HOOFDSTUK 7

 

 

 

De kinderen gedroegen zich voorbeeldig, toen ze bij hun thuiskomst Stacey begroetten. Toch kwam het goed uit dat het bijna bedtijd was, want waarschijnlijk zou hun engelachtige gedrag niet lang duren. Hew en Olaf bleven daarna om televisie te kijken. Toen de mannen weg waren, zei Elissa: ‘Ik zal je bed opmaken, Stacey, of wil je het liever zelf doen? Je hebt natuurlijk al vaker hier gelogeerd?’

Logan antwoordde: ‘Nee, ze bleef nooit ’s nachts. Maar wil jij dat doen, Elissa? Ik wilde nog een eindje met Stacey wandelen. We moeten uiteraard een paar dingen bespreken. Misschien kun jij het beste de kamer naast tante Claudia nemen, Stacey. Elissa heeft de kamer tussen die van haar en de kinderen.’

Elissa lachte en zei: ‘Omdat dat mijn kamer was, toen ik nog een kind was.’

Logan haalde een mantel van zijn moeder voor Stacey. Hij trok de capuchon over haar blonde hoofd en zei: ‘Het is een heldere lucht en het is koud buiten. Goedenacht, tante. Goedenacht, Elissa.’

Toen ze weg waren, zei tante Claudia heftig: ‘Wat zijn mannen toch stom.’

Elissa deed haar best. ‘Het is moeilijk voor haar.’

‘Wat een onzin. Ze zal het hier nooit uithouden. Als het straks druk wordt met de lammeren, zul je eens iets zien. Ik zal je helpen haar bed op te maken, kom mee.’

Elissa sloeg een arm om de oudere vrouw heen en zei: ‘Claudia Robertson, je bent geweldig. Volgens mij moet die Dennis van u een heel gelukkig man geweest zijn.’

Er kwam een tedere blik in Claudia’s ogen. ‘Hij vond van wel, ja. Zie je wel dat mannen onnozel zijn.’

Elissa haalde de beste lakens te voorschijn en terwijl ze de logeerkamer in orde maakten, babbelden ze gezellig.

Claudia vroeg: ‘Ben je echt van plan terug te gaan naar Engeland?’

Elissa antwoordde flink: ‘Natuurlijk, daar hoor ik thuis. Oom Rupert heeft me alleen hierheen gestuurd om het huis op te knappen.’

‘Echt waar? Ik dacht dat het misschien een excuus was om je hier te krijgen.’

‘Hoe bedoelt u dat?’

‘Ik bedoel... Nee, laat maar. Ik wil er verder niet over praten.’

Elissa begreep het niet. ‘Maar de MacCorquodales komen in elk geval terug. Ze gaan misschien ergens anders wonen, aïs Logan trouwt, maar ...’

‘Alicia schreef me dat zij en Nicol misschien naar Engeland gaan, na deze reis. Ze hebben nog een zoon daar. Alicia denkt dat hij haar meer nodig heeft dan Logan, hij is gescheiden en hij heeft het moeilijk. Maar om op Rupert terug te komen, ik heb zo’n idee dat hij nog andere plannen voor jou in petto heeft dan alleen veranderingen in het interieur van het huis.’

Elissa keek haar nadenkend aan. ‘Als ik zie hoe Alicia deze kamer heeft ingericht, dan valt er voor mij weinig te doen.’

Claudia onderdrukte een lachje. ‘Ze koos deze kleuren omdat er voor de ramen fuchsia’s staan in datzelfde rood.’

Elissa klapte in de handen. ‘Ja, die ken ik. Ik zie het gewoon voor me. Wat kunt u iemand zulke dingen toch prachtig voortoveren, tante Claudia.’

Claudia bloosde ervan. ‘Je lijkt Dennis wel, die gaf me vaak het gevoel dat ik veel mooier was dan ik er in werkelijkheid uitzie.’

Elissa lachte. ‘Zo hoort het ook. Mijn moeder vertelde dat mijn vader haar het idee bijbracht dat ze in een schort nog aantrekkelijk was, al stond ze in de schuur kleren te wassen. Ze wilden het huis niet moderniseren, want ze keken in de eerste plaats naar de toekomst. Maar vader werkte hard en toen kwam hij te overlijden.’

Claudia leefde mee. ‘Wat erg toch, ze waren nog zo jong. Ik heb met Dennis in elk geval ook de latere jaren samen mogen beleven. Voor je moeder moeten de dagen en nachten heel eenzaam zijn geweest.’

Elissa liet de deken vallen, die ze op het bed wilde leggen. Ze sloeg haar armen om Claudia heen en zei: ‘O, ik houd van u. U bent net als mijn moeder.’

Er verscheen een vreemde uitdrukking op Claudia’s gezicht, maar misschien kwam dat doordat ze verlegen was. Claudia raapte de deken op en zei: ‘Wilde Rupert je moeder in Canada gaan opzoeken? Dat zou niet zo’n gek idee zijn, iedereen wordt milder bij het voortgaan der jaren.’

Elissa zei ietwat spijtig: ‘Nee. Ik heb het hem wel gevraagd. Rupert zei dat hij haar zou opbellen om te vertellen dat ik hier zat en waarom. Wat fijn dat het zo goed met Doug gaat. Kent u hem?’

‘Niet van vroeger, maar je weet hoe gastvrij Rupert is. Toen Logan hier kwam wonen, mochten we om de beurt komen logeren, soms zelfs allemaal tegelijk. Dennis vond het hier geweldig en Rupert praatte met hem over Doug. Dennis was onderwijzer en hij begreep de problemen van de jeugd. Rupert had het gevoel dat hij Douglas verkeerd had opgevoed, de jongen had later namelijk vaak slechte vrienden.

‘Uiteindelijk is hij eruit gekomen, hij ging naar Canada en kwam later met zijn gezin op bezoek. Rupert en de meisjes waren erg blij hem weer te zien. Hij is in zijn werk heel gelukkig en daarom wilde Rupert er niet op aandringen dat hij definitief naar Nieuw-Zeeland terug zou komen. Rupert heeft geld opgenomen om Doug zijn deel te geven.’

‘Als ik moeder schrijf, zal ik haar dat allemaal vertellen. Maar misschien heeft Rupert dat al gedaan, toen hij haar opbelde. Ze zal natuurlijk naar Doug vragen.’

Elissa kontroleerde of de laden van de toilettafel leeg waren en zei: ‘Ik zal hier morgen wat bloemen neerzetten. Wacht eens, ik heb een idee, ik heb zelf nog wat viooltjes, die zijn goed te kombineren met fuchsia. Zo, dat is klaar.’

 

Vanavond zou ze de gordijnen dicht trekken. Stacey en Logan namen misschien het pad dat van de heuvel naar beneden voerde en dan keek je recht bij haar in de kamer. Ze ging in de vensterbank zitten en staarde naar de bergen.

Plotseling kreeg ze het koud. Het zou fijn zijn om in haar warme bed te kruipen, nog een beetje te lezen en dan alles te vergeten.

Ze stak haar hand op om de gordijnen dicht te doen en op dat moment zag ze twee mensen aankomen. Ze zag dat Stacey Logan met haar hand tegenhield. Hij keek op haar neer en scheen te wachten omdat ze hem iets wilde vragen. Elissa kon hen natuurlijk niet verstaan. Ze zag alleen dat hij knikte en toen trok Stacey zijn hoofd naar zich toe en kuste hem.

Zacht trok Elissa de gordijnen dicht, ze kleedde zich in het donker uit en kroop in bed.

Toen ze wakker werd, had ze voor het eerst sinds ze op Airlie House was, geen zin om op te staan. Uiteindelijk sprong ze toch uit bed, trok haar korte badjasje aan en liep naar de douchecel.

Ze botste tegen Logan op, die daar juist vandaan kwam, hij had alleen zijn pyjamabroek aan en zijn donkere haar glansde van het vocht. Hij greep haar even vast, lachte en zei: ‘Hallo, vanwaar die haast?’

Ze duwde hem met een hand tegen zijn borst weg. Boos zei ze: ‘Ik dacht dat je dat wel zou begrijpen. Al die mensen hier, dat geeft veel werk. Ik moet voor het ontbijt zorgen.’

Hij greep haar bij haar pols. ‘Juist. Vanmorgen ben je niet erg gastvrij, is het wel?’

Koeltjes zei ze: ‘Het is jouw huis, Logan, dus ik moest gisteren die mensen natuurlijk goed ontvangen, maar...’

‘Maak je geen zorgen. Ik zal zeggen dat de mooie Stacey je helpt. Wie weet, misschien maakt ze zich zo nuttig, dat jij eindelijk aan je eigenlijke werk kunt beginnen.’

‘Je bedoelt zeker dat ik daarna kan vertrekken? Dat zou uitstekend uitkomen. Kan ik meteen de kinderen mee nemen, dan heb jij van niemand meer last.’

Hij lachte. ‘Wat mankeert jou vanmorgen? Je komst hier was voor mij een geluk, dat weet je wel.’

‘Je kon me goed gebruiken, ja. Maar nu niet meer. Enfin, ik zal verdergaan met de plannen voor het interieur. Als Sue belt, zeg dan dat ik binnenkort de kinderen mee zal nemen naar Engeland.’

‘Elissa, wat heb je? Het idee dat tante Claudia en Stacey samen het huishouden zouden doen! Jij windt mijn gevreesde tante om je vinger, dus blijf alsjeblieft hier, anders heb ik geen rust.’

‘En denk jij dat ik dat belangrijk vind? Wat ben jij een egoïst! Ik dacht dat ik iets van de betovering uit mijn kindertijd terug zou vinden, maar dat is niet zo. Het gaat niet om de omgeving, maar om de mensen. Ik mis mijn moeder teveel om hier lang te blijven. Ik zou haar in Canada opzoeken. En laat me nu in vredesnaam los, de kinderen staan straks ook op en wat moeten zij denken...’

Maar het was al te laat. Isabel en Bess kwamen te voorschijn, ze stonden plotseling stil toen ze hen zagen, keken naar elkaar en giechelden. Logan liet Elissa los en liep weg. Elissa zei scherp: ‘Jullie gaan onmiddellijk je slofjes aandoen, je zult kou vatten op die manier.’

Ze dacht dat ze het goed had opgelost, maar aan het ontbijt zei Isabel: ‘Elissa, dat badstofjasje dat je vanmorgen aan had toen oom Logie je kuste, onze mamma heeft..

Elissa verslikte zich en zei woedend: ‘Mij kuste? Daar is niets van waar. Hoe kom je erbij?’

Isabel maakte een gebaar en zei: ‘Nu ja, hij hield je vast, dus ik dacht dat hij dat gedaan had. Nou, mam heeft er net zo een, maar de hare heeft grote blauwe knopen.’

‘Ik kocht dat ding bij Marks en Spencer in Guildford,’ zei Elissa zacht.

‘O, vader heeft hem uit Australië meegebracht voor mam. Oom Logie, waarom hield u haar vast?’

Hij reageerde snel. ‘Omdat ik eerst wilde douchen.’

Elissa zuchtte inwendig van opluchting.

De kleine Bess veegde haar mond af met haar servet en zei met haar keurige stemmetje: ‘Maar uw haar was nat.’

Hij lachte. ‘O ja? Dan was het zeker om een andere reden. Elissa, waarom hield ik je vast?’

Ze zei: ‘Omdat je boos was, denk ik. En hij zei dat over de douche omdat hij niet tegenover jullie wil toegeven dat we ruzie hadden. Jullie weten hoe mannen vaak zijn.’ Ze keek naar Stacey en zei: ‘Hij zei dat ik het huishouden wel aan jou over kan laten, terwijl je hier bent; dan kan ik verder met het werk waarvoor Rupert me betaalt.

Als Suc een huis gevonden heeft, vertrek ik per vliegtuig met de kinderen. Ik denk dat dat het beste zal zijn. Jij kent het hier, maar als je iets wilt vragen, ga dan je gang. Ik ga mijn schetsboek en aantekeningen halen.’ Ze liep de kamer uit.

Ze hoorde Logan nog zeggen: ‘Stacey, wat zeg je ervan, wil jij het overnemen?’

Elissa maakte haar bed op en begon op te ruimen tot ze wat tot bedaren kwam. Toen pakte ze de aantekeningen die ze in Engeland gemaakt had met Rupert en liep naar het kamertje aan het eind van de gang, achter de kamer van Logan: een torenkamer.

Hier was vroeger de speelkamer geweest. Het uitzicht was prachtig. Zij had er met Judith en Elspeth op regenachtige dagen gespeeld. Het was de enige kamer, waarvoor Rupert bepaalde ideëen had. Hij vond dat het een kamer moest worden voor de vrouw des huizes, waar ze kon naaien of alleen maar zitten lezen.

Zou Logans moeder dit idee gehad hebben? Het idee was Rupert beslist door een vrouw bijgebracht.

Ondanks haar teleurstellingen, werd de artieste in Elissa wakker. Ze begon plannen te maken. Een vloerkleed in een crème tint. Beklede vensterbanken, waarin je van het uitzicht kon genieten. Het kleine kabinet uit de zitkamer zou het hier goed doen, het had glazen deurtjes en ze konden er het oude porselein in zetten. En daar een elegante tafel. De petroleumlamp van beneden met de koperen voet en de beschilderde kap. En er moest een stoel zonder zijleuningen komen om bij de haard in te breien.

Een paar stoelen voor aan de theetafel en misschien een houten schrijfbureau. O nee, Rupert wilde zijn schrijftafel uit de slaapkamer hierheen laten brengen.

Ze haalde haar monsters te voorschijn en vond een stof die ideaal zou zijn. Bovendien had ze voor ze vertrok, geïnformeerd of die in Nieuw-Zeeland te krijgen zou zijn. Ze zou straks per telefoon haar bestelling doen.

Ze hoorde voetstappen op de trap, dat moest Stacey zijn.

‘Waarom begin je met deze kamer, Elissa? Die lijkt niet zo belangrijk. Of heb je er een bepaalde reden voor?’ Ze lachte. ‘Of wilde je graag zover mogelijk bij Logan uit de buurt blijven? Maak je geen zorgen. Denk eens aan wat hij en ik tegen elkaar gezegd hebben op die morgen nadat jij hier verschenen was en nu ..Ze spreidde haar handen uit. ‘Nu lijkt het alsof er nooit iets gebeurd is.’

Elissa dwong zichzelf tot een lachje. ‘Nee, dat is de reden niet. Zijn stemmingen zijn voor mij niet zo belangrijk, ik hoef er niet mee te leven. Rupert heeft me gevraagd deze kamer eerst te doen. Ik geloof dat het weer net moet worden als in de tijd van zijn grootmoeder. Echt de kamer waar een vrouw zich kan terugtrekken. Een goed idee.’ Ze liet haar schetsen zien, die ze in Engeland gemaakt had voor Rupert, de monsters en de platen van vogels die nog in een map zaten. ‘Ik geloof dat het ook een idee van Mrs. MacCorquodale is. Zij houdt van vogels, net als Logan. ’

Stacey zei: ‘Vreemd. Van nu af aan zal ze hier alleen nog in de vakanties zijn, denk ik. Heel charmant, die schetsen, maar veel mensen hebben liever iets moderners.’

Het was duidelijk dat ze aan zichzelf dacht als de meesteres van dit huis. Wat zou Rupert daarvan zeggen? Waarschijnlijk zou hij een nieuw huis voor de bedrijfsleider willen bouwen, maar de sfeer van Airlie House wilde hij zeker bewaren.

‘Ik kan alleen de wensen van Rupert uitvoeren,’ zei Elissa rustig. ‘Hij zal hier nog heel wat jaren wonen. Als hij overleden is, wordt het wat anders.’

‘Maar wat zal dat allemaal kosten? En dat voor een gril.’

Boos zei Elissa: ‘Rupert heeft hard gewerkt en zich veel ontzegd, daardoor kan hij nu zijn wens in vervulling zien gaan. En tenslotte heb ik er niets mee te maken wat een klant bestelt en waarom.’ Stacey draaide zich om, ze wilde weggaan. ‘Precies. Het gaat je geen barst aan.’

Wat bedoelde ze? Wilde ze benadrukken dat zij er wel wat mee te maken had? Maar als Rupert het zo wilde, dan zou het gebeuren. Daar kon Stacey Cressford niets aan veranderen.

 

Stacey had iets lekkers gemaakt voor bij de koffie, om elf uur. Verder vroeg ze aan Elissa wat ze bij de lunch zouden eten. ‘O, er staan al een paar dingen klaar in de kelder en ik wilde een pot ingemaakte tomaten van Mrs. MacCorquodale openmaken, die passen er wel bij.

Voor vanavond is er nog schapenbout.’

‘Mijn moeder had nooit gedacht dat alles hier zo gladjes zou verlopen,’ zei Logan. ‘Ik zal haar een telegram sturen om te vertellen dat ik nu twee huishoudsters heb en dat zij maar flink van haar vrijheid moet genieten. Als de lammeren geboren worden, zijn er vijf vrouwen in huis om te helpen de moederloze lammeren te voeren, Isabel en Elizabeth meegerekend. Olaf, ik hoop dat jij kunt blijven tot het seizoen afgelopen is.’

Olaf lachte naar Elissa. ‘Natuurlijk blijf ik, ik heb het nog nooit zo goed gehad. Straks krijgen we het Kotare High School Ball om geld bij elkaar te brengen voor de nieuwe bibliotheek, en ...’

‘Logan en ik gaan erheen. Dat hadden we al een tijd geleden afgesproken,’ zei Stacey snel.

‘Ja,’ zei Logan, ‘en Elissa...’

Olaf viel hem in de rede. ‘Ik zou het leuk vinden als Elissa er met mij heen wilde.’

‘Als ik dan nog hier ben,’ zei ze langzaam. ‘Het is best mogelijk dat ik dan al in het vliegtuig zit met de kinderen. Tenzij oom Rupert erop staat dat ik op hem wacht.’

‘Natuurlijk ben je dan nog hier,’ zei tante Claudia. ‘We hebben alle hulp nodig die we kunnen krijgen. Gwyneth kan van het jaar niet meedoen, maar ze zal blij zijn te horen dat Logie extra hulp heeft. Op het ogenblik is het prachtig weer, maar ik heb nog nooit een lammerenseizoen meegemaakt zonder dat er stormen van de Zuid Pool kwamen.’

Logan keek haar verbaasd aan. ‘U bent anders altijd zo’n optimist, tante. Maar nu laat u me in de steek.’

Stacey belde haar moeder of ze nog wat kleren voor haar wilde meegeven met de boot. Het huishouden liep aardig goed onder haar leiding, maar Logan vroeg toch aan Elissa of zij ’s morgens ook wat wilde helpen. Dan kon ze ’s middags aan de plannen voor het huis werken.

De sombere voorspellingen van tante Claudia bleken uit te komen en op maandag werd het eerste van de lammeren geboren tijdens een sneeuwbui en een bitterkoude wind, die uit de bergen kwam en in elke uithoek van het meer doordrong.

Ze deden hun best en waren de hele dag in de weer met rubber laarzen en plastic jassen aan om de pasgeboren lammeren op te vangen. De weiden op de hellingen waren er nog het beste aan toe, het water stroomde daarvandaan naar het meer, en zelfs de rotsen boden enige beschutting. Er stonden nog wat heggen en ook die vormden bescherming tegen de ijskoude wind.

Hun gezichten deden pijn van de ijzige sneeuw, die telkens in regen overging, ze kregen spierpijn terwijl ze hun best deden de lammeren te vinden en die te redden, evenals de ooien.

Stacey vond het niet prettig dat de keukenvloer telkens glad was van het water en de modder. Ze brachten de doorweekte bundeltjes leven binnen, die ze eerst in een teil warm water doopte en dan op oude zakken legden, waar ze hen stevig droogwreven. De lammeren, die op deze behandeling goed reageerden, werden in wasmanden gelegd, met oude dekens en rubber kruiken. Als ze bijkwamen, werden ze gevoed met warme melk en daarna op de veranda’s gezet met een oude schapenhuid over hen heen. Elissa was moe van het vullen van zuigflessen, telkens moest ze beslissen welk lam ze onder handen zou nemen, maar ze voelde zich geroerd, toen ze zag hoe hard de kinderen werkten.

Isabels kleine gezichtje stond vol medelijden, de tranen kwamen telkens boven als er weer een half-dood lam werd binnengebracht. Bess werkte stevig door, Elissa hoorde haar telkens even snikken en ze hoopte dat ze het verdriet niet teveel onderdrukte. Rennie beweerde dat hij steeds zo snoof door een verkoudheid.

’s Avonds luisterden ze naar de weerberichten in de hoop dat het afgelopen zou zijn met de zuidwesten wind, maar steeds kwam er weer nieuwe wind van de Zuid Pool. Het hele land werd geteisterd door de stormen en het beloofde een bijzonder slecht seizoen te worden voor de boeren.

Op de derde nacht ging de wind plotseling liggen, maar de mannen waren er eigenlijk niet eens blij mee. Er hing een loodgrijze lucht boven het meer, een dreigend gezicht. Ze konden zelfs vanuit het torentje de Twin Hills niet meer zien. Iedereen wist wat dit betekende.

De mannen werkten als bezetenen, ze zochten de schapen tot op grote afstand op en joegen ze uit de bergspleten, waar de sneeuw zich zou ophopen. Veel schapen kwamen uit eigen beweging van de hoger gelegen weiden naar beneden, hun instinkt had hen gewaarschuwd. Helaas waren het er teveel om ze in korte tijd allemaal op te zoeken. Toen het avond werd en de vermoeide mannen binnenkwamen, begon het te sneeuwen, een mooie, poederachtige, verraderlijke sneeuw.

Zodra de honden gevoerd en in de hokken gebracht waren, klonk het gestamp van de zware laarzen, de jacken werden op de achterveranda uitgeslagen en de mannen ontdooiden hun bevroren gezichten met warm water.

De kinderen mochten een uur lang naar buiten om een sneeuwpop te maken. Elissa had een grote stapel luiers van de cottage meegebracht om in de elektrische droogtrommel te drogen voor het geval de stroom uit zou vallen. De tweeling groeide goed en de zuster van Gwyneth bood hulp, maar Logan zei tegen Elissa, toen ze hem een warme handdoek aangaf om zijn handen te drogen: ‘Ik heb liever dat de stroom uitvalt dan dat de telefoonkabels het begeven, met die babies in de cottage. Dit soort situaties maken dat getrouwde mannen liever werk zoeken op een plaats waar ze dichterbij de bewoonde wereld zitten.’

Elissa knikte. ‘In elk geval staan we er niet alleen voor. Tante Claudia heeft veel ervaring opgedaan op farms, die nog eenzamer liggen dan de onze. Zij kan een hele steun zijn.’

Het donkere gezicht boven het hare werd zachter. ‘Net als jij, Elissa. Jij maakt er altijd het beste van.’ Hij stak een vinger uit, die begon te ontdooien, en streek er even mee langs haar warme wang. ‘Jij bewijst dat je de moeilijkheden niet uit de weg gaat.’

Ze werd warm van plezier bij zij aanraking. ‘En Stacey ook, ’ zei ze.

Zijn blauwe ogen keken haar spottend aan. ‘Dat is haast overdreven eerlijk, eigenlijk druist dat tegen je gevoel in. Heb ik geen gelijk?’

‘Wilde je mijn gedachten weer raden? Zoals je zegt, probeer ik er gewoon het beste van te maken.’

Hij pakte haar bij de arm, toen ze zich om wilde draaien. ‘Allemachtig kind, ik bedoelde het goed. Ik vind echt dat jij er het beste van maakt, je ziet zelfs het beste in andere mensen. Dat heb je altijd gedaan. Ik bewonder het in je.’

Wat bedoelde hij nu weer?

Op de televisie zagen ze hoe er vrachtwagens vol kleine wollige lijkjes weggereden werden op het platteland van het Noorder Eiland, waar het zonder onderbreking bleef regenen. Alleen de allereersten waren gered. Zou het bij hen net zo gaan? Buiten bleef het doorsneeuwen, geruisloos maar zonder ophouden. Om negen uur viel de stroom uit. Ze aten nog iets bij het licht van de petroleumlampen, legden zaklantaarns naast de bedden van de kinderen en zetten kaarsen in hun eigen kamers, deden nog wat nat kolengruis op het fornuis voor de nacht en gingen vol bange voorgevoelens naar bed.