17
Wat is er toch gebeurd met mijn ideaal? Waarom nemen
mensen mijn edele werk niet serieus? Waarom verandert er niets op
straat? Wat kan ik ze nog duidelijk maken?
Ho, meneer, uitkijken. Niet zo slingeren. U rijdt nu op
het fietspad. En u remt wel heel plotseling. Bent u soms dronken?
Ach, ik zie het al. U zit te bellen met uw mobiele telefoon. Dus u
heeft maar één hand om te schakelen en te sturen. En u kunt
eigenlijk ook het verkeer maar half in de gaten houden want als u
in uw spiegel kijkt valt uw telefoon op de grond. Tjongejonge, wat
een professioneel gedrag. En u vindt het helemaal niet erg dat
normale weggebruikers door uw toedoen in levensgevaarlijke
situaties terecht komen. Natuurlijk, zaken. Waar u heel veel geld
mee kunt verdienen zeker. Daar koop ik niets voor. U hebt gelijk
meneer. Zaken zijn zaken. Maar ik heb ook gelijk. Regels zijn
regels. Mobiel bellen in het verkeer is verboden. Iedereen lapt die
regel aan zijn laars? Zou u ook zelfmoord plegen als iedereen dat
spontaan deed? U vindt dat geen goede vergelijking? Ik wel. Weest u
maar niet bang, meneer. Ik weet precies waar uw hart zit. Of hebt u
het toevallig rechts zitten? Nee, dat dacht ik al. Dag meneer. U
hebt zojuist uw laatste gesprek gevoerd......
Ik wil alleen maar rustig gebruik kunnen maken van de openbare weg. Ik wil niet bedacht moeten zijn op verkeer dat opduikt uit een straat waar het niet vandaan mág komen. Ik walg van de agressie. Ik kan nergens lopen of ik word omver gelopen en krijg een grote bek omdat ik niet op tijd aan de kant ga. Er is geen fietspad waarop ik veilig ben, omdat ze worden gebruikt als parkeerplaatsen of racebanen voor brommers en scooters. En hoe vaak ben ik nu al uitgescholden omdat ik iemand aansprak die geen richting aangaf en tóch rechtsaf sloeg?
Ik heb geen keuze, ik heb een taak. Ik zal het voortouw moeten nemen. Vroeg of laat zullen mensen naar me luisteren, mijn werk serieus nemen. Ik zal moeten nadenken. Nog een brief naar de krant sturen? Nee. Dat wordt teveel moeite. Moet ik mijn strategie veranderen? Of indringender methoden gaan gebruiken? En als ik dat doe, hoe maak ik dan duidelijk dat ik het ben? En niet iemand die mij probeert na te apen? Ik kan toch moeilijk folders gaan uitdelen op de Haagse Mart. Ze zouden me binnen de kortste keren in mijn kraag grijpen omdat ze me dan op zijn minst zouden verdenken van medeplichtigheid. En ik wil niet in mijn kraag worden gegrepen. Niet voor medeplichtigheid. Niet voor moord, omdat de sukkels niet begrijpen dat een misdadiger doodschieten geen moord is, maar gerechtigheid. En ook niet voor fietsen door rood licht. Ik wil alleen maar ongestoord gebruik kunnen maken van de openbare weg. Ik wil dat iedereen dat kan.