HOOFDSTUK 5
Elissa bleef over de kwestie nadenken, terwijl ze een bad nam, haar kleren uitpakte en haar haar borstelde. Ze stapte in bed en pakte een boek, vastbesloten om haar gedachten op andere dingen te richten. Ze verbeeldde het zich maar. Tot op dit moment had ze altijd gedacht dat haar moeder heel populair was geweest in de tijd dat ze hier woonden.
Ook in Ludwigtown had ze deel uitgemaakt van de gemeenschap, ze deed mee aan de aktiviteiten van de kerk, als ze daar met de boot heenging. Ze hielp met het organiseren van de rodeo’s, was lid van de vereniging van tuinliefhebbers en ontving allerlei groepen mensen, die op bezoek kwamen. Dat laatste had oom Rupert altijd erg fijn gevonden. Ze sprong in om de huishoudster te helpen, want in het drukke seizoen had Donsie altijd veel meer te doen. En ze maakte dat er mannen op de farm vrijkwamen voor het werk door urenlang in de tuin te werken, want daar was ze dol op.
En toch moest er iets gebeurd zijn. Het leek haast alsof ze iets vervelends over haar moeder wisten. Maar dat was toch al te gek? Het hielp niet of ze al probeerde te lezen, ze moest gaan slapen. Als ze niet kon slapen, zou ze morgen niets waard zijn en ze moest onder andere het eten klaarmaken voor een huishouden van zes personen. Elissa knipte het licht uit.
Onmiddellijk kwam de betovering van haar kindertijd terug. Je hoefde hier de gordijnen niet dicht te doen, de maan scheen naar binnen, net als vroeger.
Elissa stapte uit bed en ging in de vensterbank zitten, ze trok de vitrage een eindje weg en keek naar de bergen en heuvels in de verte, die donker afstaken tegen de sterrenhemel. Daar waren de hekken om de tennisbaan, daar het bleekveld en de perken met bloemen, dan de bessenstruiken en rijen groenten. Helemaal achteraan was de boomgaard.
Rechts zag ze de vleugel van de aanbouw, waar het schoollokaal was, de logeerkamers en Logans kamer. Hij had het licht nog aan, hij was zeker aan het lezen. Even voelde ze medelijden. Na die vermoeiende dag was hij ook liever direkt in slaap gevallen, maar misschien leed hij onder spijtige gedachten of andere problemen.
Wat was het ook voor een leven voor een man alleen, hier in de eenzaamheid? Hij moest in de dertig zijn. Hij had er natuurlijk op gehoopt hier met zijn vrouw te wonen. Ook oom Rupert had daar waarschijnlijk op gerekend. Het was moeilijk om hier, ver van de bewoonde wereld, een huishoudster te krijgen. Hij had gezegd dat ze zo goed als verloofd waren. Misschien zou het toch nog goed komen, maar dan zouden ze allebei wel wat water bij de wijn moeten doen.
Op dat moment deed Logan het licht uit, maar Elissa voelde zich na haar overwegingen wat getroost. Ze stapte weer in bed.
Toen ze de volgende morgen wakker werd, had ze het gevoel dat ze zich verslapen had. Ze rende naar de badkamer, uit de keuken kwamen al stemmen en het geluid van borden en messen. Ze waste zich haastig, trok een spijkerbroek aan en een dikke gebreide trui en vloog toen naar de keuken.
Isabel keek op, ze was de tafel aan het dekken. ‘O Elissa, we wilden je ontbijt op bed brengen. Oom Logie zei dat we je moesten laten slapen.’
‘Oom Logic heeft het al druk genoeg, zonder dat ik in bed blijf. Ik had mijn wekker moeten zetten.’
Logan roerde in zijn pap en lachte haar toe. ‘Maak je geen zorgen. Van nu af aan zullen we je laten werken als een paard. Tante Claudia wil alleen thee en toast, ik heb gezegd dat we het haar zullen brengen. ’ ‘Tante Claudia is van plan veranderd,’ zei een opgewekte stem achter Elissa, ‘laten we maar eerst gaan ontbijten, dan ga ik later wel in bad.’ Ze had een dikke peignoir aan. ‘De berglucht heeft me hongerig gemaakt, ik heb echt trek.’
‘Mooi zo, tante. Elissa, zet jij thee? De kinderen hebben liever chocolademelk aan het ontbijt, geloof ik. Ik heb de verwarming in het leslokaal al aangezet, tante.’
Het was allemaal heel gewoon, dacht Elissa. Een week geleden zat ze nog in Londen en op dit moment was het middelpunt van haar leven hier, bij de kinderen die haar nodig hadden. En bij Claudia, die geen tijd had voor het huishouden omdat ze hun les moest geven. En bij Logan MacCorquodale. En daarna? Weer terug naar de andere kant van de wereld? Ze was het liefst van alles hier. Plotseling voelde ze zich een beetje treurig.
Toen ze opkeek, zag ze dat Logan zijn ogen op haar gevestigd hield. ‘Wat is er? Je keek plotseling alsof je van iets schrok. Is het tot je doorgedrongen waar je aan begonnen bent? Zou het beter zijn, als ik in Ludwigtown naar een huishoudster uitkeek? Dan kun jij aan het huis werken en daarna teruggaan naar Engeland.’
Elissa had een gevoel alsof iemand haar iets moois wilde ontfutselen. Koel zei ze: ‘Waarom denk je eigenlijk dat je mijn gedachten kunt lezen? Ik verheug me juist op alles wat ik hier zal meemaken. Dat betekent dat ik langer kan blijven. Niet iedereen heeft een hekel aan huishoudelijk werk. Ik ken Glen Airlie al heel lang, al voordat jij hier kwam. En ik weet precies hoeveel werk hier te doen is. Moeder was niet het soort vrouw, die alleen maar wilde lesgeven. Ze hielp mee als de schapen gingen lammeren en ze kookte als de schapenscheerders plotseling zonder kokkin zaten. Dat is minstens twee keer gebeurd, herinner ik me. Ik moest altijd helpen met allerlei werkjes op de farm en in het huishouden. Ik zal meehelpen zoveel ik kan, ik kom hier niet alleen om het huis op te knappen.’
Er volgde een gespannen stilte. Logan keek grimmig. Voor hij iets kon zeggen, voegde ze eraan toe: ‘Je moet mij niet als een buitenstaander beschouwen. Ik ben een Nieuwzeelander, net als jij. Ik ben als kind geëmigreerd. Mijn vader is geboren en getogen in South Canterbury. Je hoeft niet bang te zijn dat ik naar het leven in de stad zal verlangen.’
‘Dat kun je nu gemakkelijk zeggen, je vindt het nog opwindend al die bekende plaatsen weer te zien. Maar hoe zul je er over een maand over denken. Het is best mogelijk dat je dan heimwee naar Engeland krijgt. Dat zou ik je niet kwalijk nemen, ik vond het erg fijn in Engeland.’
Hij zweeg plotseling, want de kleine Elizabeth begon te huilen. Ze zat aan de tafel met een servet omgebonden, haar blauwe ogen stonden vol tranen en haar lip trilde. ‘Jullie maken ruzie. En gisteren was er ook ruzie en toen is Stacey weggegaan. Ik wil niet dat Elissa weggaat. Ze lijkt op mamma.’
Snel zei Elissa: ‘O Elizabeth, we zijn alleen een beetje dom. Je oom meent het niet en ik ook niet. Ik wil helemaal niet weg, ik ben blij dat ik nog langer kan blijven dan het plan was. Ik ben hier nog, als je moeder je allang is komen halen. En laten we nu gaan ontbijten, ik heb honger.’
Elizabeth veegde haar tranen af en begon enthousiast haar pap te eten. Wat was het gezellig om met kinderen erbij te zitten eten, alle spanningen verdwenen bij hun gebabbel.
Na de maaltijd nam tante Claudia de kinderen mee naar het leslokaal. ‘Moet dat nu al, zo vroeg? Als we naar school gingen, hoefden we nu nog niet te vertrekken,’ zei Isabel.
Maar tante Claudia zei: ‘Ik regel jullie lesuren, net als ik bij andere kinderen altijd gedaan heb. En dat zal jullie best bevallen, dat beloof ik je. Je begint vroeg en je bent vroeg klaar, dat betekent dat je veel meer buiten kunt spelen, als het nog licht is. De zon verdwijnt hier vroeger achter de bergen dan aan de kust. Rennie, ga je tanden poetsen. En meisjes, de bedden moeten opgemaakt worden. Ik kom kijken of het gebeurd is. Als Rennie klaar is, gaat hij zijn bed doen, dan kunnen de meisjes in de badkamer. Om half tien hebben we speelkwartier, de lunch is om twaalf uur, als Elissa dat goed vindt.’
‘Jazeker, Mrs. Robertson. Wil je tussen de middag warm eten of ’s avonds, Logan?’
“’s Avonds graag. Dan hebben we daarna tijd om rustig te gaan zitten. Aan de lunch eten we meestal soep en eieren of iets kouds.’ Ze knikte. ‘Het is hier allemaal nog net zo als toen ik een kind was. Toen deelde mijn moeder de tijd voor de lessen in.’
Hij kwam haar helpen de tafel af te ruimen. ‘En hield ze zich eraan?’
Ze keek hem scherp aan. ‘Hoor ik iets als verbazing in je stem? Ja. Als mijn moeder met allerlei karweitjes moest helpen op de farm, moesten wij schriftelijk werk maken. Ze hield van discipline, net als tante Claudia. We hoefden bij haar niets uit te halen.’
Hij ontkende niet dat hij verbaasd was. ‘Ik wist niet dat ze op tante Claudia leek.’
Elissa trok haar wenkbrauwen op. ‘Nee, ze leek niet op haar. Moeder is heel klein en vrouwelijk, niet zo’n jongensachtig type als ik. Maar in het leslokaal was ze erg streng.’
‘Ja, dat moeten alle onderwijzeressen wel zijn.’
‘Toch zijn ze dat niet allemaal. Maar wat bedoelde je, dat ze niet op je tante zou lijken? Je herinnerde je nog maar vaag dat een van de gouvernantes een dochter had.’
Ze had het gevoel dat hij voorzichtig zijn woorden koos. Eindelijk zei hij: ‘Och, je weet hoe dat gaat. Als je aan bepaalde mensen terugdenkt, weet je nog zo’n beetje wat voor indruk ze op je maakten, meer niet. Enfin, ik denk dat het geïsoleerde leven haar teveel werd. Het is niet gemakkelijk op een schapenfarm te wonen, die alleen over het water te bereiken is. Je kunt er niets beginnen met je vrije tijd.’
Weer kreeg Elissa het gevoel dat er iets niet klopte. Ze zei rustig: ‘Luister nu eens, het klinkt alsof je mijn moeder zo’n beetje wilt verdedigen, dat hoeft helemaal niet. Ze is hier weggegaan, maar tenslotte had ze alleen mij, in Nieuw-Zeeland. Dus het was heel begrijpelijk dat ze naar haar familie wilde.’
Hij zette een stapel borden op de aanrecht. ‘Natuurlijk, jij kent haar het beste. Als je me wilt excuseren, ga ik maar. Ik heb het druk.’ Elissa zei uitdagend: ‘Ik verwachtte helemaal niet dat je zou helpen afdrogen. Ik doe het trouwens liever alleen, ik kan het best aan, hoor.’
‘Mooi zo.’ Zijn stem klonk geamuseerd en toen hij zich bij de deur omdraaide, zeiden ze elkaar vriendelijk goedendag.
Ze waste af, maakte haar bed op en veegde de keukenvloer. Daarna besloot ze een voorraad broodjes te bakken. Weldra stond er een blik vol in de hete oven. Ze zou ze, zodra ze klaar waren, met boter en jam besmeren, dan waren ze klaar voordat de kinderen pauze hadden. Ondertussen kon zij de voorraden inspekteren. Als je wilde koken, moest je weten wat er in huis was en of je iets moest bestellen, want tenslotte was Ludwigtown een heel eind weg. Ze pakte een kladblok en een pen.
De deur van het leslokaal ging prompt om half tien open en de kinderen kwamen naar buiten. Ze gaf hun ieder een broodje en een appel, zei dat ze buiten in de zon moesten gaan spelen en vroeg aan Rennie om de bel te luiden zodat Logan, die in de wolschuur bezig was, het zou horen.
Tante Claudia lachte vrolijk toen ze de verse broodjes zag. Ze ging zitten. ‘Het verloopt merkwaardig goed. Zelfs na al mijn ervaring, ben ik steeds weer verbaasd dat kinderen van een vast tijdschema houden. Elissa, ga je zelf niet zitten?’
‘Nee, ik eet deze even uit de hand op, want ik wilde naar de aanlegsteiger lopen. Ik heb zon en frisse lucht nodig.’ Ze zag aan tante Claudia’s gezicht dat deze heel goed begreep dat Elissa Logan wilde ontlopen. Hij kwam binnen toen Elissa net naar buiten ging. Hij stond stil, keek naar de mok koffie, die ze in haar hand hield, maar zei niets.
De kinderen waren met een bal bezig en zagen haar niet. Daar was ze blij om, ze wilde even alleen zijn. Ze liep naar de steiger en dronk haar koffie op terwijl ze op een bankje zat.
Was het verstandig geweest om hier naar toe te komen?
Als Logans zuster de kinderen kwam halen, zou Claudia misschien nog een poosje willen blijven zodat Elissa haar plannen voor het huis zo ver mogelijk kon uitwerken. Als Rupert er eenmaal was, zou hij haar nog een week of twee, drie hier willen houden en dan moest ze vertrekken. Logans ouders zouden waarschijnlijk blijven tot hij met Stacey trouwde. Ze verwachtten dat hij dat doen zou. Claudia had verteld dat ze vreselijk hun best deden om haar aardig te vinden. Ze vroeg zich af hoe Rupert Stacey zou vinden. Het was te hopen dat hij haar wel mocht, want anders zou dat moeilijkheden geven. Plotseling voelde Elissa een grote onvrede met de hele situatie. Ze was een vooroordeel aan het opbouwen tegen een meisje, dat ze nu eenmaal op een ongelukkig moment ontmoet had. Misschien was ze heel charmant, als ze niet gekonfronteerd werd met zulke rare omstandigheden. Het was niet leuk om een ander meisje bij je verloofde in huis te vinden. Achter zich hoorde ze iemand hoesten en toen ze zich omkeerde, zag ze Logan staan.
‘Wat is er aan de hand? Zit je hier te pruilen? Dat zou ik nooit van je gedacht hebben. Ik vind je meer het type om op te vliegen dan om te mokken.’
‘Daar heb je gelijk in. Het was dom van ons om ruzie te maken met de kinderen erbij. Nee, ik ben niet iemand die gaat zitten mokken, maar ik zoek wel de eenzaamheid. Dat heb je nu eenmaal met enige kinderen. Ze zijn eraan gewend in een droomwereldje te leven. Ik wilde... ik moest een ogenblik alleen zijn om van het uitzicht te genieten.’
‘Je wilde zeggen dat je mij even kwijt wilde.’
Ze zag niet dat zijn lippen trilden en ze antwoordde koel: ‘Ik vind het irritant als jij denkt dat je mijn gedachten kunt lezen, of als je al weet wat ik wil gaan zeggen. Maar misschien heb ik dat onbewust gedacht.’
‘Waarom? Volgens mij hebben we gisteravond heel kameraadschappelijk van al dit moois genoten.’
‘Dat is zo, maar vanmorgen lachte je me uit, je dacht dat ik heimwee had. En toen ik zei dat dat niet zo was, voorspelde je dat ik er over een maand genoeg van zou hebben. Ik vind het vervelend als ik het gevoel zou krijgen hier een vreemde te zijn. Jaren geleden woonde ik bij Trudi om naar de middelbare school te kunnen, maar ik wist niet hoe gauw ik in het weekend naar moeder moest gaan. Ik ging met de boot, er was toen nog geen weg, maar voor mij was het hier het paradijs.’
‘Dat is het ook, vooral voor kinderen, maar voor een meisje van jouw leeftijd lijkt het me een stuk minder aantrekkelijk. Jij bent gewend om allerlei vermakelijkheden binnen bereik te hebben, in Londen. We hadden in het weekend vaak Nieuwzeelandse meisjes om Mrs. Prince, de huishoudster, te helpen en ongeveer negentig procent van hen denkt dat ze het hier geen jaar uit kunnen houden. Zelfs het natuurschoon kan iemand gaan vervelen.’
‘Vind jij het vervelend?’ vroeg ze uitdagend.
‘Nee, maar dit is nu eenmaal mijn manier van leven.’
‘En jij kunt het weten. Jij bent al een jaar of dertig. Ik ben bijna vijfentwintig, dus je moet me zelf maar laten bedenken wat goed voor me is. Je hoeft niet bang te zijn dat ik hier blijvend wil komen wonen, Logan. Als Stacey er weer eens is, zal ik haar duidelijk zeggen dat ik hier maar tijdelijk verblijf. Ik kan begrijpen hoe je erover denkt. Als ik blijf, zal Stacey zich misschien nog wel eens bedenken. Vervelend voor je om ruzie te hebben met je verloofde, het is mijn schuld, geloof ik.’
Hij keek kwaad. ‘Jij moet nodig zeggen dat ik jouw gedachten wil lezen. Nu ben je zelf met zoiets bezig.’ Hij draaide zich om en liep weg.
Elissa had het gevoel dat de lucht hierna wat opgeklaard was. Ze ging weer aan het werk. Toen Logans moeder weg was, had Gwyneth niet veel tijd gehad voor het huishouden. Er moest overal flink gestofzuigd worden, maar Elissa besloot vandaag alleen de zitkamer en de hal te doen. De keuken moest nodig gesopt worden en het zag er veel beter uit, toen ze daarmee klaar was. Ze ging buiten kijken of ze iets kon vinden om in de lege vaas op het haltafeltje te zetten.
Om deze tijd van het jaar kon ze niet verwachten dat er iets bloeiends zou zijn. Misschien alleen een tak met bladeren. Ze waagde zich tussen de dichte struiken en tot haar blijdschap was er een japonica, waaraan al bloesem zat. Ze kon zich herinneren dat haar moeder die geplant had. Elke keer dat haar ogen op de vaas rustten, kreeg ze even het gevoel dat haar moeder hier was.
Logan had gezegd dat ze altijd eenvoudig en voedzaam aten; misschien dacht hij dat ze iets ingewikkelders niet aan zou kunnen. En toch zou ze eens laten zien wat ze kon, maar ze moest natuurlijk niet teveel ineens willen, want daar was geen tijd voor. Haar blik viel op een schaal bananen. Misschien kon ze bananen-in-bacon-rolletjes maken en die bij de gebakken eieren geven. Kinderen hielden van iets nieuws. Ze zou er direkt aan beginnen, dan kon ze ze in de oven warm houden. Eerst zette ze de rolletjes, met een tandestoker erdoor, onder de gril.
Terwijl ze de tafel dekte, vond ze een peper-en-zout stel, dat zij indertijd aan haar moeder had gegeven. Nog iets dat haar moeder bij haar haastige vertrek had vergeten.
Waarom was dat toch zo haastig gegaan? Waarom had haar moeder niet gewacht tot Elissa voor het weekend thuis kwam, zodat ze haar kon vertellen dat ze binnenkort zouden vertrekken? Het zou veel beter geweest zijn, als Elissa het schooljaar hier had kunnen afmaken.
Elissa bedacht nog veel meer, dingen die ze eigenlijk al half vergeten was. Haar moeder had destijds niet aan Rupert en Donsie geschreven en Elissa had gezegd dat zij dat zou doen, maar dat had haar moeder niet goed gevonden. Ze mocht het zelfs niet aan de oude Trudi laten weten, ze wilde met iedereen breken. Het was heel vreemd geweest.
Elissa begon de eieren te kloppen en keek op de klok, het was precies twaalf uur. Ze ging naar buiten om de bel te luiden.
Ze was blij dat Logan geen aanmerking maakte op haar verrassing in de vorm van de bananenrolletjes. Hij zei: ‘Dat is beter dan die vrijgezellenkost. Nu kan ik me weer op de maaltijd verheugen. Ik kan niet veel meer dan een biefstuk bakken of een pan soep maken en dat wordt erg eentonig.’
Tante Claudia zei slim: ‘Elissa, je hebt zeker de damesbladen bestudeerd voor leuke recepten en een netjes gedekte tafel hoort natuurlijk bij een decoratief interieur. Keurig, hoor.’
Dankbaar begon Elissa te lachen. ‘Ik zal het niet overdrijven, hoor. Als de schapen gaan lammeren, zal ik daarmee helpen en dan heb ik niet veel tijd voor uitvoerige maaltijden.’
Logan keek verbaasd. ‘Helpen bij het lammeren?’
Ze keek hem recht aan. ‘Ik was veertien toen ik hier weggging. Daarvoor heb ik altijd geholpen met de schapen en alles. Ik denk dat Gwyneth ook gewend is om mee te helpen?’
‘Ja, dat wel, maar...’
‘Oom Rupert heeft niet gezegd hoeveel tijd ik voor deze baan moest uittrekken. Ik zal hem schrijven dat het misschien wat langer duurt dan we eerst dachten. Hij verwacht niet anders dan dat ik hier ook meehelp.’
Ze waren klaar met eten en de kinderen renden naar buiten. Tante Claudia begon de tafel af te ruimen, maar Logan zei: ‘Ik doe dat wel, tante. Gaat u maar even liggen, anders wordt het veel te vermoeiend voor u.’
Nadat Claudia was vertrokken, zei Elissa: ‘Nu ja, Logan, ik snap het wel. Tien jaar geleden vond iedereen het normaal, als je met alles mee moest helpen. Ik begrijp dat jij het beter vindt als ik niet te lang hier blijf. Die brief van oom Rupert zal vroeg of laat wel terechtkomen. Je kunt hem aan Stacey laten lezen, dan zal ze begrijpen hoe het gegaan is. Ik denk dat ze al spijt heeft van het gebeurde.’
Toen ze opkeek, zag ze een vreemde blik in zijn ogen. ‘Heb je dat zo ineens bedacht?’
‘Ja, waarom niet?’
‘Dus jij denkt dat je Stacey en mij kunt manipuleren om daarna tevreden naar huis te reizen?’
Elissa bloosde diep. Hij ging echter verder: ‘Jij neemt maar aan dat ik me met Stacey wil verzoenen, hoewel ik haar gezegd heb dat er geen sprake is van een verloving.’
‘Dat zei je in je woede, je meende het niet.’
‘Houd daar alsjeblieft mee op. Je weet niets van me af.’
‘Toch wel, de eerste avond dat ik hier was, zei je dat je zo goed als verloofd was met een meisje, Stacey Cressford.’
Tot haar verbazing kreeg zijn gezicht een zachtere uitdrukking. ‘O, Elissa, dat zei ik maar omdat jij het misschien een vervelend idee vond om de nacht door te brengen onder één dak met een man, die je helemaal niet kende.’
Ze bloosde opnieuw en sloeg haar ogen neer. Logan pakte haar bij de ellebogen en zei: ‘Kijk me nu eens aan en wees eerlijk. Was het niet zoals ik dacht?’
Elissa keek op en lachte. ‘Ja, het was zo.’
Hij schudde haar even door elkaar. ‘Houd dan op je er schuldig over te voelen, dat maakt me zenuwachtig. Je kon er niets aan doen.
Ik kan Stacey wel vergeven dat ze de verkeerde konklusie trok, maar ze had mijn uitleg moeten geloven.’
De telefoon rinkelde. Logan nam hem aan. ‘Goed, ik blijf aan de lijn.’ Hij legde zijn hand op het mondstuk en zei: ‘Mijn zuster vanuit Engeland. Ze wil de kinderen vast even spreken.’
Ze knikte. Ze hoorde hem zeggen: ‘O, het gaat best, we hebben enorm geboft. Herinner je je Victoria Doig, die nu in Haslemere woont? Bij haar heeft Rupert een binnenhuisarchitekte ontmoet en je kunt het geloven of niet, maar de moeder van dat meisje is hier vroeger gouvernante geweest. Ze had het kind bij zich. Het meisje wilde juist een bezoek van drie maanden aan haar moeder brengen, maar Rupert wist haar over te halen om eerst hierheen te gaan. Ze zal Airlie House gaan opknappen. Ja.
‘Nee, hij dacht eerst dat ik met Stacey zou trouwen. Dat is al weer van de baan. Ja, Elissa doet het huishouden en tante Claudia geeft de kinderen les. Maak je maar geen zorgen, zus. Fijn dat jullie kamers hebben gevonden. Jammer dat je de kinderen daar niet mee mag nemen, maar je kunt naar iets anders uitkijken op die manier.’
Hij vroeg nog naar Rolands arm en hoe de reis geweest was. Elissa vroeg of ze ook even iets kon zeggen en hij gaf haar de hoorn.
Elissa zei: ‘Als ik mijn ideëen voor het huis uit kan werken terwijl ik ook kook en zo, dan ben ik er misschien mee klaar tegen de tijd dat de kinderen naar Engeland gaan. Ik zou hen mee kunnen brengen. Dat lijkt me eigenlijk heel gezellig. Praat er maar eens met je man over. Hier komt je broer weer.’
Logan keek haar even aan. Hij wilde kennelijk iets zeggen, maar veranderde van idee en zette zijn gesprek gewoon voort. Sue vond het beter niet met de kinderen te telefoneren, ze had hun een brief geschreven. Hij legde de hoorn neer.
Ze keken elkaar onzeker aan. Toen zei Elissa: ‘Wilde je eigenlijk iets tegen me zeggen? Ik begreep dat je eerst het telefoongesprek af wilde maken.’
Hij dacht even na en lachte. ‘Nee, dat is weer over. En Sue dacht dat het beter was als we niet aan de kinderen vertelden dat ze gebeld had. Wat vind jij ervan?’
‘Ik denk dat ze gelijk heeft. Kinderen van die leeftijd hebben er geen idee van hoeveel het kost om te bellen vanuit Europa. Ze schikken zich er heel goed in, dat ze hier zonder hun ouders zijn. Kinderen leven van dag tot dag, we zullen zorgen dat ze het naar hun zin hebben. ’ Hij lachte haar toe. ‘Ja, je hebt gelijk, Elissa. Het is het soort filosofie dat je van een moeder zou verwachten. ’
‘Ik heb het van mijn eigen moeder geleerd. Zij had erg veel begrip voor kinderen. Ze had minstens een half dozijn kinderen moeten hebben; ellendig dat mijn vader zo jong is overleden. Dat ze jarenlang les heeft gegeven, heeft het weer een beetje goedgemaakt voor haar, denk ik. Ze was maar een paar jaar ouder dan ik nu ben, toen ze weduwe werd. Er zijn niet veel vrouwen die het op deze manier aangepakt zouden hebben, door een baan op zo’n eenzame post aan te nemen. Ik heb daardoor de kans gekregen veel met andere kinderen samen te zijn, en het gevoel te krijgen dat ik bij de familie hoorde. Ze moet zich soms erg eenzaam gevoeld hebben. ’
Hij knikte somber. ‘Ja, eenzaamheid is iets vreselijks. Soms maakt dat dat de mensen domme dingen doen. ’
Hij zei het alsof hij een bepaalde persoon op het oog had, dacht ze. Ze ging naar het aanrecht. ‘Ik zal dit eerst afmaken. Jij wilt natuurlijk naar buiten. Je hebt toch al niet zoveel hulp. ’
‘Ja, Hew zal de komende weken veel in Ludwigtown willen zijn. Hij komt morgen thuis trouwens. Ik zal een man verderop vragen, of hij tijd heeft. Hij is net terug. Geen blijver, maar hij is goed voor het werk. Ik moet je waarschuwen dat je je hart niet aan hem verliest. Hij heeft meer harten gebroken dan je voor mogelijk houdt. Olaf Haraldsen heet hij.’
‘Ik word niet zo gauw verliefd,’ zei Elissa, ‘maar zijn naam bevalt me wel: Olaf.’
‘Mooi. Het is mijn tweede naam. Een Schotse naam.’
‘Dat past bij je. Je bent een echte Highlander met je donkere haar en je blauwe ogen.’
Hij gaf haar een knipoogje. ‘Ik moet je nog zeggen dat je het mis had, met wat je tegen Stacey zei.’
‘Ja?’ zei ze gespannen.
‘Je hebt prachtig haar en je bent heel knap, net als Stacey zei. ’
‘Ze zei niet knap. Ze zei opwindend.’
Hij lachte. ‘Ik zie dat je knap bent en misschien zal ik je eens ook opwindend vinden.’
‘Dat betwijfel ik. De enige opwinding zal bestaan uit al die ongelukjes die ik altijd heb.’