37

Een woord over de slaapgelegenheden die voor iemand zonder tehuis in Londen bestaan. Op het ogenblik kan men in een niet-charitatieve Londense instelling geen bed krijgen voor minder dan zeven pennies per nacht. Als je geen zeven pennies voor een bed kunt betalen moet je genoegen nemen met een van de volgende alternatieven:

1. De Embankment. Hier is het verslag dat Paddy me deed over het slapen op de Embankment:

'Het is op de Embankment zaak dat je vroeg gaat slapen. Je moet tegen acht uur op je bank zijn, omdat er nou ook weer niet zo bar veel banken benne en soms benne ze allemaal bezet. En je moet proberen meteen in slaap te komme. Na twaalf uur is het te koud, dan krijg je niet veel slaap meer en om vier uur 's morgens jaagt de politie je weg. Rustig slaap je er niet met die verrekte trams die de hele tijd langs je kop vliegen en de lichtreclames aan de overkant van de rivier die an en uit flitsen en net in je ogen schijnen. En het is bar koud. Die daar slapen doen in de regel kranten om zich heen, maar dat helpt niet veel. Je mag van geluk spreken als je drie uur slaap krijgt.'

Ik heb op de Embankment geslapen en geconstateerd dat het klopt met Paddy's beschrijving. Maar het is veel beter dan helemaal niet slapen, wat je te wachten staat wanneer je niet op de Embankment maar ergens anders de nacht op straat doorbrengt. In Londen mag je volgens de wet gaan zitten met de bedoeling de nacht door te brengen, maar de politie heeft opdracht je tot doorlopen aan te sporen als ze je zien slapen. De Embankment en nog een paar straathoeken (er is er een achter het Lyceum Theater) zijn speciale uitzonderingen. Deze wet is duidelijk een staaltje van opzettelijke pesterij. Doel ervan is, zo heet het, te voorkomen dat er mensen van kou en ellende sterven. Maar als iemand geen tehuis heeft en van kou en ellende zal sterven maakt het niets uit of hij slaapt dan wel wakker is. Sterven doet hij toch. Dat is duidelijk. In Parijs bestaat zo'n wet niet. Daar slapen tientallen mensen onder de Seine bruggen en in portalen en op banken op de pleinen en rond de luchtkokers van de Métro en zelfs in de Métro-stations. Niemand heeft er blijkbaar last van. Geen mens zal een nacht op straat doorbrengen als het niet nodig is en wanneer er niets anders voor hem op zit, waarom zou hij dan niet mogen slapen, als het hem lukt?

2. Het tweepenny-steuntje. Dit staat iets hoger genoteerd dan de Embankment. Bij het tweepenny-steuntje zitten de slapers naast elkaar op een bank met vóór zich een touw waarop ze leunen als op een schutting. Iemand die voor de grap de kamerdienaar wordt genoemd gooit om vijf uur 's morgens het touw los. Zelf ben ik er nooit geweest, maar Bozo meermalen. Ik vroeg hem hoe iemand in een dergelijke houding slapen kon en hij zei dat het minder ongeriefelijk was dan je zou denken, in elk geval beter dan de kale vloer. Parijs heeft ook zulke onderkomens maar er wordt daar slechts vijfentwintig centime (een halve penny) gerekend in plaats van twee pennies.

3. De Doodkist, tarief vier pennies per nacht. Bij de Doodkist slaap je in een houten kist met een dekzeil over je heen. Het is koud en het ergste zijn de wandluizen waaraan je niet kunt ontsnappen omdat je die kist overal om je heen hebt.

Nog iets hoger op de ranglijst komen de logementen met tarieven die varieren van zeven pennies tot een shilling plus nog een penny per nacht. De besten zijn de Rowton Huizen, tarief een shilling, waarvoor je een hokje voor je alleen krijgt en het gebruik van uitstekende badkamers. Je kunt ook tweeëneenhalve shilling betalen voor logies-speciaal wat vrijwel gelijk staat aan hotel-accommodatie. De Rowton Huizen zijn prachtige gebouwen en het enige bezwaar is de strenge discipline. Je mag er niet koken, kaarten, enz. Misschien is het feit dat ze altijd tjokvol zitten de beste aanbeveling voor de Rowton Huizen. De Bruce Huizen, tarief een shilling en een penny, zijn ook uitstekend.

Wat zindelijkheid aangaat komen na de Rowton Huizen de onderkomens van het Leger des Heils, tarief zeven of acht pennies. Ze zijn niet allemaal eender (ik ken er een paar die niet veel verschillen van gewone logementen), maar de meesten zijn schoon en ze hebben goede badkamers. Wel moet je voor een bad extra betalen. Je kunt een hokje voor een shilling krijgen. In de slaapzalen waar acht pennies wordt gerekend zijn de bedden geriefelijk, maar er staan er zo veel (doorgaans minstens veertig in één ruimte) en zo dicht opeen dat je onmogelijk rustig slapen kunt. De vele voorschriften stinken naar gevangenis en liefdadigheid. De onderkomens van het Leger des Heils zullen uitsluitend aantrekkelijk zijn voor mensen die zindelijkheid boven alles stellen.

Dan komen de gewone logementen. Ongeacht of je zeven pennies of een shilling betaalt, benauwd en lawaaiig zijn ze allemaal en de bedden zijn zonder uitzondering smerig en ongeriefelijk. Dit wordt weer goedgemaakt door hun laissez-faire atmosfeer en de warme huiselijke keukens waarin je op alle uren van de dag of de nacht kunt rondhangen. Het zijn smerige holen maar er heerst soms een zekere gezelligheid. De logementen voor vrouwen zijn volgens zeggen meestal slechter dan die voor mannen en er bestaan maar heel weinig logementen met accommodatie voor echtparen. In feite is het heel gewoon dat een man die dakloos is in het ene logement slaapt en zijn vrouw ergens anders.

Op dit ogenblik wonen minstens vijftienduizend mensen in Lon-dense logementen. Voor een vrijgezel die twee pond per week verdient of minder betekent een.logement een hele uitkomst. Zo goedkoop kan hij geen gemeubileerde kamer krijgen en de logementen geven hem vrij vuur, een soort badkamer en genoeg gezelschap. Wat het vuil betreft, dit is van ondergeschikt belang. Veel erger is het feit dat, ofschoon men in een logement betaalt om te kunnen slapen, behoorlijke nachtrust onmogelijk is. Wat je krijgt voor je geld is alleen een bed van twee meter lang en een halve meter breed met een harde bolle matras en een hoofdkussen als een blok hout, een katoenen onderdeken en twee grijze, stinkende lakens. In de winter zijn er dekens, maar nooit genoeg. En in de slaapruimte staan nooit minder dan vijf en soms wel vijftig of zestig bedden, met een tussenruimte van minder dan twee meter. Vanzelfsprekend kan je onder zulke omstandigheden niet rustig slapen. Alleen in kazernes en ziekenhuizen worden mensen op deze manier op elkaar gepakt. In een polikliniek weet je van tevoren dat je weinig slaap krijgt. In kazernes hebben de soldaten weinig ruimte, maar ze zijn gezond en de bedden zijn goed. In een gewoon logement heeft vrijwel iedereen die daar komt een chronische hoest. Velen hebben blaasaandoeningen waardoor ze op alle uren van de nacht uit bed moeten. Het gevolg is een voortdurende herrie, waardoor je onmogelijk kunt slapen. Volgens mijn ervaring krijgt niemand in een logement meer dan vijf uur slaap per nacht, een schaamteloze afzetterij als men zeven pennies of meer heeft betaald.

Wetgeving zou hier iets kunnen bereiken. Op het ogenblik bestaan er allerlei wettelijke voorschriften voor logementen, maar die zijn niet in het belang van de mensen die er slapen. De overheid doet alleen haar best om te voorkomen dat er geen sterke drank wordt gedronken, niet wordt gegokt, gevochten, enz. Maar er bestaat geen wet die voorschrijft dat de bedden in een logement geriefelijk moeten zijn. Men zou zoiets zonder veel moeite kunnen controleren, veel gemakkelijker dan bijvoorbeeld de naleving van de anti-gok voorschriften. De logementhouders dienden gedwongen te worden voldoende beddegoed en betere matrassen te verstrekken en vooral hun slaapzalen in hokjes te verdelen. Het komt er niet op aan hoe klein zo'n hokje is zolang iemand maar apart van de anderen kan slapen. Deze paar veranderingen, strikt gehandhaafd, zouden een enorm verschil maken. Het is niet onmogelijk een logement redelijk geriefelijk te maken tegen het gewone tarief. In het gemeentelijke logement van Croydon, tarief slechts negen pennies, vindt men hokjes, goede bedden, stoelen (een zeldzame luxe in logementen) en keukens die bovengronds liggen in plaats van in het souterrain. Elk logement met een tarief van negen pennies zou aan deze norm kunnen voldoen.

Vanzelfsprekend zouden de logementhouders en bloc tegen verbetering zijn want op het ogenblik werpen hun zaken geweldige winsten af. Het doorsnee-logement ontvangt vijf of tien pond per nacht. Van wanbetalers heeft men geen last want er mag in geen geval crediet gegeven worden. Buiten de huur zijn de onkosten gering. Eventuele verbetering zou minder klanten betekenen en dus minder winst. Toch bewijst het uitstekende gemeentelijke logement in Croydon hoe goed men bediend kan worden voor negen pennies. Door enkele op de juiste punten gerichte wetten zou het overal zo kunnen worden. Indien de autoriteiten überhaupt iets aan de logementen willen doen, moeten ze beginnen met deze verblijven geriefelijker te maken en geen dwaze voorschriften uit te vaardigen die in een hotel nooit geduld zouden worden.