Lijden en het einde van het lijden

 

 

Dat alles onderling verbonden is wisten de boeddhisten altijd al en nu bevestigen natuurkundigen het. Niets wat gebeurt is een opzichzelfstaande gebeurtenis, zo lijkt het alleen maar. Hoe meer we een gebeurtenis beoordelen en in een vakje stoppen, des te meer isoleren we haar. De heelheid van het leven versplintert door ons denken. Maar het geheel van het leven heeft deze gebeurtenis voortgebracht. Ze is een onderdeel van het web van onderlinge verbondenheid dat de kosmos vormt.

Dat betekent: wat er ook is kan niet anders zijn.

In de meeste gevallen is het volstrekt onmogelijk te begrijpen welke rol een schijnbaar zinloze gebeurtenis kan hebben binnen de totaliteit van de kosmos, maar het inzien van de onvermijdelijkheid ervan binnen de enorme uitgestrektheid van het geheel kan het begin zijn van een innerlijk aanvaarden van wat is en zo een nieuwe afstemming zijn binnen het geheel van het leven.

Echte vrijheid en het einde van het lijden houden in dat je leeft alsof je helemaal hebt gekozen voor wat je op dit moment voelt of ervaart.

Deze innerlijke afstemming op het Nu is het einde van het lijden.

Image

Image

Is lijden werkelijk nodig? Ja en nee.

Als je niet had geleden zoals je geleden hebt, zou je geen diepte hebben als mens, zou het je ontbreken aan nederigheid en mededogen. Je zou dit nu niet lezen. Lijden breekt de schil van het ego open en dan komt een keer het moment dat het niet meer nodig is.

Lijden is nodig tot je inziet dat het niet nodig is.

Image

Voor ongelukkig zijn is een door het verstand gemaakt ‘ik’ met een verhaal, een conceptuele identiteit nodig. Het heeft tijd nodig – verleden en toekomst. Als je de tijd weghaalt uit je ongelukkig-zijn, wat blijft er dan over? Het ‘zozijn’ van dit moment, dat is wat er overblijft.

Het kan een gevoel zijn van zwaarte, opwinding, gespannenheid, woede of zelfs misselijkheid. Dat is niet ongelukkig-zijn en het is geen persoonlijk probleem. Er is niets persoonlijks aan menselijke pijn. Het is gewoon een intense druk of een intense energie die je ergens in je lichaam voelt. Als je er aandacht aan besteedt, verandert het gevoel niet in denken en daardoor wordt ook het ongelukkige ‘ik’ niet gereactiveerd.

Let eens op wat er gebeurt als je een gevoel gewoon de ruimte geeft om er te zijn.

Image

Veel leed, veel ongelukkig-zijn ontstaat door elke gedachte die in je hoofd opkomt voor de waarheid te houden. Situaties maken je niet ongelukkig. Ze kunnen voor lichamelijke pijn zorgen maar ze maken je niet ongelukkig. Je gedachten maken je ongelukkig. Je interpretaties, de verhalen die je jezelf vertelt maken je ongelukkig.

‘De gedachten die ik op dit moment denk maken me ongelukkig.’ Dat besef doorbreekt je onbewuste identificatie met die gedachten.

Image

Wat een miezerige dag.

Hij had niet het fatsoen me terug te bellen.

Ze heeft me laten zitten.

Kleine verhalen die we onszelf en andere mensen vertellen, vaak in de vorm van een klacht. Ze zijn onbewust ontworpen om ons altijd tekortschietende zelfbesef te versterken door ‘gelijk’ te hebben en iets of iemand anders ‘ongelijk’ te laten hebben. ‘Gelijk hebben’ plaatst ons in een positie van ingebeelde superioriteit en versterkt zo ons verkeerde zelfbesef, het ego. Dat schept ook een bepaald soort vijand: ja, het ego heeft vijanden nodig om zijn grenzen af te bakenen en zelfs het weer kan daarvoor dienen.

Door mentale oordelen uit gewoonte en door emotionele verkramping heb je een gepersonaliseerde, reactieve relatie met mensen en gebeurtenissen in je leven. Dat zijn allemaal vormen van door jezelf geschapen lijden, maar je herkent ze niet als zodanig omdat ze voor het ego bevredigend zijn. Het ego versterkt zichzelf door reactiviteit en conflicten.

Wat zou het leven eenvoudig zijn zonder die verhalen.

Het regent.

Hij heeft niet opgebeld.

Ik was er. Zij niet.

Image

Als je lijdt, als je ongelukkig bent, blijf dan helemaal bij wat Nu is. Ongelukkigheid en problemen kunnen in het Nu niet overleven.

Image

Lijden begint als je een situatie in gedachten een naam geeft of in een vakje stopt als zijnde onwenselijk of slecht. Je ergert je aan een situatie en die ergernis verpersoonlijkt die en roept een reactief ‘ik’ op.

Namen geven en dingen in vakjes stoppen zijn een gewoonte, maar een gewoonte die je kunt doorbreken. Begin het ‘geen namen geven’ met kleine dingen. Als je de trein mist, een kopje laat vallen en breekt of uitglijdt en in de modder terechtkomt, kun je er dan van afzien die ervaring te benoemen als slecht of pijnlijk? Kun je meteen het ‘zo-zijn’ van dat moment aanvaarden?

Iets als slecht benoemen wekt een emotionele verkramping bij je op. Als je het laat zijn zoals het is, zonder het te benoemen, komt er meteen een geweldige kracht tot je beschikking.

De verkramping snijdt je af van die kracht, de kracht van het leven zelf.

Image

Ze aten van de vrucht van de boom van de kennis van goed en kwaad.

Je kunt goed en kwaad overwinnen door op te houden met dingen mentaal als goed of kwaad te benoemen. Als je ophoudt met het uit gewoonte benoemen van dingen, gaat de kracht van het heelal door je heen. Als je een nietreactieve relatie hebt met ervaringen, zou wat je eerder ‘slecht’ zou hebben genoemd zich snel of zelfs meteen ten goede keren door de kracht van het Leven zelf.

Let op wat er gebeurt als je een ervaring niet als ‘slecht’ aanduidt en in plaats daarvan tot een innerlijke aanvaarding, een innerlijk ‘ja’ komt en haar daarom laat zoals ze is.

Hoe je levenssituatie ook is, hoe zou je je voelen als je die helemaal accepteert zoals die nu is – Nu?

Image

Er zijn veel subtiele en minder subtiele vormen van lijden die zo ‘gewoon’ zijn dat we ze gewoonlijk helemaal niet als lijden herkennen en ze zelfs als bevredigend voor het ego ervaren – irritatie, ongeduldigheid, woede, ruziehebben met iets of iemand, wrok, klagen.

Je kunt leren al deze vormen van lijden te herkennen wanneer ze optreden, en weten: op dit moment ben ik in mezelf lijden aan het scheppen.

Als je de gewoonte hebt lijden voor jezelf te scheppen, schep je waarschijnlijk ook lijden voor andere mensen. Met deze onbewuste gedachtepatronen is het gewoonlijk afgelopen als je ze bewust maakt, door je er bewust van te worden als ze optreden.

Je kunt niet bewust zijn en lijden scheppen voor jezelf.

Image

Dat is het wonder: achter elke omstandigheid, persoon of situatie die zich voordoet als ‘slecht’ of ‘kwaad’ is een dieper goed verborgen. Dat diepere goed onthult zich aan je – tegelijk innerlijk en uiterlijk – door de innerlijke aanvaarding van wat is.

‘Verzet je niet tegen het kwaad’ is een van de meest verheven waarheden van de mensheid.

Image

Een gesprek:

Aanvaard wat is.

Ik kan het echt niet. Ik ben hier opgewonden en boos over.

Aanvaard dan wat is.

Aanvaarden dat ik opgewonden en boos ben? Aanvaarden dat ik niet kan aanvaarden?

Ja. Breng aanvaarding in je niet-aanvaarden. Breng overgave in je niet-overgave. En let op wat er dan gebeurt.

Image

Chronische lichamelijke pijn is een van de moeilijkste leraren die je kunt hebben. ‘Verzet baat niet’ is de les ervan.

Niets kan normaler zijn dan onwilligheid om te lijden. Maar toch, als je die onwilligheid los kunt laten en in plaats daarvan de pijn er laat zijn, bemerk je misschien een subtiele afstand tot de pijn, als het ware een ruimte tussen jou en de pijn. Dat betekent bewust, gewillig lijden. Als je bewust lijdt, kan lichamelijke pijn het ego in je snel opbranden omdat het ego grotendeels uit verzet bestaat. Hetzelfde geldt voor een extreme lichamelijke handicap.

Je ‘offert je lijden aan God’ is een andere manier om dat te zeggen.

Image

Je hoeft geen christen te zijn om de diepe universele waarheid te begrijpen die in symbolische vorm vervat is in het beeld van het kruis.

Het kruis is een martelinstrument. Het staat voor de uiterste vorm van lijden, beperking en hulpeloosheid waar een mens mee te maken kan krijgen. Maar dan opeens geeft die mens zich over, lijdt hij gewillig, bewust, uitgedrukt in de woorden: ‘Niet mijn wil maar Uw wil geschiede’. Op dat moment laat het kruis, het martelinstrument, zijn verborgen gezicht zien: het is ook een heilig symbool, een symbool voor het goddelijke.

Dat wat het bestaan van een transcendente dimensie van het leven leek te ontkennen wordt door de overgave een opening naar die dimensie.

Image