1 Een grote jongen eet met mes en vork en niet met een lepel
Toen men later informeerde naar zijn vroegste herinnering, was dat een vraag waarover moest worden nagedacht. Ze hadden hem ook vragen gesteld waarover hij niet hoefde na te denken, en ze hadden hem vragen gesteld die hij niet kon beantwoorden, maar deze vraag kon hij wél beantwoorden, maar hij moest er even over nadenken.
Zijn vroegste herinnering was een meisjesgezicht. Het meisje giechelde, hield haar ene hand voor haar mond en wees met de andere op Walters gezicht. Hij stond tegen zijn moeder aan geleund, met zijn armen om haar benen, en hield haar rokken vast. Het was zijn eerste schooldag. Hij huilde. Zijn moeder probeerde de onderwijzeres uit te leggen dat hij niet te streng moest worden aangepakt, omdat hij anders was; hij was wat achter in zijn ontwikkeling en woorden kon hij nog niet goed zeggen. Sommige voorwerpen kende hij wél, andere weer niet.
De onderwijzeres zei tegen het meisje weg te gaan, maar die deed dat niet; ze stond daar maar te lachen, maar hoewel ze haar lachen niet kon bedwingen, bleef ze haar hand voor haar mond houden, want ze wist dat je lelijke mensen niet mag uitlachen.
Dat wist Walter zich allemaal te herinneren toen ze hem ernaar vroegen. De woorden om deze herinnering mee uit te drukken kon hij echter niet vinden, vandaar dat hij ten slotte maar zei dat hij het niet wist.