Hij drukte zijn neus tegen de glazen barrière. Hij riep haar. Zijn stem weergalmde alsof hij in een tunnel was.
Mariana negeerde hem.
'Hier ben ik!' Hij schreeuwde tot hij schor was. En ontwaakte met een hoofd vol glasscherven. Zijn keel was rauw.
Hij bromde, herinnerde zich het drinkgelag met Mikio Komoto. Er werd discreet op defosuma geklopt. Hij stond op van de foton en zei: 'Kom maar binnen. Ik ben al op.'
De schuifdeur ging open en de oyabun stapte over de drempel. Zijn tabi maakten geen geluid op de rietmatten.
Hij grinnikte. 'Noem je dat "op"?'
'Uch!'zei Jake.
Komoto stak hem een glas toe; het vocht erin had de kleur van ossebloed.
'Wat is dat?' Jake pakte het aan en snoof.
'Als je ook maar enig respect voor je lichaam hebt, drink je het op.' Hij knikte. 'Goed zo. In één slok. Dat is de enige manier.' Hij schoot in de lach toen Jake bijna stikte in het dikke, hete spul. Jakes neus begon te lopen.
'Daar zul je wel van opknappen,' zei Komoto, terwijl hij het glas weer aannam. 'Ik zie je over twintig minuten. Toshi-\an zal je het bad wijzen.'
Wat later voelde Jake zich, zo niet perfect, dan toch half menselijk. Het hemd met korte mouwen dat voor hem was klaargelegd paste vrij goed, maar hij was iets te lang voor de Japanse broek.
Ze nuttigden een sober ontbijt van rijstkoeken en thee. Geen van beiden had veel trek op dit uur.
'Waar gaan we heen?' vroeg hij Komoto, toen ze door de tuin liepen.
'Het is belangrijk, heb ik geleerd, om je leven te verlichten.' Komoto opende het portier van de auto en ze stapten in. Hij startte de motor en reed de straat op. 'En daarom gaan we ons een beetje ontspannen.'
Mikio Komoto's idee van ontspanning, ontdekte Jake al gauw, was pachinka spelen. Toen Jake als teenager in Tokio op de middelbare school zat, was hij gek geweest op het spelen met de stalen ballen die over het verticale, met glas bedekte speelveld klik-klakten.
Men kocht een handvol balletjes en schoot ze met een hefboom een voor een het speelveld in, waarin op strategische geplaatste metalen pinnen andere balletjes zaten. Het ging erom die te winnen, waarna men ze voor allerlei prijzen kon inruilen.
Jake had nooit iets gewonnen, maar dat had hem niet weerhouden uren achtereen te spelen, gefascineerd door de felle kleuren, de knipperende lichtjes, het schelle gerinkel en de elektronische piepjes die de charme van het spel vormden.
Voor Jake was er een schrijnende herinnering aan verbonden. Op een sombere winterdag had hij de hele middag pachinko gespeeld. Hij had gespijbeld, zoals hij steeds vaker was gaan doen. Rusteloos en eenzaam als hij was, ging hij helemaal op in het spel.
Later sjokte hij door de sneeuw naar huis. Op de campus vond hij het telegram, dat als een adder op zijn bed lag te wachten. Hij scheurde het open en las dat de Marocs een auto-ongeluk hadden gehad. Bij een frontale botsing met een dronken automobilist waren ze op slag dood geweest. Nu heb ik niets meer, dacht Jake. Bij wijze van reflex ging zijn hand naar het zeemieren buideltje. Alleen zijn fragment van de fu had hij nog: de laatste schakel met zijn persoonlijke geschiedenis. De Marocs hadden hem wel een besef van zijn verleden bijgebracht, van zijn moeder en het weinige dat ze van zijn vader wisten, maar het was weinig en niet genoeg. Het schooljaar was pas half voorbij, maar Jake pakte zijn schaarse bezittingen in en vloog de volgende dag terug naar Hongkong. Hij had geen belangstelling meer voor de lessen.
Maar hij was, afgezien van de vakanties, al driejaar weg uit de Kolonie. Hij had het contact verloren met de weinige vrienden die hij had. Hij was moederziel alleen. De staatloze Marocs hadden zich in Hongkong op dezelfde manier bewogen als in Shanghai: onopvallend en alleen. In zijn wanhoop zocht Jake, die nu zelf ook staatloos was, zijn heil in de gevaarlijke straten van Hongkong. Daar maakte hij nieuwe vrienden, en toen hij in praktijk bracht wat Fo Saan hem met zoveel moeite had geleerd, maakte hij er meer. Na verloop van tijd had hij zelfs een zekere reputatie opgebouwd.
En zo had Wunderman hem natuurlijk gevonden.
' Pachinkoh vanaf de eerste dag een succes geweest,' verklaarde Komoto, terwijl ze door de gangpaden liepen. Aan weerskanten stonden verhitte mannen, vrouwen en kinderen met glazige concentratie ballen te schieten. Muziek dreunde uit luidsprekers. 'Het was precies wat we nodig hadden na de oorlog. De kleuren en geluiden deden ons de jaren van saaiheid en verdriet vergeten. Het was goedkoop en verslavend amusement. Vroeger vochten de yakuza-clans, de mijne ook, om de pacfcinfco-tenten.'
Hij posteerde zich naast een oude vrouw, nam een balletje. Hij begon te spelen, maar op een manier zoals Jake nog nooit had gezien. Eerst omklemde hij de machine en schudde eraan, alsof hij het gewicht wilde schatten. Vervolgens keek hij aandachtig naar de pinnen op het speelveld. Hij morrelde aan de hefboom. Toen legde hij het balletje erop en schoot hem weg. Het vloog omhoog, raakte de eerste pin en sprong van de ene naar de andere. Lichtjes flikkerden, belletjes rinkelden. Komoto won een complete lawine van balletjes.
Hij speelde nog eens, met hetzelfde resultaat. Jake keek gefascineerd toe. Ten slotte moest hij wel vragen: 'Hoe doe je dat?'
Komoto was in zijn nopjes met de bewondering van zijn gast. 'Als jongen liep ik met mijn vader alle />ac/iinfco-tenten af. Toen was hij oyabun. Een paar monteurs leerden me de kneepjes. Elke avond na sluitingstijd maakten zij de kasten open en deden er nieuwe balletjes in en stelden de pinnen bij.'
Hij haalde zijn schouders op. 'Bij pachinko draait het allemaal om evenwicht; stand en gewicht van de kast bepalen hoe het balletje over het veld springt.'
Jake dacht aan Toshima-fcu, het veld dat de clans van Komoto en Kisan elkaar betwistten. Wat was er zo bijzonder aan ? Knipperlichtjes, piepgeluiden. Ergens rinkelde een bel toen iemand een stapel balletjes won.
'Weet jij,' vroeg Jake, 'of er iets bijzonders is gebeurd ten tijde van mijn inval in O-henro Huis? Iets ongewoons dat het machtsevenwicht in Toshima-fcukan hebben verstoord?'
Komoto dacht even na. 'Alleen Shizuki's dood.'
'Wie was dat?'
'Een hooggeplaatste politie-inspecteur. Afdelingshoofd van een pasgevormde eenheid ter bestrijding van de georganiseerde misdaad. Hele slimme jongen. En goeie smaak had-ie ook, heb ik gehoord. Hij zou trouwen met de dochter van commissaris Tanaba.'
'Hoe is hij aan zijn eind gekomen?'
'Niets bijzonders, al was het nogal bloederig. Hij werd tijdens het spitsuur door de menigte van het perron van de ondergrondse geperst en door een trein onthoofd.'
Jake zag geen verband. 'Wat is er met die eenheid gebeurd?'
'Tja, dat weet ik niet,' zei Komoto. 'Achter de hand gehouden, waarschijnlijk. Na hem zou Higira-san voor de baan in aanmerking zijn gekomen. Maar die ging eraan bij jouw inval in O-henro Huis.'
In een flits herinnerde Jake zich pokdalige, holle wangen, zwarte, koortsig schitterende ogen. 'Was dat een smeris?' zei hij ongelovig. 'Hij stond erbij alsof hij een vriend van Nichiren was.'
'Onmogelijk,' zei Komoto.
'Maar als het wel zo is, volgt daaruit dat Shizuki's dood misschien toch niet zo'n ongeluk was.' Jake staarde naar de pachinko-kast van de oude vrouw. Het balletje kaatste van pin naar pin, veld naar veld. Er begon hem iets te dagen.
'Er valt niets van te zeggen,' zei Komoto. 'Je kunt niet weten of het moord was of niet. Niet na zoveel tijd.'
'Heb je foto's van het ongeluk gezien, in de krant of op tv?' Hij had het begin van ba-mahk, de pols, gevonden. In die toestand, had Fo Saan hem geleerd, moest hij zich nergens op concentreren. Daarom liet hij zijn aandacht verslappen totdat hij alle zintuiglijke gegevens onderging als indrukken, patronen van licht en donker, een mengeling van kleuren en geluiden.
Het balletje van de oude vrouw sprong van pin naar pin. Dat deed hem ergens aan denken. Een indruk. Welke?
'Nou en of. Ik was erg ingenomen met Shizuki's dood. Dat was een persoonlijke rekening die ik zelf graag had willen vereffenen.'
Verruim het veld. Volg ba-mahk. Licht en duisternis, een patroon dat een beeld vormde in zijn hoofd. Een beeld van ...
'Evengoed een raar geval,' zei Komoto, 'die onthoofding. Ze hebben zijn hoofd nooit gevonden.'
... de top van een hoofd, dik, stug haar als een borstel, de rand van een voorhoofd, de bovenkant van een oor. In een doos op een tafel. In Kisans kamer in O-henro Huis!
'Boeddha!' fluisterde Jake. Zijn ogen stonden glazig van de ba-mahk.
'Jake-san, wat is er?'
'Shizuki is vermoord. Ik weet het zeker. Ik zag zijn hoofd in een hoededoos. Kisan, Higira en Nichiren zaten eromheen toen ik binnendrong. Ik zag het maar even; toen brak de hel los en was er geen tijd meer om te denken.'
'Hoe komt het datje dat nu opeens weer weet?'
'Ba-mahk,' zei Jake. En het patroon van pinnen op het />ac/iz'nfco-speelveld, zwarte stippels die leken op de haren op het hoofd van de arme, dode Shizuki.
'Ik heb de papieren die je me hebt gegeven uitvoerig bestudeerd,' zei Wu Aiping.
Zhang Hua knikte. 'En wat is je conclusie?'
'Dat ik er heel blij mee ben. Voor het eerst heeft de qun een reële kans om Shi Zilin onschadelijk te maken.'
'Ik heb het uitgemaakt met mijn maitresse,' zei Zhang Hua, en kromp ineen onder het sardonische lachje van de minister.
'En nu ben je gered, hè, kameraad minister, bedoel je dat?' Wu Aiping schudde zijn hoofd. 'Kameraad lou-sin - muisje - zo zal ik je voortaan noemen. O, je bent werkelijk heel amusant. Kom, kom, je bent al over de schreef gegaan. De ogen van Boeddha, of wie het ook is tot wie je bidt, hebben je zonde waargenomen. Daar valt niets meer aan te doen.' Hij ontblootte zijn tanden in een valse grijns die Zhang Hua deed huiveren.
'Lou-sin, lou-sin,' zong Wu Aiping als een pestkop op een schoolplein. Het was warm en drukkend weer, zodat men de neiging had zich zo weinig mogelijk te bewegen. Wu Aiping, die boven de dikke onderminister uittorende, bekommerde zich er niet om. Het was Zhang Hua die zweette, niet hij. Hij kreeg steeds meer afkeer van deze man. En dat maakte zijn macht over hem des te bevredigender. Muisje, dacht hij. Je zit in mijn val. Nu ga ik je langzaam dooddrukken.
'De sleutel tot Shi Zilins nederlaag,' zei Wu Aiping, 'ligt in deze documenten. Zie je' - zijn lach was nu een en al hartelijkheid en opgewektheid
- 'het was juist van me jou te recruteren. De rol van patriot gaatje goed af, ook al verzet je je ertegen.
Een groot deel van Shi Zilins plan, zijn ren, is me nu duidelijk. Deze Mitre, Sir John Bluestone, is zijn belangrijkste schakel met Hongkong. Het probleem zit 'm in Kam Sang. Daar heb ik rechtstreeks mee te maken, maar daar kom ik zo nog op terug.
Uit de rapporten blijkt dat de terugtrekking van Mattias, King and Company tot een verandering in de ren heeft geleid. Vijftig procent van het westerse aandeel in het Kam Sang-project is nu te koop. De Pak Hanmin Company heeft de ene helft. Mattias, King heeft afstand gedaan van de andere helft - ze hebben de overeenkomst op het moeilijkste moment verbroken, juist nu we aan de laatste fase zijn gekomen. Het is duidelijk dat Shi Zilin Five Star Pacific, de firma van zijn agent, naar voren wil schuiven, waarmee hij een tweeledig doel dient. Op die manier verkrijgt hij het extra kapitaal dat nodig is om aan het project te beginnen, terwijl hij er bovendien meer greep op krijgt dan anders mogelijk zou zijn.
Zo ziet Shi Zilin het natuurlijk. Het is essentieel,' zei Wu Aiping, 'dat men leert te denken als zijn vijand. Kruip in zijn hoofd, bestudeer zijn neigingen, zoek het patroon. Het patroon, lou-sin. Iedereen heeft een patroon, en ik begin dat van Shi Zilin te leren kennen.'
Hij bromde. 'Ik zie het gevaar dat hij niet ziet. Deze Bluestone mag dan Shi Zilins agent zijn, maar hij is ookfaan-gwai-loh, een buitenlandse duivel. Daarom is hij niet alleen maar onbetrouwbaar; hij is zonder meer verdacht. Ik denk zo dat hij met Shi Zilin heeft meegespeeld in de hoop dat hij deze kans zou krijgen: dat hij zich in Kam Sang kon inkopen.'
'Maar hij kan het geheim van Kam Sang niet kennen,' zei Zhang Hua.
'Ik zie datje inderdaad een patriot bent,' zei Wu Aiping oordeelkundig.
'Hoe dan ook, ik deel je bezorgdheid. Het Kam Sang-project is van levensbelang voor onze toekomst. Defaan-gwai-loh investeerders kennen het geheim niet, en dat heeft ons al moeite genoeg gekost. We willen hun geld, niet hun nieuwsgierige neuzen. Natuurlijk zal Kam Sang hun geven wat ze willen, wat Hongkong nodig heeft. Maar ook zullen wij met Kam Sang het machtige zwaard in handen krijgen om de Russische dreiging neer te slaan die ons als een woekergezwel omsingelt.
Bluestones en vermoedelijk ook Shi Zilins directe probleem is de schuldenlast van Five Star Pacific. In drie afzonderlijke rapporten herinnert Mitre Shi Zilin aan de korte-termijnschulden van zijn maatschappij. Nu doet deze gelegenheid zich voor en moet Bluestone vrijwel alle liquide middelen van Five Star Pacific aanwenden om aandelen Pak Hanmin te kopen en die maatschappij in zijn macht te krijgen, om zich op die manier voor een prikje in Kam Sang in te kopen. Hij wijst erop dat dat Five Star Pacific zelf kwetsbaar kan maken. Shi Zilin heeft zijn waarschuwingen in de wind geslagen en hem opgedragen op de ingeslagen weg voort te gaan.'
'Alles goed en wel,' zei Zhang Hua. 'Dus als je niets doet kun je er zeker van zijn dat Bluestone zijn neus niet in Kam Sang kan steken. Daar kan ik het ten minste mee eens zijn.'
Wu Aiping wierp de andere minister een vernietigende blik toe, alsof hij een onnozele bureaucraat was. 'Nu snap ik waarom jij het nooit verder hebt geschopt. Ik wil Five Star Pacific helemaal niet vernietigen; ik wil Shi Zilin vernietigen. Five Star Pacific is de sleutel tot zijn ren, dat is duidelijk. Dat is zijn ingang tot het Kam Sang-project. Mijn project. Ik weet dat hij tegen ons clandestiene gebruik van Kam Sang is. Met behulp van deze maatschappij hoopt hij mijn aandeel in Kam Sang te saboteren. Dus we laten Five Star Pacific met rust. Ik wil dat hij zo erg in die faan-gwai-loh maatschappij verstrikt raakt dat hij zich er met geen mogelijkheid meer uit los kan maken.'
Hij begon te lachen. 'O jawel. Ik denk dat ik de oplossing gevonden heb. We vangen Shi Zilin in zijn eigen maatschappij!'
'Ik begrijp er niets van.'
'Natuurlijk niet,' zei Wu Aiping, zo bijtend dat Zhang Hua weer ineenkromp. 'Maar als je denkt dat ik zo dom ben om het je uit te leggen, heb je het mis. Ik wil er absoluut zeker van zijn dat Shi Zilin niets vermoedt. Ik neem geen risico's meer.'
In gedachten stond hij al te rekenen. Wat hij Zhang Hua niet had verteld, was dat hij de namen van de kredietinstellingen waarbij Five Star Pacific in het krijt stond al had opgevraagd. Dat waren er een heleboel. Op het eerste gezicht leek de maatschappij gezond, maar in werkelijkheid zat ze tot haar nek in de schulden.
Nu zou de qun in het geheim, via een loze maatschappij die ze Yau Sin-Kyuhn Services, H.K. hadden genoemd, die schuldbekentenissen een voor een opkopen. Dat zou miljoenen kosten, wist hij. De risico's waren groot, maar de opbrengst zou ongetwijfeld nog veel groter zijn. En dan, dacht Wu Aiping, als hij zich in Kam Sang wil indringen, zal ik Shi Zilin ontmaskeren als de verrader die hij is én in één moeite door Five Star Pacific in mijn macht hebben.
Hij keek naar Zhang Hua, de lou-sin en lachte. 'Geniet maar van je dagen, Shi Zilin,' zei hij in verrukking. 'Het zijn je laatste.'
'Wat heb je ontdekt?' vroeg Mikio Komoto, terwijl hij een kruk bijtrok en naast Jake ging zitten.
Het was druk in het eethuis. Zoals zo vaak in Japan zaten doorgaans zwijgzame burgers driftig te kletsen tegen volslagen onbekenden naast hen, waarbij ze geheimen over zichzelf onthulden die ze zelfs hun vrouw niet zouden durven vertellen.
'Niets,' zei Jake somber. Hij had Komoto bij de pachinko-hal verlaten, na een telefoontje aan de Japanner met het wezelgezicht die hij in het badhuis had ontmoet. Hij had hem drie uur lang aan de tand gevoeld, maar zonder enig resultaat. 'Dus nu zijn we weer waar we begonnen zijn.'
'Niet helemaal, Jake-san. Ik ben net zo druk geweest als jij. En vlak voordat ik hierheen kwam, hoorde ik iets heel interessants. Het zou wel eens kunnen zijn dat Shizuki-san een rivaal had voor de gunsten van commissaris Tanaba's dochter.'
'Hoe ben je dat aan de weet gekomen?'
Komoto haalde zijn schouders op. 'Een huisbaas die voor me werkt herinnert zich het meisje omdat ze een usagigoya in een van zijn nieuwste flats heeft gehuurd. Hij weet zeker dat ze er niet al haar tijd alleen doorbrengt. Maar waar het om gaat is dat hij Shizuki-san nog nooit gezien heeft. Ik liet hem een foto zien. Hij wist het zeker. De man die hij beschreef zag er heel anders uit.'
Jake dacht aan Shizuki-san die van het drukke perron werd geduwd, zijn doodsangst toen de aanstormende trein de tunnel in een verblindend licht zette.
Hij dacht aan dat borstelige haar, de oorschelp in de hoededoos op de laktafel. De drie mannen die eromheen zaten toen hij naar binnensprong, met de irezwmi-mannen op zijn hielen: Kisan, Higira, en ...
'Heb je die huisbaas nog een andere foto laten zien?' vroeg Jake. Komoto grinnikte en stak de zwart-wit foto omhoog. Hoofd en schouders, voor eeuwig smeulend in Jakes herinnering. Nichiren.
Op het moment dat Daniëlla de straat opliep merkte ze dat ze gevolgd werd. Direct zette een auto zich in beweging. Het liep tegen etenstijd en de straten waren vol verkeer, dat in deze wijk grotendeels van de verschillende departementen afkomstig was. Alles werd geregeld door stoplichten, dus het was niet moeilijk de onregelmatigheid te ontdekken. Dat verbaasde haar. Wilde iemand haar laten merken dat ze in de gaten werd gehouden?
In plaats van weg te lopen stapte ze naar de auto toe, een nieuwe Volga sedan. Ze keek scherp naar de bestuurder, een rossige vent. Ze kende dat type wel; ze had er bijna haar hele leven tussen gezeten. Ze stopte voor zijn neergedraaide raampje en trok een nijdig gezicht. Dat was niet moeilijk; ze vond het niet leuk gevolgd te worden.
'Wie ben jij?'
De rossige man draaide zijn hoofd in haar richting alsof hij haar nu pas zag. 'Stap in.'
Die toon beviel Daniëlla niet. 'Voor welk departement werk je?'
'Geen enkel,' zei hij.
Hij leunde achterover en opende het achterportier aan haar kant. 'Stapt u toch in, kameraad generaal. Ik ben gestuurd om u te halen.'
'Door wie?' Maar geïntrigeerd als ze was, stapte ze in.
'Het is niet ver,' zei hij op een vreemde, vriendschappelijke toon. Hij deed heel familiaar, alsof ze elkaar al maanden kenden.
De rossige man bracht haar naar een straat ten noorden van het Rode Plein. Aan weerskanten stonden goed onderhouden herenhuizen die dateerden uit het midden van de negentiende eeuw of eerder. Voor een van die huizen hield hij stil en stapte uit. Hij opende het portier voor haar, waarbij hij boog als een geüniformeerde chauffeur.
'De stoep op, kameraad generaal,' zei hij op zijn vriendschappelijke toontje. 'Als u zo goed wilt zijn.'
Daniëlla staarde hem even aan; toen draaide ze zich om en liep de stenen stoep op, die baadde in warm licht, getemperd door doorschijnende gordijnen. Ze voelde zich heel naakt in het portiek. Voordat ze kon bellen ging de deur open en zag ze zijn lange, magere gestalte, zijn knappe gezicht. Ze keek naar zijn lichte ogen, zo opvallend in het donkere uiterlijk. Ze vroeg zich af wat er schuilging onder zijn ogenschijnlijke koelte.
'Kameraad Lantin,' zei ze. 'U houdt er vreemde methoden op na om mensen uit te nodigen.'
'Kom binnen,' zei hij, terwijl hij terugtrad en de deur achter haar dichtdeed. Hij draaide zich om en liep door de gang, zodat zij hem wel moest volgen, om hem te kunnen verstaan. 'Heb je honger? Ik hoop het maar. Ik ben blini aan het maken.'
Hij ging haar voor naar een verrassend grote, felverlichte, smetteloze keuken, kennelijk naar zijn eisen ingericht met een geïmporteerd fornuis, marmeren aanrecht, koel-en vrieskast. Koperen pannen hingen aan kettingen aan het plafond. Hij droeg een wollen pantalon van Europese snit, een katoenen overhemd en zwarte glimmende instappers zonder sokken.
'U ziet er bepaald decadent uit, kameraad,' zei Daniëlla een beetje vinnig. Het zat haar dwars dat ze op zo'n mysterieuze manier naar zijn huis was meegetroond.
Lantin schoot in de lach en het verbaasde haar hoe open zijn gezicht er op dat moment uitzag. Hij leek wel een kleine jongen, afgezien van het potloodsnorretje.
'Yuri,' zei hij. 'Yuri en Daniëlla. Hier tussen deze muren bestaan geen
"kameraden".'
Toen ze niet antwoordde, zette hij het gas wat lager en draaide zich om.
'Wat scheelt eraan?'
Daniëlla begon de keuken te.doorzoeken. Ze keek in hoeken en achter kastdeuren.
'Zoek je dit soms ?' Lantin haalde een draagbare cassetterecorder uit een verborgen lade. Hij gaf hem aan haar. 'Zoals je kunt zien, staat hij niet aan.'
Daniëlla onderzocht hem nauwkeurig. Ze haalde de cassette eruit en legde hem op het aanrecht voordat ze Lantin de recorder teruggaf. 'Waar is de camera?' vroeg ze.
Lantin wees, zonder uitdrukking op zijn gezicht. Daniëlla volgde zijn vinger, en ontdekte de videolens achter een aangepaste spiegel. Ze volgde het snoer, dat onder de gootsteen naar de videorecorder liep. Ze bukte en haalde ook die cassette eruit. Ze legde hem naast de geluidscassette.
'Dat had niet gehoeven, hoor,' zei Lantin. 'Dat ding werkt niet.'
'Dat verbaast me niets,' zei Daniëlla. 'Al dat vocht is de pest voor die dingen. Je kunt hem beter ergens anders neerzetten.'
Ze staarden elkaar even aan. Toen rook Lantin dat de boter bruin werd en draaide hij zich weer om naar het fornuis. 'Ik was helemaal niet van plan dit gesprek op te nemen,' zei hij. 'Je bent veel te achterdochtig.'
'Hoe kom je erbij,' zei ze, terwijl ze over zijn schouder keek. Met vaardige hand kneedde hij het Wim-deeg. 'Waar heb je dat geleerd?'
'Van mijn moeder,' zei hij, en hij deed er een paar druppels water bij. 'Ik heb nog ergens een mixer, maar voor blini moet je je handen gebruiken.'
Ze aten aan de kleine smeedijzeren tafel in de keuken, zo informeel als man en vrouw. Maar de maaltijd was allesbehalve gewoontjes: boekweit blini met kaviaar en botersaus; ijsgekoelde wodka. Een feestmaal, dacht Daniëlla. Aan de andere kant deed het haar denken aan een artikel dat ze eens had gelezen over Amerikaanse vrouwen die, zo werd beweerd, hun verleiding van een man begonnen door hem zijn lievelingseten voor te zetten.
Daniëlla was zich altijd bewust van haar lichaam, en van het effect dat het op de meeste mannen had. Hoe kon het ook anders? Ze was een pragmatist in hart en nieren. Al vroeg in haar leven had ze haar gaven onderkend en besloten haar hele arsenaal aan te wenden om de steile, bureaucratische Sovjet-ladder te bestijgen.
Daniëlla was geen hoer. Ze was alleen vastbesloten seks te gebruiken zoals de mannen om haar heen macht gebruikten. Bij Karpov was het gelukt; vóór hem was het bij kolonel Valentinin en luitenant Tolkchin gelukt. Misschien zou het bij Yuri Lantin ook lukken, maar ze was zich er heel goed van bewust dat ze zich nu in een andere arena bevond. Daar had ze ten slotte naar gestreefd. Maar het gevaar - dat bedreigde haar ook.
'Je mag me wel feliciteren,' zei Lantin na het eten. Hij had dikke, zwarte Turkse koffie gezet, waar Daniëlla zo van hield. Toeval, of had hij dat op de een of andere manier ontdekt? 'Het gaat prima met onze marionettenoorlog tegen China.'
'Je bedoelt de Vietnamese invallen in de provincie Yunnan?'
Lantin knikte. 'Vanochtend kwam er een waarschuwing van Persbureau Nieuw China tegen wat ze noemen "deze gewapende provocaties"; ze sturen nog eens dertig divisies naar de grens.'
'Ik neem aan dat jij daar achterzit?'
'Karpov zal wel zeggen dat het zijn idee is, maar ja, het is van mij. Zoals het ook mijn idee was om een ploeg van Departement S naar Japan te sturen om Nichiren te elimineren.'
Daniëlla dacht dat ze zou stikken. Het zware voedsel dreigde in haar keel omhoog te komen. Met bonzend hart zei ze: 'Het was jouw opdracht Nichirens gangen te laten nagaan door een KVR-team.' Wanhopig probeerde ze haar evenwicht te hervinden. 'Weet Karpov hiervan?'
'Karpov? Die heb ik in mijn zak. Daar zit hij tussen het stof en een paar kopeken.' Hij glimlachte. 'Drink je koffie toch op, Daniëlla, hij is heerlijk.'
Hij schonk zichzelf nog een kopje in. De klok op de schoorsteenmantel in de woonkamer tikte met een snorkend geluid, als een oude man met astma.
'Dus je hebt gewoon een van mijn teams overgenomen,' zei ze na een poosje. Hij schudde zijn hoofd. 'Ik heb hen alleen maar herprogrammeerd.'
'Mijn gezag ondermijnd.'
'Hun doelstellingen gewijzigd.'
Ze zag dat hij genoot van deze dialoog. 'Ze zijn allemaal dood,' zei ze, op zo'n toon dat hij wel moest begrijpen bij wie ze de schuld legde.
'Tja.' Hij dacht even na. 'Ik had niet gerekend op de interventie van de Amerikaanse agent.'
'Jake Maroc.'
'Die ja.' Hij keek uit het raam. 'Ik vraag me af wat hij daar deed.'
Daar ging Daniëlla niet op in. In plaats daarvan zei ze: 'De zaken van mijn departement gaan alleen mij aan.'
Misschien had hij op zo'n opmerking zitten wachten - misschien had hij er zelfs wel op aangestuurd. Hij haalde iets onder de tafel vandaan en legde het tussen hen neer. 'Ik mag aannemen dat dit ook tot de zaken van jouw departement behoort.'
Daniëlla dwong zichzelf er niet naar te staren. Heilige Moeder van God, dacht ze. Hij heeft het codeboek van Medea gevonden.
Peter Ng wachtte in de grote foyer van Andrew Sawyers huis in de bergen boven Shek-O Beach. Toen hij een auto het grind van de oprit hoorde oprijden, stond hij op uit zijn stoel om de deur te openen. Hij boog. 'Een voortreffelijke avond,' zei hij op zijn onderdanigste toontje.
'Een voortreffelijke avond voor jou, Jongere Neef.'
Een kleine Chinees in een flodderige broek en een colbert dat hem drie maten te groot leek liep met hem over de oosterse loper. Met felle, onderzoekende oogjes gluurde hij naar de bisonkop aan de wand boven de deur naar Andrew Sawyers werkkamer.
'Is dat soms ook weer zo'n ondoorgrondelijke gwai /o/j-traditie?'
' Bedoelt u de bison, Oudere Oom ?' Dit was een term die zowel binnen als buiten de familie werd gebruikt tussen een oudere en een jongere man die elkaar goed kenden. Maar in dit geval was het ook letterlijk waar. De twee waren neef en oom. 'Dat dier is inheems op de Gouden Berg. De vader van de Eerbiedwaardige Sawyer schoot hem toen hij nog een jongen was. Hij nam deze trofee mee toen hij hier naar toe voer, bijna honderd jaar geleden.'
'Een trofee.' Op de lippen van Achtbare Chen had het woord een obscene bijklank.
'Een rite van mannelijkheid, zegt men,' hernam Ng. 'Dergelijke riten komen bij alle volkeren ter wereld voor, heyaT
Achtbare Chen richtte zijn ronde, zwarte oogjes op Peter Ng. 'Buitenlandse duivels zijn buitenlandse duivels, heya, Jongere Neef? Ze zetten hun geld op de bank; ze hebben evenveel verstand als dieren. Maar we hebben hen nodig, we hebben hen nodig.' Opnieuw ging zijn blik omhoog naar de ruige kop aan de wand. 'Maar vergeet nooit dat ze ons zo zien. Als trofeeën om in hun bestuurskamers te hangen.
Vertel me eens, Jongere Neef, als ze ons uitbuiten, moeten wij dan onze hoofden buigen en joss mompelen? Moeten we ons zonder slag of stoot naar de slachtbank laten leiden ?' Zijn ogen brandden. 'Je bent een Chinees, vergeet dat nooit.'
'Ik ben van Shanghai,' zei Ng, 'net als u. Maar hoe staat het met de Kantonezen? De Chiu-chow? De -'
Maar hij hoefde niet meer verder te gaan. Achtbare Chen had zijn antwoord al gegeven door in de hoek te spugen.
'Daarom worden wij uitgebuit, Oudere Oom. Omdat we niet eensgezind zijn. Als alle Chinezen zij aan zij zouden -'
'Nooit!' En Achtbare Chen dacht: die hele topontmoeting is tot mislukken gedoemd. Die uit Shanghai, Chiu-chow, Kantonezen kunnen nooit samenwerken. We vertrouwen elkaar voor geen cent. Kalmer maar niet minder heftig herhaalde hij: 'Nooit.'
Peter Ng boog zijn hoofd. 'Eerbiedwaardige Sawyer verwacht u.'
'Ik zal je dit vertellen, Jongere Neef. Als de gwai loh Sawyer niet naar Macao was gekomen voor onze vorige bijeenkomst, zou ik hier nu niet zijn.'
'We werken samen, de Groene Pang en Sawyer and Sons, in ons beider belang. Het is belangrijk daar op tastbare wijze uitdrukking aan te geven.'
Heel even verstijfde Achtbare Chen. Hij vroeg zich af of Peter Ng hem een lesje in goede manieren wilde geven. Maar nee. De jongeman was domweg toegewijd aan Andrew Sawyer. Persoonlijk begreep Achtbare Chen dat niet, maar hij had leren het te accepteren. Trouwens, Ng had gelijk, beide partijen hadden baat bij dit bondgenootschap. Het was misschien verstandig om zich niet zo vijandig op te stellen.
'Daarom heb ik je suggestie ook opgevolgd. Maar aan mijn principes valt niet te tornen. Alle onderhandelingen tussen mijn triade en Sawyer and Sons blijven via jou verlopen.'
Andrew Sawyer wachtte op hem in zijn ruime werkvertrek. Toen de twee Chinezen binnenkwamen, boog hij diep en leidde Achtbare Chen naar de beste zitplaats in de kamer, zijn eigen leren fauteuil.
'Ik ben erg blij dat u hebt kunnen komen, Eerbiedwaardige Chen,' zei Sawyer, met opzet het dialect uit Shanghai gebruikend. Hij zag Achtbare Chens strakke glimlachje en wist dat hij zich met deze man op glad ijs bevond. Hij schonk drie glazen Johnnie Walker Scotch in. Geen van hen nam ijs.
Hoe blij hij ook was met de borrel, Achtbare Chen liet zich niet imponeren door de goede manieren van de ander. Het was een vaststaand feit dat alle buitenlandse duivels slechte manieren bezaten. Achtbare Chen kende Andrew Sawyer nauwelijks, maar hij kon geen enkele reden bedenken waarom deze man een uitzondering op die regel zou zijn, tai pan of niet. Hij dronk en probeerde zich te ontspannen. Dat viel niet mee. Buitenlandse duivels maakten hem nog altijd zenuwachtig. Hij had er nog nooit een ontmoet die hij kon vertrouwen. Niet zoals Jongere Neef, dacht hij. Die is van Shanghai; hij is familie. Zo'n man vertrouw je absoluut.
'Ik ben zo vrij geweest een hapje te laten bereiden,' zei Sawyer. 'Ik praat niet graag over zaken met een lege maag. Honger schaadt het denken, heb ik gemerkt.'
'Dat is waar,' gaf Achtbare Chen onwillig toe. Hoe vaak had hij datzelfde niet tegen zijn zoons gezegd?
Sawyer liep naar een glimmend buffet en kwam even later terug met een dienblad vol kleine bamboe schaaltjes.
'Dim sum,' zei Achtbare Chen, ogenschijnlijk zonder emotie. 'Zeer ongebruikelijk op dit late uur.'
'Inderdaad,' zei Sawyer. 'In de restaurants die ik bezoek, en waar om deze tijd nog dim sum wordt geserveerd, is het onveranderlijk klef. Maar mijn chef-kok is altijd beschikbaar.' Hij kende de Chinese manier van doen. Hij wist dat de reactie van de ander zo positief was als hij maar kon verwachten.
Toen hij deze maaltijd met zijn comprador had besproken, had Ng gezegd dat hij de kleine noedels wel wilde opdienen. Sawyer had er niet van willen horen. 'Het is belangrijk dat ik Chen zelf bedien,' had hij gezegd.
' Prestige, Peter. Ten slotte hebben we hem gevraagd zich op ons territorium te begeven. Dat moet een hele stap voor hem zijn.'
Nu zaten de drie mannen te eten, en Sawyer wist dat hij gelijk had gehad. Toen hij de kleine man in zijn bovenmaatse kleren had gezien, had hij een glimlach van blijdschap moeten onderdrukken. In de grote stoel zag hij er nog nietiger uit. Achtbare Chen, dacht Sawyer, leek wel een pop die door een alchemistisch proces voor een tijdje tot leven was gewekt. Toen ze de dim sum - geurige lotusbladeren met een vulling van vochtige rijst - verorberd hadden, schonk Sawyer chrysantethee in. Achtbare Chen likte langs zijn lippen en boerde, waarmee hij zijn voldaanheid bewees. Hij keek naar Andrew Sawyer en dacht: Misschien heb ik hem verkeerd beoordeeld. Zijn manieren zijn werkelijk voortreffelijk. Hij glimlachte, en ditmaal kwam het uit zijn hart.
'Het bevalt me niet,' zei Sawyer, nadat Achtbare Chen was vertrokken.
'In welk opzicht, taipanT
'In geen enkel opzicht.' Ng had de details van zijn bespreking met Drie Eden Tsun verteld.
'Ik dacht dat u geïnteresseerd was in Pak Hanmin en Kam Sang,' zei Peter Ng.
Sawyer liep langzaam door zijn bibliotheek. 'Misschien,' zei hij op bijna dromerige toon. 'Misschien.'
'Nou dan. Ik heb u alle details gegeven. Het ziet er goed uit.'
'Ja, het ziet er goed uit,' zei Sawyer. 'Aangenomen dat we bijna twee miljard dollar in de toekomst van Hongkong willen investeren.'
'Als we dat niet willen,' zei Peter Ng nuchter, 'kunnen we beter het voorbeeld van Mattias, King and Company volgen.'
Sawyer bleef even staan. 'Daaruit maak ik op dat jij er voor bent.'
Hij voelde dat de ander zijn schouders ophaalde, al kon hij het niet zien in het schemerige vertrek. 'Dat wilden we toch? "Grijp de kans bij de keel"
- dat is een oud Chinees gezegde.'
'Ik ken het,' zei Sawyer, terwijl hij weer begon te ijsberen. 'Ik ken ook een oud westers gezegde: "Wie het onderste uit de kan wil, krijgt het lid op zijn neus".'
'Wat betekent dat?'
'Dat betekent,' zei Sawyer ernstig, 'dat er elke minuut een dwaas wordt geboren.'
'Denkt u dat Tsun iets achterhoudt over Pak Hanmin?'
'Of Kam Sang. Maar het doet er niet toe welke van de twee het is.'
'Waarom zegt u dat?'
Sawyer bromde. 'Misschien alleen maar omdat Tsun er zo graag vanaf schijnt te willen.'
'Zakelijk gezien klinkt het heel logisch.'
'Absoluut. Anders kon hij wel inpakken. Je moet zorgen dat het er logisch en verleidelijk uitziet. Maar het gaat mij allemaal te snel. We hebben geen tijd om er goed over na te denken. Hij wil dat we erop afspringen, dat we een emotionele beslissing nemen die gebaseerd is op ik weet niet wat hebzucht, afgunst, noem maar op. Er zit en luchtje aan.'
'Toch jammer, dat we er niet eens een kijkje kunnen nemen,' zei Ng. 'Dat zou het leven een stuk eenvoudiger maken.'
'Eerlijk gezegd,' zei Sawyer, 'interesseert het me geen lor wat er met Pak Hanmin en Kam Sang gebeurt. Het is al na middernacht. Bel Tsun maar op. Vertel hem maar dat we ervan afzien. Als hij begint te zeuren, wimpel je hem beleefd af en hang je op.'
'En dan? Vergeten we de hele zaak?'
'Niet zo haastig.' Sawyer ging in zijn favoriete stoel zitten. 'Eerst maar eens kijken of hij ons terugbelt. Als ik het goed heb, heeft hij maar de tijd tot morgenochtend, wanneer de Hang Seng opent. Als niemand dan Mattias, Kings aandeel in Kam Sang heeft overgenomen, zit hij in het schip. Zijn aandelen Pak Hanmin zullen kelderen. Als dat gebeurt kunnen wij ze voor een appel en een ei overnemen, en dan zijn we veel minder geld kwijt dan wanneer we nu op zijn voorstel ingaan.'
'Maar willen we dat dan wel als er een luchtje aanzit, zoals u zegt?'
'Ik bedoelde zijn voorstel, niet de activa zelf. Met de bedrijfsvoering en administratie van Pak Hanmin zijn we tenslotte goed bekend, en wat Kam Sang betreft, we hebben de garantie van Peking; de regering van China gaat heus niet met een project knoeien dat ze zo hard nodig hebben.'
'Hij zal er niet zomaar afstand van doen. Dat kan hij zich niet veroorloven.'
Andrew Sawyer schoot in de lach. 'Wat er morgenochtend op de Beurs met hem gaat gebeuren kan hij zich ook niet veroorloven.'
'Zo ver reikt de invloedssfeer van de KVR nu ook weer niet. Ik wil weten,'
zei Lantin, 'wat jij doet met de Chinezen.'
Uit haar ooghoeken zag Daniëlla het codeboek liggen. Wat zou er gebeurd zijn, vroeg ze zich af, als mijn vader ooit achter het geheime leven van mijn moeder was gekomen? Hoe zwaar zou haar straf zijn geweest?
Lantin pakte het boek en stond op. Hij liep naar het raam, leunde tegen het kozijn. 'Toen mijn mannen dit vonden, ben ik er meteen mee naar een bevriende psychiater van het Serbsky Instituut gegaan.' Lantin doelde op de correctieve arm van de sluzhba.
'Ik vertelde hem waar en onder welke omstandigheden dit was gevonden. Ik gaf hem een totaaloverzicht. Toen vroeg ik hem naar de reden.'
Lantins duim streek over de kaft van het boek. Hij hield het tegen zich aangedrukt. 'Weetje wat hij zei? Hij zei dat hij ervan overtuigd was dat jij onbewust betrapt wilde worden.
Daar kan ik nog wel wat aan toevoegen. Je wist datje alleen maar betrapt zou worden als er iemand op het toneel verscheen die uitgekookter was als jijWel, voor Karpov was je niet bang, dat is duidelijk. En dat was ook wel terecht, lijkt me zo. Hij zou het nooit gevonden hebben. Waarom zou hij ernaar gaan zoeken?'
'En waarom zocht jij ernaar?'
'Omdat ik dacht dat ik een glimpje van je had opgevangen, die dag op jouw kantoor. Iets dat Karpov is ontgaan in al die maanden sinds jullie met elkaar in bed zijn gekropen.'
'Nee,' zei Daniëlla. 'Dat is echte mannenfantasie. Je zag helemaal niets, behalve een nieuw slachtoffer om je op te storten.'
Lantin grinnikte. 'Ik heb veel ontdekt in jouw dacha. Dat jij en Karpov intiem waren, bijvoorbeeld.' Hij stak het codeboek omhoog. 'En dit.'
'Hoe heb je het gevonden?' Ze wilde het niet vragen, maar kon zich niet inhouden.
Zijn lach verbreedde zich. 'Je moeder.'
Daniëlla bedwong haar schrik. 'Wat heeft mijn moeder hiermee te maken?'
'Het zou op net zo'n plaats liggen als waar zij zoiets zou verstoppen, lijkt je ook niet, Daniëlla? Een belangrijk geheim. Een icoon.'
'Weetje het dan van haar?'
'O ja. Dat staat allemaal in haar dossier.'
'Maar toch hebben jullie haar met rust gelaten. Waarom?'
'Vanwege jou, Daniëlla. Het ging ons altijd alleen maar om jou. Eigenlijk moeten we Karpov daar dankbaar voor zijn. Hij wilde dat jij gelukkig bleef. Hij wilde de relatie die jij met haar had niet verstoren. Het lag voor de hand dat jij je tegen ons zou keren als we haar als subversief element gevangen namen.'
'Ze was geen subversief element!' zei Daniëlla heftig. 'Ze hield van Rusland.'
'Ze hield van een Rusland,' verbeterde Lantin haar; zijn glimlach was verdwenen. 'Niet van dit Rusland.'
'Waarom vertel je me dit?'
'Jij vroeg hoe ik het boek had gevonden.'
Maar ze vermoedde dat het een leugen was. Hij wilde haar laten merken hoeveel macht hij over haar had.
'Wie geheimen koestert,' zei hij nu, 'speelt met onherroepelijke gevaren. Geheimen geven de bezitter macht zolang hij of zij ze voor zichzelf kan houden. Als ze ontdekt worden, werkt hun macht vaak als een boemerang.'
Ze had zich er al op voorbereid althans een deel van Medea aan Lantin prijs te geven. Ze wilde van Karpov af. Hij was een blok aan haar been geworden. Ze wist dat hij haar carrière in de weg stond. Hij wilde haar houden waar ze was, waar hij het meest aan haar had. Maar ze was te groot geworden voor haar positie. Ze wilde meer dan Karpov haar kon geven. Nu besefte ze met triestheid dat Lantin haar iets had afgedwongen dat ze hem zelf had willen aanbieden. Hij had alles bedorven. Ze proefde as in haar mond, zag in een flits hoe ze door iedereen in haar omgeving was misbruikt. Ze had zichzelf gestreeld met de gedachte dat zij de touwtjes in handen had, maar uiteindelijk waren het altijd de mannen die het wonnen. Ze streed een verloren strijd. Maar toch, dacht ze, moest ze alles op alles zetten.
Nu ze niets meer te verliezen had, zou ze haar best doen hem in zijn eigen spel te verslaan. Ze vertelde hem precies zoveel van Medea's informatie als ze onvermijdelijk achtte. Ze weidde uit over de felle onderlinge strijd van de ministers in Peking, omdat ze intuïtief aanvoelde dat dit aspect van de spionage hem het meest zou aanspreken.
Ze werd beloond met een positieve reactie. Hij wilde er alles over weten, en hoewel ze zijdelings over Hongkong spraken, vroeg hij niet om een nadere uiteenzetting. Hij had het veel te druk met de mogelijkheden die Peking boden.
'Weet Medea welke partij er gaat winnen?' vroeg hij, toen ze was uitverteld.
'Dat kan hij nog niet met zekerheid zeggen.'
'Dat is belangrijk,' zei Lantin. 'Om niet te zeggen cruciaal. Als wij van te voren weten wie de macht in Peking in handen zal krijgen, kunnen we onze marionetten-oorlog met China opvoeren zonder dat we ergens bang voor hoeven te zijn. Als we weten wie het zijn, kunnen we hen naar onze pijpen laten dansen door hun precies te geven wat ze willen hebben, als ezels die je wortels voorhoudt.'
Daniëlla sloeg hem scherp gade. Ze moest weten hoe hij in elkaar zat, anders had ze geen schijn van kans tegen hem. Hij was veel machtiger dan zij; en hij was een man.
Ze moest erachter zien te komen wat hij het liefst wilde, en ze wist dat ze het met woorden alleen niet zou redden. Op de een of andere manier moest ze de balans van hun relatie veranderen. Ze was zich ervan bewust dat Lantin haar nu net zo beschouwde als Karpov: als iemand die hij in zijn zak had. Daar zou ze iets aan moeten doen, wilde ze een kans maken. Ze stond op en liep naar de woonkamer. Die was ingericht in donkere, mannelijke kleuren, met zware leren meubels. Daniëlla was ervan overtuigd dat geen vrouw zich ermee had bemoeid. Dat was intrigerend. Ze vroeg zich af hoe Lantin tegenover seks stond. Ze was er nu wel achter hoe graag hij mensen manipuleerde; hij zocht naar hun zwakke plekken en walste dan over hen heen wanneer ze verlamd waren.
Hij deed haar denken aan een tandarts die ze als jong meisje had bezocht. Hij had beweerd dat hij geen verdovingsmiddelen meer had, en had zich verlustigd in haar pijnkreten toen hij boorde in het gat dat hij in haar kies had gevonden. Ze had gezien dat hij een stijve kreeg, maar de betekenis van die ellendige gebeurtenis was pas jaren later tot haar doorgedrongen. Nu had Daniëlla de indruk dat Yuri Lantin net zo'n man was als die tandarts. Om dat te bewijzen besloot ze het codeboek te gebruiken. Ze zei dat ze het terug wilde hebben. Toen hij weigerde - ze had niet anders verwacht - drong ze aan. Opnieuw weigerde hij. Smeken lag niet in haar aard, en ze wilde zijn argwaan niet wekken. Dus gaf ze hem een klap. Lantin sloeg haar met het boek. Toen ze wankelend steun zocht tegen de boekenkast gaf hij met zijn vrije hand een ruk aan haar blouse. Hij sleurde haar naar zich toe en de stof scheurde tussen zijn vingers. Al trekkend en wringend ontblootte hij haar.
Ze droeg geen beha; dat deed ze nooit. Nu keek ze door halfgesloten ogen terwijl Lantin naar haar naaktheid staarde. Ze had mooie borsten, en dat wist ze. Ze stond een beetje achterover; ze jammerde zacht. Hij sloeg haar op haar borsten en ze slaakte een gil. Hij liet het boek vallen en begroef zijn handen in haar vlees, kneedde het. Hij trok wild aan haar tepels, zodat ze hijgde van pijn en probeerde aan zijn greep te ontsnappen. Dat wond hem nog meer op.
Hij stak een hand in de band van haar rok, voelde de rand van haar slipje. Hij trok haar naar zich toe en bracht zijn mond naar haar borsten. Dat deed hij ook al ruw, maar Daniëlla kon niet zeggen dat ze er niet van genoot. Dat wilde ze hem echter voor geen prijs laten weten, omdat dat zijn illusie zou verstoren.
Hij wilde haar nemen. Het was niet helemaal een verkrachting waar hij op uit was, maar het scheelde niet veel. Daniëlla liet het toe. Het was gemakkelijk en, vond ze, ook wel leuk om eens voor het hulpeloze vrouwtje te spelen. Die rol ging haar zonder veel moeite af. En heet was ze ook. Ze wilde zich laten nemen, opgewonden als ze was door de emoties, de spanning van bedrog en gevaar. En toen ze zijn lange, magere lichaam uit zijn dure kleren zag stappen, toen zijn woeste, dierlijke lid haar werd geopenbaard, voelde ze het vocht tussen haar dijen. Ze was zo dicht bij zijn macht, en nu wilde ze er één mee worden.
Elke kreun uit zijn keel, elke siddering van zijn lichaam, elke ongearticuleerde kreet betekende een overwinning voor haar op dit vreemde slagveld. En toen ze zijn krampen voelde beginnen, het hete pompen van zijn zaad diep in haar, golfden haar inwendige spieren uit eigen beweging mee en melkten hen beiden uit.
En half buiten zinnen wist ze dat ze had gevonden waar ze haar hele leven naar had gezocht: macht, en de sleutel om die macht te ontsluiten. Schemering. Het liep tegen etenstijd. De straten van Tokio waren vol mensen die zich huiswaarts spoedden.
Jake stapte een winkel binnen en kocht een verse vis, die hij de bediende liet inpakken in een stuk speciaal rijstpapier dat hij even tevoren had gekocht. Hij gaf de man zeven witte en rode papieren koordjes om het pakje mee dicht te binden. Het was een oude man, die begreep wat er van hem verlangd werd.
Met dit traditionele geschenk onder zijn arm liep Jake de rest van de weg naar de usagigoya. Het was zinloos om op dit uur van de avond naar een taxi te zoeken, en geen zinnig mens ging tijdens het spitsuur in de ondergrondse zitten. Op de stoep keek hij omhoog. Hij wist welke flat van haar was. Hij liep verder naar de zijkant van het gebouw. Mikio had hem een tekening van het complex laten zien voordat hij aan deze onderneming was begonnen. Er brandde licht binnen. Misschien werd hij verwacht. Joss. Schouderophalend liep Jake terug naar de voordeur en ging naar binnen. Hij nam de kleine lift naar boven. Zijn voetstappen weerkaatsten hol door de smalle gang. Hij stopte bij haar deur.
Van buiten hoorde hij het lawaai van het verkeer. Een boot toeterde. Dichterbij hoorde hij geroezemoes van gesprekken. Het werd snel donker. Hij had het onverklaarbaar warm. Boven de gedempte geluiden van de stad uit kon hij het harde kloppen van zijn hart horen. Of voelde hij het alleen maar bonzen in zijn borst? Hij haalde een paar maal diep adem, terwijl hij zich concentreerde zoals hem talloze malen was geleerd. Hij voelde iets kriebelen onder zijn haargrens en toen hij wreef met een vingertop kwam die terug met een warme zweetdruppel. Hij likte hem eraf, alsof de zoute smaak hem zou sterken.
Hij staarde recht voor zich uit naar de deur. Die was glanzend zwart geverfd en in het oneffen oppervlak kon hij vaag een spiegelbeeld onderscheiden. Met een schok die hem een beetje deed huiveren, besefte hij dat hij bang was.
Hij zag gefascineerd hoe zijn rechterarm omhoogkwam en, schijnbaar uit eigen beweging op de bel drukte.
Heel even bestond er niets dan het bonken van zijn hart. Verdwenen was het rumoerige verkeer, het melancholieke getoeter van boten op de rivier, de huiselijke geluidjes die van achter gesloten flatdeuren door de gang dreven.
Niets bestond nu dan hijzelf en zijn zwarte weerkaatsing. Als die verdween zou hij misschien oog in oog met Nichiren staan. Alles zou in een oogwenk veranderen. Hij zou zijn antwoord hebben.
Opeens ging de deur open.
'Ja?'
'Kamisaka Tanaba?'
'Hat:
Hij boog zo diep dat ze zijn schedel kon zien. 'Ik ben Jake Maroc. Nichiren en ik kennen elkaar.'
Hij kon de vrees als een donkere vlam in haar ogen zien flikkeren. Betekende dat dat hij hier bij haar was? 'Wie bent u?'
'Ik heb een geschenk voor u meegebracht,' zei hij, terwijl hij haar het pakje toestak. Zijn bewustzijn peilde de usagigoya achter haar. Speurend naar een teken van Nichirens aanwezigheid. 'Alleen vrienden nemen geschenken mee.'
Ze keek naar zijn gezicht alsof ze dacht dat het ieder moment kon ontploffen. 'Hij heeft geen vrienden, deze man over wie u het hebt. Niet meer. Dat heb ik gehoord.'
'Ik zei ook niet dat ik zijn vriend was,' zei Jake glimlachend. En toen ze niets zei en zich niet verroerde: 'Het is zeer belangrijk dat wij praten.'
Ze aarzelde nog even; toen maakte ze een vormelijke buiging en nam het geschenk aan. Jake bukte en deed zijn schoenen uit.
Met zijn spieren gespannen, zijn geest alert, nam hij een gevechtshouding aan, en met enigszins gebogen knieën en op de zijkant van zijn voeten, zijn lichaamsgewicht geconcentreerd in zijn ham - zijn onderbuik, de bron van alle fysieke kracht - bewoog hij zich snel door de woning. Het keukentje, de slaapalkoof met een futon als een wolk. Alles in een flits in zich opnemend. Toen de badkamer in. Ook daar was niets.
Hij liep terug naar de voordeur, waar zij hem stond aan te staren. Hij boog opnieuw. 'Ik moest zekerheid hebben. Mijn excuses, Tanaba-san.'
Kamisaka staarde hem even aan alsof ze met stomheid was geslagen. 'U
had het kunnen vragen,' zei ze toen.
Jake was geïntrigeerd. Kamisaka was gekleed in kimono als een geisha uit de roemrijke dagen voor de oorlog, maar ze praatte als een modern hedendaags meisje. Hij had haar kunnen houden voor de concubine van een samurai uit het Japan van de Edo-periode. Ze maakte bijvoorbeeld het pakje niet open waar hij bij was. Dat was de traditionele manier om jaloezie te vermijden en emoties te verbergen.
'Wilt u thee ?' vroeg ze. Haar ogen vertelden hem dat ze nog steeds op haar hoede was. Volmaakt begrijpelijk.
'Graag. Dat zou heerlijk zijn.'
Ze gingen tegenover elkaar aan een laag tafeltje zitten. Kamisaka was een goede gastvrouw. Ze serveerde rijstkoeken en zoete fo/w-bonbons bij de thee.
'Zul je het me niet kwalijk nemen als mijn vragen onbeschoft zijn?'
'Dat zal helemaal van uzelf afhangen, Maroc-,san.'
Dat gaf hem de tijd om na te denken. Doorgrond je tegenstander voordat je hem aanvalt, had Fo Saan hem geleerd. Als je hem éénmaal onderschat, ben j e verloren.
Jake was niet van plan Kamisaka te onderschatten. Het mocht dan een meisje zijn, maar ze had hem al bewezen dat ze een scherp verstand had. Hij had een gezond respect voor haar - en, moest hij erkennen, voor Nichiren ook. Dit was ten slotte zijn vriendin.
'Wanneer heb je Nichiren voor het laatst gezien?' vroeg hij. Ze glimlachte. 'U moet me eerst maar eens vertellen waarom ik zo'n onbeschofte vraag zou beantwoorden.'
'Nichiren heeft iets dat van mij is. Een lavendelkleurig stuk jade in de vorm van het achterlichaam van een tijger. Hij heeft het gekregen van mijn vrouw, die nu dood is.'
'O! Dat spijt me. Is ze kortgeleden gestorven?'
'Vorige week,' zei Jake, terwijl hij dacht: hoeveel dagen geleden ? Hoe kan ik het zo snel vergeten zijn? Wat is er met me aan de hand? 'Ze was bij Nichiren.' Hij zag aan haar ogen dat hij haar had gekwetst en besefte dat dat zijn bedoeling was geweest. Meteen schaamde hij zich. Waarom zou dit vrolijke meisje zijn woede en frustratie moeten opvangen? Hij richtte zijn boosheid op zichzelf.
'Nu begrijp ik waarom u er zo uitgeput uitziet,' zei ze tot zijn verrassing.
'Uw wangen zijn zo hol, uw ogen zo donker omwald. Toen ik opendeed, hield ik u eerst voor een marathonloper.'
Als het niet de waarheid was, was het een leugentje om bestwil. Hij voelde zijn wangen branden van schaamte.
'Ik bén ook moe,' hoorde hij zichzelf zeggen, als van de andere kant van een tunnel. 'Dat hoort bij mijn werk.'
'Dan hebt u slecht werk,' zei ze, terwijl ze hun kopjes nog eens volschonk.
'Vroeger had ik een oom, van wie ik heel veel hield. Hij bracht altijd cadeautjes voor me mee en beurde me op als ik in de put zat. Opeens ging hij dood. Te hard gewerkt, zei mijn vader toen ik vroeg waarom oom Teiso nooit meer op bezoek kwam.' Haar ogen zochten de zijne. 'Ik zou niet willen dat hetzelfde met u gebeurde.'
'Wat zou jou dat kunnen schelen?' Hij was vervuld van zelfbeklag. Kamisaka zat heel stil. In die stille houding bespeurde Jake de onberispelijkheid van haar manieren. 'Volgens mij,' zei ze, 'heeft uw leven u ongevoelig gemaakt. Dat vind ik triest.' Ze keek hem aan. 'Hebt u zo weinig vertrouwen in de mensheid dat u denkt dat er voortdurend tegen u gelogen wordt?'
Ze zei het zonder rancune of scherpte. Integendeel, haar stem was zacht en melodieus, voorzichtig vragend. Jake moest wel over haar woorden nadenken. Het was waar, zag hij in. Hij leidde zijn leven in een web van leugens. En dat leven had zijn hart versteend. Met een korte huivering van angst besefte hij dat hij waarheid niet meer van onwaarheid kon onderscheiden. En dat zijn woede was gevoed door de schoonheid en warmte van deze vrouw. Nichirens vrouw.
Mariana, zijn vrouw, was koud als de winter - voorgoed voor hem verloren.
'Ik wilde je niet -' Hij zweeg, niet goed wetend hoe hij het moest zeggen.
'Je bent heel anders dan ik had verwacht.'
'Had u verwacht dat ik met een mes in mijn mouw naar u zou toekomen ?'
Hij zei niets, waarmee hij de waarheid van haar woorden bevestigde.
'Er schuilt geweld in uw hart.'
'In Nichirens hart ook.' De onderhandelingen waren geopend.
'Ik beweer niet dat ik hem helemaal begrijp. Of dat ik volmaakt gelukkig ben met onze verhouding. Maar hij is samurai, iemand die beter op zijn plaats zou zijn in een andere, oudere tijd. Daarom vergeef ik hem veel.'
'Kun je hem ook vergeven dat hij mensen doodt?'
'Ik ben boeddhist. In mijn ogen is doden niet toegestaan,' zei Kamisaka.
'Maar toch leef je met hem!' Nu maakte haar kalme, redelijke, bijna gedweeë houding hem driftig. Hij reageerde erop met onredelijke, blinde woede. 'Je slaapt in één bed met hem, je geeft hem te eten! Je hebt hem je hart geschonken! Hoe kun je, als je weet wat hij doet wanneer hij niet bij je is!'
'Hoe kan ik blijven leven in deze onvolmaakte wereld?' zei Kamisaka.
'Dat is geen antwoord!'
'Als een man die een volmaakte tuin verlangt, vraagt u het onmogelijke van uzelf. Daarom is het logisch dat u dat ook van anderen verwacht. En het is ook logisch dat u teleurgesteld bent wanneer ze niet aan uw verwachtingen beantwoorden. U meent dat u bedrogen wordt. Maar niet door de mensen om u heen, Maroc-san. U bent bedrogen door uw eigen waarden. U moet leren de wereld te accepteren zoals ze is, niet zoals u wenst dat ze is. Er is zoveel boosheid in u, net als in hem. Dezelfde diepliggende boosheid. Vanwaar komt die dat ze zo moeilijk uit te bannen is ? Hoe anders zouden jullie niet zijn zonder die vreselijke last.' Ze glimlachte. 'Want ziet u, of u het gelooft of niet, ik wens jullie allebei hetzelfde toe.'
'We zijn uit verschillend hout gesneden,' zei Jake verhit.
'Hij is een moordenaar,' zei ze, 'en u bent... wat?'
'Ik ben hier niet om over mezelf te praten.'
'Natuurlijk niet. Wat dom van me.' Was er een spottende uitdrukking op haar gezicht verschenen?
'Wil je mijn vraag niet beantwoorden?'
'Maar dat heb ik al gedaan. U hebt niet goed geluisterd.'
'Ik heb ieder woord gehoord watje gezegd hebt.'
'Ik heb het nu over uw hart, Maroc-san.'
Hij snoof. 'Dit zijn zedenpreken zo oud als de wereld.'
Begrip brak door op haar gezicht. 'Ach, ik begrijp het!' riep ze. 'Het is waardeloos zonder strijd. Als Nichiren hier was en u ging met hem op de vuist en u doodde hem, dan zou u het gevoel hebben dat de kennis die u daarbij had opgedaan de moeite waard was.
Als ik een onstuimige samurai-dame bleek te zijn, die met een wakizashi in mijn hand onder de tafel klaar zat om uw hart te doorsteken, pas dan zou u overtuigd zijn van de waarheid van de woorden die u me ontfutseld had.'
Jake zag het medelijden in haar ogen, en het raakte hem diep. Ze had gelijk in alles wat ze over hem gezegd had. In zijn hart had hij op strijd gehoopt. In zijn wereld was alles waardeloos wat zonder slag of stoot werd prijsgegeven.
Zijn wereld. Daar had je het weer. Hij zag in dat hij en Kamisaka uit verschillende werelden kwamen - precies zoals hij en Mariana gescheiden waren geweest door de afgrond van emotieloosheid waarmee hij zichzelf opzettelijk had omringd. De Sumchun was daar de oorzaak van. Daardoor was zijn efficiëntheid als geheim agent aangetast. Daardoor was hij als menselijk wezen een non-entiteit geworden.
Hij dacht aan dat vage spookbeeld, zijn weerkaatsing in de lak van Kamisaka's deur. Meer dan dat was hij niet. Opeens werd hij overweldigd door verdriet. Zijn hart leek wel van hout, alsof het nooit meer pijn zou voelen. Wat had hij aan Kamisaka's woorden, nu Mariana dood was?
Door een mist van tranen zag hij Kamisaka iets uit de wijde mouw van haar kimono halen. Ze legde een klein pakje tussen de onaangeraakte rijstkoeken en tofu.
'Ik geloof dat dit van u is,' zei ze alleen maar.
Een hele poos zat Jake zo stil als een standbeeld. Toen maakte hij het pakje open. Eerst dacht hij dat Nichiren hem om onverklaarbare redenen zijn fragment van defu had teruggegeven. Het was immers een la vendelkleurige jade scherf. Maar toen hij hem omdraaide begonnen zijn handen te trillen.
Wat hij zag waren de machtige kop en schouders van het beest. Het was onmiskenbaar dezelfde tijger. Toen Jake het fragment tegen het licht hield kon hij aan de diepte van kleur en mate van doorschijnendheid zien dat dit stuk een deel van hetzelfde geheel was. Een ander deel. Mijn God! dacht hij. Wat heeft dit te betekenen?
Jake onderdrukte de neiging om tegen haar te gaan schreeuwen. Maar zijn stem beefde een beetje toen hij zei: 'Kamisaka-san, heb je dit wel eens eerder gezien?'
Hij hield het fragment van de Ju tussen zijn vingertoppen. Ze wierp een vluchtige blik. Ze knikte.
'Van wie is het?'
Haar donkere, glanzende haar, dik en blauwzwart in het lamplicht, omlijstte haar open, intelligente gezicht. Jake zocht in haar ogen naar een spoor van arglist. Maar dat was er niet. 'Van Nichiren,' zei ze. 'Hij zei dat het van zijn moeder was geweest.'
Maar Jake hoorde haar woorden niet meer.
Die maandag werd er in Hongkong gewaarschuwd voor een naderende tyfoon. Overal langs de kust werden naarstig voorbereidingen getroffen. Maar verder landinwaarts bereidden de zakenlieden van Hongkong zich voor op een andere ramp, toen de bel de opening van de Hang Seng aankondigde.
Vanaf het eerste moment heerste er een paniekstemming. Het op handen zijnde vertrek van Mattias, King and Company uit de Kolonie was officieel bevestigd. Toen het een uur na de opening een hoogtepunt bereikte, was het duidelijk dat ieders angsten bewaarheid waren geworden. Als deze tendens zich doorzette zouden meer dan twintig vooraanstaande zaken in de Kroonkolonie aan het eind van de dag bankroet of bijna bankroet zijn. Koortsige ogen zagen de koersen van toonaangevende aandelen eerst dalen, toen kelderen. Zoals de ogen van Drie Eden Tsun. Als gevolg van de kwetsbaarheid van zijn positie in het Kam Sang-project, nu Sawyer zijn aanbod had afgeslagen, zakte de koers van zijn Pak Hanmin-aandelen in ontstellend tempo.
Duizelig van angst drukte Drie Eden Tsun zich tegen de rug van zijn stoel die uitzag over de Beurs en sloot zijn ogen. Hij slikte moeizaam en verwenste zijnjoss. Hij stond onder discipline; zijn handen waren gebonden. Hij had opdracht gekregen Andrew Sawyer niet terug te bellen, ook al zei zijn instinct hem dat Sawyer in dat geval de Kam Sang-overeenkomst voorbij zou laten gaan.
De ochtend was aangebroken en hij had gelijk gekregen. Nu wist hij dat zijn gesprek met Peter Ng zakelijke zelfmoord was geweest. Een aanbod zoals hij aan Andrew Sawyer had gedaan kon onmogelijk erg lang geheim blijven in een klimaat als dat van Hongkong. Chinezen hielden maar van een ding meer dan van roddelen, en dat was gokken.
Uit de scherpe reactie van de Pak Hanmin-aandelen viel op te maken dat iemand bij Sawyer and Sons de Kam Sang-informatie had doorgespeeld aan de andere tai pan. Het was niet alleen het nieuws van Mattias, Kings vertrek dat de koers deed dalen.
Pak Hanmin stortte boven zijn hoofd in en hij was ervan overtuigd dat zijn aanbod aan Sawyer daar de oorzaak van was. Uit zichzelf zou hij het nooit gedaan hebben. Hij had veel beter zijn mond kunnen houden over zijn kwetsbaarheid in die laatste uren voordat de Hang Seng opende. Maar de opdracht had anders geluid. Heb vertrouwen, zei hij tegen de anderen in de yuhn-hyun. Hij moest wel, met het oog op de Bron. Maar hij was hier en de bron niet. Hij was bekend met gebruiken, informatie, die de Bron niet kende. O, a mi tuofol
Hij probeerde zichzelf te kalmeren, maar toen hij weer naar het bord keek trok hij wit weg. Weer twee punten omlaag! Het was onmogelijk! Twee punten in tien minuten! Bij de Hemelse Blauwe Draak, dacht hij, als dit doorgaat is het gebeurd met Pak Hanmin!
Vertrouwen of geen vertrouwen, hij balde zijn handen tot vuisten. Hij kwam naar voren, gaf opdracht zijn eigen aandelen op te kopen. Als hij dat niet deed, zou de koersdaling nog sneller doorgaan. Maar hij had slechts beperkte geldmiddelen en toen hij een blik in zijn notitieboek wierp, zag hij met een wee gevoel in zijn maag dat het aandelenpakket dat hij zojuist had gekocht, tevens het laatste moest zijn.
Zijn ogen werden weer naar het Hang Seng-bord getrokken. Zijn aandelen stonden op dezelfde koers als vijf minuten geleden. Ze waren zeveneneenhalve punt gedaald sinds de opening, sinds het nieuws van Mattias, Kings verhuizing officieel was geworden. Maar nu bleven ze stabiel. Hij zweette. Een slecht teken. Maar hij zou voor geen prijs de linnen zakdoek gebruiken die hij in zijn witte vuist verfrommelde. Bij de Acht Dronken Onsterfelijken, zei Drie Eden Tsun binnensmonds, ik zal mijn vijanden niet laten zien hoe bang ik ben.
Pak Hanmin hield stand. Als dit alles is wat ik vandaag verlies, dacht hij, mag ik in mijn handen knijpen. Ik zal yoss-stokken branden en gebeden zeggen tot mijn voorouders.
Nu kon hij alleen nog maar wachten. Als gevolg van de gedaalde koers waren zijn aandelen kwetsbaar; ze konden gemakkelijk opgekocht worden. Vertrouwen.
En geloof in de yuhn-hyun.
Dat was hetzelfde, als je er goed over nadacht.
Hoewel hij de grootste commerciële tankervloot in particulier bezit ter wereld had, had T.Y. Chung ook veel macht in de bank-en goudwereld; Sawyer and Sons was, nu Mattias, King vertrok, de grootste fabrikant in de Kolonie; Five Star Pacific was het belangrijkste nutsbedrijf. Elk van deze drie zou een reden hebben zich in Pak Hanmin in te kopen. Het zou net iets voor hen zijn om hem op de nek te springen en de resterende aandelen tegen afbraakprijzen in de wacht te slepen, en hem dan, nadat ze de prijs hadden opgedreven, aan te bieden ze voor drie-of viermaal de oorspronkelijke prijs terug te verkopen.
Drie Eden Tsun knarsetandde. Hij wist niet wat hij erger zou vinden: een dalende of stijgende koers. Het zou altijd slecht nieuws zijn. Alleen een lichte schommeling zou goed voor hem zijn.
Om twaalf uur was de koers niet noemenswaard veranderd. Drie Eden Tsun nuttigde thee en koude sesamnoedels op zijn stoel. Hij had de hele ochtend aan de telefoon gehangen, om zaken te regelen die hij onder normale omstandigheden vanuit zijn kajuit geregeld zou hebben. Om kwart over een was de koers een halve punt gestegen. In stilte zegende Drie Eden Tsun zijn goede joss. Al met al had hij het goed aangepakt. Doordat hij meteen zwaar had gekocht waren alle anderen afgeschrikt. Nu bleven ze uit de buurt omdat ze vreesden dat hij aandeel voor aandeel met hen zou meegaan als ze begonnen te kopen. Als hij voldoende aandelen bezat, hoefde hij die van hen niet terug te kopen en bovendien konden zij zich dan nooit een meerderheidsbelang in de maatschappij verwerven. Dat zou economisch zelfmoord voor hen betekenen. Ten minste, als ze zijn bluf geloofden. Hij ontspande zich. Het ergste was voorbij, daar was hij van overtuigd.
Even na half twee rinkelde de telefoon die verbonden was met de Beursvloer. Drie Eden Tsun nam haastig op. 'Iemand heeft zojuist vijftigduizend aandelen Pak Hanmin gekocht,' zei zijn makelaar.
'Wie?' vroeg Drie Eden Tsun. Hij voelde een onheilspellende siddering in zijn ingewanden.
'Dat weet ik niet. Ik probeer erachter te komen.'
'Bel me terug als je een naam weet,' zei Drie Eden Tsun kortaf. Hij smeet de hoorn op de haak. Bij de Geest van de Witte Tijger, zei hij in stilte, laat het eenmalig zijn.
Als een havik loerde hij naar het bord; hij kon niet meer gaan zitten. De notering was niet veranderd. Zijn hart pompte in zijn borst. Het gerinkel van de telefoon sneed door zijn hersenen. Hij schrok, dook op het toestel af. Het plastic gleed door zijn hand. Tot zijn ontsteltenis merkte hij dat zijn handpalm glad was van zweet.
'Ja?'
'Zoeven zijn er weer vijftigduizend gekocht.'
Boeddha! 'Dezelfde bron?'
'Ja.'
O, goden, we hebben ons vergist. Ze komen achter me aan. De haaien ruiken bloed. Ik heb in geen uren gekocht. Nu hebben ze twee tikken uitgedeeld om me uit mijn tent te lokken. Ze vragen zich natuurlijk af of ik voldoende kapitaal heb. 'Wie?' Zijn stem was een droog gekras.
'Dat weten we nog steeds niet, meneer,' zei de makelaar in zijn oor. 'Ze zijn blind gekocht.'
'Zorg datje die naam te weten komt!' zei Drie Eden Tsun kortaf door de lijn.
Op het Hang Seng-bord veranderde de notering. Drie Eden Tsun voelde zijn hart een slag overslaan en hij drukte een gekromde hand tegen zijn borst. Een eventuele toeschouwer zou hebben gemeend dat hij zijn vest rechttrok. Pak Hanmin was twee volle punten gestegen!
Het is begonnen, dacht hij dof. Ze willen zich inkopen, en ik heb niet de macht om hen tegen te houden.
De telefoon begon te rinkelen.
David Oh zat voor de glanzende smaragdgroene computerterminal die hem verbond met het centrale GPR-3700 monster diep in de ingewanden van de Quarry-basis in Washington. Dit netwerk omvatte een beveiligde invoer voor alle soorten gegevens. Door gebruik te maken van zijn reeks toegangscodes kon hij doordringen tot alle niveaus van geheime informatie in de dikke Quarry-dossiers.
Hij was alleen in het kleine, benauwde vertrek. De deur zat op slot vanaf het moment, veertig minuten geleden, dat hij aan de terminal was gaan zitten om de twee vingerafdrukken die hij van de borden in Jakes flat had genomen, in te voeren.
Daarna had hij geheime secties van de Quarry-dossiers doorgewerkt om ze te identificeren. Vrijwel direct had hij een Go Forth-reactie van het systeem gekregen, wat erop duidde dat de identiteit van de twee indringers in Jakes flat ergens in de centrale computer bekend en opgeslagen was. Maar een halfuur van speurwerk in dossiers van bekende vijanden had niets opgeleverd. Terwijl David Oh de mogelijkheden elimineerde, bleef het 'GO F o R T H ' treiterend oplichten op het scherm. Hij had de meest voor de hand liggende KGB-agenten afgewerkt, alle 'georganiseerde' terroristen, dat wil zeggen, leden van de Rode Brigade, Zwarte September, BaaderMeinhof, de Rode Ster, Japanse extremisten. Nu begon hij aan de 'onafhankelijken', de niet-gebonden huurterroristen. Dossier na dossier werd bekeken en verworpen. Niets.
'Verdomme!' zei hij hardop.
Zwijgend antwoordde de terminal met GO F o R T H.
Wat nu nog?
Probeerde KGB-agenten. Niets.
GO FORTH.
Probeerde ontslagen Quarry-agenten, die wellicht een oude wrok koesterden. Niets. GO FORTH.
Er was nog maar één mogelijkheid die hij niet had onderzocht. Hij toetste een toegangscode in en haalde de hele namenlijst naar het scherm, in de overtuiging dat ook dit een dood spoor was. Hij zat al te piekeren over computertaalmethoden om nog dieper in de databank door te dringen toen de lijst verdween, op twee namen na, die trilden op het scherm. FOUND flND MOTCHED, stond er boven aan de terminal.
'Dew neh loh moh,' zei David Oh, terwijl zijn handen automatisch over het toetsenbord vlogen om de bevindingen te checken. Binnen dertig seconden wist hij dat er geen vergissing in het spel was. Hij haalde een hand door zijn haar. Hij droop van het zweet.
Wat de terminal liet zien, was dat de twee mannen die kort na Mariana's vertrek in Jakes flat waren geweest, een eliminatieteam van de Quarry vormden. Deze mannen waren niet gestuurd om vragen te stellen of een boodschap af te geven. Daarvoor waren ze veel te gespecialiseerd. Het waren sluipmoordenaars.
Dat kon maar één ding betekenen: dat de opdracht om Mariana Maroc te elimineren was gegeven vóórdat er vermoedens over haar verraad van Jake en de Quarry waren gerezen. Hoe was dat mogelijk?
David Oh tilde zijn hoofd op, en hoewel hij wist dat hij alleen in een afgesloten vertrek was, kon hij niet nalaten even over zijn schouder te kijken. Voor het eerst in zijn lange carrière voelde hij zich niet veilig in zijn eigen organisatie. Hij voelde zich volkomen naakt, alsof hij weer een kind was.
De tyfoonwaarschuwingen werden ingetrokken toen hij afboog naar het zuidoosten, het water opzwepend in zes meter hoge golven, grijs en trillend onder zijn geweld. Hongkong werd slechts bezocht door een hevige zomerse stortbui. Het licht werd eerst saffierblauw, daarna grijsgroen, een kenmerkende kleur voor de Kolonie in deze tijd van het jaar. De atmosfeer, die al dik was van vochtigheid, werd waterig, zodat het leek alsof men zich onder de golven bevond.
Op de druipende dekken van Drie Eden Tsuns hoge jonk ging de bedrijvigheid ondanks de neerplenzende regen onverminderd door. Benedendeks in Drie Eden Tsuns luxe hut, heerste ook bedrijvigheid. Maar die was geheel anders van karakter. Wanneer Neon Chow aan boord was, schreef zij de wet voor.
Nu boog zij zich over de dijen van haar meester. Haar naakte rug glansde in het vreemde weerkaatste licht. Haar zwarte haar golfde over haar billen. Een paar lokken waren naar voren gevallen en streelden Drie Eden Tsuns knieën.
Zweet bedekte hem als zeewater. Het leek wel alsof hij ermee gezalfd was. Zo was het altijd wanneer Neon Chow zijn heilige lid liefkoosde. Hij kreunde luid toen hij voelde hoe het bovenmate zwol. Wat hield het van haar. Wat verlangde het naar de verlichting die zij eraan zou geven. Traag, delicaat, ja, magisch, gebruikte Neon Chow nagels, vingertoppen, lippen, tong, hete adem, harde tepels, de vochtige kloof tussen haar borsten om hem tot vlak bij het rijk van de wolken en de regen te brengen. Hij genoot van ieder moment; hij voelde zijn hart tegen zijn ribben bonzen, zijn adem hortend en heet achter in zijn keel, met onregelmatige tussenpozen uitgestoten wanneer Neon Chow hem hier of daar een kneepje van haar kunst liet voelen.
Zijn ogen waren dicht. Hij voelde zich ondergedompeld in de hitte van zijn begeerte. Hij drukte zich kreunend op het bed. Hij voelde de zwaarte in zijn dijen en onderbuik. Hij voelde zich te zwaar om te bewegen, te denken, te ademen.
Hij voelde de wolken en de regen naderen en trok Neon Chow zachtjes weg van zijn gezwollen heilige lid. Nu opende hij zijn ogen en dronk haar gestroomlijnde naaktheid in alsof hij haar voor het eerst zo zag. Haar lange benen, haar fantastisch gevormde dijen, zo sterk en toch zo zacht. Haar smalle middel, haar ribbenkast, bekroond met die trillende, fiere borsten. Haar lange hals en fijnbesneden kaaklijn.
Haar ogen smeulden, de oogleden zwaar van de lust. Haar ogen ontstaken de vlam in hem en hij trok haar als een pop omhoog, totdat hij zijn mond in haar kern kon begraven.
Ze slaakte een gilletje bij die aanraking, verstrengelde haar lange vingers in zijn haar terwijl ze haar heupen ritmisch naar voren en achteren duwde. Eerst bewoog ze langzaam, terwijl ze genoot van zijn hete, likkende tong, zijn knabbelende lippen. Ze was kletsnat van verlangen, en terwijl hij steeds dieper in haar doordrong trilde haar bovenlichaam van verwachting. Hij ontlokte extatische kreunen aan haar terwijl hij haar nectar uit haar zoog. Nu hield ze haar bekken onbeweeglijk. Het genot danste door haar heen, deed haar spieren sidderen in onbedwingbare golven. Ze voelde hoe het tij haar opstuwde en ten slotte gaf ze zich er helemaal aan over. In razende begeerte beukte ze haar heupen tegen hem aan en haar haren fladderden achter haar alsof ze zich in het midden van de storm bevond die boven hun hoofden woedde.
Toen kwamen de wolken en de regen en ze snakte naar adem. Daar had Drie Eden Tsun op gewacht. Hij duwde haar weg van zijn mond, over zijn romp, en op zijn heilige lid.
Neon Chow jammerde van verrukking toen hij met één lange, extatische stoot diep in haar doordrong. De warme aanraking was alles wat hij nodig had in zijn opgewonden toestand.
Volkomen omvat door haar intieme vlees voelde hij het begin van de wolken en de regen. Terwijl hij zich in haar uitstortte, trok hij haar tegen zich aan, en hij voelde haar tepels tegen de zijne, voelde het tot in zijn zak met hemelse juwelen.
Ze kusten elkaar nooit voor het vrijen, alleen erna. In de opvatting van Drie Eden Tsun hoorde kussen tot de intiemste handelingen voor minnaars. Het verhoogde en verlengde zijn genot na de razernij van de wolken en de regen.
Neon Chow zuchtte voldaan. Haar vingers streelden zijn wang terwijl hun tongen een nat duel uitvochten.
Zij ging eerder overeind zitten dan hij. Ze legde een paar kussens achter haar rug. Ze stak een sigaret op en stopte hem tussen zijn lippen. Toen stak ze er een voor zichzelf op.
'Zul je Pak Hanmin in handen houden?'
Drie Eden Tsun dacht aan het laatste telefoontje dat hij had ontvangen alvorens de Hang Seng te verlaten. Hij had de stem in zijn oor de loze vennootschappen horen noemen die de kwetsbare Pak Hanmin-aandelen hadden opgekocht.
'Hoeveel macht ik ook heb,' zei hij tegen Neon Chow, 'mijn kapitaal is niet onbeperkt.' Maar dat van Five Star Pacific ook niet. Dat was de grote verrassing geweest. Hij was ervan overtuigd geweest dat de schuldenlast van Five Star Pacific te groot was om zoveel contanten te spenderen aan de aandelenpakketten van Pak Hanmin. Maar de feiten spraken anders. Five Star Pacific bezat alle loze vennootschappen die vandaag zijn aandelen hadden opgekocht. Waar was al dat geld vandaan gekomen? Wat kon de Bron voor ogen hebben gehad toen hij deze idioterie voorstelde?
Neon Chow keek op hem neer. Haar blik gleed over zijn lichaam als een streling. 'Je hebt vast een plan in je hoofd,' zei ze. 'Net als anders.'
'Ik wil Pak Hanmin heel verneukeratief graag houden.' Drie Eden Tsun geneerde zich niet voor zijn bezorgdheid. 'Sun de Aap weet dat ik met dat bedrijf wonderen kan doen. Maar de gwai loh die Five Star Pacific beheersen hebben al te veel gekocht. Dew neh loh moh op alle gwai loh.'
Neon Chow drukte haar sigaret uit. Ze boog haar hoofd voor zijn woorden en legde haar hand op zijn hart. 'Dan is het zoals je zegt.'
Rodger Donovan veranderde de ontmoetingsplaats voor de vergadering van die middag. Dat was verstandig van hem. Door een hittegolf die de hele oostkust van de Verenigde Staten teisterde, was Washington een stoombad. De straten waren klam en propvol toeristen. De fabrieksdampen bleven in de lucht hangen, zodat wolken van roet-en metaaldeeltjes de atmosfeer verpestten. De hele stad leek op een pointillistisch schilderij. Dat was gedeeltelijk de reden dat Donovan de vergadering naar Greystoke had verplaatst. Het grote, koele huis had hem nog nooit zo uitnodigend toegeschenen. Het was ook waar dat Donovan gek was op het oude huis. Buiten de tijd dat hij in Parijs was gestationeerd, waar hij in het Zestiende Arrondissement in een flat in een gebouw van rond de eeuwwisseling woonde, was hij aan de ruimte van Los Angeles gewend geweest. Het was logisch dat hij graag in Greystoke kwam.
Bovendien hing er op de derde verdieping een Seurat. Het was niet dé
Seurat, de Parijse Seurat waar Donovan zo van hield. Maar het was een Seurat en daar ging het om, en zoals al zijn schilderijen fascineerde het Donovan. Hij hield van de manier waarop de kunstenaar je bedotte. Hij zette twee stipjes van verschillende kleuren naast elkaar en je ogen zagen een derde. Het was er en toch was het er niet. In Donovans opvatting was Seurat een goochelaar van de hoogste orde.
Toen Henry Wunderman het blauwe grind van de oprijlaan opreed zag hij tot zijn verbazing maar één andere auto: Donovans grote trots, zijn Corvette uit 1963, die hij uit Californië had meegebracht toen de Quarry hem in dienst genomen had.
Toen Wunderman zijn gedeukte Cougar parkeerde, kwam Donovan het brede houten bordes van het oude huis af. De jongere man had een houding waarvoor Wunderman hem in het geheim benijdde. Waar hij ook was, hij zag er altijd uit alsof hij er thuishoorde. In dat opzicht was hij net een kameleon. Nou ja, hoe kan het ook anders? dacht Wunderman, terwijl hij uitstapte. Rijke familie, goede opvoeding, de beste scholen. Christus, met zo'n achtergrond moet er wel iets van je terechtkomen.
'Waar is de rest van het spul?' vroeg Wunderman.
Donovan wees naar de rozentuin. 'Laten we een eindje gaan lopen.'
Ze slenterden zwijgend over de smalle paden, tussen bloeiende struiken en dikke, harige hommels. De geur was zo sterk dat hij in Wundermans neus prikte. De kleuren waren prachtig.
' Antony zit op Buitenlandse Zaken. Hij luncht met de minister in de Lion d'Or,' zei Donovan.
Wunderman bromde. 'Met dit weer?'
Donovan knikte glimlachend. 'Ja. Het zou mij ook wat te zwaar zijn. De Franse keuken is ook niet best voor Antony's cholesterolspiegel, maar ik ben bang dat hij geen keus had. Het is het favoriete restaurant van de minister. Hij wordt graag gezien, neem ik aan. Omdat Buitenlandse Zaken nog altijd nijdig is vanwege Jake Marocs niet gesanctioneerde inval heeft Antony er maar geen punt van gemaakt.'
Wunderman ging op een stenen bank zitten en veegde met een zakdoek het zweet van zijn gezicht. 'Foei, ik ben blij dat we niet in de stad zijn.'
'Het was mijn idee, deze vergadering.'
Wunderman bespeurde iets in de intonatie van de ander. 'Je bedoelt alleen wij tweeën ?'
Donovan knikte en ging naast hem zitten. 'Ik heb er met Antony over gesproken voordat hij naar zijn lunchafspraak ging. Hij vond het een goed idee.'
'De ijsberg?'
'De ijsberg.' Donovan haalde zijn vingers door zijn dikke blonde haar.
'Nu Stallings dood is, is de ijsberg doorgedrongen tot het hart van de Quarry. Ik maak me zorgen. En terecht. Antony ook, maar je weet hoe hij is. Zijn zorgen om zijn persoonlijke veiligheid worden overschaduwd door zijn bezorgdheid voor de Quarry.'
'Wat wil je daarmee zeggen? Dat het het doel van deze ijsberg is om Antony Beridien te elimineren ?'
Donovans ogen waren staalblauw. 'Kun jij een doeltreffender manier bedenken om de dienst te verlammen?'
Wunderman zat zijn hoofd al te schudden. 'Nee. Het is onmogelijk. Het risico is te groot voor een doel dat op zijn best enig effect op korte termijn zou hebben.'
Donovan stond op. 'Zullen we verder wandelen, Henry ? De laatste tijd word ik nerveus als ik te lang op een plaats blijf.'
Onder het lopen sloeg Wunderman hem scherp gade. 'Je hebt deze vergadering niet verplaatst vanwege de hitte, hè?'
'Niet alleen, vrees ik. Er zijn geheimen aan de computer onttrokken.'
'Door wie?'
'Dat weten we nog niet. Maar het staat vast dat verscheidene programma's zijn geactiveerd en geïnfiltreerd.'
'Hoe diep?'
'Ook dat zoeken we uit,' zei Donovan, en hij voegde eraan toe: 'Er is iets dat Antony me heeft gevraagd met jou af te handelen.'
'En dat is?' De dalende zon scheen in Wundermans ogen, zodat hij zijn gezicht met zijn hand moest afschermen.
'Jake Maroc.' Donovan stapte opzij en Wunderman liet zijn hand zakken. De cicaden maakten een hels kabaal. 'Hij smeert 'm naar Japan. Een compleet KVR-eliminatieteam gaat eraan. Antony heeft er geen idee van wat hij in de zin heeft. David Oh evenmin. En jij?'
'Ik heb ook niets meer van hem gehoord.'
'Volgens Antony kunnen we hem beter reclassificeren.'
Wundermans maag keerde zich om. 'Tot wat?'
'Henry, Antony en ik hebben hier langdurig over gesproken. Ik was niet overtuigd, maar de Uil hield voet bij stuk. Het is mogelijk dat Maroc in het computergeheugen is doorgedrongen. Eerlijk gezegd meent Antony dat dat het geval is. Volgens hem heeft Maroc sinds het Sumchun-incident op de rand gebalanceerd. De dood van zijn vrouw, zo redeneert hij, heeft hem over de rand geduwd. Om je de waarheid te vertellen, ik kan er niets tegen inbrengen. Jij kent Jake Maroc beter dan wij. Wat denk jij?'
Wunderman wenste wel dat hij alles kon weerleggen wat Donovan en Beridien hadden aangevoerd. Maar hij kon het niet. Het was zinloos om zichzelf of een ander voor te houden dat Jake niet was veranderd na zijn terugkeer van Sumchun.
Wunderman herinnerde zich het moment dat hij het bericht van Mariana Marocs dood had gelezen. Het trieste feit was dat zijn eerste gedachte was geweest: Nu zal Jake gek worden.
'De schending van de geheugenbank,' vroeg hij zacht. 'Welke programma's betreft het?'
'KVR-topagenten, Nichiren, lijsten van voormalige Quarry-agenten.'
'KVR-topagenten,' herhaalde Wunderman, terwijl het hart hem in de schoenen zonk. Dat KVR-team was door Jake opgeruimd. Geholpen door de computer.
'Jake heeft het hele KVR-team zelf geëlimineerd. Dat soort roekeloosheid is gevaarlijk. Bovendien is het zonneklaar dat hij gezien moet hebben dat Stallings zijn vrouw doodschoot. Stallings is dood, maar wij, de kern van de Quarry, wij die de beslissing namen, wij die Stallings naar Japan stuurden, zijn niet dood. Wij leven nog.
De Uil denkt dat Maroc van plan is ons te elimineren. Eerst hem, dan ons.'
Wunderman staarde peinzend voor zich uit. 'Als het inderdaad Jake is geweest,' zei hij ten slotte, 'hoe is hij dan aan de informatie gekomen?'
'Is dat geen goeie vraag?' zei Donovan. 'Jij en ik weten allebei welke terminal het dichtst in zijn buurt is.'
'Bureau Hongkong.'
Donovan knikte.
'Dat betekent David Oh.'
'De Uil heeft zijn naam geopperd. Maroc en hij zijn heel goede vrienden, nietwaar?'
'David Oh zou zijn hand voor Jake Maroc in het vuur steken.' O, Christus, dacht Wunderman. Alles stort in. Eerst Jake, en nu gaat zijn hele netwerk achter hem aan. 'Hoe kon dit gebeuren?' vroeg hij zich hardop af.
'Onze architect is generaal Daniëlla Vorkuta, zoals Antony al vermoedde. Het schijnt dat zij Nichiren heeft gebruikt om Maroc in haar macht te krijgen. Nu weten we dat ze daarin geslaagd is.'
'Werkt Nichiren voor de KGB?'
'De bevestiging is vandaag binnengekomen,' zei Donovan. Wunderman zuchtte diep. 'Jakes nieuwe status?'
'De Uil wil het niet doen zonder jouw toestemming. Ik moetje zeggen dat ik er ook zo over denk.'
'Hoe willen jullie hem classificeren?' drong Wunderman aan, wetend hoe het antwoord moest luiden.
'Onkruid.'
Toch moest hij zijn ogen even sluiten. 'Onkruid' betekende dat Jake van nu af buiten de Quarry stond. Bovendien werd hij beschouwd als een gevaar voor de veiligheid. Alle Quarry-agenten zouden opdracht krijgen hem ter ondervraging naar het Movie House te brengen. Als hij zich verzette of als er enige aanwijzing bestond dat hij zou vluchten, moesten ze hem doodschieten.
Wunderman wendde zijn hoofd af. Dat was zijn enige reactie. Donovan knikte. 'Henry, je hebt er niet veel aan, maar het spijt me.'
Daniëlla aan het werk. De model Sovjet-bureaucraat die van de ene vergadering naar de andere liep, betreffende begrotingen, afdelingstaken, bestemmingsplannen; die haar wekelijkse papierberg produceerde, over de inzet van mankrachten, rapportages, missievorderingen, onkostenverslagen, verliezen, menselijke en andere, bij acties; die kopieën van computerprints maakte over velddata, statistische kansen op succes, statusevaluaties, drie-, zes-en twaalfmaandelijkse prognoses, gebaseerd op de specifieke doeleinden van de departementen; die nu vijf kopieën maakte in plaats van vier: twee voor haar eigen dossiers, twee voor Karpov. Een die naar Lantin werd gesmokkeld.
Daniëlla, haar stroblonde haar glanzend van haar werk met de Engelse borstel die Lantin voor haar had gekocht, die een satijnen slipje droeg en een kanten jarretelgordel en dunne zijden kousen onder haar strenge s/uz/ifea-'uniform' van stijve rok en katoenen blouse met hoge hals. Daniëlla die zich ondeugend, ja, hitsig voelde tijdens die saaie, rokerige vergaderingen, of wanneer ze zich over het apparaat boog om haar kopieën te maken. Die zich Yuri's handen voorstelde op haar billen, met vingers die langzaam in de spleet daartussen gleden. Hij had haar een paar Franse, nachtblauwe pumps met hakken van tien centimeter beloofd en tijdens het taakstellingsdebat zat ze zich mijmerend af te vragen wat voor effect die tien centimeters op haar figuur zouden hebben - de welving van haar ribbenkast en buik, de stand van haar borsten. Met een schok voelde ze een warme gloed tussen haar dijen en schoof heen en weer in haar ongemakkelijke stoel, sloeg haar benen over elkaar terwijl de eindeloze vergadering voortkroop.
Bij de lunch met drie andere vrouwelijke s/wzfcfca-officieren vroeg ze zich af wat Yuri met de rapporten deed wanneer hij ze gelezen had. Gaf hij ze door aan iemand anders in het Politburo? Had hij erom gevraagd in opdracht van iemand anders, of uit zichzelf? Waarom? Om een oogje op haar of Karpov te houden?
Het succes van de tussenfase van Maansteen was Karpov naar het hoofd gestegen. Op het bureau sprak hij over niets anders, zeiden de meisjes. Hij repte met geen woord over Lantin of de steun die hij van boven kreeg. Het was Karpov voor en Karpov na. 'Ik had gelijk en nou zien ze 't,' werd een bekend refrein. Lantin had gezegd dat het idee van de marionettenoorlog met China, door gebruik te maken van Vietnam, zijn bijdrage aan Maansteen was geweest. Hij had Daniëlla verteld dat hij die mogelijkheid in Karpovs plan had gezien en had besloten het initiatief te nemen. Maar Karpov beweerde dat alle lof hem toekwam. Hij werd bepaald vervelend. Wat had Lantin in de zin ? Als zij van Karpovs gesnoef had gehoord, was het logisch dat Yuri het ook wist. Hij had er niet met haar over gesproken, maar dat zou haar ook alleen maar verbaasd hebben. Yuri, had ze ontdekt, was opgebouwd uit een reeks facades. Wie geheimen koestert, had hij gezegd, speelt met onherroepelijke gevaren.
Daarmee had hij haar twee dingen willen vertellen: ten eerste, dat het zijn specialiteit was om zijn neus in andermans geheimen te steken; ten tweede, dat hij er zelf geen had. Maar Daniëlla wist dat dat een leugen was. Yuri Lantins geheim lag in zijn fa^ades. Ze begon te vermoeden dat er een heleboel Lantins waren. Zo was ze er bijvoorbeeld van overtuigd dat de Lantin die zij kende niet de Lantin was met wie Karpov bekend was. En de Yuri die zij nu kende was heel anders dan de Yuri aan wie ze op haar kamer was voorgesteld.
Omdat ze abnormaal stil was bij de lunch, begonnen de officieren haar te plagen met haar tamelijk onthutsende nieuwe gewoonten: ze rookte nu Egyptische sigaretten en droeg haar haar los, niet meer in een knoet in haar nek. Deze ideeën had Yuri haar aan de hand gedaan.
Daniëlla luisterde naar hun plagerijen en glimlachte opgewekt. In haar hart minachtte ze deze krengen. Dat was ook nieuw voor haar. Vroeger waren deze vrouwen haar vriendinnen geweest. Voor zover iemand je vriendin kon zijn in de sluzhba.
Daniëlla keek hen eens aan. Net drie kwetterende apen, zoveel onzin kletsten ze. Ze leken even voldaan als grazende koeien in een weiland. Gelukkig en tevreden met hun eigen produktiviteit.
Ze werd er kotsmisselijk van.
Dat kwam ook door Lantin. Het was alsof haar affaire met hem haar tot een punt had gebracht waar ze zich vervreemd voelde van de mensen, gewoonten, plaatsen die ze had gekend en waar ze zich de laatste drie of vier jaar op haar gemak had gevoeld.
Ze verontschuldigde zich en ging naar het toilet. Bij de porseleinen wasbak bukte ze zich en gooide koud water in haar gezicht. Ze hoorde de deur open-en weer dichtgaan, maar ging door met zich te wassen. Ze richtte zich op en droogde haar druipende gezicht en nek af met papier dat op een plankje lag.
'De anderen konden niet begrijpen waarom je nietjezelfwas,' zei Tanya Nazimova. Ze was een dikke, onaantrekkelijke kolonel, een lesbienne, volgens Daniëlla. Ze hield haar hoofd scheef. 'Dat komt doordatje onder observatie staat, hè?'
Daniëlla's hart begon te bonzen, maar ze had de tegenwoordigheid van geest om niet te gaan staren of roepen: wat voor observatie? Zo beheerst mogelijk gooide ze het papier weg. Ze ging voor de spiegel staan en terwijl ze zogenaamd haar haren kamde, gluurde ze naar Tanya Nazimova. Ze had groene ogen, zo fel als van een vogel, en een moedervlek bij haar mondhoek. Net Zsa Zsa Gabor, plaagden ze haar altijd.
'Waarom zou ik me daar druk over maken?' Er bestonden speciale surveillanceteams die verdachte personen observeerden om een overzicht van hun doen en laten te verkrijgen. Daniëlla had er geen idee van waarom zij geobserveerd moest worden, maar dat zou Tanya Nazimova haar wel vertellen.
De andere vrouw haalde haar schouders op. 'Dat hoeft ook niet. Ik dacht alleen datje misschien zenuwachtig was, omdat het van buiten de sluzhba komt.' Ze glimlachte. 'Maar gezien de bron geloof ik inderdaad niet datje je bezorgd hoeft te maken. Yuri Lantin en generaal Karpov zijn nu eenmaal twee handen op een buik. Omdat de opdracht van Lantin afkomstig is, kun je ervan uit gaan dat Karpov er alles van weet. Het is gewoon routine, Daniëlla, dat is alles.'
Nee, idioot wijf! wilde Daniëlla schreeuwen. Het is helemaal geen routine. Waarom laat Lantin me observeren ? En belangrijker nog, waarom heeft Karpov me niet gewaarschuwd?
Daar zat ze later op die dag nog steeds over te piekeren, tussen de telefoongesprekken door met twee van haar veldagenten die problemen hadden. Het leidde haar aandacht af van de komst van het volgende spionagerapport van Medea, dat ze elk ogenblik verwachtte. Vlak voordat ze naar huis ging verscheen Karpov in haar kantoor, en voordat hij wegging had ze haar antwoord. Het was niet het antwoord dat ze had verwacht.
'Wel, kameraad generaal,' zei hij met zijn dreunende basstem, 'u hebt een drukke dag achter de rug, geloof ik. Dit is al de derde keer dat ik op uw verdieping kom.'
Ze glimlachte en wees naar de telefoon. 'U had even kunnen bellen, kameraad.'
Hij hikte of lachte, ze kon niet zeggen wat het was. Hij nam een sigaar.
'Telefoongesprekken missen het pikante van een mondeling contact, vind ik.' Hij zat naar zijn gouden aansteker te kijken. Hij draaide hem om en om in zijn hand, een archeoloog met zijn vondst.
Toen dacht ze dat hij haar zou gaan vertellen van Lantins opdracht tot observatie. Hij was niet hier gekomen om een sigaar te roken. Dat kon hij overal doen.
'Kameraad generaal,' zei hij op de toon die hij aansloeg wanneer de muren oren hadden, 'vandaag kwam uw naam ter sprake tijdens een vergadering van Departement S.' Hij staarde nog steeds naar de aansteker, en nu wist Daniëlla dat hij slecht nieuws kwam brengen. 'Men heeft een tijdlang overwogen u te promoveren naar Departement Twaalf.' Departement Twaalf was rechtstreeks verantwoordelijk voor infiltratie van Engeland. Een hele stap voorwaarts van haar huidige positie. 'Ik vrees dat er een veto over uw promotie is uitgesproken.'
'En dat moest u me komen vertellen.'
Hij keek op. 'U kunt het beter van mij horen dan uit de derde hand, kameraad generaal.'
Dat was gelul, wist Daniëlla. Ze hadden hem opgedragen het haar mee te delen.
'Mag ik de generaal ook vragen waarom?' Ze was opmerkelijk kalm. Karpov stond op. Hij wilde er maar liever niet te diep in betrokken raken. Hij haalde zijn schouders op. Hij had zijn sigaar niet eens aangestoken en de aansteker weer in zijn zak gestopt. 'Die Japanse ramp heeft wellicht een rol gespeeld. Vijf mannen vermoord tijdens een actie.'
'Vier.'
'Een simpele operatie die verknoeid werd.' Karpovs ogen schitterden. Daniëlla kende die blik. Hij genoot hiervan. 'Kwam het door een gebrekkige voorbereiding of een gebrekkige leiding?'
Ze opende haar mond om te zeggen dat het Yuri Lantin was die haar bevelen opzij had geschoven en die een surveillanceteam in een eliminatieteam had veranderd, maar ze sloot hem meteen weer. Zelfs als Karpov haar geloofde - wat twijfelachtig was, want hij had al met Lantin gesmoesd - zou hij haar beslist vragen waar ze die informatie vandaan had. Wat moest ze daarop zeggen? O, het kwam ter sprake toen Yuri Lantin en ik lagen te neuken ?
Hoe dan ook, ze had de kans om zich te verdedigen voorbij laten gaan. Karpov was de deur al uit.
Dit is de druppel die de emmer doet overlopen, dacht Daniëlla. Ik ben hem zat. Haar verachting voor hem was groter dan haar woede, en dat was maar goed ook. Woede was nergens goed voor, maar verachting, had ze gemerkt, was, tenminste in haar geval, een voortreffelijke prikkel om diep na te denken.
Ze begreep wat een idioot Karpov was. Hij stond aan het hoofd van het Eerste Hoofddirectoraat, de grootste en machtigste afdeling in de sluzhba. Als zij in zijn schoenen had gestaan zou ze allang op het Politburo afstevenen. Maar Karpov was daar te dik voor, of te dom. Hoe dan ook, Daniëlla stelde vast dat ze niets meer aan hem had.
Ze bleef een poosje heel stil zitten. Misschien, dacht ze, werd het tijd om Chimera in te schakelen om Valhalla te activeren. Chimera was een geheim dat ze helemaal op eigen houtje in Amerika had gerecruteerd, zonder het aan haar superieuren te rapporteren. Van haar moeder had ze geleerd dat je altijd een troef moest achterhouden. Chimera was van haar; het Valhallaplan was haar laatste wapen in het spel waarvoor de Staat haar had getraind. Wanneer het eenmaal geactiveerd was, wist ze, was er geen terugkeer mogelijk. Dan zou ze haar keus gemaakt hebben. Maar als het slaagde zou ze met roem worden overladen!
Ze voelde haar hart bonzen. Ze veegde een randje zweet van haar bovenlip. Ze had het opeens zo warm dat ze naar buiten moest. Op het Dzjerzjinskiplein liep ze op stijve benen tussen kinderen die achter duiven aanholden. Hun gezichtjes waren zo onschuldig, hun wangen rond als appels, hun lippen rood en kleverig van snoep.
Onbewust drukte Daniëlla met haar vingers op haar buik. Zou ze ooit weten hoe het zou zijn als er een kind in haar groeide? Die gedachte joeg haar angst aan. Het betekende dat ze meer aan een ander zou moeten denken dan aan zichzelf. Ze geloofde niet dat ze dat zou kunnen. Ze wist dat ze zelfzuchtig was; ze begreep alleen niet hoe diep die zelfzucht ging. Door de kinderen kwam ze tot een besluit. In hun gezichten zag ze het verstrijken van de tijd. En ook zag ze een deur op een kier staan, terwijl ze altijd had gedacht dat hij voor haar gesloten zou blijven. Het Politburo. Zonder het te weten had Yuri Lantin die deur op een kier gezet. Nu zou ze Chimera gebruiken om hem helemaal open te duwen. Met een knikje liep ze over het plein. Vier blokken verder vond ze een telefooncel. Hoewel de Russische telefoondienst abominabel was, wilde ze dit aan geen ander communicatiemiddel toevertrouwen.
Het duurde veertien minuten om verbinding te krijgen. Intussen berekende ze de tijd in Washington D.C. Ze schrok van het gerinkel van de telefoon aan de andere kant van de lijn. Amerika. Het gerinkel hield op en een stem zei: 'Hallo?'
'Chimera,' zei ze met stemverheffing, alsof ze tegen een dove sprak, 'je spreekt met je oudtante Martha.' Ze had vaak gewenst dat haar gesprekken met Chimera langer dan negentig seconden per keer konden duren; ze vond het heerlijk om Engels te spreken met een Amerikaan. Maar ze moest zich absoluut aan die negentig seconden houden. Als het langer duurde kon een elektronische scanner het gesprek opvangen en vastleggen, wat dikwijls gebeurde in Moskou. 'Martha Washington.'
'Ja, ik ken u nog wel.'
'Dit is de oproep voor Valhalla.'
'Zou u dat willen herhalen, tante?'
'Valhalla.'
'Ik begrijp het.'
'Ja,' zei ze in de hoorn. 'Dat weet ik.'
Shi Zilin was vermoeid. Toen hij jong was, kon hij de Hemelse Draak nog door de wolken najagen. Nu voelde hij bij elke ademhaling het gewicht van de wereld.
Hij lag naakt en zwetend in de zomerhitte van Peking in een kleine kamer in zijn villa op de acupuncturist te wachten. Nog niet zo lang geleden, herinnerde hij zich, was dit een wekelijkse gebeurtenis geweest. Nu was het een dagelijkse.
De pijn. De pijn.
Liggend op zijn buik, met een witkatoenen lap over zijn heupen, dacht Zilin aan de lange oorlog die hij voor het heil van China had gevoerd. Een Hemelse Bewaker zou deze ouderdom niet mogen voelen. Of deze pijn. Een ware Hemelse Bewaker was onsterfelijk; hij zou telkens weer de grote, goudschubbige draak door de hemel kunnen achtervolgen. Hij kon het niet goed begrijpen. Hij had zich nooit om zijn leeftijd bekommerd. Zijn ren; alleen zijn oogst. De ren vulde zijn gedachten. Zoveel persoonlijkheden met wie hij moest wedijveren, zoveel veranderende situaties waaraan hij zich moest aanpassen, zoveel zielen in de palm van zijn hand.
Gisteravond had hij gehoord van de benoeming van Deng Zhaoguo, een van zijn vijanden uit de door Wu Aiping geleide qun. Deng was het nieuwe hoofd van de propaganda-afdeling van de communistische partij geworden. Onmiddellijk had hij een intensieve campagne aangekondigd tegen het 'geestelijk bederf onder de jeugd van China. Zilin had niet anders verwacht.
Zilin had bezwaar gemaakt bij de premier. Volgens hem was dit een gevaarlijke terugval naar de duistere dagen van de Culturele Revolutie die China van 1966 tot 1976 had verlamd. Hij had aangevoerd dat Dengs reactionaire politiek met hoongelach zou worden ontvangen door juist die landen die China als bondgenoten zocht.
Tevergeefs.
'Mijn persoonlijke mening doet niet ter zake,' had de premier gezegd, 'er staan veel te veel machtige lieden achter Deng Zhaoguo om zelfs maar te overwegen zijn benoeming ongedaan te maken.'
Was dit het land dat hij vijftig jaar lang had willen sturen ? Met welk doel ?
Zodat gevaarlijke dwazen als Deng Zhaoguo de macht konden grijpen?
Misschien, dacht Zilin nu, ben ik wel dwaas.
Hij bewoog op het horen van een gerucht in de kamer. In zijn houding, met zijn hoofd van de deur afgewend, kon hij niet zien wie het was.
'Dokter?' zei hij. Opeens was hij bang.
'Ik ben het, kameraad minister.'
Zilin ontspande zich, toen hij de stem van Zhang Hua herkende. 'Wat breng je voor nieuws, mijn vriend?'
'Five Star Pacific is Pak Hanmin aan het opkopen. Ze hebben al bijna honderdduizend aandelen.'
'Ah,' zei Zilin. 'En dit is nog maar dag één. Dus ons plan heeft gewerkt. Iemand heeft het nieuws van Drie Eden Tsuns bespreking met Peter Ng laten uitlekken.'
'Ongetwijfeld.'
'Is Five Star Pacific de enige?'
'Naar het schijnt niet. Sawyer and Sons doet mee voor dertigduizend; T.Y. Chung voor vijftig.'
'Dat is een grote druk.'
Zhang Hua knikte. 'En het wordt nog erger.'
'Dat moet ook.' Zilin kromp ineen op de tafel toen een pijnscheut door hem heenging. 'De druk moet wurgend worden, anders blijven er meerdere mogelijkheden over: Dat kunnen we niet toestaan.'
'Dat begrijp ik, kameraad minister.'
'Misschien moet je dan nu beginnen.'
'Ja, kameraad minister.' Hij wilde zich verwijderen.
'Zhang Hua ...'
'Ja, kameraad minister.'
'Is er nieuws over Jake Maroc?'
'Op dit moment is hij onderweg naar Hongkong.'
'Haalt Bliss hem af van Kai Tak?'
'Ze is op de hoogte gebracht, kameraad minister.'
'Mooi.' Hij veroorloofde zichzelf een lange zucht.
'Bent u in orde?' Zhang Hua kwam naar hem toe.
'Mariana,' zei Zilin. 'Dat was tragisch.'
' Joss, kameraad minister.'
' Joss, ja.' Met enige moeite draaide Zilin zijn hoofd om. 'Laat haar dood ons eraan herinneren, Zhang Hua, dat niets ooit precies zo gaat als men wil. Het is begonnen met de ontdekking van de fa door de mysterieuze Chimera. Daarna kwamen Jake Marocs inval in O-henro Huis, de dood van Mariana, en Wu Aipings opklimming tot leider van de qun.' Hij zuchtte weer. 'Ik ben bang, mijn vriend, dat ik het contact met de wisselvalligheden van de wereld begin te verliezen. Toen ik jonger was, kon ik al die veranderingen naar mijn hand zetten, en dan was ik nog voorbereid op nieuwe ook. De laatste tijd ben ik voortdurend bezig met familieaangelegenheden.'
'Onder de huidige omstandigheden, kameraad minister, is dat volkomen begrijpelijk.'
'Maar niet vergeeflijk, vrees ik. Als ik nu één fout bega, zo dicht bij het einde, storten we allemaal in de afgrond: jij, ik, China, de Sovjetunie, Amerika. Dat wordt een kettingreactie die niet te stuiten zal zijn. De Sovjets hebben ons te veel in het nauw gedreven; door onze eigen schuld hebben ze een staat van paraatheid bereikt die angstwekkend gevaarlijk is.'
'Er is altijd Kam Sang.'
'Ja. Er zal altijd een Kam Sang zijn, Zhang Hua. Kennelijk heeft de mensheid behoefte aan zulke verschrikkingen die over haar schouder meekijken, om haar te weerhouden de knop der vernietiging in te drukken.'
'Zo zullen de Sovjets er niet over denken.'
'De Sovjets hebben geen keus in de/e zaak, Zhang Hua, dat kan ik je verzekeren.'
'Wu Aiping.' Het was een fluistering.
'Ja. Eerst moeten we onze vijanden hier vernietigen.' Zilin sloot zijn ogen. 'Zorg daarvoor, Zhang Hua.'
'Ja, kameraad minister.'
'Zhang Hua...'
Hij wachtte bij de deur, met zijn hand op de kruk. 'Ja, kameraad minister?'
'Je begrijpt het grote belang van ieder bericht in dit stadium?'
'Ja, dat begrijp ik.'
'Er mogen geen fouten gemaakt worden.'
Zhang Hua verliet de kamer.
Toen hij alleen was, zei Zilin: 'Ik voel Wu Aipings boosaardige aanwezigheid overal. Hij is dichtbij. Heel dichtbij.'
Hij was vervuld van angst. Niet voor zichzelf. Hij vreesde de dood niet. Maar hij wist dat zijn werk nog niet voltooid was. Vijftig jaar was een lange tijd voor een mens om onvermoeibaar voor zijn land te zwoegen. Een lange tijd voor een sterveling. Een oogwenk in termen van de geschiedenis van China.
Hij schoof heen en weer op de tafel, verlangend naar zijn behandeling. De pijn kwelde hem. Hij was er aan gewend. Maar daarom kon men nog wel naar verlichting hunkeren.
Eindelijk hoorde Zilin het zachte geluid van blote voeten op het vloerkleed. Hij voelde de zachte, kundige handen van de acupuncturist op zijn rug, zoekend naar de meridianen.
'Waar is de pijn vandaag het ergst, minister? Hier?' De handen drukten.
'Hier?' En nog eens. 'Hier?'
Zilin kreunde even.
'Ah,' zei de stem. 'Ah, daar.'
Even later voelde Zilin het koude watje met alcohol op drie plaatsen van zijn lichaam: onder in zijn rug, boven zijn linker heupbeen, in zijn linker knieholte.
'Nu.'
Vakkundig drongen de lange, glimmende naalden in zijn vlees. Even later werd de pijn minder. Toen verdween ze helemaal.
Zilin sliep.
Even na zeven uur 's avonds landde Jake op Kai Tak, de luchthaven van Hongkong. Tot zijn verrassing stond Bliss hem op te wachten. Ze bleven tegenover elkaar staan. Ze zei niets. Hij zag de uitdrukking op haar gezicht en herinnerde zich Kamisaka's woorden: Ik hield u voor een marathonloper. Zie ik er echt zo slecht uit? vroeg hij zich af.
'Hij is in Hongkong,' had Kamisaka tegen hem gezegd. 'Dat is alles wat ik u kan vertellen.'
'Waarom?' had hij aangedrongen. 'Waarom is hij daar naar toe?'
'Dat doet hij vaak. Dit jaar al drie of vier keer. Ik weet niet waarom.'
Ondanks alles wat ze had gezegd, ondanks haar uitstraling, was hij nog steeds achterdochtig. Dat zei hij tegen haar.
Haar ogen leken zijn ziel in te drinken. Ze stonden vlak bij elkaar, bij de deur. Het laatste moment voordat hij zou weggaan. Er was niets seksueels tussen hen, maar toch voelde hij een contact. Het verwarde en verbijsterde hem.
'U hebt een fragment van de fu,' zei ze eenvoudig. 'Nichiren heeft er ook een. Ik heb ze allebei gezien. Samen vormen ze de helft van een geheel. Dus jullie beiden zijn aan elkaar gebonden. Jullie kunnen geen vijanden zijn.'
Zo zag je maar weer hoe mensen ernaast konden zitten.
'Een naam,' zei Jake. 'Als je dan niet weet waarom hij naar Hongkong reist, heb je misschien een naam gehoord. Heeft hij nooit van hier naar Hongkong gebeld?'
Er verschenen rimpels op Kamisaka's voorhoofd. Toen knikte ze. 'Ja, ik geloof het wel.'
'Herinner je je niets? Een naam? Een plaats?'
'Het is nog niet zo lang geleden. Eens even denken.' Ze staarde peinzend in de verte. Haar ogen straalden in het vage licht van de usagigoya. Toen ze hem weer aankeek, voelde Jake weer dat vreemde contact als een warme golf in zijn borst.
'Zegt de naam Geduchte Sung u iets?' zei Kamisaka.
'Heb je een voorspoedige reis gehad?' vroeg Bliss nu. Ze waren omringd door het geroezemoes van Kai Tak.
Een zeer Chinese vraag, dacht Jake. Hij antwoordde dienovereenkomstig. 'Ja en nee. Ik heb een vriend gemaakt die machtig is. Dat is altijd voorspoedig. Daar staat tegenover dat ik mijn vrouw heb zien sterven.'
'O, wat verschrikkelijk!' Ze stapte naar hem toe. 'Wat spijt me dat.' Ze kuste hem op zijn wang, drukte hem tegen zich aan alsof hij troost nodig had. Nu was het zijn beurt om niets te zeggen.
'Laat mij je tas dragen.'
'Het gaat wel,' zei hij haastig. Verdedigend. 'Ik ben geen patiënt.'
'Dat bedoelde ik -' Ze schudde haar hoofd, boos op zichzelf. Haar nachtzwarte haar zwaaide in een zware boog weg van haar wangen. 'Het spijt me. Dit is nogal een slechte start.' Ze glimlachte alsof er niets was gebeurd. 'Mijn auto staat buiten.'
Ze nam hem mee naar haar flat. Jake was te moe om een woord van protest te laten horen. Ze bereidde een maaltijd die hij zwijgend verorberde, met korte, snelle bewegingen van zijn eetstokjes.
'Je eet als een Chinees,' zei ze, terwijl ze toekeek hoe hij zich volpropte. Daarna gingen ze naar de woonkamer. Jake liet zich op de sofa vallen. Hij drukte zijn hoofd in de kussens en Bliss haalde cognac. Jake dronk niet. Hij staarde uit het raam naar de schittering van nachtelijk Hongkong. De regenbui had de lucht schoongespoeld, zodat alle lichten fonkelden als juwelen: robijnen, smaragden, saffieren. Diamanten. Terug in Hongkong. Maar Japan hing nog als een vale mist om hem heen. Hij kon zijn herinneringen niet verdrijven. Hij was overmand door grauwheid. Hij voelde iets, zag Bliss' hand op zijn hart.
' Hai ma hai nisiu dong aT zei ze. Zit de pijn daar?
Hij kon haar alleen maar aankijken.
'Wacht even,' zei ze. Even later was ze weer terug. Ze ging naast hem op haar knieën zitten en hij hoorde haar een lucifer aanstrijken. Weldra drong de scherpe geur van een joss-stokje in zijn neus.
'Misschien is het aanmatigend,' zei Bliss, 'maar ik wilde uit respect voor de geest van je vrouw gebeden zeggen.'
'Ze was gwai loh,' zei hij, opnieuw in de verdediging.
'Wat doet dat ertoe ?' Ze zette de gloeiendeyoss-stokjes tussen hen in. 'Een geest is immers een geest?'
Toen begon ze te bidden, een oeroude boeddhistische soetra. Jake leunde weer achterover en luisterde naar de woorden. Langzaam drongen ze tot hem door, totdat hij zich erdoor opgenomen voelde.
Na een poosje opende hij zijn mond en bad met haar mee. En eindelijk voelde hij de tranen op zijn wangen.
Hij dacht dat het stille tranen waren totdat hij zichzelf hoorde snikken. Toen voelde hij zachte armen om zich heen en rook haar parfum. Hij voelde haar warmte tegen zich aan en de troost die daardoor werd overgebracht was op dat moment onuitsprekelijk.
Nog steeds snikkend sloeg hij zijn armen om haar heen en drukte zich dicht tegen haar gouden huid aan.
Het Exxon terminalscherm van de GPR-3700 computer was zwanger van informatie. Maar niet de goede.
COMflflND fiCCESS CODE: GfiRGONTUfi
UNIT fiCCESS CODE: BLIND BOY
RESPONSE: GO FORTH
'Godverdomme!' zei Chimera, terwijl zijn vingers aarzelden boven het toetsenbord. 'Gargantua' was de huidige Quarry toegangscode voor alle bekende KGB-agenten in het omvangrijke Moederdossier. 'Blind Boy' was de huidige code voor de agent die toegang tot de dossiers had gezocht. De codenaam bestond uit negen letters en spaties, wat betekende dat de Quarry-agent deel uitmaakte van Bureau Hongkong.
Maar het was nog veel erger, dacht Chimera, terwijl hij de RETURN-toets indrukte.
COMMflND fiCCESS CODE: LJfiTERSNflKE
UNIT fiCCESS CODE: BLIND BOY
RESPONSE: GO FORTH
Dinsdag-niveau, dacht hij. Georganiseerde terroristen. De tweede letter van het Hongkong-alfabet was die van David Oh.
Opnieuw de RETURN-toets.
COMMOND fiCCESS CODE: HERMES
UNIT fiCCESS CODE: BLIND BOY
RESPONSE: GO FORTH
Woensdag-niveau: zelfstandig opererende huurterroristen.
'Shit!' zei Chimera bij zichzelf. 'Waar zit die klootzak achteraan?'
Vooral de laatste drie letters van de negen baarden hem zorgen. Er waren talloze aanvullende codes in de Quarry-computertaal. De groep B - o - v was de meest veelomvattende toegangscode tot de diepste diepten van de databanken, plaatsen waar meer schaduw heerste dan licht. In feite was het de B - o - v code die Chimera's terminal tot leven had gebracht. Hij had er heel wat uren aan besteed om deze betrekkelijk eenvoudige controle op de strikte geheimhouding binnen de organisatie te perfectioneren.
De RETURN-toets.
COMMfiND fiCCESS CODE: FURIES
UNIT fiCCESS CODE: BLIND BOY
RESPONSE: GO FORTH
Daarna, zag hij, was David Oh de lijst van solitaire KGB-agenten gaan bekijken. Waar moest dit allemaal toe leiden ? vroeg hij zich af. Er was geen terroristische activiteit geweest in de onmiddellijke omgeving van Hongkong. En geen KG B-activiteit waar Daniëlla hem niet al van in kennis had gesteld. Wat dan wel? Het zweet brak hem uit. Was ze ongeduldig geworden? Had ze er een team van haar Chimera-netwerkmensen op uitgestuurd? Had David Oh daar soms lucht van gekregen?
Hij drukte op de toets, zag de toegangscode voor ex-Quarry-agenten oplichten op het scherm. 'Wat nou weer?' vroeg hij zich af. Wat moest David Oh met een lijst van voormalige Quarry-agenten?
RETURN - en zijn mond viel open.
COMMfiND RCCESS CODE: SPHERE
UNIT RCCESS CODE: BLIND BOY
RESPONSE: FOUND RND MflTCHED
'Jezus Christus!' Hij staarde naar de namen van de twee agenten die hij achter Mariana Maroc had aangestuurd. De twee die het hadden verprutst. Found and matchedl Zijn vingers vlogen over het toetsenbord totdat de computer hem duidelijk maakte wat David Oh had gezocht.
'Vingerafdrukken,' prevelde hij. 'De hele flat van Maroc zat onder de vingerafdrukken! Die vervloekte David Oh!'
Hij draaide zich om in zijn stoel, graaide naar de telefoon. Zijn lijn was volledig beveiligd tegen elke vorm van infiltratie. Hij draaide het overzeese nummer.
'Ja?' zei de Taiwanees. Hij had na de eerste bel opgenomen.
'Ik heb je diensten nodig voor een bepaald doel,' zei Chimera.
'Ik ken het doel,' zei de Taiwanees. 'Bij wie moet ik de spullen afleveren ?'
'David Oh.'
Een halve wereld daarvandaan werd er zwijgend opgehangen. Meer hoefde Chimera niet te horen.
Bliss was ademloos van verlangen naar hem.
Ze hoorde het geluid van de douche. In gedachten zag ze het sproeiende water op zijn naakte lichaam. Ze wilde dat zij dat sproeiende water was. Terwijl ze door het raam naar de schitterende lichten keek, deed ze een spelletje met zichzelf. Ze probeerde zich zijn lichaam voor te stellen. Welvende spieren en de schaduwplekken daartussen. Ze had tientallen foto's van hem gezien nadat ze het contact verloren hadden. Ze herinnerde zich nog zijn kinderlichaam, tegen het hare aan. Zijn warmte die nacht op Cheung Chau. Wat had ze die warmte gemist toen hij weg was!
Maar zelfs toen al had ze een taak te vervullen gehad, hoe jong ze ook was. De yuhn-hyun had haar opgedragen ervoor te zorgen dat Jake voor het Ta Chiu-festival naar het visserseiland ging. In die tijd had ze er geen idee van gehad waarom, maar jaren later had Drie Eden Tsun het in twee woorden verklaard.
Fo Saan.
Die was een ander deel van de schijnbaar eindeloze yuhn-hyun geweest. Misschien, had ze gedacht, was daaraan de naam ontleend: de ring. Fo Saan had ook haar getraind. Uit het zicht van Jake, niet op dezelfde manier. Zij moest haar eigen vaardigheden ontwikkelen. Bliss had van Jake gehouden sinds die nacht die ze samen op Cheung Chau hadden doorgebracht. Toen ze ouder werd had ze het afgedaan als een kinderverliefdheid. Misschien omdat het niet bij de yuhn-hyun paste. In die tijd was contact met Jake verboden.
Hij was nooit uit haar gedachten of haar hart geweest, en later, toen Drie Eden Tsun haar de eerste foto van hem had laten zien, smolt ze van binnen. Ze had haar hart aan hem verloren, volkomen en onherroepelijk. Maar toen was Jake al getrouwd.
Nu zat ze op de rand van de sofa en sidderde van verlangen. In haar ooghoek de knetterende joss-stokjes. Zelfs in de dood stond Mariana tussen hen in.
Ze smachtte zo naar hem, ze proefde haar begeerte in haar mond. Zonder hem was het leven een droom. Maar steeds was daar Mariana. Of althans zijn herinneringen aan haar. Bliss' gebeden tot de dode waren geen loos gebaar geweest. Mariana was een deel van Jake; dat betekende dat zij belangrijk voor Bliss was. Haar lichaam mocht ergens in Japan bedolven liggen, maar haar geest leefde eeuwig voort. Dat was iets dat Bliss niet zou vergeten.