HOOFDSTUK 9
Zeven dagen later leek het haast onmogelijk dat het zulk slecht weer was geweest, dat het gesneeuwd had en gevroren en dat ze de lammeren hadden moeten redden.
De narcissen stonden in bloei onder de vruchtbomen, die juist begonnen te bloeien, de spreeuwen zochten strootjes en de merels zongen dat het een lieve lust was. Maar het mooiste van alles waren de donzig witte lammeren, die in de groene weiden dartelden.
Bluey en Ben renden rond, ondanks het verschil in leeftijd. Ze konden merkwaardig goed met elkaar opschieten, ze vochten om Elissa’s aandacht, maar grauwden elkaar nooit toe.
Isabel zei: ‘Ik zou nooit afscheid van Ben kunnen nemen, als jij niet hier was, Elissa, maar nu jij er bent, vertrouw ik het wel.’
Logan en Elissa wisselden een verbaasde blik. Isabel was zeker vergeten dat ze gelijktijdig zouden vertrekken. Gelukkig zeiden ze niets. Toen Isabel weg was, zei Logan nadenkend: ‘Ben zal zich erg ongelukkig voelen, als jij weg bent.’ Toen ze niet antwoordde, voegde hij er aan toe: ‘Dat verhaal komt zeker uit Isabels onderbewustzijn. Ze vindt dat jij hier thuis hoort.’
‘O, daar gaat de telefoon, geloof ik,’ zei Elissa en ze rende naar binnen.
Later liepen ze naar Dingle Dell, achter de boomgaard, waar lang geleden een Schotse bruid jonge bomen had geplant, die nu vol in het blad stonden. Eronder had Elissa’s moeder de bolletjes van de scilla in de grond gestopt, die ze van een nichtje uit Engeland had gekregen.
Daar waren ze: een stuk blauw alsof dat uit de lucht was komen vallen. Logan, die een lam op zijn arm droeg, zag haar op de helling naar de scilla’s kijken. ‘Dat zie je hier niet vaak, hè?’
‘Die heeft mijn moeder geplant. Ze heeft ze maar één keer in bloei gezien.’
Hij keek op. ‘Het licht is precies goed. Ik zal dit dier in de schuur zetten en mijn camera halen. Dat kun je haar er een foto van sturen. Of moet ik zeggen: voor haar meenemen?’
Op dat laatste gaf ze geen antwoord, ze zei alleen: ‘Dat zal moeder erg leuk vinden. Zoals je daar aan kwamen lopen, leek je net de eerste Airlie hier, met dat lam op je arm en die stok in je hand.’
Hij lachte. ‘Ja, vreemd hè?’
‘Logan, ik wil je niet van het fotograferen afhouden. Ik wil hier erg graag een foto van hebben. Je kunt me die nasturen als je filmpje niet tijdig vol is.’
‘Kun je alles klaar krijgen wat je met Rupert hebt afgesproken? Is het misschien nodig dat je langer blijft?’
‘Nee, als Sue wil dat ik de kinderen meeneem, ga ik terug naar Engeland. Ik heb haar dat beloofd en het betekent een enorme besparing voor hen, als ik dat kan doen. Bovendien ben ik de laatste dagen goed opgeschoten, ik heb heel wat bestellingen per telefoon gedaan. Dat was me nooit gelukt, als Stacey me niet in het huishouden had vervangen.’
‘Ja, maar...’ begon hij, maar daar liet hij het bij, hij ging zijn fototoestel halen. Elissa besloot niet te wachten tot hij terugkwam.
Na de lunch zou Olaf naar de stad gaan om een paar dingen te halen, die ze voor de farm besteld hadden. Ze wilden er niet op wachten tot de volgende boot. Hij nam Stacey mee. Elissa ging met Logan naar de stal, waar een paar ooien stonden, die hun eigen lam kwijt waren. Met veel moeite haalden ze de schapen over, moederloze lammeren te adopteren. Daarna gingen ze naar binnen. Elissa wilde afwassen en hoorde na een poosje dat Logan stond te telefoneren. Ze hoorde hem zeggen: ‘Welbedankt, Sue, dat je me wilt helpen. Ik doe mijn best en ik hoop dat het goed afloopt. Ik zal ervoor zorgen dat het je geen geld kost. Dag, hoor.’
Voorzichtig deed ze de deur dicht. Misschien wilde hij niet dat ze meeluisterde. Wat had hij bedoeld? En wat mocht zijn zuster geen geld kosten? Nee, ze moest niet zo nieuwsgierig zijn. Hij had gisteren een brief van zijn moeder gekregen, misschien wilde hij Sue vragen iets voor hem te kopen in Engeland.
Op dat moment ging de telefoon weer. Logan kwam haar halen.
‘Je moeder aan de telefoon, Elissa, uit Canada. Neem het toestel in het kantoor maar, daar kun je niet gestoord worden. Ik hoop dat ze je niet vraagt om eerder daar te komen. Ik heb liever dat je Rupert eerst hier treft, om alles te bespreken.’
Elissa straalde, ze vond het heerlijk om haar moeder te horen, al was het dan per telefoon. Logan hoorde hoe ze eerst bijna stotterde van opwinding, maar toen werd haar stem rustiger; ze had zeker bedacht dat dit gesprek een heleboel geld kostte.
Meg Montgomery begon: ‘Rupert Airlie heeft me vandaag opgebeld en hij zei dat hij zich schuldig voelde, omdat hij jou nog in Nieuw-Zeeland houdt, zodat je niet bij mij kunt zijn. Maar hij zei dat ik wel uit je brieven gehoord zou hebben, dat je met het lammeren had geholpen, waardoor je achter zou zijn met het eigenlijke werk. Ik mag je op zijn kosten opbellen om te zeggen dat ik nog een paar weken hier blijf. Jij mag daar in geen geval vertrekken voor hij thuiskomt.
‘Wat aardig van hem, hè, en goed bedacht, want nu kunnen wij meteen even babbelen. Ik vind dus dat je daar minstens nog een maand of zes moet blijven. Het is gek, Elissa, maar hij is er bijzonder op gesteld dat het torentje opgeknapt wordt, de rest van het huis vindt hij niet zo belangrijk. Hij moet wel erg op zijn moeder gesteld zijn, want zij had daar haar kamer. Zijn eigen vrouw gebruikte het als rommelkamer en als speelkamer voor de kinderen. Heb jij, tussen twee haakjes, al iets van Judith en Elspeth gehoord? Jammer dat ze allebei met boeren van het Noord Eiland zijn getrouwd, anders hadden ze je misschien op kunnen zoeken. Het zijn zulke aardige meisjes. Ze kunnen natuurlijk alleen weg in de vakantie.
‘O ja, die kamer in het torentje. Rupert zegt dat je niet moet vergeten dat hij dat kleine bureau uit zijn kamer daar neer wil zetten. Ja. Ja, het zal misschien een beetje beschadigd zijn, maar het was een mooi ding. Hij heeft me verteld dat hij iets van mij in Airlie House heeft gevonden, maar hij wilde niet vertellen wat. Hij vindt het leuk om er geheimzinnig over te doen, denk ik, iets wat met oude papieren te maken heeft, die hij heeft uitgezocht. Hij had het mee willen nemen naar Engeland, maar hij vergat het. Hij heeft het in een geheime la gelegd, in het schrijfbureau.
‘Hij wil dat jij het voor me meeneemt als je hier komt. Je moet de bovenste la er uit trekken en je hand naar binnen steken. Dan voel je een uitholling. Als je daarop duwt, komt de geheime la naar voren. Je kunt direkt zien wat voor mij is, zegt hij. Ik word er nieuwsgierig van. ’ Ze praatten nog wat en namen toen afscheid.
Elissa vroeg Logan mee te gaan om de geheime la te zoeken. ‘Misschien is het niet voor mijn ogen bestemd. Als je het gevonden hebt, roep me dan maar.’
Ze schudde het hoofd. ‘Nee, ik vind dat jij erbij moet zijn. Er liggen kennelijk ook familiepapieren. Als jij erop toekijkt dat ik verder nergens aankom, voel ik me beschermd.’
‘Goed dan.’ Hij lachte.
Ze gingen naar het bureau en Logan zei: ‘Jij hebt verstand van antiek, probeer jij het eerst.’ Hij trok de la open.
Elissa haalde vrijwel direkt een ondiepe la te voorschijn, met metaal bekleed en vol vergeelde papieren. Logan keek ze door. ‘Die lijken te oud om van je moeder te zijn. Of dit misschien? Dat ziet er nieuwer uit.’
Het was een stuk dik blauw schrijfpapier met een vergulde rand. Elissa zei: ‘Dat is het natuurlijk. Ik herinner me dat Donsie moeder daar een doos van kado deed met Kerstmis. Ze gebruikte het alleen voor bijzondere brieven. O!’
Logan boog zich over haar heen om mee te kijken, ze voelde zijn schouder tegen zich aan. Elissa slikte en zei: ‘Dat is moeders handschrift. Ze heeft heel wat gedichten geschreven, veel ervan zijn gepubliceerd. Maar dit heb ik nog nooit gezien.’
Logan legde zijn hand op de hare. Zwijgend lazen ze. De titel was: Klaaglied om Angus.
Het voorjaar komt... en mijn hart vult zich met blijdschap, hoewel jij, van wie ik houd, van de aarde bent weggegaan.
Er is nu niemand om bij me te komen met voorjaarsbloemen.
Ze lazen het gedicht helemaal uit en toen Elissa de laatste woorden las, snikte ze even. Logan draaide haar naar zich toe, legde zijn hand achter haar hoofd, en drukte haar gezicht in de holte van zijn schouder.
Het beste meegevoel dat er is... woordeloos meegevoel. Hij bleef haar vasthouden tot ze niet meer beefde van de tranen, die ze wilde onderdrukken. Hij wachtte tot ze iets zou zeggen en dat was verstandig van hem. Ze draaide haar gezicht opzij, maar klemde zich aan hem vast.
Haar stem beefde. ‘Nu zie je maar weer hoe weinig jonge kinderen van het leven van volwassenen weten. Als moeder dat geschreven heeft toen ze hier was, dan was dat toch een hele tijd nadat mijn vader overleed. Ik dacht toen, als kind, dat ze eroverheen was. Ze was zo vrolijk en blij en iedereen genoot daarvan.’
Logan zei langzaam: ‘Ze heeft dat gedicht misschien geschreven omdat dat haar verlangen dragelijker maakte, het hoorde bij het helingsproces. Maar je hebt gelijk, Elissa. We weten niets van dat soort verlangen. In een goed huwelijk en het huwelijk van je ouders moet je als goed beschouwen - moet het iets verschrikkelijks zijn, als de dood een van beiden wegneemt. Je bent alles voor elkaar, de ander is er altijd, dag en nacht.’
‘Ik heb tante Claudia eens horen zeggen dat het het allerergste was, wanneer ze wakker werd en haar hand uitstak en Dennis was er niet. En ze zei: “en dan te denken dat ik veertig jaar lang zo zelfstandig ben geweest. Maar je kunt niet terug. Er zijn wel dingen die het een beetje goedmaken en soms kun je weer van het leven genieten, maar het is niet meer dan een schaduw van eerst!”
‘Sommigen kunnen de eenzaamheid van de nachten beter aan dan anderen. Degenen die het niet kunnen, moeten we proberen te begrijpen,’ voegde Logan daar aan toe.
Misschien dacht hij aan iemand die het niet kon, ze wilde er niet naar vragen. Plotseling maakte ze zich los uit zijn armen. ‘Logan, welbedankt voor.. . hiervoor. Laten we de papieren weer opbergen. Ik ben blij dat moeder zei dat ik het niet moest opsturen. Ik zal haar vertellen dat het een erg mooi gedicht was op mijn vader en dat ik het hier zal bewaren tot ik het voor haar mee kan brengen.’
Logan liet iets horen dat op protest leek.
‘Ben je het daarmee eens, Logan?’
‘Natuurlijk kun je haar dit vast vertellen. Elissa, ik heb jou nodig als getuige. Toen ik die papieren doorbladerde, zag ik de naam van mijn voorvader, van Torquil. Mijn vader heeft nog wat brieven van hem, die heeft hij goed bewaard omdat ze te maken hebben met de mijnen aan de kust en ook met de interessante periode toen Dick Seddon eerste minister was. Ik wil die papieren nog even bekijken.’ ‘Natuurlijk, dat begrijp ik. Je hoeft mij er niets over te vertellen, als je dat niet wilt.’ Ze ging een paar passen opzij.
Hij legde alle papieren op het bureau en na wat zoeken, vond hij wat hij zocht. Hij keek naar de ondertekening. ‘Deze is geschreven door Walter Airlie en is gericht aan Torquil. Hoe komt die brief nu toch hier?’ Hij draaide hem om. ‘O, nu begrijp ik het. Walter heeft hem naar de prijzen gevraagd aan de West Kust en Torquil heeft blijkbaar gewoon het antwoord ingevuld en de brief teruggestuurd. Luister Elissa:
‘Beste Torquil,
Je brief van de vijfentwintigste november ontvangen. Ik was er blij mee, maar ik wil in geen geval dat je het geld terugbetaalt dat ik op je bankrekening heb gestort. Dat was een zakelijke transaktie en ik heb er nooit iets voor terugverwacht, maar toen werd er plotseling nog meer goud gevonden. Jij was te trots om geld te lenen om je eigen zaak te beginnen en daarom kocht ik de claim van je. Dat was een gebaar om je trots niet te kwetsen. Destijds kreeg ik een goede prijs voor de wol en de boter. Jij hebt heel wat uren meegeholpen, toen we hier magere jaren beleefden, en toen was je tevreden met alleen kost en inwoning.
Toen ze die goudader eindelijk vonden, ook in jouw claim, heb ik die nooit als van mij beschouwd.
Onze vriendschap is belangrijk voor jou en mij, je hebt voor me gewerkt zonder salaris te krijgen en dat heeft me toen door een moeilijke tijd heen geholpen. En onze vriendschap heeft het overleefd dat we zover uit elkaar wonen, maar zal het niet overleven, als je niet wil aanvaarden wat je rechtens toekomt.’
Met Katherine gaat het goed en ze zendt de groeten voor Marguerite. Ze is blij te horen dat de kleine Caroline flink groeit en binnenkort een broertje of zusje zal krijgen. Laat me weten hoe de baby heet, dan zal ik ter ere van het kind nog een lindeboom planten. Het is een aardig idee dat de bomen voor jouw en mijn kinderen hier nog zullen staan, als wij tot stof zijn vergaan. Ludwig Klausner maakt voor elke boom een metalen plaatje. Als ze groot zijn, wordt het een prachtige lindenallee.’
In één beweging draaiden Logan en Elissa zich om, zodat ze de rivier en de lindenlaan konden zien. Ze wisten dat het plaatje op de boom naast die van Caroline, de naam droeg van Walter Airlie MacCorquodale.
Elissa straalde. ‘Wat een dag! Eerst moeders stem door de telefoon en toen dat gedicht. Al was het treurig, er spreekt toch ook een geweldige liefde uit. En nu zal Stacey beslist niet langer kunnen zeuren over dat geld.’ Plotseling zweeg ze. Hij en Stacey hadden zich verzoend!
Hij haalde zijn schouders op. ‘Wat ze ook zei, ik zou Rupert nooit gevraagd hebben om dat geld. Hij is altijd erg goed voor me geweest. Maar ik was bang dat Stacey er tegen hem over zou beginnen. Ik ben blij dat ik haar dit kan laten zien.’
Elissa zei snel: ‘Maar niet waar iedereen bij is. De meeste mensen vinden het niet prettig om ongelijk te krijgen. En ze heeft gewerkt als een paard onder omstandigheden, die heel ongewoon zijn voor haar. ’ Hij grinnikte. ‘Als je niet kwaad bent, kun je erg verdraagzaam zijn. Maar maak je geen zorgen, er komt geen scène van.’
‘Ik moet Trudi bellen,’ zei Elissa. ‘Ik heb beloofd dat ik haar op zou zoeken. Als Olaf naar de stad gaat, kan ik misschien met hem meerijden. Trudi zei dat ze Theresa ook voor de lunch zal vragen, met haar beide kinderen. Haar man, Murdoch, is direkteur van de middelbare school, het lijkt me erg leuk om iedereen weer te zien. Ik verheug me al op het schoolbal.’
Logan zei langzaam: ‘Je kunt geen betere partner wensen dan Olaf, hij danst uitstekend. Andere dingen doet hij trouwens ook erg goed, dus laat je hoofd niet door hem op hol brengen, kleine meid.’ Elissa knipperde met haar ogen. ‘Kleine meid? Ik? Erg aardig van je, Logan, maar maak je geen zorgen, ik ben wel wat gewend.’ Ze keek op haar horloge. ‘Ik moet gaan koken.’
Toen Stacey die avond met Olaf terugkwam, hoorde Elissa hoe Logan haar vroeg wat er aan de hand was. Ze wisten niet dat Elissa in de keuken ernaast was. Ze wilde iets tegen hen roepen, maar zweeg, toen Stacey zei: ‘O Logan, het was veel erger dan ik dacht. Ik lijk wel gek.’
Logan zei troostend: ‘Je moet proberen eroverheen te komen, Stacey. Drie maanden geleden zou ik niet gedacht hebben dat je dat zou lukken, maar nu geloof ik dat je het kunt. En heus, je bent hier in huis een geweldige hulp geweest. Vorig jaar om deze tijd, had je dit soort leven niet aangekund. En nu heb je bewezen van wel. Zelfs tante Claudia heeft respekt voor je en je weet hoe zij ertegen was.’
Stacey zei treurig: ‘Ja, respekt wel. Maar geen liefde, die voelt ze voor Elissa.’
Elissa voelde zich schuldig.
Logan was tenminste eerlijk tegen haar. ‘Dat is waar, maar zij lijken op elkaar. Stacey, ik kan nu met je praten, vroeger niet. We weten niet wat de toekomst ons zal brengen. Als we een jaar verder zijn, zul je je misschien afvragen waar je je zo druk over gemaakt hebt. Dan zal je leven met andere dingen gevuld zijn. Doe je best, meisje. Het duurt niet lang meer of we gaan naar dat bal en daarna zul je er anders over denken. Wie weet, misschien vermaak je je daar wel.’
Stacey zei zacht iets, Logan antwoordde en toen bleef het stil. Elissa dacht dat hij haar troostte. Hierna hoorde ze hen de kamer uitgaan, ze begreep er niets van. Ze wist eigenlijk niet veel over hun relatie. Het leek wel of Logan Stacey op de proef had gesteld. Misschien was die proeftijd nu bijna voorbij.
Ze moest opschieten met haar werk voor het torentje. Over drie dagen zouden ze de vloerbedekking komen leggen en ze moest de stalen voor de rest van het huis aanvragen.
Het bal kwam steeds dichterbij. Olaf was er trots op dat hij er met Elissa heen zou gaan, maar Logan zei tegen haar: ‘Op de dansvloer zal het wemelen van zijn vroegere vriendinnetjes, die kijken dan allemaal naar jou. Heel amusant.’
IJzig zei ze: ‘Maar niet voor mij. Ik ben niet het soort meisje dat van zo’n verovering geniet. Hij is gewoon de man met wie ik naar het bal ga.’
‘Wacht maar tot je hem mooi aangekleed ziet. Het is maar goed dat we er met een groep naar toe gaan, anders zou je misschien toegeven aan zijn fatale aantrekkingskracht.’
Olaf kwam op dat moment net binnen, hij had hen gehoord en zei:
‘Je bent niet op de hoogte. Als ik een meisje mee uitneem, ga ik alleen met haar uit. Volgende week krijg ik mijn nieuwe auto, een pracht exemplaar. Ga jij maar naar huis in je eigen wagen met Stacey, ik breng mijn partner zelf thuis.’
Elissa voelde zich gevleid. Logan vond dit laatste kennelijk minder leuk en dat merkte ze wel. Ze was Olaf dankbaar, hij was een gezellige vent, die soms gekke dingen deed, maar hij was een goede kameraad. Op deze manier kon ze haar gevoelens voor Logan verbergen.
De volgende dag ging ze op bezoek bij Trudi. Olaf kwam haar heel vroeg halen, maar hij bleef een nacht over in Ludwigtown en zij zou teruggaan met de boot van half drie. Maar later belde Logan op om te zeggen dat hij met de Campions van Twin Hill meeging naar Ludwigtown om zijn eigen boot op te pikken, die gerepareerd werd. ‘Op die manier kun jij langer bij Trudi blijven. Ik kom je om vier uur halen.’ Elissa genoot van het bezoek. De kinderen van Theresa waren aardig en ze praatte gezellig met Trudi. Trudi vertelde over Meg Montgomery. ‘Wij vonden het ook jammer dat je moeder destijds naar Engeland ging. Ze hoorde er hier echt bij. Die arme Rupert was er zo van onder de indruk, dat ik medelijden met hem kreeg. Door haar was hij begonnen weer van het leven te genieten en hij wist niet wat hij moest beginnen, nadat ze weg was. Ik geloof dat hij met haar wilde trouwen. Iedereen dacht dat het ideaal zou zijn, maar misschien wilde ze geen andere man dan Angus. Vreemd dat Meg ons nooit geschreven heeft, maar ik neem het haar niet kwalijk, hoor. Ze had er natuurlijk een reden voor.’
Elissa zweeg. Het leek wel of er iets geheimzinnigs om dat vertrek van haar moeder hing. Als ze haar weer sprak, zou ze het haar gewoon vragen.
Logan verscheen eerder dan ze verwachtten. Het was heel gezellig, zoals ze bij elkaar zaten. Elissa had het gevoel alsof er een last van haar schouders viel. Dat kwam natuurlijk doordat Stacey er niet bij was. Eindelijk kwam ook Murdoch Gunn binnen.
Theresa zei: ‘Hij komt nu al veertien dagen zo laat thuis. Hij heeft het erg druk, want er zijn telkens besprekingen met iemand van de regering, ene Peter Beaconsfield.’
Murdoch keek naar Theresa. ‘Dat is voor jou ook extra werk, want hij eet vaak bij ons.’
‘Heeft hij zijn vrouw niet meegebracht?’ vroeg Logan.
Theresa en Murdoch waren verbaasd. ‘Peter? Nee, die is niet getrouwd.’
Murdoch ging over op een ander onderwerp. ‘Ik heb gehoord dat jullie allemaal op het bal komen. Dat komt goed uit, want we hebben geld nodig.’
Theresa zei: ‘Murdo, wat ben je toch steeds over geld bezig. Komen jullie met de boot, Logan? Ik vind het altijd zo romantisch en ouderwets om de verlichte boten naar Ludwigtown te zien varen, als er hier iets te doen is.’
‘Nee, het zou wel aardig voor Elissa geweest zijn, maar ik wist niet of de Kingfisher op tijd klaar zou zijn. En Olaf zou er niets voor voelen; toen ik voorstelde met zijn allen in een auto te gaan, vond hij dat helemaal niet leuk. Hij gaat met Elissa naar het bal. Trudi, als de torenkamer klaar is, kom ik je halen, dan kun je Elissa’s werk bewonderen. Het wordt erg mooi.’
Trudi’s ogen straalden. ‘Wat zal Rupert daar blij om zijn. Ik kan me voorstellen dat hij vond dat het weer net zo gezellig moest worden als in de tijd van zijn moeder. Van die torenkamer maakte Letitia een soort toevlucht. Als je daar uitkeek op het meer, voelde je je boven je zorgen verheven. Dat hebben we op zijn tijd allemaal nodig. Letty was een prachtvrouw. Toen James met haar trouwde, was ze een meisje uit de stad, maar uiteindelijk hield ze net zoveel van het meer en de bergen als hij.’
Elissa voelde een steek van jaloezie, een ongewone ervaring voor haar. Stacey was degene die zou bewijzen dat zoiets in deze tijd ook mogelijk was. Ze stonden op om te vertrekken.
Toen Trudi Elissa een afscheidskus gaf, zei ze: ‘Doe de groeten van mij aan je moeder, als je haar weer schrijft. De afstand tot Canada is niet zo groot meer, waarom zou ze me niet komen opzoeken voor jij teruggaat? Als je beslist terug wilt. Ze kan hier logeren, als ze zichzelf niet op Airlie House wil uitnodigen.’
Elissa lachte en zei: ‘Ik zal de boodschap overbrengen, maar ik geloof dat ze bij tante Jean wil blijven tot ik daar kom.’
‘Vraag het toch maar,’ zei Logan, ‘misschien verandert ze nog van gedachten.’
De Kingfisher lag klaar, Logan ging op een liefderijke en kundige manier met zijn boot om.
‘Zeg Logan, je doet me aan die kapitein denken, met wie moeder en ik naar Skye zijn gevaren,’ merkte Elissa op.
Hij lachte haar toe. ‘Ik ben op de boot in mijn element. Ik zou me nooit gelukkig voelen op een farm in het buitenland, waar je ver van de grote meren bent.’
Bezorgd zei ze: ‘En hoe denk je dan over een farm dichtbij zee? In Nieuw-Zeeland liggen de farms langs de kust altijd in de buurt van de steden, omdat vooral op het Zuider Eiland, de wegen langs de kust lopen. Op die manier zou je die twee dingen kunnen kombineren.’
Hij keek haar verbaasd aan. ‘Nee, mijn wereld ligt hier. Jij past trouwens precies in het beeld van die kapitein in Schotland, met je tartan rok.’
Ze keek naar de blauwe tartan. ‘Dit is er een van de Montgomery’s en die hoorden thuis in de Laaglanden.’
‘Hier passen die kleuren juist goed. En die gebreide sweater staat je uitstekend. Jammer dat we op deze boot geen boegbeeld kunnen gebruiken, jij zou daar prachtig voor zijn, met die lijn van je kin en je volle boezem.’
‘Je lijkt wel mal, Logan.’ Elissa lachte. ‘Maar het is heel goed voor mijn ego.’
‘Jij hebt dat toch zeker niet nodig?’
‘Waarom niet? Ik was vroeger een kind met spriethaar en sproeten en dat ben ik nog.’
‘Je moet nodig zeggen dat ik gek ben. Jij zou moeten weten dat je meer dan een klassieke schoonheid bent.’
Hij lachte weer, want nu keek ze werkelijk stomverbaasd. ‘Elissa, laten we nog niet naar huis gaan. Het is al een hele tijd geleden dat ik het roer van de boot in mijn handen had.’
Ze maakten cirkels en draaiden op het water tot Elissa het gevoel had dat ze er als vogels boven zweefden. ‘Die eerste avond toen je in de keuken kwam in die peignoir van mijn moeder, toen keek ik echt van je op. Een half uur ervoor zag je er nog uit als een verdronken katje en plotseling was je een knappe vrouw. Ik wilde het je toen al zeggen, maar ik dacht dat ik dat niet kon maken.’
Ze lachte. ‘Wat een onzin, ik zag eruit als een gekookte kreeft doordat het badwater zo heet was, mijn haar hing in rare strengetjes van de stoom en ik voelde me echt een verdronken kat.’
‘Maar die kleur stond je goed. Hoe noem je dat?’ ‘Abrikooskleurig. Dat kan iemand met mijn haar nog net dragen.’ ‘En het borduursel was turquoise. Wat doe je aan op het bal? Heb je iets wat daarop lijkt?’
Hoe was het mogelijk? Had hij het wel bijgelegd met Stacey? ‘Ja, gek genoeg wel. Ik moest nog kiezen tussen een jurk van witte stof, die ik graag aan heb, en een jurk van abrikooskleurige zijde.’
‘Dan zal ik wel voor je kiezen. De abrikoos-jurk.’
‘Dat is dan beslist. Rupert heeft hem in Engeland voor me gekocht. Hij zei dat ik hem in Ludwigtown naar een bal aan kon, maar toen zei ik dat ik misschien niet lang genoeg hier zou zijn om uitgenodigd te worden.’
‘Nu we het er toch over hebben: het bevalt me niets dat jij met Olaf in zijn nieuwe auto gaat. Als het hem maar niet naar zijn hoofd stijgt. Ik heb tegen hem gezegd dat als hij teveel drinkt, ik jou zal schaken. Dan ga je met Stacey en mij mee.’
Ze keken naar de lucht, daar was een ongelofelijk mooie zonsondergang te zien, die zich weerspiegelde in het meer.
Hij nam een hand van het roer en stak die naar Elissa uit. Ze zwegen. Elissa voelde zich heel gelukkig.
Hij zei: ‘We hebben een vreemde tijd achter de rug, met al die verschillende mensen, vol misverstanden. We waren bovendien geïsoleerd door de sneeuw en doodmoe door al het werk met de lammeren, maar ik hoop toch dat het allemaal goed zal komen. Ik ben eigenlijk geen geduldige man, maar ik moest het wel zijn.’
Ze wachtte hoopvol tot hij duidelijker zou worden, maar hij scheen te denken dat hij genoeg gezegd had. Wat bedoelde hij eigenlijk? Wilde hij wachten tot Stacey vertrokken was van Glen Airlie voor hij er meer over zei? Dat zou het wel zijn. Hij wilde haar gevoelens natuurlijk niet kwetsen. Ze voelde een golf van medelijden voor Stacey.
Ze voeren langzaam langs de kust, vlakbij plaatsen die Elissa als kind gekend had. Logan keek vol verlangen naar het verre eind van het meer. De zon zonk achter de hoge bergen in het westen. ‘Ik zou graag even naar Twin Hills gaan, maar het is zo laat. We moeten hen gauw gaan opzoeken nu we de boot weer hebben.’
Hij maakte een wijde boog en voer toen op huis aan. Daar wachtten andere mensen op hen, en andere verplichtingen. Hij had haar hand losgelaten, maar ze voelde de warmte ervan nog.
Ze gingen naar binnen, het huis was warm en licht. Stacey was bezig de tafel te dekken. Elissa vond dat ze argwanend naar hen keek. Elissa had het gevoel dat er nog iets van de gloed van die zonsondergang om haar heenging en ze voelde zich schuldig. Als ze maar wist wat er die eerste avond van Stacey’s terugkomst tussen Logan en Stacey had plaatsgevonden!