15

Twee weken lang maakte ik elke avond eten voor hem klaar.

Ik regelde dat ik alleen overdag hoefde te werken, zodat ik elke avond voor hem kon koken. Het was altijd een Ghanese maaltijd: runderstoofschotel; rijst met kidneybonen; gebakken banaan; vissoep; fufu; gari; beignets van zwartoogboontjes; jollof-rijst. Het eten uit onze jeugd, het voedsel dat mama ons in goede en slechte tijden voorzette.

Ik deed het omdat ik van koken hield. En ik deed het omdat ik merkte dat de geur van eten, de smaak ervan, hem ontspande. Hem uit de mist van angst trok die hem omgaf wanneer hij mijn flat binnenkwam nadat hij Stephanie had bezocht. Hij vertelde niet wat er mis was met haar. Ik vroeg hem er niet naar. In plaats daarvan aten we, praatten we en vielen we op de bank in slaap.

Op de zestiende dag kwam hij niet en wist ik dat ze weer thuis was. Dat het weer goed was met haar.