5

Malko draaide zijn hoofd iets om en bekeek aandachtig het duistere zeilschip, dat in alles op de andere schepen aan de kade leek. Britse of Franse dagjesmensen die de Canarische Eilanden aandeden. Hij trok Ann mee terug naar hun auto. ‘Hoe weet je dat?’ vroeg hij toen ze weer in de auto zaten. Ann Langtry liet zich niet uit het veld slaan. ‘Mijn werk op Tenerife bestaat er voor een belangrijk deel uit de namen en thuishavens te achterhalen van alle schepen die hier langskomen. Die gegevens stuur ik naar het “circus” in Londen, waar ze in hun computers worden gecontroleerd. Dat heb ik ook gedaan voor het zeiljacht de Sundowner en vandaag kreeg ik antwoord. Het maakt deel uit van een bekend netwerk van de Mossad dat in Montreal is gevestigd. Het jacht is al een keer in Cyprus gesignaleerd als basis voor een belangrijke actie van de Mossad om iemand te liquideren.’

‘Weet je hoeveel mensen er aan boord zijn?’

‘Drie mannen.’

‘Namen?’

‘Onbelangrijk. Ze hebben de identiteit aangenomen van drie Canadese joden die naar Israël zijn geëmigreerd. Hun uiterlijk en opgegeven leeftijd kloppen geenszins.’

‘Wanneer is dat jacht aangekomen?’

Dat was de vraag waar het om ging.

‘Drie dagen eerder dan de Discovery,’ zei Ann Langtry. ‘Daarna is het niet meer weg geweest. De bemanning heeft tegen de buren gezegd dat ze hierna naar Antigua gaan, in de Caribische Zee, maar dat ze eerst wat reparaties moeten uitvoeren.’

‘Hoe weet je dat allemaal?’

‘Ik heb zelf enig onderzoek gedaan.’

‘Rupert Sheffield zou dus contact met hen kunnen hebben gehad.’

‘Zeker,’ zei ze. ‘Maar we weten het niet zeker. Omdat hij in zijn eentje in de stad ging eten, kan hij hen overal hebben ontmoet. Zelfs in hotel Mencey.’

De bal begon te rollen. Voor zover Malko wist waren er dus al twee geheime diensten aanwezig, de Mossad en de CIA. En de mooie Cindy, hoorde zij bij de Mossad of bij een andere dienst?

Hij zette Ann Langtry bij haar thuis af en nam met een vluchtige kus afscheid. ‘Wat ga je nu doen?’ vroeg ze.

‘Dat weet ik nog niet,’ moest Malko bekennen. ‘Eerst ga ik slapen.’

‘Bel me morgen,’ stelde Ann Langtry voor.

Hij beloofde het haar en reed terug naar de Ramblas. Op het moment dat hij bij het Mencey aankwam, deed een onweerstaanbare aandrang hem in de richting van de rand van de stad rijden, naar de Autopista del Sur.

Cindy zou niet meer op hem zitten te wachten, want het was bijna middernacht. Als ze sliep, hoefde hij alleen maar weer terug te rijden.

De wijk Las Américas was uitgestorven. De restaurants en de winkels waren gesloten en er was geen voetganger te zien. De grote, betonnen blokken leken op slapende monsters. De maan weerkaatste in de Atlantische Oceaan en in de verte fonkelden de lichten van het eiland Gomera.

Malko parkeerde voor het Jardín Tropical en ging de verlaten hal binnen. Hij had er veertig minuten over gedaan om hier te komen. Malko ging omlaag naar het tussenliggende gebouw waarin de kamer van Cindy lag. Hij liep eromheen en kwam uit onder de balkons die op een van de zwembaden uitkeken.

Toen hij omhoog keek zag hij licht.

De verleiding was te groot...

Hij wierp een blik om zich heen en zag dat hij via een rand aan de buitenmuur die over het zwembad hing, gemakkelijk op de balkons kon klimmen. Het lukte. De rand was bijna breed genoeg om er normaal over te kunnen lopen. Als hij viel zou hij in het onder hem liggende zwembad vallen en slechts een nat pak oplopen. Het was natuurlijk eenvoudiger om gewoon aan te kloppen, maar misschien was Cindy niet alleen. De ranken van de tropische planten, die overal hingen, ontwijkend, bereikte hij het balkon van Cindy, waarna hij over de reling klom. Het raam stond op een kier en de gordijnen waren dicht.

Een seconde later had hij zijn oor tegen de kier gedrukt. Hij hoorde een gesprek: er waren twee personen. Cindy en een man. Ze spraken beiden vrij hard. Verbaasd besefte Malko dat ze Perzisch spraken!

 

Terwijl zijn hersenen op volle toeren werkten, bleef hij tegen het raam gedrukt staan. Wie was er zo laat nog bij Cindy Panufnik in de kamer? Het gesprek ging op kalme toon verder. Aan de klank te horen was het eerder een zakengesprek dan een amoureus onderhoud...

Malko vroeg zich af of hij niet beter kon vertrekken, toen het geluid veranderde, alsof de twee wegliepen. Dat werd duidelijk toen hij een deur open hoorde gaan. De geheimzinnige gast van Cindy Panufnik vertrok. Snel liep Malko terug over de rand en rende naar de trap. Hij zag nog net voor zich uit een man de trap langs de waterval oplopen.

Hij had hem bijna ingehaald toen de man uit het hotel vertrok, nog steeds zonder dat Malko zijn gezicht had gezien. De onbekende sloeg linksaf naar een klein, rond plein dat voor de ingang van het parkeerterrein van het hotel lag. Hij stapte in een Fiat, startte en reed weg. In het voorbijgaan kon Malko nog net in het licht van een lantaarn het profiel van de man zien. Malko nam het nummerbord in zich op: TF 54-874. Terug in het hotel had hij geen zin meer om naar Santa Cruz te gaan. De kans bestond dat Cindy Panufnik de volgende dag zou verdwijnen, waarna hij niet zou weten waar hij haar moest zoeken. Dat ze iets met Iran te maken had, stelde de zaak in een ander daglicht. De Iraniërs hadden tenslotte een goede reden om Rupert Sheffield om te brengen.

 

Malko bewoog zich nu met het gemak van een hagedis langs de muur. Het kostte hem de helft minder tijd dan de eerste keer om het balkon van Cindy te bereiken. Er brandde nog steeds licht in de kamer. Hij luisterde. Geen stemmen meer, alleen het geluid van de televisie of de radio. Hij aarzelde om aan de deur te kloppen. Ze zou hem kunnen wegsturen.

Het raam stond nog op een kier. Hij wilde voorzichtig de deur opendoen, maar deze werd tegengehouden. Vast door het gordijn.

Door de stof heen zag hij een gedaante op het bed. Toen hoorde hij de stem van Cindy.

Daar maakte hij een fout. In plaats van antwoord te geven, probeerde hij naar binnen te sluipen. Dat lukte niet. Cindy Panufnik sprong naar een grote tas, stak haar hand erin en haalde er een groot, zwart pistool uit. Malko’s hartslag steeg binnen een tel naar de honderdvijftig. Hij had zo’n felle reactie niet verwacht! Zonder te aarzelen trok de jonge vrouw de kulas van het pistool naar achteren, waarmee ze het wapen spande.

Zonder een woord te zeggen strekte ze haar arm, stevig op haar benen staand. Haar vinger haalde de trekker over op het moment dat Malko zich plat tegen de muur drukte, en de kogel drong in de sponning van het raam.

Er had geen schot geklonken. Slechts een zachte plof. Er zat een geluiddemper op het wapen.

Malko dook het balkon op en sprong naar beneden, terwijl er een tweede plof klonk. De schok van het koude water maakte hem wakker. Toen hij boven kwam, zag hij Cindy Panufnik over de rand van het balkon hangen, haar pistool in de hand. Zodra ze zijn hoofd zag, richtte ze en schoot nog een keer. Malko dankte de hemel: de kogel miste. Maar de volgende zou hem in zijn hoofd kunnen raken.

Cindy Panufnik hield ècht niet van mannen, of ze had een goede reden om zich zo te gedragen. Uit volle borst riep hij: ‘Cindy, ik ben het, Malko!’

Ze aarzelde enigszins, waarop hij nog eens riep: ‘Niet schieten!’

Hij klom op de rand en kwam overeind. Drijfnat. Hij ging in het licht van een lantaarn staan, waar hij een uitstekend doelwit vormde, en keek omhoog naar het balkon.

‘Wat doe je hier?’ vroeg de jonge vrouw op een koele toon. ‘Ik zal het uitleggen,’ zei Malko. ‘Als je me binnen laat.’ Ze aarzelde, maar zei ten slotte: ‘Goed, ik zal open doen.’ Snel liep hij om het zwembad heen. Cindy Panufnik stond op de drempel van haar deur te wachten, gehuld in een satijnen, ivoorkleurige ochtendjas, nog steeds met haar pistool in de hand. In haar ogen stond een wantrouwige blik. Ze glimlachte zelfs niet toen Malko naar binnen sloop, een nat spoor achterlatend... Voorzichtig trok hij zijn jasje uit, toen zijn overhemd, en bleef met ontbloot bovenlichaam staan.

‘Wat deed je op mijn balkon?’ vroeg de jonge vrouw. Malko wierp haar een zo onschuldig mogelijke glimlach toe. ‘Mijn zakendiner liep wat uit en dat vond ik vervelend. Ik ben dus toch gekomen. Ik hoopte dat je niet naar bed was gegaan.’

‘Waarom belde je niet?’

‘Ik dacht dat je boos zou zijn, dus kwam ik het liever in levenden lijve uitleggen.’

‘Waarom klopte je niet gewoon op de deur?’

‘Ik was bang dat je niet voor me open zou doen.’

Zijn stem scheen haar iets te kalmeren en ze legde haar pistool op een glazen tafeltje. ‘Ik had je wel kunnen doden,’ zei ze slechts.

‘Je hebt inderdaad je best gedaan,’ reageerde Malko met een tikje humor in zijn stem. ‘Maar ik neem het je niet kwalijk. Je bent een geduchte vrouw.’

Ze keek hem verrast aan. ‘Geducht? Waarom geducht?’

‘Er zijn niet veel vrouwen die hun minnaar met een vuurwapen begroeten,’ merkte hij op.

Hij had gezien dat het een Hi-Standard, kaliber .22 was met ingebouwde geluiddemper. Een wapen dat je niet in de supermarkt kocht.

Een lichte glimlach deed het gezicht van Cindy opklaren, wat haar weer menselijker maakte. ‘Kleed je in de badkamer uit,’ zei ze. ‘Je kunt niet zo blijven staan.’

Dat liet Malko zich geen twee keer zeggen en hij kwam gehuld in een handdoek terug. Cindy wachtte hem op met een glas Johnny Walker. ‘Drink op, dat zal je goed doen.’ De alcohol verwarmde hem inderdaad. Cindy ging op het bed zitten, sloeg haar benen over elkaar en keek hem aan. ‘Hoe lang stond je al op mijn balkon?’ vroeg ze.

‘Ik was er net,’ zei hij. ‘Waarom?’

Er viel een geladen stilte. Malko rekte zich uit. ‘Ik denk dat ik maar een kamer neem in het hotel,’ zei hij. ‘Ik heb geen zin om zo naar Santa Cruz te rijden. Morgen kan ik mijn kleren wel weer aan.’

Hij stond op, maar Cindy hield hem met een gebaar tegen. ‘Wacht, je kunt hier blijven.’

Malko dwong zich te glimlachen. ‘Dat is riskant. Als je op me schiet wanneer ik probeer je kamer binnen te komen, wat ben je dan van plan te doen wanneer ik in je bed stap? Want ik zie maar één bed en ik ben niet van plan om op dat mooie witte tapijt te gaan slapen.’

‘Je bent toch niet van plan om met mij naar bed te gaan?’

Ze had het op zo’n natuurlijke toon gezegd, dat hij even niet wist hoe hij moest reageren. In haar blauwe ogen stond een spottende blik, en nog iets meer... Malko zou de flirt hebben doorgezet als hem niet plotseling een detail was opgevallen dat hem verkilde.

Aan haar linkerhand droeg Cindy Panufnik een ring met een enorme steen: een ronde saffier met kleine briljantjes eromheen. Hij dacht aan de hypothese van Ann Langtry. Die ring was groot genoeg om een vergiftigde naald te verbergen... ‘Dat zou fijn zijn,’ zei hij, ‘maar ik voel me niet zo goed na wat er is gebeurd.’

Hij bukte zich en begon zijn drijfnatte spullen bij elkaar te rapen. Toen hij overeind kwam, stond Cindy tussen de deur en hem in. Ze had haar pistool weer gepakt en richtte het op zijn maag. ‘Op deze afstand kàn ik je niet missen,’ zei ze.

Het lukte hem om krampachtig te glimlachen. ‘Wil je echt dat ik blijf?’

Haar lippen openden zich in een sensuele glimlach. Ze legde haar pistool neer en omhelsde Malko, terwijl ze zich met heel haar lichaam tegen hem aan drukte. Dit was beslist zijn dag. Haar vormen waren nog welvender dan die van Ann Langtry. ‘Ik voel me idioot,’ zei ze met een zachte stem. ‘Ik dacht niet dat je zo gek zou zijn om weer helemaal hierheen te komen, alleen om me goedenacht te wensen. Bovendien had ik goede redenen om te reageren zoals ik heb gedaan. Een paar dagen geleden ben ik aangevallen door een man die me in de gang voor de sportzaal had staan opwachten en probeerde me te wurgen. Het liep nog net goed af omdat mensen me te hulp schoten. Daarna heb ik van vrienden dit wapen gekregen. Gelukkig kan ik er niet zo goed mee overweg, want anders was je nu dood geweest.’

Zonder zich te verroeren had Malko haar verhaaltje aangehoord. Hij kende het verschil tussen een gewoon pistool en een wapen dat door de geheime diensten werd gebruikt. De Hi-Standard was nergens te koop... Bovendien was de manier waarop ze hem had proberen te doden veelzeggend. Dat was niet zoals een vrouw in paniek zou reageren. Die zou gestopt zijn nadat hij in het zwembad was gevallen en had de receptie gebeld. Nee, ze was bang dat hij iets had gezien of gehoord... Ze keek hem met een geamuseerde blik in haar ogen aan. ‘Ik zie dat je niet bang bent.’

Plotseling sloeg Cindy haar armen om zijn nek. Toen voelde hij iets kouds: de grote, ronde saffier in haar ring, vlak onder zijn oor. Al zijn spieren waren als verlamd. Ann Langtry had gelijk! Zo moest het met Rupert Sheffield zijn gegaan. Hij voelde de buik van Cindy tegen hem aan deinen, maar zijn hersenen waren verkild.

In haar half geopende blauwe ogen stond een troebele, uitdagende uitdrukking. ‘Waar wacht je op?’ vroeg ze.

Ze golfde tegen hem aan en liet haar verlangen blijken, haar handen nog steeds om Malko’s nek geklemd.

Plotseling werd de angst te groot. Met een snelle sprong maakte Malko zich los, pakte de linkerhand van de jonge vrouw en rukte die bij zich vandaan. Hij hield haar pols vast, trok met zijn andere hand de grote ring los en smeet hem in een hoek van de kamer.

Met een ongelooflijke snelheid draaide ze bij hem vandaan en dook naar het tafeltje waarop het pistool lag. Plotseling keek Malko recht in het zwarte gat van de loop.

Cindy Panufnik kon misschien niet overweg met een wapen, maar ze hield het pistool stevig vast en haar vinger had de trekker al half overgehaald. Malko was een fractie van een seconde van de eeuwigheid verwijderd.

6

De fractie van een seconde leek wel een eeuwigheid te duren. Met zijn ogen strak op die van Cindy Panufnik gericht, leek het of hij alleen door wilskracht haar vinger kon tegenhouden. Eindelijk zag hij dat haar wijsvinger, die om de trekker geklemd zat, zich bijna onzichtbaar ontspande. De loop van het grote, zwarte pistool zakte enkele millimeters omlaag.

De blauwe ogen van Cindy vlamden nog van een mengeling van woede en angst, maar hij las niet meer dat verlangen om te doden in haar ogen. Gehuld in een handdoek voelde Malko zich uiterst kwetsbaar. Hij moest deze explosieve situatie doorbreken. Het beste was het om in de aanval te gaan. ‘Cindy, hoe lang ken je Rupert Sheffield al?’

De pupillen van de jonge vrouw vernauwden zich, maar ze liet haar pistool niet zakken. Na enkele seconden stilte antwoordde ze met een agressieve stem: ‘Wat bedoel je? Ik ken niemand die zo heet.’

Malko bleef haar strak aankijken. ‘Cindy,’ hield hij vol, ‘je hebt Rupert Sheffield in Londen ontmoet en je hebt hem daarna vaak teruggezien. Je bent de avond voor zijn dood bij hem op de Discovery geweest.’

Ze antwoordde niet en wierp hem slechts een duistere blik toe. Toen legde ze haar linkerhand op de telefoon. ‘Ik denk,’ zei ze met een trage stem, ‘dat je heel wat last met de Spaanse politie zult krijgen als ze horen dat je met geweld mijn kamer bent binnengedrongen, dat je geprobeerd hebt me aan te randen en mijn juwelen te stelen.’

Malko liet zich niet uit het veld slaan. ‘Cindy, je bent te intelligent om dat te doen. In de eerste plaats omdat het je grote moeite zal kosten om uit te leggen wat je met dat pistool moet. Verder kunnen de zeelieden van de Discovery het getuigen. Jij bent degene die grote last zal krijgen. Want de kans is groot dat Rupert Sheffield vermoord is. Door een vrouw.’ Nu vertroebelde haar blik. Het bloed trok weg uit haar gezicht. ‘Je bent gek!’ riep ze.

‘Bel de politie dan maar,’ stelde Malko voor.

‘Wie ben je?’ blafte Cindy Panufnik hem toe, nog steeds met het pistool op hem gericht.

‘Ik werk voor een verzekeringsmaatschappij die een enorme polis op Rupert Sheffield heeft afgesloten. Ze willen weten hoe hij om het leven is gekomen.’

‘Kun je bewijzen wat je zegt?’

Malko haalde zijn schouders op. ‘Morgenochtend. En je weet heel goed dat ik niet achter je juwelen aan zit. Jij bent degene met het wapen, niet ik.’

Na een lange aarzeling legde Cindy Panufnik het pistool op het glazen tafeltje en stak een sigaret op. Malko ging tussen haar en het wapen in staan, voordat hij vroeg: ‘Wil je je ring pakken en hem aan mij geven, alsjeblieft?’

Ze deed het zonder haar gezicht te vertrekken, nadat ze haar ochtendjas had dichtgetrokken.

Malko pakte de ring tussen twee vingers en bekeek hem zorgvuldig, terwijl hij hem aan alle kanten betastte en probeerde of er niet een mechanisme was waarmee je de steen kon wegklappen.

Na enkele minuten moest hij het toegeven: er was niets bijzonders met de ring aan de hand. Hij gaf hem terug. ‘Heb je hier nog meer ringen?’

Cindy Panufnik schudde haar hoofd, terwijl ze de ring weer omdeed. ‘Nee. Wat heeft deze komedie te betekenen?’

‘Rupert Sheffield is misschien vergiftigd,’ legde Malko uit.

‘Een van de manieren om hem te doden zou kunnen zijn geweest dat iemand hem met een naald, die verborgen zat in een ring als die van jou, gif heeft geïnjecteerd. In zijn nek waren sporen te vinden van een prik. Aangezien jij op de avond voor zijn dood op de Discovery was en in de gelegenheid heel dicht bij hem te komen, zou jij hem dat gif gemakkelijk kunnen hebben ingespoten.’

Cindy Panufnik zag er werkelijk stomverbaasd uit. ‘Dat is waanzin!’ zuchtte ze. ‘Ik ben het niet geweest, en ik dacht dat hij een natuurlijke dood was gestorven; dat hij in het water was gevallen en was verdronken.’

‘Je bent dus bij hem op de Discovery geweest?’

Ze gaf niet meteen antwoord en vroeg nog eens: ‘Wie ben je?’

‘Dat heb ik je gezegd. Vertel me wat er is gebeurd.’

Cindy Panufnik nam een lange trek van haar sigaret, voordat ze antwoordde: ‘Ruim een week geleden belde Rupert Sheffield me op en zei dat hij een paar dagen rust wilde nemen op zijn jacht en dat hij me graag wilde zien.’

‘Gebeurde het vaak dat hij je zo “opriep”?’

‘Zo nu en dan. Ik vond het goed zo en hij ook.’

‘Dus je bent gegaan?’

‘Ja. Hij heeft me een verblijf van tien dagen in dit hotel aangeboden. Hij wist niet wanneer hij precies aankwam. Zondag belde hij me hier op om te zeggen dat ik zou worden opgehaald, maar dat hij niet lang bleef. Het ging zoals hij had gezegd. Het tweede deel van de dag heb ik bij hem in zijn hut doorgebracht. Hij zei dat hij niet met me uit eten kon gaan omdat hij in Santa Cruz een zakenontmoeting had en me niet wilde meenemen.’

‘Heb je hem niet gevraagd met wie?’

Cindy Panufnik wierp hem een spottende blik toe. ‘Het is te merken dat je Rupert niet kende. Hij haatte mensen die te nieuwsgierig waren.

Ik heb in mijn hut gegeten en ben in slaap gevallen. Rupert heeft me niet wakker gemaakt. De kapitein heeft me de volgende ochtend gewekt om te zeggen dat Rupert opdracht had gegeven dat ik aan land moest worden gebracht. Ik dacht dat hij nog sliep. Pas toen ik de volgende dag de krant las, zag ik wat er was gebeurd.’

‘Waarom heb je voor de politie verzwegen dat je aan boord bent geweest?’

‘Niemand heeft het me gevraagd,’ zei ze met een vage glimlach op haar lippen.

‘Waarom ben je hier op Tenerife gebleven?’

‘Ik heb een ticket met een vaste datum. Het kost me vijfhonderd pond om het te veranderen. Ik ben hier niet slechter af dan in Londen. Mijn verblijf is vooruit betaald. Dit is het laatste cadeau van de arme Rupert.’

Het klopte allemaal, op enkele details na.

‘Vond je het niet vreemd dat Rupert Sheffield je niet in je hut kwam opzoeken?’ vroeg Malko.

Cindy Panufnik trok een charmant pruilmondje. ‘Ach, hij was achtenzestig jaar oud... En nogal grillig. Bovendien zou ik nergens heen gaan.’

‘Er waren twee vrouwelijke bemanningsleden aan boord. Weet je of hij een seksuele relatie met hen had?’

Ze trok haar wenkbrauwen op. ‘Daar weet ik helemaal niets van, maar het is niet onmogelijk. Dat zou echt iets voor Rupert zijn. En aangezien hij echt heel rijk was, durfde niemand hem iets te weigeren. Vooral niet degenen die voor hem werkten.’

‘Heb je die nacht niets bijzonders gehoord? Ben je niet je hut uit geweest?’

‘Nee, ik had nautamine ingenomen. Ik word anders zeeziek. Daar werd ik slaperig van. Ze hadden een kanon naast me kunnen afschieten zonder dat ik het zou horen.’

‘Stond hij vaker ’s nachts op?’

‘Hij deed gewoon waar hij zin in had. Als hij zorgen had, sliep hij ’s nachts niet, tot hij instortte.’

Ze gaapte. ‘Goed, nu je weet dat ik je niet met mijn ring ga vermoorden en ik dat jij me niet zult wurgen, kunnen we misschien gaan slapen, ja? Ik ben doodmoe, na al die drukte.’ Malko wilde haar eigenlijk naar haar Iraanse gast vragen, maar hield zich in. Dat was zijn joker in het spel. Het was interessant om te weten wat Cindy Panufnik voor hem verborgen hield. ‘Nog één ding,’ zei hij. ‘Dat van die aanvaller, was dat waar?’

De blik van de jonge vrouw werd dreigender. ‘En hoe! Kijk maar.’

Ze kwam naar Malko toe, zodat hij enkele paarse vlekken in haar hals kon zien. Het leek er inderdaad op dat iemand had geprobeerd haar te wurgen.

‘Het is gebeurd zoals ik zei,’ legde ze uit. ‘Ik kwam terug uit de bar. De man stond me in de overdekte gang bij de sportzaal op te wachten. Het was een monster. Eerst dacht ik dat hij me wilde aanranden, maar daar ging het hem niet om. Toen ben ik in paniek geraakt en begon ik te gillen. Gelukkig kwamen twee mannen me te hulp, waarna hij me losliet.’

‘Hebben ze hem gevangen?’

‘Nee, hij is gevlucht.’

‘Kende je hem niet?’

‘Nee, hij had een nylonkous over zijn hoofd getrokken. Maar hij was heel sterk en groot.’

‘Enig idee waarom hij je wilde doden?’

‘Nee. Je komt overal gekken tegen.’

‘En dat pistool.’

‘Dat heb ik je gezegd. Dat heb ik geleend van vrienden hier.’

Daar begon de leugen. Malko drong niet verder aan. Cindy gaapte uitgebreid, stond op en liet de satijnen ochtendjas met een sierlijke beweging van haar schouders glijden. ‘Tijd om te slapen,’ zei ze met een klein stemmetje.

Hij kroop bij haar in bed, terwijl zijn gedachten de nieuwe inlichtingen verwerkten. Rupert Sheffield had de avond voor zijn dood een ontmoeting gehad waar de politie kennelijk niets van wist. Hoogstwaarschijnlijk had Cindy Panufnik hem niet gedood, maar ze wist genoeg om de moordenaars ongerust te maken.

Hij liet zich tussen de lakens glijden en meteen drukte Cindy zich tegen hem aan.

 

Ann Langtry kwam keurig gekleed uit het Britse consulaat naar buiten en liep naar Malko, die op het terras van hun favoriete café zat.

Ze droeg nog steeds een plooirok.

‘Ik heb een grote leugen voor je moeten vertellen,’ zei ze vrolijk.

Hij had haar twee uur eerder op het consulaat gebeld en haar gevraagd de eigenaar te vinden van de Fiat waarin de bezoeker van Cindy Panufnik was weggereden. Hij had haar gezegd dat hij de auto in de buurt van de Discovery had zien rondhangen. ‘Hoe is het gegaan?’ vroeg Malko.

‘O, ik heb gezegd dat die auto een botsing met een Brits staatsburger had veroorzaakt en is doorgereden.’

‘Mooi zo,’ zei Malko goedkeurend. ‘Heb je hem kunnen identificeren?’

Ann Langtry pakte een papiertje uit haar zak. ‘Ja. Het was een huurauto, gehuurd door een Turk, Cobori Hurayet. Toerist. Hij logeert in het Plaza-hotel. Ik denk dat hij niets met deze zaak te maken heeft.’

‘Waarschijnlijk niet,’ gaf Malko toe.

Een Perzisch sprekende Turk die in november op vakantie ging naar de Canarische Eilanden. Malko wist dat de Savama, de geheime dienst van Iran, vaak gebruik maakte van Turkse paspoorten...