15
Hafid zit bij Paco in de garage. Hij heeft zich voorgenomen te vertellen dat het uit is met Floor, maar Paco ziet er zo verdrietig uit dat hij het niet durft. Hij probeert hem op te vrolijken door over hun website te vertellen. Inmiddels ligt hun opzet voor de doe-het-zelf-site bij Supertape. Het is spannend. Er schijnen honderden inzendingen te zijn, terwijl er maar vijf door de eerste selectie komen. Het kan Paco niks schelen. Hij vraagt niet eens wanneer ze iets horen. Hafid vindt het vreselijk om zijn vriend te vertellen dat Floor het heeft uitgemaakt en besluit te wachten tot ze op de fiets zitten, dan klinkt het niet zo serieus.
'Moet je niet naar huis?' vraagt Hafid. 'Het is al kwart over zes.'
'Zeker om te eten,' zegt Paco. 'Ik heb geen trek. En al helemaal niet als ik mijn moeder in de keuken zie staan. Het lijkt wel of het haar niks doet. De eerste avond stond ze gewoon spaghetti te koken.'
'Dat is haar manier om erdoorheen te komen,' zegt Hafid. 'Wat moet ze dan? De hele dag in haar bed blijven? Ik vind het juist knap.'
Paco knikt. 'Misschien heb je wel gelijk.'
'Zullen we dan nu gaan?' vraagt Hafid. 'Dan rijden we samen op.'
Maar onderweg vertelt Hafid ook niet dat het uit is met Floor. Hij heeft net met Paco over zijn moeder gepraat, dan gaat hij niet ook nog eens over Floor beginnen. Dan lijkt hij wel een dominee. En hij slaat rechts af. 'Sterkte!'
Als Paco de voordeur opendoet komt er een geur van gebraden vlees in zijn neus. Hij is blij dat hij toch naar huis is gegaan, ook al heeft hij geen trek. Hij neemt zich voor wat liever voor zijn moeder te zijn en niet steeds ruzie te maken. Hij loopt meteen door naar de keuken. In het voorbijgaan ziet hij zijn moeder op de bank in de kamer zitten. Ze staart voor zich uit. Paco steekt zijn hoofd verbaasd door de deuropening. 'Wat kijk je?' vraagt zijn moeder. 'Had je me hier niet verwacht?'
'Eigenlijk niet,' zegt Paco. 'Het ruikt zo lekker. Ik dacht dat je in de keuken stond.'
Zijn moeder zucht. 'Ik had zo'n moeilijke dag. Ik moest er zelfs niet aan denken eten klaar te maken. Maar er is iemand die voor ons kookt. En als ik het zo ruik gaat hij ons behoorlijk verwennen.'
Paco weet het al. Ze heeft haar broer gebeld. Oom Karei kan heerlijk koken. Hij mag zijn oom graag en loopt de keuken in. Maar dan ziet hij niet oom Karei, maar Pieter Groen achter het fornuis staan.
'Dat had je niet gedacht, hè, dat mannen konden koken,' zegt Pieter trots.
'Hoezo? Mijn vader kon ook koken.' Paco denkt aan al die donderdagavonden dat zijn moeder naar het muziekcentrum was. Dan kookte zijn vader steevast. Meestal maakte hij een pizza of lasagne. Paco hielp hem altijd. Hij ziet weer voor zich hoe gezellig dat was. Als ze klaar waren stond de hele keuken op zijn kop. Maar dat kon hun niks schelen. Na het eten ruimden ze alles weer op. Onder de afwas stond Marco Borsato knetterhard aan en dan zongen ze mee. Hij voelt dat het nooit meer zal gebeuren. Nooit meer zal hij met zijn vader koken... Pieter Groen hoeft zijn verdriet niet te zien, en hij draait zich gauw om en loopt weg.
'Waarom heb je die Pieter gevraagd?' vraagt Paco als hij de kamer in komt. 'Had mij gebeld, dan was ik naar huis gekomen en had voor ons gekookt. Dat kan ik toch ook? Daar heb je hem niet voor nodig.'
'Nee, jochie,' zegt zijn moeder. 'Dat ga ik niet doen. Jij hebt het al moeilijk genoeg. Ik ga jou niet lastigvallen als je lekker bij je vrienden bent. Bovendien kook je nooit.'
'Ik had toch een pizza kunnen maken,' zegt Paco. 'Of lust je dat soms ineens niet meer. Heb je liever het eten wat hij daar klaarmaakt?''Pieter is een vriend,' zegt moeder. 'Hij wil iets voor ons doen.' 'Ja, dat zal wel,' zegt Paco. 'Heb je hem nog niet door? Hij wil hier binnendringen. Hij wil papa's plaats innemen.' 'Niemand kan papa's plaats innemen,' zegt moeder. 'Kom nou gezellig aan tafel. Ik weet dat je niet dol bent op Pieter, maar doe het dan voor mij.'
Paco wil weglopen, maar dan denkt hij aan het gesprek met Hafid. Vandaag had zijn moeder al een rotdag, dan moet hij het niet nog eens extra moeilijk voor haar maken. En hij haalt het tafelkleed uit de kast en legt het op tafel. Wat een uitslover is die Pieter, denkt Paco als hij in de keuken kijkt. Hij heeft drie gangen gemaakt en een heel ingewikkeld toetje. Die denkt dat hij iets te vieren heeft. Maar dat gaat mooi niet door!
'Wat mij betreft kunnen we aan tafel,' zegt Pieter. Paco gaat op zijn plaats zitten. Zijn moeder staat ook op. Hij heeft Pieters bord expres aan de andere kant van de tafel gezet. Hij wil niet dat hij op de plaats van zijn vader gaat zitten. Zijn moeder begrijpt het gelukkig. 'Jij zit hier, Pieter,' zegt ze. Pieter kijkt naar de tafel. 'Wat zit ik ver weg. Ik zit liever hier.' En hij schuift zijn bord op en gaat op de plaats van Paco's vader zitten.
Paco's moeder geeft Paco een knipoog, maar ze zegt er niks van.
'Heerlijk,' zegt ze als ze een hap van de soep heeft genomen. 'Echt verrukkelijk, Pieter.' En even daarna begint ze weer. 'Wat een lekker soepje is dit.'
Paco kan het niet uitstaan. Zijn moeder heeft nou al twee keer gezegd hoe lekker Pieter heeft gekookt. Dat deed ze nooit als zijn vader iets had klaargemaakt. Zeker omdat hij nooit een driegangenmenu maakte. Paco vond de lasagne van zijn vader duizend keer lekkerder dan die soep. Die smaakt hem helemaal niet. Hij kan er niet tegen dat Pieter op de plaats van zijn vader zit. Zijn moeder merkt het wel aan hem. 'Ik, eh... Ik denk dat het moeilijk voor Paco is dat je op Wils plek zit,' zegt ze.
'O, wat dom van me. Nou, dan schuif ik toch een stoel op. Ik snap het wel, het is ook zo kort geleden.' Paco vliegt meteen op. 'Hoezo, kort geleden? Die plaats blijft altijd van mijn vader. Daar mag niemand zitten, helemaal nooit. En jij zeker niet.' En hij smijt zijn lepel op tafel, springt op en loopt de kamer uit.
Hij loopt de trap op, maar in een tel is hij weer beneden. In de gang kijkt hij verward om zich heen. Wat moet hij hier nog? Hij heeft geen plek in dit huis meer, nergens, ook niet op zijn kamer. En hij pakt zijn jas en doet de deur open. Pas als die vent weg is, komt hij terug.
Als Paco buiten staat weet hij waar hij heen moet. Er is maar één persoon die hem kan troosten en dat is Floor. Die zal niet zoals Hafid over zijn moeder zeuren. Hij baalt er zelf ook van dat hij kwaad is weggelopen, maar waarom heeft ze die sukkel dan ook uitgenodigd? Ze had hem moeten bellen, dan hadden ze samen een rotdag gehad. Maar het lijkt wel of ze haar verdriet liever met die loser deelt dan met hem. Als hij in de buurt van Floors huis komt krijgt hij een zwaar gevoel. De laatste keer dat hij hier reed was alles nog anders. Toen was zijn vader er nog. Floor zal wel schrikken als ze hem ziet. Ze denkt natuurlijk dat hij kwaad is, maar daar helpt hij haar wel vanaf. Ineens voelt hij hoe hij haar heeft gemist. Niets interesseert hem nog, behalve zijn verkering met Floor. Hij is blij dat haar fiets er staat, dan is ze tenminste thuis. Paco zet zijn fiets tegen de boom en iets later belt hij aan. Door het ruitje in de voordeur ziet hij Floor de trap af komen. Ze lag vast even te rusten, want haar haren zijn in de war.
'Ben jij het?' Ze kleurt als ze Paco ziet. 'Ik had je nog willen bellen.'
'Het geeft niet, ik snap best dat je het moeilijk vond. Daarom ben ik ook hier.' Paco kijkt Floor aan. Hij moet bijna huilen, maar daar zit Floor helemaal niet op te wachten en hij bijt gauw op zijn lip.
'Zullen we ergens iets gaan drinken? We kunnen ook samen naar de garage van mijn vader als je dat wil.' Paco vindt het fijn als Floor de plek ziet die zo belangrijk voor hem is. 'Ik kan niet,' zegt Floor. 'Ik heb bezoek. Ik had niet gedacht dat je nog zou komen.'
'Natuurlijk wel. Ik ben helemaal niet kwaad op je. Ik ben veel te blij dat ik je weer zie. Ik had al veel eerder moeten komen, misschien al meteen nadat het was gebeurd, maar ik was helemaal in de war. Maar nu ben ik er tenminste.' Paco buigt naar haar toe, maar Floor doet een stap naar achteren. 'Ben jij soms boos?' vraagt hij. 'Heeft Hafid je niks verteld?' vraagt Floor. 'Nee,' zegt Paco. 'Wat moest hij dan vertellen?' 'Ik was in de kelder,' zegt Floor.
Floor heeft hem dus wel opgezocht. Waarom hebben ze niks gezegd, dan was hij meteen naar haar toe gegaan. 'Lief dat je langs bent geweest, maar ik weet van niks, eerlijk niet, anders had ik je toch meteen iets laten horen.' 'Raar, hoor,' zegt Floor. 'Ik heb het hun verteld. Ik heb hun gezegd dat het uit was.'
Paco kijkt Floor aan. Hij ziet de koude blik in haar ogen. 'Nee... Dat meen je niet. Ik heb je nu juist zo hard nodig. Je bent de enige die me kan helpen.'
'En daar heb ik dus geen zin in,' zegt Floor. 'En ik kan het ook niet. Ik wil niet jouw psychiater spelen. Ik wil lol maken, ik ben nog hartstikke jong, dat snap je toch wel?'
Boven gaat een deur open. Paco hoort voetstappen en dan ziet hij Ramon de trap af komen. Dus toch...! denkt hij.
'Blijf je nog lang beneden?' vraagt Ramon. 'Ik dacht dat het uit was.'
'Ramon wil jouw optredens overnemen,' zegt Floor. 'En daar gaat deze prinses voor zorgen.' Ramon slaat een arm om Floor heen en geeft haar een zoen. 'Niet alleen je optredens, eigenlijk neem ik zo'n beetje alles van je over,' zegt hij lachend.
Paco staat daar maar, ook als de deur allang dicht is. Hij weet niet eens meer hoe het precies is gegaan. Ze heeft het uitgemaakt, denkt hij, en hij loopt naar zijn fiets. Het is uit. Ik moet hier weg! Hij stapt op zijn fiets en racet de straat uit. Totaal in de war scheurt hij door het verkeer. Hij hoort en ziet niks. Niet eens dat auto's toeteren en mensen hem nakijken. Buiten adem komt hij in de garage aan. Hij doet de deur van het kantoor open. 'Pap... Pap, ze wisten het allang, ze wisten het allemaal, maar ze hebben me niks verteld. Ik heb niemand meer, helemaal niemand...' Snikkend laat hij zich op zijn vaders stoel vallen.
Paco zit maar in de garage. Het is al over negenen als zijn mobiel gaat. Als hij ziet dat het Hafid is, zet hij de mobiel uit. Hij wil niemand spreken, helemaal niemand. Voor de zoveelste keer vraagt hij het zich af: Waarom moet mij dit overkomen? Anderhalve week geleden was ik nog gelukkig en nu is mijn hele wereld ingestort. Waarom ik? denkt hij. En dan gaat er een schok door hem heen. De gedachte, die verschrikkelijke gedachte dringt zich weer aan hem op. Je vader had misschien nog kunnen leven als jij...
Hou op! Paco doet zijn handen voor zijn oren alsof hij zo de gedachten kan stoppen, maar die gaan maar door. Het zweet breekt hem uit. 'Pap,' zegt hij, 'pap, is het echt zo? Zou jij nog leven als ze er sneller bij waren geweest?' Hij krijgt geen antwoord. Ik moet het weten, denkt hij. Ik moet weten of ik de schuld ben van mijn vaders dood. Maar hoe komt hij erachter? Hij kan het aan de cardioloog vragen, maar zal die het hem eerlijk zeggen? Hij kan het beter opzoeken. Ineens weet hij het: internet, en hij zet zijn vaders computer aan. Met het zoekprogramma heeft hij de site zo gevonden. Daar staat het al. Hartaanval. Paco voelt dat hij trilt. Zijn ogen glijden over de regels en dan blijven ze steken. Hij voelt dat het bloed uit zijn gezicht wegtrekt. Het staat voor zijn neus. Als er snel hulp wordt geboden kan de patiënt soms worden gered. Ze hadden er snel bij kunnen zijn. Hoe lang heeft zijn vader niet in de auto gezeten en al die tijd ademde hij nog. Als hij zijn mobiel bij zich had gehad had zijn vader nog geleefd. Paco krijgt het benauwd. Hij begint steeds sneller te ademen. Hij voelt dat hij duizelig wordt. Heb ik mijn vader vermoord? Het gonst door zijn hoofd. Heb ik mijn vader vermoord... Heb ik het liefste wat ik heb zelf vermoord? 'Hou op!' zegt hij tegen zichzelf. 'Hou op!' Maar de gedachte blijft hem kwellen. Hij kan het niet meer aan en rent in paniek door de garage, maar hij kan er niet van wegrennen. De woorden in zijn hoofd blijven hem achtervolgen. Hij heeft het gevoel dat hij geen lucht meer krijgt. Water, denkt hij. Ik stik... Water of cola. Hij doet de koelkast open en dan ziet hij een paar flesjes bier liggen. Paco denkt aan die avond in de discotheek toen Floor hem in de steek liet. Toen knapte hij ook zo op van een biertje. Hij maakt het flesje open en zet het aan zijn mond. Het bier klokt met grote teugen naar binnen, tot het flesje voor de helft leeg is. Nu voelt Paco dat hij heel langzaam rustig wordt.
Hij heeft twee biertjes op als hij een sms'je krijgt. Paco ziet dat het van Floor is. Hij denkt dat ze spijt heeft dat ze het heeft uitgemaakt en hij opent het bericht. Maar dan ziet hij dat het helemaal niet voor hem is bestemd. Het is voor Ramon. P, Q, R... ze staan natuurlijk onder elkaar in Floors mobiel... Het ergste is dat het nog over hem gaat ook. 'Nu hebben we echt alles van Paco,' staat er. 'Succes met je site. Kopieer 'm maar lekker.' Paco is veel te kwaad om zich af te vragen wat ze ermee bedoelt. Wat moet hij nog met een sms'je van die bedriegster? Hij wil het wissen als de deur van de garage opengaat en zijn moeder het kantoortje binnen komt. Ze kijkt naar Paco, ziet de lege flesjes en begint te huilen. Ze slaat een arm om Paco heen. 'Zo gaat het niet, zo gaat het helemaal mis met jou. Denk je dat ik dat wil? En denk je dat papa dat heeft gewild?'