Toen kreeg Ernie, die daar niet om bekend stond, een briljant idee. Hij vertelde Walter dat meneer Hingley, die wat eerder weg wilde, de sleutel aan Mike had toevertrouwd en dat ze besloten hadden Walter, omdat hij ze allemaal zo lang had laten wachten, de hele nacht op te sluiten. Stanley, de vierde afdelingschef in opleiding opperde nog, dat het later wel als een vergissing kon worden uitgelegd. Ze zouden gewoon zeggen dat ze Walter niet hadden kunnen vinden en aangenomen hadden dat hij naar huis was gegaan.
Hoewel het Ernies bedoeling geweest was Walter te pesten, was het eerste deel van de pesterij waar. Mike had inderdaad de sleutels. Walter had gezien dat meneer Hingley ze aan hem gaf. En de jongens, die doorgingen met pesten, waren bloedserieus. Walter luisterde toe terwijl zij steeds enthousiaster werden. Hij keek van de een naar de ander in een wanhopige poging een glimlach van een van hen op te vangen, waardoor hij wist dat het een grap was. Maar niemand glimlachte. Ze waren allemaal bloedserieus. Ze waren vastbesloten, zeiden ze, hem een lesje te geven.
De lift kwam bij het magazijn aan, Clifïord en Mike duwden Walter voor zich uit en bleven toen, ieder aan een kant, naast hem staan, terwijl Ernie en Stan naar de toiletruimte gingen om hun handen te wassen en hun jas op te halen.
Walter, geflankeerd door zijn twee bewakers, stond nog in zijn overal met de kalende bezem in zijn hand. Minuten gingen voorbij. Uren. Jaren gingen voorbij. Mike riep naar de jongens in de toiletruimte op te schieten, nam toen Walter zijn bezem af en zette die bij de andere in de hoek.
Nu er één wacht weg was, probeerde een doodsbange Walter ervandoor te gaan door terug de lift in te schieten en het traliehek dicht te schuiven. Helaas reageerde Mike vlugger dan Walter. Vóór het hek helemaal dicht was, was hij op de lift toegerend en had zijn voet tussen het hek gezet waardoor het niet dicht kon.
Walter schopte wanhopig tegen Mikes voet en probeerde hem ertussen uit te krijgen. Mike trok aan zijn kant van het hek en Walter duwde zo hard hij kon aan de andere kant.