere te plaatsen. Ik
hijg van de inspanning, maar ik voel de adrenaline door mijn lijf
gutsen. Eindelijk is het zover. Ik kan bijna niet geloven dat ze
straks willoos op de vodden zal liggen, dat ik met haar mag doen
wat ik zo dikwijls gefantaseerd heb. De bouwplaats is vlakbij en
toch lijkt het
uren te duren voor we er zijn. Ik bijt gejaagd met mijn
snijtanden op mijn onderlip. Het zweet kleeft op mijn gezicht, op
mijn handen, maar ik weet niet of het van de inspanning of van mijn
geilheid komt.
Eindelijk, denk ik als we bij de bouwplaats zijn. Ik wacht tot
een auto voorbijrijdt en trek dan een spaanplaat opzij, zodat we
naar binnen kunnen. Mijn mobieltje haal ik snel uit mijn zak en ik
knip het lichtje aan. Ik kijk naar Fien of ze reageert, maar met
gesloten ogen laat ze zich verder leiden. Ze zou niet eens merken
dat ik haar naar de top van de Eiffeltoren zou brengen.
Romantisch is het niet, vliegt het door mijn hoofd. Tegen de
gemetselde, ruwe stenen staan kisten en emmers met allerlei
materiaal. Op de koude betonnen vloer ligt het voddenbed.
Voorzichtig leg ik haar neer, zie opgelucht dat ze gewoon
verderslaapt en verlaat de ruimte om de spaanplaat terug te
plaatsen, zodat niemand gaat denken dat er bezoekers zijn. Je weet
maar nooit.
Ik leg mijn mobieltje op de grond, zodat het licht op haar
schijnt. Dan laat ik me op mijn knieën zakken, trek haar rechtop en
doe haar jack uit. Ze laat me willoos begaan. Een tijdje blijf ik
naar haar kijken alsof ik niet kan geloven dat Fien nu van mij is.
Ik buig me voorover en probeer haar te kussen. Mijn tong drukt
nutteloos tegen haar tanden en haar tong. Ik stop het mobieltje in
mijn mond, zodat ik haar goed kan bekijken. Ik schuif de randjes
van haar topje naar beneden. Mijn ongeduld is te groot. Er breekt
een bandje af. 'Shit!' Ik kijk wanhopig naar het bandje, dat los
aan het topje hangt. 'Shit! Shit!' vloek ik nog eens. Nu ja, niets
aan te doen.Een zwarte beha met witte verticale streepjes draagt
ze. Mijn vingers duwen de beha weg en in het licht van mijn
mobieltje zie ik de borsten waarover ik zo dikwijls droomde. Mijn
fluwelen handen strelen eerst, maar even later kneden ze hebberig
haar malse borsten. Automatisch sluit ik mijn ogen, maar ik open ze
weer. Ik wil haar zien. Ik kreun van opwinding als ik haar rokje
omhoogschuif en mijn hand in haar lichtgroene broekje haar
schaamhaar voelt. Ik wil nog even van dit moment genieten, maar ik
kan me niet meer bedwingen. Ik trek haar laarzen uit en het kost me
moeite om haar panty over haar benen te stropen. Dan steek ik mijn
vingers achter het elastiek van haar broekje en trek het naar
beneden. Ik spreid haar benen, neem het mobieltje uit mijn mond en
richt het op haar kruis. Het lichtje bezoekt elk plekje van haar
lichaam. Mijn ogen zijn opengesperd. Dit beeld wil ik me altijd
blijven herinneren. Mijn erectie klopt. Ik moet haar nu nemen als
ik niet in mijn broek wil klaarkomen. 'Sperma', mompel ik. Het
sperma zal me later kunnen verraden. Maar wellicht kleeft er al DNA
in haar broekje, kunnen ze me op die manier vinden. Het maakt me
niets meer uit. Ik wil haar helemaal. Nu. Later zie ik wel. Ik
knoop mijn broek los, duw me in haar. Met gestrekte armen hang ik
boven haar en zie haar borsten bewegen op mijn ritme.
Nee, denk ik als ik mezelf voel ontploffen. Nog niet! Hijgend
blijf ik nog wat op haar liggen. Het mag toch nog niet voorbij
zijn? Mijn sperma en DNA zitten nu toch in haar. Dan maakt het niet
meer uit of ik haar nog eens neem. Ik kus haar tepels, laat mijn
vinger in haar spleetje heen en weer glijden en voel weer een
erectie komen.Dit keer geniet ik echt en ik kan een schreeuw amper
verbijten. Ik voel me leeg als ik hijgend op haar neerkijk. God,
wat is ze mooi.
Een grote moedeloosheid overvalt me als ik bedenk dat dit de
laatste keer is dat ik Fien kan neuken. Ik zou zelfs willen janken.
Teleurgesteld omdat het voorbij is, en toch voel ik me ook
fantastisch omdat ze even van mij was. Ik kom overeind en knoop
mijn broek dicht. 'Eigenlijk zou ik nu mijn kruisje moeten
achterlaten', zeg ik. Ik aarzel. Haar lichaam is te mooi om in te
krassen. Maar ik wil een herinnering achterlaten dat ze ooit van
mij was. Een klein kruisje, beslis ik. Elke keer als ze het
littekentje ziet, zal ze aan vannacht denken. Latere vriendjes
zullen vragen wat dat kruisje betekent, en ze zal zwijgen. Alleen
ik zal het weten.
Ik weet dat ik mezelf met mijn embleem aan het kruis nagel.
Over enkele uren zal ze misschien niet beseften wat er gebeurd is,
maar als ze naar de badkamer gaat en in de spiegel kijkt, zal ze
mijn kruisje zien en het nooit vergeten. Op de tast vind ik mijn
mes.
'Je bent terug', zegt de barman als ik een pilsje bestel. 'Je
vriendin was er helemaal niet goed aan toe. Geen fraai gezicht als
een jong meisje zo bezopen is. Je zou bijna denken dat ze een
wedstrijdje comazuipen heeft verloren.' Hij kijkt vluchtig door het
café alsof hij bang is dat ergens jongeren zich echt lazarus aan
het drinken zijn. Onze krukken zijn intussen bezet. De sfeer is nog
steeds hetzelfde in het café, nog steeds uitbundig, lawaaierig, nog
steeds dansen Laurens en Carola dicht tegen elkaar.Nog dichterbij
kan niet, denk ik.
'Haar ouders waren vast niet vrolijk', gokt de barman terwijl
hij mijn biertje op de bar plaatst, ik weet het niet', zeg ik. 'Ik
heb haar maar tot aan de bushalte gebracht. Daar heb ik haar in het
bushokje op het bankje gezet.'
'Het bushokje? Zo ver is dat toch niet weg?' Hij kijkt me
verbaasd aan.
'We kwamen bijna niet vooruit en ik heb nog een tijdje met
haar op de bus gewacht. Maar ze zei dat ik door haar mijn feest
niet moest laten vergallen, en toen ben ik teruggekomen.'
Hij knikt en gaat glazen spoelen.
Tot nu toe klopt mijn plannetje. Ik heb Fien naar de bushalte
gebracht en ben teruggekomen. Als iemand wat met haar heeft
gedaan... ik weet niets. Straks ga ik haar uit de bouwplaats halen
en breng haar naar huis. Haar verfomfaaide kleren kan ik verklaren
omdat ze een paar keer is gevallen. Zelfs een keer in een plas. Ik
hoop maar dat ze zich echt niets herinnert. Misschien was het
verkeerd om een kruisje boven haar schaamhaar achter te laten. Het
was een heel klein kruisje zodat haar lichaam goddelijk blijft, en
toch zal ze nooit weten dat ik haar getekend heb, dat ze van mij
was. Ze zal zich vragen stellen en nooit weten... Carola en Laurens
komen hand in hand naar me toe. Carola's topje heeft donkere
zweetvlekken en Laurens ziet eruit alsof hij net een marathon
achter de rug heeft, is Fien weg?' vraagt Carola. Ze blikt naar het
horloge boven de bar. 'Halfvier? Nu al?' 'Ze had te veel gedronken.
Ik heb haar naar de bushalte gebracht.' 'Ik dacht al dat de
mojito's vlot naar binnen gingen', lacht Laurens.
'Ze zal toch veilig thuiskomen?' vraagt Carola zich bezorgd
af. 'Wacht.' Ze neemt haar mobieltje. Fuck! Daar had ik geen
rekening mee gehouden. Ik knijp mijn vingers tegen elkaar. Ik hoop
maar dat Fien nog stevig slaapt op haar voddenbed.
Carola blijft met haar mobieltje aan haar oor staan. 'Voice-
mail', zegt ze uiteindelijk. 'Fien, stuur je een berichtje als je
thuis bent?' spreekt ze in.
Carola drinkt van haar cola, die intussen lauw moet zijn. Haar
gezicht is zorgelijk.
'Zouden we haar niet achternagaan, Laurens? Ik zal me pas
gerust voelen als ik weet dat ze veilig is.' Ze kijkt me verwijtend
aan. 'Je had haar nooit alleen mogen laten, Chris.' Dan keert ze
zich naar Laurens. 'Zullen we?' Spijt staat op Laurens' gezicht.
'Het is net zo leuk, schat. Als we over een uur of zo terugkomen is
de sfeer weg. Met Fien is er vast niets aan de hand.' Carola schudt
langzaam het hoofd. Ze kan duidelijk niet kiezen.
'Weetje wat', zeg ik. 'Ik zal Fien achternagaan. Het zou me
niet eens verbazen dat ze in het bushokje in slaap is gevallen. Ik
lever haar veilig bij haar ouders af. Zorgen jullie maar voor een
onvergetelijke nacht.' Laurens trekt zijn ogen tot spleetjes, in
het café, bedoel ik natuurlijk', grijns ik. 'Maar je hoeft dat
helemaal niet...' protesteert Carola voor de vorm.
'Och, ik zit hier toch maar in mijn eentje. Trouwens,
ik voel me een beetje schuldig omdat ik haar in dat bushokje
heb achtergelaten.'
Zowel Laurens als Carola knikt opgelucht. Ik heb mijn jack nog
aan.
Weer neem ik de spaanplaat weg. In het licht van mijn
mobieltje zie ik dat ze nog steeds slaapt, en ik verwonder me toch
over de werking van het GHB. Het lijkt echt een wondermiddel. Ik
zal het vaker gebruiken. Maar eerst moet ik dat flesje kwijt zien
te raken. Ik druk op mijn zijzak en voel het daar zitten. Straks
valt het bij het mes in de riolering. Of nee... de ingeving komt
zomaar uit het niets. Misschien kan ik het flesje beter nog een
tijdje bewaren. Ik laat het licht over Fien gaan. Toen ik daarnet
wegging, had ik haar kleren weer gefatsoeneerd. Zelfs nu ze op
vodden ligt, ziet ze er onweerstaanbaar mooi uit. Ik rits haar jack
open, zie haar blote schouders, de aanzet van haar borsten. Het
rokje, dat bijna tot haar broekje opgeschoven zit. Ik hoef alleen
maar haar panty en haar broekje uit te trekken. Het zou toch zonde
zijn om niet... 'Nog een keer.'
En daarna spoel ik haar broekje in water. Misschien verdwijnen
dan alle sporen. Ik hoop maar dat ze niet wakker wordt als ik haar
het natte broekje weer aantrek. Straks laat ik haar in een plas
zakken. Plassen genoeg met dit rotweer.
FIENMijn hoofd bonkt en een zeurende pijn knaagt onder mijn
schedel. Er zit een heel vieze smaak in mijn mond en ik heb een
ontzettende dorst. Ik zou liever nog slapen, maar ik voel dat het
me niet meer zat lukken. Door de gordijnen zie ik dat het buiten
volop licht is. Ik draai me op mijn zij en reik naar mijn
mobieltje, dat op het nachtkastje ligt. Ik kan me niet herinneren
dat ik het daar gelegd heb. Ik loer onder mijn dekbed en merk dat
ik mijn rode nachtpon draag. Ook daar herinner ik me niets van. 'Ma
zal me geholpen hebben', mompel ik. Mijn mobieltje geeft 11.17 uur
aan. Ik heb vannacht een oproep gemist. Carola. Ik breng het
mobieltje naar mijn oor. 'Fien, stuur je een berichtje als je thuis
bent?' Haar stem klinkt bezorgd. Waarom moest ze ongerust
zijn?
Ik begrijp er niets van en ik probeer me te herinneren wat er
gebeurd is. Maar ik zie alleen de dansvloer, Chris op een kruk aan
de bar en veel mojito 's. Wat is er later gebeurd? Ik weet het
niet. Ik ploeter in mijn geheugen, maar ik zie niets.
'Goh, ik moet echt veel gedronken hebben.' Opeens weet ik weer
dat ik uit mijn bed ben gevlucht om in de wc-pot te kotsen. Ik
herinner me zelfs dat ik het toilet niet haalde en dat ik op het
parket voor de wc-deur mijn maag leegde. Wie heeft het opgeruimd?
Ik niet, dat weet ik zeker.
'Ma zal woest zijn. Ik kan me maar beter op een woede- uitval
voorbereiden.'
Het lijkt me beter om op te staan, zelfs al heb ik helemaal
geen zin. Een douche en tandenpoetsen zal misschien een beetje
helpen om me frisser te voelen. Het duizelt in mijn hoofd als ik
met mijn voeten de donsdeken wegduw en op de rand van het bed ga
zitten. Met beide handen druk ik op mijn slapen. Die ellendige
hoofdpijn!
Toch mag ik straks niet zielig zijn, anders wordt ma vast nog
nijdiger.
Ik duw mezelf overeind. Mijn benen lijken heel wankel. Ik slof
naar de badkamer. Ik stink vast meters ver uit mijn bek. Mijn
spiegelbeeld is een verschrikking. Ik herken mezelf bijna niet.
Mijn haar is vuil alsof ik de vloer van De Robijn met mijn kapsel
geveegd heb. Donkere kringen rond fletse ogen en een veeg op mijn
wang. God, wat heb ik gisteren toch uitgericht?
Mijn nachtpon valt op de vloer en ik geloof mijn ogen niet als
ik op mijn buik een paar vuurrode krasjes zie. Ze lijken een
kruisje te vormen.
'Hoe geraken die krasjes op mijn buik?' vraag ik me ongelovig
af. 'Zou ik ergens tegen een spijker of zo geschuurd hebben?'
Weer doorploeg ik mijn geheugen, maar ik herinner me alleen De
Robijn. Wal daarna gebeurd is... een enorm zwart gat.
Terwijl ik mijn tanden poets, draai ik de waterkraan van de
douche open. Ik hoop dat ik fris zal zijn als ik uit de douchecel
kom, maar ik vrees ervoor. Zelfs tientallen liters warm water
kunnen zo 'n ellendig gevoel niet oplossen. Maar kan een spijker
een kruisje vormen, bedenk ik opeens.
'Goeiemorgen!'Ik probeer vrolijk te klinken. 'Gelukkig
Nieuwjaar!'
Pa zit op de bank en hij legt het tijdschrift op zijn
schoot.Zijn gezicht is bezorgd. Ma zit aan tafel met haar hoofd in
haar handen. Ze richt haar hoofd op en haar ogen staan droef Ik
begrijp het niet. Ik had verwijten verwacht, maar niet een
begrafenisstemming.
'Ja, ik heb te veel gedronken', zeg ik. 'Maar dat kan
gebeuren. Pa is toch ook al een paar keer dronken thuisgekomen,
toch?'
Alsof het afgesproken is, knikken ze allebei. Ik voel me niet
opgelucht omdat ik geen verwijten naar mijn kop krijg. Er klopt
iets niet.
'Hoe laat was ik thuis?'vraag ik om de zwijgende monden tot
leven te brengen.
'Rond halfvijf', zegt ma. 'Chris heeft je naar huis
gebracht.'
'Chris?' vraag ik verbaasd. 'Daar herinner ik me niets
van.'
'Hij had je naar het bushokje gebracht en was teruggegaan naar
De Robijn. Maar daar besefte hij dat je niet in een toestand was om
alleen naar huis te gaan en toen is hij teruggekeerd. Hij heeft je
naar huis geholpen.'
'Geholpen?'Kan ik nog dieper vallen? 'Je kon niet meer op je
benen staan. Zo dronken was je. Je bent ook een paar keer gevallen.
Een keer in een plas water zelfs.'
'In een plas water? ' mompel ik voor me uit. Jezus, ik
durf Chris niet meer onder de ogen komen. Ik moet vast
als een dronken del rondgezwalkt hebben. Ik heb me
hopeloos belachelijk gemaakt. Ik vergeet zelfs de hoofdpijn en
het ellendige gevoel in mijn maag.
Ik neem een stoel en ga tegenover ma zitten.
'Is er nog koffie?' vraag ik.
Ma kan het niet laten om met haar hand de dranklucht
weg te wuiven die uit mijn mond walmt. Ik hoop dat koffie mijn
ellende kan verlichten.
Ma komt overeind, loopt naar de keuken en pakt de t her mos -
kan koffie en een reuzenmok. Dat heb ik echt nodig. Zwart! Daarna
zal ik me vast beter voelen. 'Er is nog iets', zegt ze terwijl ze
de koffie in de mok giet. Nu komt de kots die ze moest opruimen aan
de beurt, denk ik.
'Ja, dat weet ik nog', zeg ik stilletjes met gebogen hoofd.
'Je weet het?'Haar stem klinkt wanhopig, maar ook zit er een beetje
opluchting in alsof het haar gemakkelijker maakt om erover te
praten.
'Ik vind het heel erg dat je mijn kots moest opruimen. Dat heb
ik echt niet gewild.'
'O, dat', zegt ze alsof het iets onbelangrijks is. 'Nee, toen
ik je uitkleedde zag ik dat het bandje van je topje was afgebroken.
En je broekje was vuil.'
'Vuil?'Ik moet even nadenken. 'Maar ja, ik ben toch in het
water gevallen. Misschien was het wel modder.'
'Heb je soms met iemand seks gehad?' vraagt ma
voorzichtig.
'Ik? Helemaal niet. Wat denk je wel?' Ik snauw, maar ik voel
me heel onzeker. Wat is er toch gebeurd? 'Het kan toch?' zegt ma
vergoelijkend. 'Je hebt gedronken, je ontmoet iemand...'
'No way', zeg ik overtuigd.
'Ik hoop dat je gelijk hebt', zegt pa. Zijn toon brengt me in
de war.Ik draai mijn hoofd naar hem. Zijn gezicht is nog steeds
somber. 'Wat bedoel je dan?' 'Je panty was achterstevoren
aangetrokken.'
'Achterstevoren?' Opeens begrijp ik het. 'Bedoel je dat...' De
kamer lijkt opeens te tollen. Ik zie alles in een waas. 'Wat denk
je? Zouden we een arts laten komen? Hij kan ons uit die onzekerheid
helpen.'
Verkracht! Mijn ogen zijn op een poster van Rihanna gericht,
maar ik zie het niet. Er zijn geen tranen meer. Ik voel me wanhopig
en bang.
De arts had ons naar de eerste hulp van het ziekenhuis
gestuurd. Daar hadden ze een kit waarmee ze konden onderzoeken of
ik verkracht was, ook al had ik een douche genomen. Ik voelde me
vuil en bang toen de dokter tussen mijn benen naar sporen
zocht.
Verkracht! De rode letters op de poster lijken vuur. Hoe kan
dal nu? Shit, als ik me nu nog maar iets kon herinneren. Ik wist
niet dat alcohol zo 'n put in mijn geheugen kon graven.
Al wordt het broekje nog duizend keer gewassen, ik zal het
nooit meer aantrekken. Ook de kleren die ik droeg wil ik nooit meer
zien.
Raar, sinds ik het weet voel ik me bloednuchter. Mijn ziel
overhoop, dat wel, maar ik merk niets meer van de mojito s.
Wellicht omdat mijn lichaam aanvoelt dat die kater onbelangrijk is
geworden.
Ma is al om de morning-afterpil geweest. Misschien hoeft het
niet, maar we willen geen enkel risico nemen. Een korte tik op de
deur en ma komt in mijn kamer. 'Hoe gaat het, Fientje?'
'Het gaat.' Maar ik meen het niet.
'Ben je klaar om mee te gaan?'
Ik snik mijn ziet naar buiten. Ma komt naast me op de rand van
het bed zitten en slaat haar armen om me heen. We huilen
allebei.
'Zou Chris...'Ik weet hoe gretig hij altijd naar me keek.
'Waarom zou hij je dan naar huis brengen?' zegt ma. 'Het was fout
om je alleen in dat bushokje te laten, maar hij kon toch ook niet
weten dat...'
Haar stem hapert. Ze kan het vreselijke woord niet over haar
lippen krijgen.
Ik knik. maar ik weet het niet. Ik weet het echt niet meer.
Fuck, waarom moest ik me ook zo bezuipen? Maar is dronken zijn dan
een vrijbrief om me te verkrachten? Ik snik het uit en klauw
wanhopig in ma 's schouder. 'We zouden naar de politie rijden,
toch?' zegt pa die onhoorbaar is binnengekomen.
Ik knik, want het lukt me zelfs niet om een ja over mijn
lippen te krijgen.