63 Vergeving
River Run, mei 1770
‘Dat is de meest eigenwijze vrouw die ik ooit heb ontmoet!’ Brianna stevende met volle zeilen de kamer binnen en liet zich voorzichtig op het tweezitsbankje naast het bed zakken.
Lord John Grey opende één bloeddoorlopen oog onder zijn tulband van verbanden.
‘Je tante?’
Wie anders?’
‘Je hebt toch een spiegel in je kamer?’ Zijn mondhoeken krulden omhoog en even later volgde zij schoorvoetend zijn voorbeeld.
‘Het is dat rottige testament van haar. Ik heb haar verteld dat ik River Run niet wil hebben, en dat ik geen slaven wil hebben — maar zij weigert het te veranderen! Ze glimlacht alleen maar een beetje alsof ik een lastig klein kind ben, en zegt dat ik er tegen de tijd dat het zover is blij mee zal zijn. Blij mee zal zijn!’ Ze snoof minachtend en ging er wat gemakkelijker bij zitten. Wat moet ik nu doen?’
‘Niets.’
‘Niets?’ Nu richtte zij haar ongenoegen op hem. ‘Hoe kan ik nu niets doen?’
Ten eerste zou het me bijzonder verbazen als je tante niet onsterfelijk zou zijn. Dat zijn wel meer van die Schotten. Maar’—hij wuifde met zijn hand haar bezwaren weg — ‘mocht dit niet het geval zijn, en mocht zij volharden in haar waandenkbeeld dat jij een goede meesteresse van River Run zou zijn —’
‘En waar haal jij het idee vandaan dat ik dat niet zou zijn?’ vroeg zij, met gekwetste trots.
‘Je kunt een plantage van deze omvang nu eenmaal niet zonder slaven runnen, en jij hebt gewetensbezwaren tegen het houden van slaven, dat heeft men mij althans te kennen gegeven. Hoewel ik nog nooit iemand heb gezien die minder van een quaker weg heeft dan jij.’ Hij kneep zijn open oog half dicht en keek naar de immense tent van rood gestreepte mousseline waarin zij was gehuld. ‘Maar om even terug te keren naar ons onderwerp van gesprek — of in elk geval één daarvan: mocht je op een gegeven moment ongevraagd in het bezit komen van een aantal slaven, dan kunnen er altijd nog regelingen worden getroffen om ze vrij te laten.’
“Niet in Noord-Carolina. De Assemblee…’
‘Nee, niet in Noord-Carolina,’ beaamde hij geduldig. ‘Maar mocht het geval zich voordoen en bezit je opeens een groot aantal slaven, dan verkoop je ze gewoon aan mij.’
‘Maar dat is…’
‘En dan neem ik ze mee naar Virginia, waar het vrijlaten van slaven veel minder streng wordt gecontroleerd. Zodra ze vrij zijn, kan je mij dan mijn geld teruggeven. Je bent dan wel volkomen berooid en armlastig, maar dat schijnt je op één na grootste wens te zijn. Je allergrootste wens is natuurlijk het voorkomen van elke kans op persoonlijk geluk door je ervan te verzekeren dat je niet met de man kunt trouwen van wie je houdt.’
Ze verfrommelde een handvol mousseline tussen haar vingers en keek fronsend naar de grote saffier die aan haar hand prijkte. ‘Ik heb beloofd dat ik eerst naar hem zal luisteren.’ Ze keek Lord John peinzend aan. ‘Hoewel ik het nog steeds emotionele chantage vind.’
‘De meest effectieve chantage die er bestaat,’ zei hij. ‘Het is me bijna mijn gebarsten kop waard om eindelijk een Fraser in mijn macht te hebben.’
Hier wenste ze niet eens op te reageren. ‘Ik heb alleen gezegd dat ik zou luisteren. Ik denk nog steeds dat hij, als hij alles weet, niet…’ Ze legde een hand op haar enorme buik. ‘Dat zou jij toch zeker ook niet kunnen? Oprecht houden van een kind dat niet het jouwe is?’
Hij hees zich wat hoger in de kussens en zijn gezicht vertrok van pijn. ‘Terwille van zijn vader of moeder? Ik denk het wel.’ Nu deed hij allebei zijn ogen open en keek haar glimlachend aan. ‘Ik verkeerde zelfs in de veronderstelling dat ik dat al een hele tijd doe.’
Even keek ze hem niet-begrijpend aan, toen begon vanuit de geschulpte hals van haar japon een rode blos op te trekken. Ze was heel charmant wanneer ze bloosde.
‘Heb je het over mij?’ vroeg ze. ‘Eh, ja, maar… ik bedoel… ik ben geen baby, en je hoeft me heus niet te adopteren.’ Ze wierp hem een strakke, blauwe blik toe, die helemaal niet paste bij de zachte blos op haar wangen. ‘En ik hoopte nog wel dat het niet alleen maar terwille van mijn vader was.’
Hij zweeg even, pakte toen haar hand en gaf er een zacht kneepje in. ‘Dat is ook niet zo,’ zei hij bars. Toen liet hij haar los en liet zich met een zacht gekreun weer achterover in de kussens zakken.
‘Voel je je niet goed?’ vroeg zij ongerust. ‘Kan ik iets voor je halen? Een kopje thee? Een kompres?’
‘Nee, het is die ellendige hoofdpijn. Van het licht gaat mijn hoofd zo bonken.’ Hij deed zijn ogen weer dicht. ‘Vertel me eens,’ zei hij, zonder ze te openen, ‘waarom je er zo van overtuigd bent dat een man alleen maar om een kind zou kunnen geven als het de vrucht van zijn eigen lendenen is? Eigenlijk, lieve kind, had ik het niet over jou toen ik zei dat ik dat al een hele tijd deed. Mijn zoon — mijn stiefzoon — is in feite de zoon van mijn overleden schoonzuster. Zijn beide ouders zijn een dag na elkaar onder tragische omstandigheden overleden, en mijn vrouw Isobel en haar ouders hebben hem vanaf zijn babytijd grootgebracht. Ik ben met Isobel getrouwd toen Willie een jaar of zes was. Je begrijpt dus dat er geen enkele bloedband tussen ons is — maar elke man die mijn genegenheid voor hem in twijfel zou trekken of zou beweren dat hij mijn zoon niet is, zou ik onmiddellijk uitdagen voor een duel.’
‘Ik begrijp het,’ zei zij. ‘Dat wist ik niet.’
Hij zette zijn ene ooglid op een kiertje. Zij zat nog steeds met een peinzende blik aan haar ring te draaien.
‘Ik denk…’ begon ze, en keek hem aan. ‘Ik denk dat ik me niet eens zoveel zorgen maak om Roger en de baby. Als ik helemaal eerlijk ben…’
‘De hemel verhoede dat je dat niet zou zijn,’ mompelde hij.
‘Als ik helemaal eerlijk ben,’ herhaalde zij, met een boze blik op hem, ‘denk ik dat ik me meer zorgen maak over hoe het tussen ons zou gaan — tussen Roger en mij.’ Ze aarzelde en waagde toen de sprong in het diepe. ‘Ik wist niet dat Jamie Fraser mijn vader was,’ zei ze. ‘Niet toen ik klein was, althans. Na de Opstand zijn mijn vader en moeder elkaar kwijtgeraakt. Ze dachten allebei dat de ander dood was. Toen is mijn moeder opnieuw getrouwd. Ik heb altijd gedacht dat Frank Randall mijn vader was. Ik kwam er pas achter dat dat niet zo was toen hij was overleden.’
‘Ah.’ Hij bekeek haar met hernieuwde belangstelling. ‘En behandelde die Randall je heel erg slecht?’
“Nee! Hij was… fantastisch.’ Haar stem trilde en zij schraapte gegeneerd haar keel. ‘Nee, hij was de beste vader die ik me had kunnen wensen. Het is alleen dat ik dus altijd heb gedacht dat mijn ouders een goed huwelijk hadden. Zij gaven om elkaar, respecteerden elkaar — kortom, ik dacht dat alles was zoals het hoorde.’
Lord John krabde aan zijn verband. De dokter had zijn hoofd geschoren, iets dat niet alleen een gevoelige klap was voor zijn ijdelheid, maar ook verschrikkelijk jeukte. ‘Ik zie alleen niet in wat dat met jouw huidige situatie te maken heeft.’
Zij slaakte een diepe zucht. Toen mijn vader overleden was, kwamen wij… kwamen wij erachter dat Jamie Fraser nog leefde. Mijn moeder is meteen naar hem toe gegaan, en daarna ben ik ook gekomen. En… het was anders. Ik zag hoe zij naar elkaar keken. Op een manier zoals ik haar nooit naar Frank Randall heb zien kijken — of hij naar haar.’
‘Ah, ik begrijp het,’ zei hij, plotseling overvallen door een golf van somberheid. Hij had die blik zelf ook wel eens gezien. De eerste keer had hij het liefst een mes door Claire Randalls hart gestoken.
“Weet je wel hoe zeldzaam zoiets is?’ vroeg hij zacht. ‘Een dergelijke wederzijdse hartstocht?’ De eenzijdige variant kwam vaak genoeg voor.
‘Ja.’ Ze draaide zich half om, haar arm op de rugleuning van het tweezitsbankje, en keek door de openslaande deuren naar de perken vol bloeiende voorjaarsbloemen. ‘Het punt is… dat ik het ook meende te hebben,’ zei zij, zo mogelijk nog zachter. ‘Dat heb ik werkelijk heel even gedacht.’ Ze keek hem aan, met een blik die zo helder was dat hij er dwars doorheen kon kijken. ‘Als ik het kwijt ben — dan is daar niets aan te doen. Daar kan ik dan wel mee leven. Maar ik wil niet met een imitatie ervan leven. Dat zou ik niet kunnen verdragen.’
‘Het ziet ernaar uit dat je me bij gebrek aan beter toch nog gaat krijgen.’ Brianna zette het ontbijtblad op zijn schoot en liet zich zwaar op het tweezitsbankje ploffen, zodat de poten kraakten.
‘Geen raadseltjes voor een zieke man,’ zei hij terwijl hij een stukje toast pakte. Wat bedoel je?’
‘Drusus kwam net de keuken binnenstormen met de mededeling dat hij twee ruiters door de velden van Campbell heeft zien rijden. Hij beweerde dat één van hen zeker mijn vader was — een grote man met rood haar. God mag weten dat er daar niet zoveel van zijn.’
‘Niet zoveel, nee.’ Hij keek haar glimlachend aan. ‘Twee ruiters, zei je?’
‘Het moeten Da en mijn moeder zijn. Ze hebben Roger dus niet gevonden. Of misschien hebben ze hem wel gevonden, maar wilde hij niet mee komen.’ Ze draaide aan de grote saffier aan haar vinger. “Wat een geluk dat ik nog iemand heb om op terug te vallen, hè?’
Lord John knipperde met zijn ogen en haastte zich om zijn mond vol toast door te slikken. ‘Als je met die buitengewone metafoor wil zeggen dat je nu van plan bent alsnog met mij te trouwen, dan kan ik je verzekeren…’
‘Nee.’ Ze schonk hem een halfslachtig glimlachje. ‘Ik plaag je maar een beetje.’
‘O, gelukkig.’ Hij nam een slok van zijn thee en deed zijn ogen dicht om van de geurige damp te genieten. ‘Twee ruiters. Is je neef niet met hem meegegaan?’
‘Jawel,’ zei ze langzaam. ‘God, ik hoop niet dat er iets met Ian is gebeurd.’
‘Het is best mogelijk dat er onderweg dingen zijn gebeurd die je neef en je moeder hebben genoodzaakt om achter je vader en meneer MacKenzie aan te reizen. Of misschien komen je neef en MacKenzie wel achter je ouders aan.’ Hij wuifde met zijn hand om aan te geven dat er talloze mogelijkheden waren.
‘Je zult wel gelijk hebben.’ Ze zag nog steeds een beetje bleek om haar neus, maar Lord John vermoedde dat ze daar alle reden toe had. Geruststellende mogelijkheden waren natuurlijk heel prettig voor de korte termijn, maar op de lange termijn hadden de ijzige waarschijnlijkheden toch veel meer kans de boventoon te gaan voeren — en wie het ook was die met Jamie Fraser mee reisde, ze zouden binnen niet al te lange tijd arriveren, met de antwoorden op al hun vragen.
Hij schoof de restanten van zijn ontbijt van zich af en leunde achterover in de kussens.
‘Vertel me eens — hoe ver strekt je berouw voor het feit dat ik door jouw toedoen bijna het leven heb gelaten?’
Ze kreeg een kleur en keek hem ongemakkelijk aan. ‘Hoe bedoel je?’
‘Als ik je vraag iets te doen wat je eigenlijk niet wilt, zou je je dan door schuldgevoel en plichtsbesef gedwongen voelen het toch te doen?’
‘O, nog meer chantage. Wat wil je van me?’ vroeg ze, op haar hoede.
‘Ik zou willen dat je je vader vergeeft. Wat er ook is gebeurd.’
De zwangerschap had haar heel gevoelig gemaakt. Al haar emoties lagen duidelijk zichtbaar vlak onder het oppervlak van die fluweelzachte huid. De geringste aanraking kon haar een blauwe plek bezorgen.
Hij stak zijn hand uit en legde hem met grote tederheid tegen haar wang. ‘Ik vraag dit niet alleen terwille van hem, maar ook terwille van jezelf,’ zei hij.
‘Ik heb hem al vergeven.’ Haar wimpers bedekten haar ogen toen zij omlaag keek. Haar handen lagen nog in haar schoot en het vurige blauw van zijn saffier schitterde aan haar vinger.
Door de openslaande deuren hoorden zij het geluid van hoefgetrappel naderbij komen.
‘Dan denk ik dat je nu maar beter naar beneden kunt gaan om hem dat te vertellen, lieve kind.’
Zij klemde haar lippen op elkaar en knikte. Zonder een woord te zeggen, stond ze op en zweefde, als een stormwolk die achter de horizon verdwijnt, de deur uit.
Toen we hoorden dat er twee ruiters in aantocht waren, en dat één van hen Jamie was, waren we bang dat er iets met je neef, of met MacKenzie was gebeurd. Op de een of andere manier hielden wij geen van beiden rekening met de mogelijkheid dat er iets met jou was gebeurd.’
‘Ik ben onsterfelijk,’ mompelde ze terwijl ze in allebei zijn ogen tuurde. ‘Wist je dan niet?’ Ze haalde haar duimen van zijn oogleden en hij knipperde met zijn ogen. ‘Je ene pupil is enigszins vergroot, maar niet ernstig. Knijp eens zo hard als je kan in mijn vingers.’ Ze stak hem haar middelste drie vingers toe en hij deed wat zij had gevraagd. Het ergerde hem bijzonder dat zijn greep zo zwak was.
‘Hebben jullie MacKenzie gevonden?’ Het ergerde hem eveneens dat hij zijn nieuwsgierigheid niet kon bedwingen.
Ze wierp hem een snelle blik toe met die sherry-kleurige ogen en keek toen weer naar zijn handen. ‘Ja. Hij komt ook, alleen iets later.’
‘Echt waar?’
De speciale toon van zijn stem ontging haar niet en zij keek hem recht in de ogen. ‘Hoeveel weet je?’
‘Alles,’ zei hij en zag tot zijn tevredenheid dat zij schrok. Toen verscheen er een klein glimlachje op haar lippen.
‘Alles?’
‘Genoeg,’ zei hij op sardonische toon. ‘Genoeg om te kunnen vragen of je bevestiging van MacKenzie’s terugkeer een kwestie van zeker weten is, of eerder een wensgedachte van jouw kant.’
‘Laten we het een kwestie van vertrouwen noemen.’ Zonder hem om toestemming te vragen, trok ze de sluiting van zijn nachthemd los en ontblootte zijn borst. Handig rolde ze een vel perkament tot een koker, zette één kant ervan op zijn borst en hield haar oor bij het andere uiteinde.
“Neemt u mij niet kwalijk, madame!’
‘Stil, anders hoor ik niets,’ zei ze, hem met haar ene hand tot stilte manend. Ze zette de koker op verschillende plekken op zijn borst, waarna ze hem hier en daar beklopte en op zijn lever drukte.
‘Heb je vandaag al ontlasting gehad?’ informeerde ze, vertrouwelijk aan zijn onderbuik voelend.
‘Daar wens ik mij niet over uit te laten,’ zei hij terwijl hij zo waardig mogelijk zijn nachthemd om zich heen trok.
Ze zag er nog opvallender uit dan anders. De vrouw moest toch minstens veertig zijn, maar vertoonde niet meer tekenen van ouderdom dan wat fijne rimpeltjes bij haar ooghoeken en een enkele zilveren lok in die belachelijke bos haar.
Ze was magerder dan hij zich herinnerde, hoewel hij haar figuur moeilijk kon beoordelen, gekleed als ze was in een barbaars leren hemd en broek. Ze had duidelijk langere tijd in de buitenlucht doorgebracht. Haar gezicht en handen waren lichtbruin gekleurd, zodat die grote, goudkleurige ogen des te indrukwekkender waren wanneer ze je recht in de ogen keek — hetgeen ze nu deed.
‘Brianna zegt dat dokter Fentiman je schedel heeft gelicht.’
Hij schoof ongemakkelijk heen en weer onder de lakens. ‘Dat heb ik me ook laten vertellen. Ik ben bang dat ik me er op het moment zelf niet echt van bewust was.’
Wees maar blij. Mag ik even kijken? Puur uit nieuwsgierigheid,’ voegde ze er met onverwachte fijngevoeligheid aan toe. ‘Niet omdat het medisch noodzakelijk is. Het is alleen dat ik nog nooit een schedellichting heb gezien.’
Hij deed zijn ogen dicht en gaf zich gewonnen. ‘Afgezien van de werking van mijn darmen, heb ik geen geheimen voor u, madame.’
Hij boog zijn hoofd, wees haar de plek van het gat in zijn schedel aan en voelde haar koele vingers onder het verband glijden en het een beetje optillen, zodat er wat frisse lucht bij zijn warme hoofdhuid kwam.
‘Is Brianna bij haar vader?’ vroeg hij, nog steeds met zijn ogen dicht.
‘Ja.’ Haar stem klonk nu zachter. ‘Ze heeft mij — ons — iets verteld van wat jij voor haar hebt gedaan. Dank je.’
Zij haalde haar hand weg en hij deed zijn ogen weer open.
‘Ik ben blij dat ik haar van dienst heb kunnen zijn. Met geperforeerde schedel en al.’
Zij glimlachte zwakjes. ‘Jamie zal zo wel naar je toe komen. Hij is… met Brianna aan het praten, in de tuin.’
Even voelde hij een steek van angst. ‘Zijn ze het een beetje met elkaar eens?’
‘Kijk zelf maar.’ Ze legde een arm achter zijn rug en duwde hem, met verbazingwekkend veel kracht voor een vrouw die zo tenger gebouwd was, overeind. Zo kon hij precies over de balustrade kijken en zag hij de twee figuurtjes achter in de tuin, met hun hoofden heel dicht bij elkaar. Terwijl hij zat te kijken, omhelsden zij elkaar en lieten elkaar toen weer los, lachend om de onhandigheid die werd veroorzaakt door Brianna’s omvang.
‘Volgens mij zijn we precies op tijd,’ mompelde Claire terwijl ze haar dochter met een geoefend oog bekeek. ‘Dat duurt niet lang meer.’
‘Ik moet bekennen dat ik ook bijzonder gelukkig ben met jullie komst,’ zei hij terwijl zij hem weer in de kussens liet zakken en het beddengoed recht trok. ‘Ik heb het al nauwelijks overleefd om kindermeisje voor jullie dochter te spelen. Als ik ook nog als haar vroedvrouw had moeten dienen, had dat waarschijnlijk de genadeslag voor mij betekend.’
‘O, dat vergat ik nog bijna.’ Claire pakte iets uit een smerig uitziend leren buideltje om haar hals. ‘Brianna vroeg mij dit aan je terug te geven — zij heeft het niet meer nodig.’
Hij hield zijn hand op en zij liet er iets blauws en glinsterends in vallen.
‘Lieve God, ik heb de bons gekregen!’ zei hij, en grinnikte.