Relaties
Wat vormen we ons snel een mening over iemand anders, wat zijn we snel met onze conclusies. Het geeft het ikzuchtige verstand veel bevrediging andere mensen in een vakje te stoppen, hun een begripsmatige identiteit te geven, een rechtvaardig oordeel over hen uit te spreken.
Ieder mens is geconditioneerd om zich op een bepaalde manier te gedragen en op een bepaalde manier te denken – zowel genetisch als door ervaringen uit zijn jeugd en door het milieu waaruit hij afkomstig is.
Dat is niet hoe mensen zijn maar hoe ze ons toeschijnen. Als je een oordeel over iemand uitspreekt, verwar je deze geconditioneerde patronen van je verstand met wie ze zijn. Dat te doen is op zich al een in hoge mate geconditioneerd en onbewust patroon. Je geeft hun een identiteit en die onware identiteit wordt een gevangenis, niet alleen voor de ander maar ook voor jou.
Het laten varen van je oordelen betekent niet dat je niet ziet wat ze doen. Het betekent dat je hun gedrag ziet als een vorm van conditionering, en jij ziet en aanvaardt het als zodanig. Je vormt er geen identiteit mee voor die persoon.
Dat bevrijdt jou en de ander van identificatie met een conditionering, met vorm, met het verstand. Het ego beheerst je relaties dan niet meer.
Zolang je ego je leven beheerst, komen de meeste van je gedachten, emoties en daden voort uit begeerte en angst. In relaties wil je dan iets van de ander of ben je bang voor de ander.
Wat je van de ander wilt kan plezier of materieel gewin zijn, erkenning, lof of aandacht, of een versterking van je zelfbesef door vergelijking en door te bevestigen dat je meer bent, hebt of weet dan de ander. Wat je vreest is dat het omgekeerde wel eens het geval zou kunnen zijn en dat de ander je zelfbesef wel eens zou kunnen verzwakken.
Als je het huidige moment tot het onderwerp van je aandacht maakt – in plaats van het als een middel te gebruiken om een doel te bereiken – laat je het ego en de onbewuste dwang achter je mensen als middel voor een doel te gebruiken, namelijk het behartigen van je eigen belangen ten koste van anderen. Als je je hele aandacht geeft aan met wie je in wisselwerking staat, haal je het verleden en de toekomst uit de relatie, behalve voor praktische doeleinden. Als je helemaal aanwezig bent bij iedereen die je ontmoet, laat je het beeld, de identiteit los die je van hen gemaakt hebt – je interpretatie van wie ze zijn en van wat ze in het verleden deden – en kun je met ze omgaan zonder de ikzuchtige neigingen van begeerte en angst. Aandacht, alerte innerlijke stilte eigenlijk, is de sleutel.
Wat is het wonderbaarlijk wensen en angsten in relaties te overwinnen. Liefde heeft niets nodig en is nergens bang voor.
Als haar verleden jouw verleden was, als haar pijn jouw pijn was, haar bewustzijnsniveau jouw bewustzijnsniveau was, zou je net zo denken en doen als zij. Met dat inzicht komen vergeving, mededogen en vrede.
Het ego hoort dit niet graag omdat het aan kracht verliest als het niet reactief en rechtvaardig meer kan zijn.
Als je wie er ook in de ruimte van Nu komt ontvangt als een waardige gast, als je iedereen zichzelf laat zijn, zullen ze gaan veranderen.
Om een ander mens in zijn wezen te kennen hoef je echt niets over hem of haar te weten – zijn verleden, geschiedenis, verhaal. We verwarren kennis over iemand met een dieper kennen, dat niet begripsmatig is. Weten over en kennen zijn twee totaal verschillende hoedanigheden. De ene heeft te maken met vorm, de ander met het vormloze. De ene werkt door het denken, de andere door innerlijke stilte.
Weten over komt goed van pas in praktische situaties. Op dat niveau kunnen we niet zonder. Maar als overheersende hoedanigheid in een relatie wordt het zeer beperkend, schadelijk zelfs. Gedachten en begrippen scheppen een kunstmatige barrière, een scheiding tussen mensen. Je interacties wortelen dan niet in Zijn maar berusten op verstand. Zonder dergelijke barrières is de liefde vanzelf aanwezig in alle interacties tussen mensen.
De meeste interacties tussen mensen blijven beperkt tot een uitwisseling van woorden – het gebied van het denken. Het is van essentieel belang dat je er wat van de stilte in brengt, vooral in je hechte relaties.
Een relatie kan niet opbloeien als er niet een gevoel van ruimte is dat samengaat met stilte. Ga eens samen mediteren of zoek samen de stilte op in de natuur. Als je gaat wandelen of in de auto of thuis zit, moet je je op je gemak kunnen voelen als je allebei zwijgt. Stilte kun je niet scheppen en hoeft niet geschapen te worden. Je moet gewoon openstaan voor de stilte die er al is maar die gewoonlijk verduisterd wordt door mentale ruis.
Als de ruimtelijke stilte ontbreekt, wordt de relatie beheerst door wat je allemaal denkt en kan zij gemakkelijk in het teken komen te staan van problemen en conflicten. Als er stilte is, kan die alles omvatten.
Echt luisteren is ook een manier om stilte in een relatie te brengen. Als je echt naar iemand luistert, komt de dimensie van de stilte boven en wordt ze een essentieel onderdeel van jullie relatie. Maar echt luisteren kunnen maar weinig mensen. Meestal gaat het grootste deel van de aandacht op aan wat je denkt. In het gunstigste geval beoordelen mensen je woorden of bedenken ze wat ze straks moeten zeggen. Of ze luisteren helemaal niet en gaan gewoon op in hun eigen gedachten.
Echt luisteren gaat veel verder dan auditieve waarneming. Het is het opkomen van alerte aandacht, een ruimte van aanwezigheid waarin de woorden worden ontvangen. De woorden zelf komen op de tweede plaats. Ze kunnen zinvol of onbegrijpelijk zijn. Veel belangrijker dan waar je naar luistert is de daad van het luisteren zelf, de ruimte van bewuste aanwezigheid die ontstaat terwijl je luistert. Die ruimte is een verenigend veld van bewustzijn waarin je de ander ontmoet zonder de scheidende barrières die ontstaan door het denken. En nu is de ander niet meer ‘de ander’. In die ruimte worden jullie verenigd in één bewustzijn, één gewaarworden.
Maak je in je hechte relaties veel en steeds dezelfde drama’s mee? Leiden relatief onbelangrijke meningsverschillen vaak tot heftige ruzies en emotionele pijn?
Aan de wortel daarvan liggen de fundamentele ikzuchtige patronen: de behoefte om gelijk te hebben en natuurlijk dat een ander ongelijk heeft, dat wil zeggen: de identificatie met mentale standpunten. Daarbij komt de behoefte van het ego om periodiek een conflict te hebben met iets of iemand om het gevoel van scheiding tussen ‘ik’ en ‘de ander’, waar het ego voor zijn overleving niet buiten kan, te versterken.
Ook is er de opgehoopte emotionele pijn uit het verleden die jij en ieder mens innerlijk meedragen, zowel je persoonlijke verleden als de collectieve pijn van de mensheid die ver, heel ver teruggaat. Dit ‘pijnlichaam’ is een energieveld in je dat een enkele keer de macht overneemt omdat het meer emotionele pijn moet ervaren om zich mee te voeden en zichzelf weer op te laden. Het probeert je denken te beheersen en het heel negatief te maken. Het houdt van je negatieve gedachten omdat het dezelfde frequentie heeft en zich er zo mee kan voeden. Het lokt ook negatieve emotionele reacties uit bij mensen die je na staan, vooral je partner, om zich te voeden met het drama en de emotionele pijn die daarop volgen.
Hoe kun je jezelf bevrijden van deze diepgewortelde onbewuste identificatie met pijn die zo veel ellende in je leven schept? Word je er bewust van. Besef dat het niet is wie je werkelijk bent en onderken wat het is: oude pijn. Wees er getuige van als het de kop opsteekt bij jezelf of bij je partner. Als je onbewuste identificatie ermee ver-broken is, wanneer je in staat bent het in jezelf waar te nemen, geef je er geen voedsel meer aan en verliest het geleidelijk zijn lading.
De interactie tussen mensen kan een hel zijn. Maar ook een geweldige spirituele oefening.
Als je naar een ander mens kijkt en grote liefde voor hem of haar voelt, of als je peinst over de schoonheid in de natuur en iets in je reageert daar heel sterk op, dan moet je je ogen even dichtdoen en de essentie van die liefde of schoonheid in je voelen, die onlosmakelijk verbonden is met wat je werkelijk bent, met je ware natuur. De uiterlijke vorm is een tijdelijke afspiegeling van wat je innerlijk bent, in je essentie. Dat is de reden waarom liefde en schoonheid je nooit kunnen verlaten, ook als alle uiterlijke vormen dat wel doen.
Wat is je relatie met de wereld van objecten, de ontelbare dingen die je omgeven en waar je elke dag mee te maken hebt? De stoel waar je op zit, de pen, de auto? Zijn ze voor jou slechts een middel om een doel mee te bereiken of erken je soms hun bestaan, hun wezen, ongeacht hoe kort, door ze op te merken en er je aandacht aan te geven? Wanneer je gehecht raakt aan objecten, wanneer je ze gebruikt om je waarde in eigen ogen en in de ogen van anderen te vergroten, kunnen zorgen over dingen makkelijk je leven gaan beheersen. Als je jezelf identificeert met dingen, waardeer je ze niet om wat ze zijn, maar omdat je jezelf in die dingen zoekt.
Als je een voorwerp waardeert zoals het is, wanneer je zijn bestaan erkent zonder dat daar mentale projectie bij komt, is het onmogelijk geen dankbaarheid te voelen voor het bestaan ervan. Je kunt dan ook voelen dat het niet echt onbezield is, dat het zich alleen voor de zintuigen als onbezield voordoet. Natuurkundigen bevestigen dat het op moleculair niveau een pulserend energieveld is.
Door onbaatzuchtige waardering van het rijk der dingen komt de wereld om je heen tot leven op allerlei manieren waarvan je met het verstand nooit ook maar iets zult kunnen begrijpen.
Wanneer je iemand ontmoet, hoe kort ook, erken je dan het wezen van de ander door hem je volle aandacht te geven? Of reduceer je hem tot niet meer dan een middel om een doel te bereiken, slechts een functie of een rol? Wat is de kwaliteit van je relatie met de caissière bij de supermarkt, de bewaker van de parkeerplaats, de monteur, de ‘klant’?
Een moment aandacht is genoeg. Als je naar hem of haar kijkt of luistert, komt er een alerte innerlijke stilte – misschien maar een of twee seconden, misschien langer. Dat is lang genoeg om iets te laten ontstaan dat werkelijker is dan de rollen die we gewoonlijk spelen en waarmee we ons identificeren. Alle rollen maken deel uit van het geconditioneerde bewustzijn dat het verstand is. Maar wat door de handeling van aandacht geven ontstaat is het ongeconditioneerde – wie je in wezen bent onder je naam en vorm. Je handelt dan niet meer op basis van een script maar je wordt echt. Als die dimensie tevoorschijn komt vanuit je binnenste brengt hij die ook in de ander tevoorschijn.
Ten diepste is er natuurlijk geen ander en ontmoet je altijd jezelf.