***

Breda Noord: 6 oktober
Met een somber gezicht stond rechercheur Ravensburg voor het raam van zijn kantoor op de tweede etage en keek naar het verkeer dat voorbijreed. Het onderzoek was in rustig vaarwater gekomen. De eerste weken bestonden uit lange en hectische dagen omdat het verzamelen van sporen en informatie zo snel mogelijk moest gebeuren. Dat was een zware belasting voor een team dat uit slechts vijf personen bestond.
De meeste onderzoeksresultaten waren binnen en het zag er hopeloos uit. Het passantenonderzoek in de omgeving van het park had niets bruikbaars opgeleverd. Op de foto's die in het politieblad waren geplaatst, had nog niemand gereageerd. De gestolen gsm van het slachtoffer was niet in gebruik genomen en het opgevraagde telefoonverkeer in het park bleek geen succes te hebben opgeleverd. Alle hoop was op het Nederlands Forensisch Instituut gevestigd. De specialisten hadden met het spermaspoor een DNA-profiel gemaakt en vergeleken met de aanwezige profielen in de databank. Het was een goed en zuiver spoor, omdat het niet gemengd was met het vrouwelijke DNA van het slachtoffer. Daar lag het niet aan. Maar helaas was er geen match. De dader was geen bekende van de politie. Nancy had geconstateerd dat van de zeventien verdachte mannen in het park er vijf dezelfde in- als uitgang hadden genomen. Maar de beelden waren te wazig om een goed signalement te krijgen. Ook de gevonden vingerafdruk op de bibliotheekpas gaf geen extra informatie. Ravensburg zuchtte. Hij had zich suf gepiekerd, had alle mogelijkheden afgewogen en toegepast, maar het leek erop dat het onderzoek vastzat. Muurvast. Misschien dat er tijdens de briefing nog wat ideeën kwamen bovendrijven, en zo niet, dan zat er niets anders op dan de zaak te sluiten. Hij gaf niet graag op. Vooral niet als een kind het slachtoffer was.
"Sta jij je zonden te overdenken?' Nancy kwam met een beker thee de kamer binnen en zette haar tas in de hoek. 'Dan ben je wel een weekje bezig', liet ze er breed grijnzend op volgen.
Ravensburg draaide zich om, blij dat zijn gepeins werd doorbroken. Hij graaide een doosje met paperclips van zijn bureau en mikte. Het miste op een haar na zijn doel en het doosje raakte met een klap de muur. Het scheurde open en de inhoud vloog in het rond.
'Cees, zag je dat?' Lachend wendde Nancy zich tot haar collega die in de deuropening het gebeuren gadesloeg. 'Die man is één bonk agressie.'
'Levensgevaarlijk', beaamde Cees. Hij nam de rommelige kamer in zich op: de dossiers die op de grond stonden uitgestald, de papieren en naslagwerken op het bureau, de vuile soepkommen en plastic bekers met restjes koude koffie. Hij schudde mistroostend zijn hoofd en schoofde radio in de vensterbank opzij. Voorzichtig liet hij zich tussen de vuile vaat zakken en Jeroen volgde zijn voorbeeld. Vijf minuten later kwam Sera binnen. Het team was compleet en de ochtendbriefing kon beginnen.
'Het ziet er niet goed uit', merkte Ravensburg op. 'We lopen vast. We hebben alle aanknopingspunten bekeken. Alles op papier gezet, maar er komt niets bruikbaars meer uit. Als we niet met nieuwe aanwijzingen komen, trekt men van hogerhand de stekker uit het onderzoek.' Hij trok een spijtig gezicht. 'Zo simpel is het. Roep iets... Wie heeft er ideeën?'
Het was even stil.
'Als we de camerabeelden van de ingang, aan de kant van de woonwijk, nogmaals bekijken en ons dan concentreren op het verkeer?' bracht Nancy in. 'Wat levert dat op behalve dat het ons veel werk kost?' Afkeurend schudde Jeroen zijn hoofd, maar Ravensburg leek geïnteresseerd. Hij werkte al tien jaar samen met Nancy en hij wist uit ervaring dat ze onverwacht scherpzinnig kon zijn.
'Vertel...' spoorde Ravensburg haar aan. 'Misschien dat we een auto met een Engelse kentekenplaat voorbij zien rijden, of dat we er een op de parkeerplaats ontdekken. De dader spreekt Engels en misschien was hij met de auto. Hij moet toch op een of andere manier bij het park zijn gekomen.'
'Prima idee', vond Ravensburg. 'Het is beter dan niets.' Er werd instemmend geknikt.
'Misschien heeft hij geen rijbewijs. Dan is de trein een logische optie. Kunnen we op het station geen flyers uitdelen met daarin een korte uitleg en met de foto's van de vijf overgebleven mannen? We vernielden dan niet dat ze verdacht zijn. maar dat we ze willen spreken als getuigen. Wie weet melden ze zich. We kunnen ook een aantal posters in de wachtruimtes en bij de kaartverkoop ophangen', stelde Cees voor.
'En als we de tekst in het Turks, Marokkaans en eventueel Engels vertalen, dan bereik je een grotere groep mensen.' Sera zag dat Jeroen het nodige commentaar wilde spuien en maaide het gras voor zijn voeten weg door haar opmerking toe te lichten. 'Niet iedereen leest de krant en er zijn ook mensen die de Nederlandse taal niet goed beheersen.' Ravensburg knikte traag. 'Dan kunnen we de flyers ook in de woonwijk laten verspreiden. Ik heb daar een moskee gezien.'
Het was een paar minuten stil. Nancy roerde peinzend in haar thee. 'Het is niet gebruikelijk, maar we kunnen ook een stealth sms'je naar de gestolen gsm van het slachtoffer sturen', dacht ze hardop. Ze stopte met roeren en keek haar collega's aan. 'Het toestel wordt niet gebruikt. Maar als wij een sms sturen, dan wordt het apparaat geactiveerd en zendt het een signaal uit naar een zendmast in de buurt. Dat signaal komt bij ons op de tap binnen, zodat wij automatisch de locatie doorkrijgen. Misschien kunnen we zo achterhalen waar de dader zich bevindt.' 'Maar dat merkt hij dan toch?' Cees twijfelde. 'Hij krijgt het signaal binnen.'
'Nee! Het toestel geeft een stealth sms niet door. Het is geen gewone sms, het gebeurt onder water', legde Sera uit. 'Het signaal is onzichtbaar voor de ontvanger.' 'Ik weet niet of het legaal is, maar ik ben voor.' Koen Ravensburg noteerde de actie. 'Nancy gaat met de beelden en het stealth sms'je aan de slag. Sera overlegt met de afdeling voorlichting wat de mogelijkheden voor de flyerszijn, en zoekt een tolk die onze tekst kan vertalen. Jeroen, vraag de bewakingsbeelden van de tankstations in de buurt van het park op en kijk of er een auto met een buitenlands kenteken heeft getankt. Neem een marge van twee dagen voor het incident en twee dagen erna. Cees zoekt contact met het distributiekantoor van de krant en informeert wat de kosten zijn als de krantenbezorgers de flyers verspreiden.' Ravensburg sloeg zijn handen ineen. 'Aan de slag mensen. Br is weer hoop.'
Ravensburg nam een hap uit zijn saucijzenbroodje en las geconcentreerd zijn dossier door. Geërgerd keek hij op toen de telefoon op het bureau tot leven kwam. Hij negeerde het signaal en werkte zijn verlate ontbijt naar binnen. Het kon alleen een onbekende van buiten het korps zijn, anders hadden ze zijn dienstnummer wel gebeld. Waarschijnlijk was het telefoontje bedoeld voor zijn voorganger die op deze kamer had gewerkt.
Hij spoelde de smaak in zijn mond weg met een flinke slok koffie en begon opnieuw met het lezen van de bladzijde. De telefoon viel stil, maar begon na vijf minuten weer te rinkelen. Vier, vijf, tot zes keer toe. Met een wild gebaar trok de rechercheur zijn bril van zijn neus. Kon hij dan nooit eens ongestoord zijn werk doen? Hij graaide de hoorn van het toestel en blafte geïrriteerd zijn naam tegen de onbekende beller aan de andere kant van de lijn. Het was een paar seconden stil voordat de man zich voorstelde als Nico Schipper, een collega uit Rotterdam. Enkele weken terug had hij in het politieblad een stukje gelezen over een aanranding van een vijftienjarig meisje en een soortgelijk vooral had zich nu in het Zuiderpark van Rotterdam voorgedaan.
Ravensburg veerde naar voren en was een en al oor. De handelwijze van de dader vertoonde gelijkenissen met de zaak in Breda. Of het team-Valkenbergpark interesse had in de informatie die men in Rotterdam had verzameld. 'Ik kom eraan', antwoordde Ravensburg. Hij drukte het gesprek weg, graaide zijn jas van zijn stoel en beende de kamer uit. Binnen een halfuur zat hij samen met Cees Afman in een dienstauto op weg naar het bureau in Rotterdam-Zuid.
Met duim en wijsvinger pakte Nico Schipper de plastic bekers van het dienblad en zette het op hel bureau voor zijn gasten neer.
'Gistermiddag heb ik het slachtoffer gehoord en ik moest direct aan uw zaak denken. De modus operandi wijkt iets af, maar toch...'
Hij nam achter zijn bureau plaats en sloeg het dossier open. 'Het slachtoffer is een jonge vrouw. Vijfentwintig jaar. Halflang donker haar. De dader grijpt haar van achter bij de keel en dreigt haar met een mes. Ze wordt de struiken in gesleurd en met een tyrip gekneveld. Als het hem niet lukt om de vrouw te verkrachten, wordt hij agressief. Hij slaat het slachtoffer in het gezicht, kerft met het mes een kruis in haar buik en steelt vervolgens haar geld.' Ravensburg fronste zijn wenkbrauwen, noteerde de informatie en keek toen op van het papier. 'En wat zijn dan volgens u de overeenkomsten? Tot nu toe zijn er niet veel. Ons slachtoffer was veel jonger en...'
Schippers leunde met een mysterieuze grijns achterover in zijn stoel. Hij had de belangrijkste feiten voor het laatst bewaard. 'De plaats delict was ook hier in een park en het regende die dag. Het was een Engelssprekende man met blauwkleurige ogen. Zijn gezicht was afgedekt met een bivakmuts. Hij droeg een zwarte heupjas en zijn commando's waren in exact dezelfde woorden: "On your back", "Count till one hundred." Hij nam vervolgens haar gsm en wat geld mee en verdween te voet het park uit.' Ravensburg knikte. 'Dat komt meer in de richting. De man heeft waarschijnlijk zijn handelwijze iets aangepast na zijn laatste ervaring. Dat zie je vaker. Wat mij het meest zorgen baart, is dat hij zijn grenzen verlegt. Hij begint zelfs sadistische trekjes te krijgen. Nu is het een snee in de buik. Wie weet waar hij het volgende slachtoffer verwondt. Als die kerel niet snel gestopt wordt, kan het wel eens flink uit de klauwen gaan lopen. Dit is er één met een erg kort lontje.' Nico was het daarmee eens. 'Ik hoop dat jullie hem snel te pakken krijgen.'
'Wij?' Afman zocht oogcontact met Ravensburg. Dit klonk niet goed.
'Ja, jullie team. Een halfuur geleden heeft jouw leidinggevende Adri Koekkoek gebeld.' De verbazing gleed over de gezichten van beide rechercheurs.
'Het leek hem beter dat u onze zaak opneemt in uw onderzoek. Het is natuurlijk onzinnig als er twee verschillende teams op een en dezelfde man jagen.' 'Vond hij dat?' Ravensburg trok met zijn mond. 'En gaat Rotterdam ook rechercheurs aan ons onderzoek leveren?Wij kunnen wel wal hulp gebruiken en het is tenslotte ook een zaak van Rotterdam.'
"Nee, helaas.' Schippers vouwde zijn handen ineen en schudde zijn hoofd om zijn antwoord kracht bij te zetten. 'Op dit moment zijn al onze rechercheurs uitgezet in teams. Wij hebben beslist geen ruimte om mensen te leveren.' Hij pakte een doos van de grond en kwam uit zijn stoel omhoog. 'Wij zijn blij dat uw recherchechef met het voorstel kwam, want bij ons zou de zaak op de plank belanden.' De dossiers werden in de doos gestopt en over het bureau naar de twee rechercheurs geschoven. 'Succes en als jullie vragen hebben...'
Ravensburg stond op en maakte de zin van zijn Rotterdamse collega af. 'Dan weet ik jullie te vinden.' Ze schudden elkaar de hand. 'Houd ons op de hoogte van jullie vorderingen.' 'Dat doen we.' Ravensburg bedankte de man en liep met de doos onder zijn arm het politiebureau uit. De rechercheur drukte de kofferbak open en duwde met een nors gezicht de doos met ordners naar binnen. De achterklep viel met een dreun terug in het slot. 'Jij rijdt', bromde hij naar Afman en duwde de sleutels bij zijn collega in handen. Foeterend liet de rechercheur zich op de bijrijdersstoel zakken en trok zijn gsm uit zijn jaszak tevoorschijn. 'We nemen even een kijkje op de plaats delict', liet hij Afman weten terwijl hij het nummer van zijn recherchechef intoetste. 'Zuiderpark ligt aan de westkant van hel centrum.' Hij wreef met zijn hand over zijn kale hoofd en wachtte ongeduldig op de stem van Adri Koekkoek. Er werd niet opgenomen en na vier pogingen stopte hij met een vloek de gsm terug in zijn zak. 'Is het een eikel of niet?' sneerde Ravensburg, doelend op zijn recherchechef.Cees trachtte te boel te sussen. 'Het is natuurlijk wel onhandig als twee teams...'
Ravensburg onderbrak zijn collega. 'Ja, dat begrijp ik. Maar hij had twee rechercheurs moeten eisen. De hufter! Nu mogen wij het met ons vijven weer oplossen en Rotterdam ligt niet naast de deur. Het slachtoffer, getuigenverhoor, passantenonderzoek, plaats delict... Wat deukje dat we straks kwijt zijn aan reistijd?' Afman gaf geen antwoord en draaide de Volkswagen een parkeerplaats op. Hij trok de contactsleutel uit het slot en duwde zijn portier open. 'Maken we een rondje?' Het stadspark lag in het midden van Rotterdam-Zuid en was 225 hectare groot. Een flinke oppervlakte met lig- en speelweiden, wandel- en fietspaden, barbecueveldjes en een dichtbegroeid natuurgebied. Ravensburg keek op zijn aantekeningen terwijl ze het pad langs de rand van de bosschages waren ingeslagen. 'Er zijn geen sporen op de plaats delict aangetroffen', mompelde Ravensburg. 'Geen sperma, geen schoenafdruk, alleen wat gebroken takken en omgewoelde aarde. Geen camera's in het park... het zit ons niet mee.''
'Waarschijnlijk alleen wat vingerafdrukken op de portemonnee van het slachtoffer', zei Cees. Met zijn gsm maakte hij foto's van de omgeving.
'En DNA.' Cees keek de rechercheur verbaasd aan. 'DNA?'
'Contactsporen.' Ravensburg klapte zijn boekje met aantekeningen dicht en keek zoekend in het rond. 'Hij heeft een tyrip gebruikt en door het aantrekken van de band blijven er huidschilfers op het plastic achter. Daar halen ze DNA uit.'
'Oké, maar wat hebben we daaraan? We hebben zijn DNA.' 
'We kunnen het laten vergelijken. Dan weten we zeker of het hier om dezelfde man gaat.' ik denk dat we morgen met z'n allen naar Rotterdam moeten. Ik wil samen met Sera het slachtoffer nog een keer horen. Er zijn toch nog wat vragen die onbeantwoord zijn gebleven. Jij, Nancy en Jeroen doen het passantenonderzoek in en rond het park.' Hij zuchtte hoorbaar. 'En een gesprek met een gedragskundige of een psycholoog lijkt mij hier ook op zijn plaats. Dat hij zijn slachtoffer bewerkt met een mes bevalt mij niks.'
Op weg naar het bureau had Ravensburg verschillende mislukte pogingen gedaan om zijn recherchechef aan de lijn te krijgen. Zijn ergernis groeide met de minuut en toen de dienstauto achter het politiebureau parkeerde, had hij zijn kookpunt bereikt. Met grote stappen liep Ravensburg het bureau binnen.
Cees maande hem tot kalmte. 'Houd je nou maar rustig. Je bereikt er niets mee en hij blijft je meerdere.' 
'Daar heb ik maling aan', bromde de kolossale man. Met twee treden tegelijk schoot hij de trap omhoog. Hij zocht in zijn zakken naar de pas waarmee hij de deur naar de rechercheafdeling kon openen.
Afman was hem voor. Hij hield zijn toegangspas voor het registratieoog en de deur klikte open. 'Koen...' Maar Koen was hem voorbijgebeend. Hij was de kamer van zijn recherchechef binnengestapt en had de deur achter zich in het slot gesmeten.
Cees Afman trok een spijtig gezicht en liep toen hoofdschuddend naar de kamer waar zijn team aan het werk was. 'Oorlog', liet hij zijn collega's weten toen hij binnenkwam. Hij zette de doos met dossiers op een leeg bureau. 'Wie?' wilde Nancy weten. 'Adri en Koen?' Een antwoord was niet nodig. Boze stemmen klonken achter de gesloten deur en vulden de gang. 'Kan dat niet wat rustiger?' Adri keek geïrriteerd op van zijn werk.
'Wat haal jij nou voor een stunt uit daar in Rotterdam?' Ravensburg trok nu echt van leer. 'Je had op zijn minst met mij kunnen overleggen, ik coördineer het onderzoek en ik krijg daar te horen dat ik hun zaak moet overnemen. Dan sta je behoorlijk voor paal.'
'Nou, nou... Reageer je niet wat overtrokken?' Koekkoek hing achterover in zijn stoel, zijn arm nonchalant over de rugleuning geslagen. 'Je was al de deur uit en ik vond het onzin om die zaak in Rotterdam te laten.' 'Ik heb ook een telefoon. Je had mij op zijn minst even kunnen bellen.'
Koekkoek trok met zijn mond. 'Jij coördineert en ik neem de besluiten, daarom ben ik ook leidinggevende. De zaak wordt door jullie opgepakt, einde discussie.' Ravensburg leek dat laatste niet te horen. 'Datje een zaak overneemt tot daaraan toe, maar had op zijn minst om rechercheurs gevraagd.' 'Ze waren onderbezet.'
'Wij ook', blafte Ravensburg terug. Hij liep naar de deur en draaide zich om. 'Als je zo graag goede sier wilt maken, doe dat dan niet over onze rug.'
Het gezicht van Koekkoek liep rood aan. 'Ook jij kunt te vergaan. Ravensburg.'Ravensburg maakte een wegwerpgebaar met zijn hand en mompelde iets onverstaanbaars.
'Ravensburg!' riep de recherchechef verontwaardigd, 'ik pik dit soort fratsen niet. Ravensburg...' Maar Ravensburg was al verdwenen.