11
De zon verdween langzaam achter de bomenrij die
zich uitstrekte voorbij de velden. Matt verroerde zich niet en keek
toe hoe het daglicht uitdoofde. Toen hij in het regiment zat,
hadden zijn hevigste vuurgevechten altijd plaatsgevonden als het
donker was. Op de Filippijnen had hij 's avonds een vleeswond in
zijn been opgelopen tijdens een aanval op een communistisch
kampement; in Bosnië had hij een man met zijn gezicht in de modder
geduwd en hem een kogel door zijn hoofd gejaagd, ook al was hij er
niet zeker van geweest of het de man was die hij hebben moest; in
Ulster was hij tijdens een grenspatrouille onder vuur komen te
liggen van een sluipschutter. Toen de man naast hem morsdood
neerviel, was Matt weggedoken om dekking te zoeken.
Voor de meeste mensen is de avond een tijd van
vrede. Voor mensen zoals wij is het een tijd van oorlog.
Het aantal bewakers van de fabriek was nu
compleet. Malenkov had aantekeningen gemaakt van de tijdstippen
waarop de ploegwisseling plaatsvond en van het aantal mensen
waaruit iedere ploeg bestond. Het waren er in totaal twaalf: twee
op de uitkijkposten, zes in het hoofdgebouw en vier in de fabriek.
Ze hadden veel meer wapentuig bij zich dan Matt gedacht had. Hoe
lastig dit zou worden, kon hij niet zeggen, maar hij wist dat hij
op het ergste voorbereid moest zijn.
Hij richtte zich tot Ivan. 'Is het spul
oké?'
Ivan grijnsde. 'Het kan ermee door.'
De afgelopen twee uur hadden ze besteed aan het
maken van de bommen. Ze hadden alleen maar een grote, goedkope,
smerige bom nodig met een hoop rook en vuur, en ze wilden de
bestanddelen zo simpel mogelijk houden, zodat ze geen stoffen het
land binnen hoefden te smokkelen. Ivan had Malenkov naar de stad
gestuurd om de spullen te kopen: grote plastic flessen
sinaasappelsap, twee dozen vol, wat pakken ouderwetse
zeeptabletten, benzine en een heleboel sterk lont. Meer hadden ze
niet nodig, had hij tegen hen gezegd.
Samen met Nikita en Andrej had Ivan de flessen
leeggegoten en daarna gevuld met benzine. In iedere met benzine
gevulde fles hadden ze een paar handen zeep gedaan. Het was
primitief, maar het resultaat was een effectieve brandbom. Ivan had
een gedetailleerd schema voor ze getekend. Breng een lont aan, hou
er een lucifer bij en de benzine ontploft onmiddellijk. De zeep
zorgt ervoor dat de benzine samen- klontert tot brandende
geleiachtige balletjes. Die balletjes zouden alle kanten op vliegen
en vastkleven aan alles waarmee ze in contact kwamen. Ze zouden een
aantal minuten branden, lang genoeg om zelfs het stevigste bouwwerk
in vlammen te doen opgaan. Met dit droge weer zou de houten fabriek
branden als een fakkel. Het stenen hoofdgebouw zou waarschijnlijk
blijven staan, maar dat zouden ze eigenhandig verwoesten.
'Een maximale ravage met een minimum aan
inspanning,' had Ivan verklaard. 'Wat kan een bommenmaker zich nog
meer wensen.'
Matt pakte een rol lont en paste een stuk van
een meter tachtig af. Ivan nam het ene eind en Matt het andere.
Matt keek op zijn horloge. Toen de secondewijzer op twaalf stond,
had hij Ivan een teken gegeven om de lont aan te steken. De lont
begon te branden en de vlam verplaatste zich razendsnel langs het
koord.
Matt sloeg zijn ogen op naar Ivan. 'Acht
seconden om een meter tachtig te verbranden,' zei hij. 'Kun je aan
de hand daarvan je berekeningen maken?'
Ivan knikte. 'Zodra je de verplaatsingssnelheid
van de vlam weet, kun je alle bommen zo afstellen dat ze precies op
hetzelfde moment ontploffen. Je moet ervoor zorgen dat je de lont
op de juiste lengte afsnijdt, dat is alles.'
Matt knikte. Hij vertrouwde Ivan op dat punt.
Hij was een consciëntieuze, precieze man, die niet meer risico nam
dan strikt noodzakelijk was. Precies zoals een soldaat moest zijn.
Alert, behoedzaam en actief.
Het laatste restje zonlicht was achter de
horizon verdwenen en het was nu donker. Matt riep Malenkov bij zich
en zei tegen hem dat hij Nikita en Andrej moest halen. Jozef
bewaakte de ingang van de tunnel. Het was nu zijn beurt om drie uur
wacht te lopen. Om middernacht zouden ze hem bij de ingang treffen.
Met Ivan aan zijn zijde nam Matt het plan door. Om twaalf uur
zouden hij en Ivan als eersten door de tunnel gaan. Ze zouden de
bommen om het terrein plaatsen en ze met gewoon afplakband aan de
zijkanten van de gebouwen bevestigen. Daarna zouden ze de lonten
verbinden en zich terugtrekken in de tunnel. Ondertussen zouden
Ivan en Andrej de enige telefoonaansluiting, die naar de voorkant
van de fabriek liep, doorsnijden. Dat zou hun verhinderen om om
versterking te vragen, tenzij ze een mobiel hadden. Ze moesten maar
hopen dat dat niet het geval was. Er was geen enkele manier om
erachter te komen of ze er een hadden of niet. Als ze er een
bezaten, zouden ze een uur hebben voor de politie verscheen,
schatte Malenkov: het dichtstbijzijnde politiebureau bevond zich
zestig kilometer van hier en over land duurde het minstens een uur
voor ze er waren. Per helikopter zou het sneller gaan, maar de
dichtstbijzijnde politieheli's stonden in Minsk en voor ze in de
lucht en ter plekke waren, was er ook een uur voorbij.
De bommen zouden om kwart over twaalf tot
ontploffing worden gebracht. Ze zouden zestig seconden wachten,
lang genoeg om de vuurstorm die het onmiddellijke gevolg van de
explosie was door het gebouw te laten razen. Vervolgens zouden ze
met z'n zessen het terrein op stormen. Ivan en Nikita zouden de
fabriek en de mannen die daar zaten voor hun rekening nemen. Matt,
Jozef, Malenkov en Andrej zouden het hoofdgebouw aanvallen.
Vermoedelijk zouden zich daar zes bewakers bevinden, van wie er
minstens een poolshoogte zou komen nemen. Ze zouden hem
neerschieten en dan naar binnen gaan om de overige mannen buiten
gevecht te stellen. Als de wachten wilden vluchten of zich over
wilden geven, dan kon dat, besloot Matt. Zo niet, dan zouden ze het
lot ondergaan dat de krijgsgoden voor hen in petto
hadden.
Matt rondde af. 'Schijfschieten,' zei hij
zelfverzekerd. 'We hebben betere wapens en het is een
verrassingsaanval. Dat zijn twee grote voordelen die we
hebben.'
Klink zelfverzekerd, zeg waar het op staat, maar
belazer ze niet.
'ledereen haalt zijn geweer uit elkaar en
controleert of alles werkt,' vervolgde hij. 'Dit is een klus
waarbij uiterst precies geschoten moet worden. Goed. We vertrekken
over tien minuten. Om exact elf uur.'
Matt keek naar Orlena, die een halve meter
achter de anderen stond. 'We zien je straks weer,' zei hij. 'Op
zijn laatst zijn we daar om één uur weg, wat betekent dat we voor
tweeën hier terug zijn. Zorg dat de landrover
klaarstaat.'
Orlena schudde haar hoofd. 'Maar ik ga met
jullie mee.'
Ze sprak rustig maar gedecideerd en uiterst
zelfverzekerd.
'Doe niet zo belachelijk,' snauwde Matt. 'Er is
daar geen plaats voor toeristen.'
'Mijn bedrijf betaalt de missie. Ik bepaal wie
gaat en wie blijft.' Ze zweeg even, deed een stap naar voren en
keek Matt recht aan. 'En ik zeg dat ik meega.'
Matt aarzelde. Hij wist dat hij het op de spits
kon drijven, maar dan zou hij de kans lopen het respect van de
anderen te verliezen. Aan een gevecht dat je niet kunt winnen, kun
je je heter niet wagen.
'Goed,' zei hij. 'Als je je vingernagels wilt
ruïneren, is dat jouw probleem.' Hij liet zijn blik langs de
anderen gaan. 'Vooruit, we gaan.'
De tunnel was warm en broeierig en Matt voelde
hoe zijn T-shirt aan zijn borstkas kleefde toen hij omhoogkeek. Het
was drie minuten over twaalf. Op zijn wangen zaten zwart-groene
strepen: hij had zijn gezicht donker gemaakt met een dikke laag
camouflagecrème die hij uit Engeland had meegenomen. Zijn kleren
waren zwart en hij had een zwarte honkbalpet op zijn hoofd. Wanneer
ze de tunnel uit waren, zouden ze zich bevinden in de drieënhalve
meter lange, open ruimte tussen de grens van het terrein en de
fabriek. In het donker zou hij niet meer zijn dan een
schim.
Matt keek naar Ivan. 'Klaar?' fluisterde
hij.
Ivan knikte. 'Kom op, daar gaan we.'
Matt voelde hoe het adrenalinegehalte in zijn
bloed steeg en zijn hart sneller ging pompen. Hij nam het
pikhouweel dat hij aan het eind van de korte tunnel had
achtergelaten en begon het mangat boven zich schoon te schrapen.
Via dat gat zouden ze op het fabrieksterrein komen. Een laag
viezigheid zat om de opening vastgekoekt. Met zijn schep begon Matt
erop in te hakken.
Een brok vuil liet los, viel en raakte Matt in
zijn gezicht. Hij kneep zijn lippen samen om ervoor te zorgen dat
het niet in zijn mond kwam. Matt stootte de schep krachtig omhoog.
Een groter stuk brak af en viel in de tunnel.
Matt verplaatste de zaklamp en wrikte opnieuw
een klomp vuil los, ditmaal met zijn handen. Het openen van de
afsluiting van het mangat moest omzichtig gebeuren.
Matt stopte. Hij voelde een lichte luchtstroom
die van boven kwam. Hij zette zijn handen tegen het deksel van het
mangat en begon met alle kracht die hij in zich had te duwen. Het
was in jaren niet open geweest en hij moest een aantal keren hard
duwen voor er beweging in kwam. Nog een laatste duw en het ging
open. Verheugd stak Matt zijn handen door het gat.
Zolang mijn hand er de komende minuut niet
afgeschoten wordt, is alles in orde.
Gebruikmakend van zijn schouderspieren werkte
Matt zich omhoog en stak zijn hoofd voorzichtig uit het gat.
Terwijl hij zijn rug naar de omheining gericht hield, ging zijn
blik speurend van rechts naar links.
Als iemand me ziet, zal ik me snel door de
tunnel moeten terugtrekken.
Het terrein was verlaten. Twintig meter verderop
kon hij de bewakers in de wachttorens zien staan, die met hun
zoeklichten de weg en de rand van het bos aftastten. Maar uit de
waarnemingen van de afgelopen twee nachten was gebleken dat er
niemand wachtliep bij dit deel van de omheining.
Hij klom snel uit het mangat, maakte zich klein
en overbrugde rennend de ruim drie meter die hem van de achterkant
van het hoofdgebouw van de fabriek scheidde. Die zou hem dekking
geven. Het was onnodig om iets tegen Ivan te zeggen. Het feit dat
Matt naar voren was gegaan, zou hem vertellen dat de weg vrij was,
en hij zou volgen.
Ivan voegde zich bij Matt en gooide een zwarte
plunjezak op de grond, waarin de eerste tien benzinebommen zaten.
De andere tien lagen verstopt op de bodem van de tunnel. Hij pakte
vijf bommen en gaf ze samen met een rol lontkoord aan Matt. 'Zorg
dat de afstand tussen de bommen minstens achttien meter bedraagt,'
zei hij. 'Als jij naar links gaat, dan ga ik naar
rechts.'
Matt sloop langs de fabriek. Hij hield zijn
hoofd laag en werkte zich met zijn ellebogen naar voren. Het was nu
zeven over twaalf. De lucht was warm en broeierig en het zweet liep
over zijn ruggengraat.
Houd je ogen uit het zicht, hield hij zichzelf
voor toen het zoeklicht langs hem zwaaide; weliswaar was de straal
naar buiten gericht, terwijl zij binnen de omheining waren, maar
als ze niet oppasten, was het nog steeds mogelijk dat ze zich
verraadden. Als de kattenogen op een autosnelweg zullen ze het
licht reflecteren en je positie onthullen.
Hij hield stil, haalde de benzinebom uit zijn
bepakking, scheurde een reep tape af, plaatste de bom tegen de muur
en maakte hem er stevig aan vast. Het fabrieksgebouw was degelijk
gebouwd en vermoedelijk niet meer dan vijf jaar oud. Om het op te
blazen hadden ze alle explosieve kracht nodig waarover ze konden
beschikken. Hij propte de lont in de bovenkant van de bom,
controleerde of hij goed bevestigd was en kroop verder. Zonder
geluid te maken telde hij de passen uit. Achttien meter, dat waren
ongeveer zestig elleboogbewegingen. Nadat hij die afstand had
afgelegd, bevestigde hij de tweede bom, waarna hij zijn weg
vervolgde. Tien minuten over twaalf, zag Matt. Ze schoten
op.
'Goed, nog eens tien en dat zijn we klaar,'
fluisterde Ivan toen ze elkaar weer ontmoetten bij het
beginpunt.
Matt pakte de benzinebommen en sloop weer langs
de muur. Hij bevestigde de eerste bom, daarna de tweede en voorzag
ze snel van een lont. Hij ging weer verder, zich bewust van de
blaren die zich op zijn armen ontwikkelden. Een zoeklicht flitste
voorbij en een lichtstraal gleed langs zijn vingers. Hij stopte en
bleef doodstil liggen, waarbij hij zijn gezicht tegen de grond
gedrukt hield.
Als ze ons nu zien zijn we de lul. Iemand die op
de grond ligt is een schietschijf.
Matt hield zijn adem in en wachtte. Hij telde
tot vijftien om te kijken of het licht terugkwam. Niets. Hij
probeerde om zijn adem weer onder controle te krijgen en ging
verder. Sneller, zei hij tegen zichzelf, terwijl hij zijn lichaam
voortsleepte. Hoe eerder we klaar zijn, hoe eerder we hier weg
kunnen.
'Klaar,' fluisterde Ivan toen ze elkaar weer
troffen. 'Vooruit, wegwezen.'
Ivan daalde als eerste in de tunnel af. Matt
volgde hem op de voet. Plotseling was hij omringd door duisternis
en omdat hij geen zaklantaarn had, moest hij zijn vingers gebruiken
om te weten waar de wanden waren. Moeizaam vorderde hij. Bij de
nadering van de uitgang voelde hij hoe zijn adem
versnelde.
Ik hen nooit dol geweest op donkere, afgesloten
ruimten. En de wetenschap dat er daar tien mensen klaarstaan om ons
als fazanten op de hei neer te schieten, maakt het er niet beter
op.
Ivan stak zijn hand uit en trok hem door de
smalle uitgang van de tunnel. Ze bevonden zich acht meter buiten de
omheining, aan het zicht onttrokken door de bomen. Hij stond op en
schudde het vuil van zijn lichaam. Malenkov stond naast hem en
Adrej, Nikita en Jozef waren vlakbij. In het flauwe licht van de
zaklantaarn zag hij aan hun bleke gelaatskleur dat ze nerveus
waren: ze hadden het spookachtige uiterlijk van mannen die weten
dat ze de komende minuten misschien zullen sterven.
'Kop op, jongens, dit is een fluitje van een
cent,' fluisterde Matt.
Malenkov zei iets in het Oekraïens, maar Matt
kon de toon niet beoordelen. Ik hoop maar dat hij niet tegen ze
zegt dat ze de benen moeten nemen als het gevaarlijk wordt en dat
de buitenlanders het dan zelf maar moeten opknappen.
'Zitten ze op hun plaats?' vroeg hij aan
Ivan.
Ivan sneed een stuk lont af, bevestigde het en
leunde achterover. 'Ik heb alleen nog een lucifer nodig,'
antwoordde hij.
De stem was vol overtuiging en zelfvertrouwen,
maar daaronder kon Matt toch enige angst bespeuren. Net als
chirurgie leek het maken van bommen een wetenschap, maar was het
eigenlijk een kunst. Je had er zowel intuïtie als kennis voor
nodig. En dat kon het verschil tussen leven en dood
betekenen.
Het was nu dertien over twaalf. 'Kom, we gaan de
tunnel in,' zei Matt. 'We wachten daar tot Ivan de lont heeft
aangestoken. Als de explosie wegebt, stormen we onder mijn leiding
naar voren.'
Hij keek rond. Alle mannen knikten. Ze begrepen
het.
Matt keek naar Orlena. Ze droeg een zwart
T-shirt, een zwarte spijkerbroek en zware combatlaarzen. Haar haar
had ze opgestoken en op haar jukbeenderen had ze camouflagecrème
gesmeerd met een subtiliteit en precisie alsof het een dure mascara
betrof.
Dat moet je haar nageven: ze ziet eruit als een
perzik in gevechtstenue.
Matt keek haar recht aan. 'En jij?' zei hij.
'Weet je zeker dat je hier niet wilt blijven?'
Orlena schudde haar hoofd.
'Goed,' zei Matt kortaf. 'Mij best, maar bereid
je voor. Een vuurgevecht maakt de meeste mensen wezenloos van
angst. Ik heb dappere mannen gekend die het niet meer hadden, dus
als je voelt dat je flauwvalt, dan trek je je maar terug, dan
proberen we later weer bij je te komen. Word je geraakt door een
kogel, bijt dan gewoon op je tong en probeer het vol te houden tot
een van ons je kan helpen. Maar denk eraan, hier gelden
regimentsregels. We komen alleen terug om je te helpen als het
hoofddoel is bereikt. Als dat betekent dat je doodgaat, is dat
gewoon pech.'
Orlena knikte, met een zweem van een glimlach op
haar gezicht, ik begrijp het.'
Matt keek nog een keer de groep rond. 'Goed,'
zei hij. 'Vooruit, we gaan.'
Nadat hij weer was afgedaald in de duisternis
sloop Matt snel door de tunnel. De omtrekken van het harde
opgedroogde slib werden hem steeds vertrouwder. Het was een
benauwde ruimte die engtevrees veroorzaakte en Matt kreeg een
onbehaaglijk gevoel toen de wanden hem insloten. Hij kon de lucht
ruiken die verderop door het gat stroomde dat in de bodem van het
fabrieksterrein gehakt was. De lont lag naast hem, als een ader die
door de bodem loopt. Matt hoorde hoe een lucifer werd afgestreken
en rook de zwavel en het koord toen de lont begon te branden. Hij
drukte zijn rug stevig tegen de muur, terwijl de vlam langs hem
schoot, boven de grond verdween en zijn weg vervolgde over het
terrein.
Het doet er niet toe of de bewakers hem zien,
besefte hij. Tegen die tijd zal het te laat zijn. Er zal alleen
maar tijd zijn voor een schietgebedje.
Matt zette zich schrap, haalde diep adem en
ontspande zijn spieren. Hij wist dat de schokgolf zich met de
kracht van een tornado over het terrein zou voortplanten als de
bommen zouden ontploffen. De vuurbol die zo meteen door de explosie
zou ontstaan, zou alles wat hij trof doen verdampen, alle zuurstof
uit de lucht zuigen en het verscheidene minuten moeilijk maken om
te ademen.
Bereid je voor. De hel staat op het punt om los
te barsten.
Om zestien over twaalf klonk er een hevige
explosie die Matts trommelvliezen bijna deed scheuren. De bommen
ontploften een fractie van een seconde na elkaar en de knallen van
de ontploffingen namen in intensiteit toe, omdat elke bom iets
toevoegde aan de symfonie van hels kabaal. Na dertig seconden
stierf het lawaai van de bommen net zo plotseling weg als het was
begonnen. Daarvoor in de plaats kwam het beklemmende,
angstaanjagende geluid van de vuurstorm die ontketend werd door
vele liters stinkende benzine. Hij was als een dodelijke wind die
alles verwoestte wat op zijn pad kwam.
Zullen de wachten vluchten als ze weten dat ze
worden aangevallen?
Ogenblikkelijk werd het doodstil op het terrein.
Matt opende zijn mond, probeerde adem te halen, maar besefte dat er
weinig zuurstof meer in de lucht zat. Dat wat hij inademde bestond
voor het grootste deel uit koolmonoxide. Zijn longen hadden moeite
met de schadelijke lucht en trokken samen. Omdat de explosie de
zuurstof op het terrein aangezogen had, trok er vervolgens een
luchtstroom door de tunnel. Een briesje ruiste langs Matts
gezicht.
Nog zestig seconden, zei hij tegen zichzelf.
Laat eerst het vuur zijn verwoestende werking doen. Daarna komen we
in actie.
De seconden tikten langzaam weg. Hij kon de
vlammen horen en ergens in de verte hoorde hij een man gillen. Matt
had eerder het geluid gehoord van mannen die levend aan het
verbranden waren en hij had de verschrikkelijke muziek van hun
langzame marteldood leren herkennen. Ook al was de rest van het
lichaam verkrampt door de vlammen, de longen en de stembanden
bleven werken en het gillen werd luider en luider naarmate de hitte
al de inwendige organen verkoolde. Vervolgens verbrandden ook de
longen en de stembanden, en stierf het geluid na het bereiken van
een crescendo weg om plaats te maken voor een hijgend, fluitend
geluid. Even later was het dan gebeurd.
Wanneer ik sterf, laat het dan door een kogel
zijn en niet door vuur.
'Oké,' schreeuwde Matt. 'Vooruit,
lopen.'
Matt hees zich uit de tunnel. Hij voelde hoe
zijn hart als een drilboor tegen zijn borstkast klopte. Hij
knipperde met zijn ogen. De brandbommen deden het terrein oplichten
als een winkelcentrum op de avond voor Kerstmis. De vlammenzee was
oogverblindend. Op dat moment kon Matt de intense verzengende hitte
op zijn huid voelen. Hij pauzeerde heel even om zijn ogen te laten
wennen aan het felle licht en liet zich toen op de grond vallen met
zijn AN-49 in de aanslag.
Dit is het gevaarlijkste moment. Ze weten dat ze
aangevallen worden en iedereen die het heeft overleefd, zal nu
uitkijken naar ons.
Hij voelde hoe na hem de andere vijf verschenen,
controleerde met een vluchtige blik of ze in positie waren, bracht
zichzelf in hurkhouding en bewoog zich voorzichtig naar voren. Zijn
geweer was doorgeladen en hij hield zijn vinger aan de trekker.
Vóór hem stond het hoofdgebouw van de fabriek in lichterlaaie. De
draagmuren werden steeds verder door het vuur aangetast en werden
wankel. Daarna begon het dak te schudden, omdat de muren het
gewicht ervan niet meer voldoende ondersteunden. Hoewel de brandbom
nog maar net tot ontploffing was gebracht, was het nu al duidelijk
dat het gebouw dit inferno niet zou overleven.
Matt keek naar Ivan. 'Einde gebouw?' siste
hij.
'Een ruïne,' gromde Ivan. 'Over een halfuur zakt
het in elkaar.'
Matt keek naar voren. Het hoofdgebouw stond
vijfenveertig meter verderop. De vlammen lekten langs de muren,
maar hadden het gebouw nog niet aangetast. Hij wierp een blik op de
wachttorens. Zo te zien waren ze verlaten. Of de wachten waren door
de kracht van de explosie naar buiten geslagen, of ze hadden zich
binnen verschanst.
'Stuur twee mannen om de wachttorens te
controleren,' zei Matt tegen Malenkov. 'Van boven beschoten worden
door een sluipschutter is wel het laatste waar we op zitten te
wachten.'
Malenkov riep een bevel naar Jozef en Andrej. De
twee mannen verspreidden zich, met hun geweer in de aanslag, en
losten een aantal schoten op iedere wachttoren. Als zich daar nog
iemand bevond, was hij nu dood.
Matt zag Jozef behoedzaam naar voren gaan, zijn
geweer hoog boven zijn hoofd geheven. Opnieuw loste hij een paar
schoten en hing toen zijn geweer over zijn rug. Hij stond naast de
wachttoren, pakte een van de houten sporten en klom behoedzaam
omhoog.
De explosie veroorzaakte een schokgolf en bracht
Matt uit balans. Instinctief dook hij weg. Toe hij weer opkeek, was
de toren volledig weggevaagd en restte er nog slechts een hoopje
smeulende as. Jozef moest een bom tot ontploffing hebben gebracht.
Van hem ontbrak elk spoor.
Hij was dood en hing in duizend stukjes aan de
bomen in het bos, besefte Matt. De arme drommel.
Hij keek naar Ivan. 'Jezus, wat was dat in
vredesnaam?' siste hij.
Ivan zat ineengedoken naast hem op de grond. Hij
keek op en snoof. 'Ik ruik niets,' zei hij. 'Dus moeten ze semtex
gebruikt hebben. Een of andere op scherp gezette bom aan de
wachttoren. Een boobytrap.'
Andrej was naast hen komen staan. Zijn gezicht
was vertrokken, het zweet liep over zijn wangen en zijn handen
trilden. Malenkov scheen nauwelijks gemerkt te hebben wat er was
gebeurd. Hij schreeuwde woedend en trok Andrej tegen de grond. Dit
wordt zwaarder dan we gedacht hadden, besefte Matt. We moeten ons
maar niet meer druk maken over de levens van de bewakers. Dit is
doden of gedood worden.
Ze waren voorbereid, ze waren alert. Misschien
niet op onze komst, maar wel op iets.
Veel tijd hebben we niet meer, oordeelde Matt.
We hebben nog steeds het voordeel van de verrassing. Als daarbinnen
nog mensen zijn, dan zijn ze gedesoriënteerd, verward en bang.
Juist dan moet je ze te grazen nemen.
Matt stond op en gebaarde met zijn arm dat de
rest van de groep naar voren moest. Ze waren al een man
kwijtgeraakt en van nu af zou het plan voortdurend bijgesteld
moeten worden. Dit is niet het vernietigen van een fabriek. Dit is
een slagveld.
Met zijn geweer in de aanslag liep hij naar
links, waarbij hij de vonken vermeed die uit de brandende fabriek
spatten. Stilte was neergedaald over het terrein. Hij keek naar het
gebouw en meende vanuit zijn ooghoek achter een van de ramen iets
te zien bewegen.
'Zoek dekking,' brulde hij.
Een schot weerklonk. Matt zag hoe een kluit
aarde opspatte van de grond toen de kogel de droge leem trof en
weer de lucht in ketste. Hij wierp zich op de grond, rolde om tot
hij achter een van de muren dicht bij de omheining lag en vuurde
een salvo af. De kogels vlogen door de nachtelijke hemel, maar Matt
kon niet zeggen of de bewaker alleen maar in het wilde weg schoot.
Het hoofdgebouw was ongeveer vijfentwintig meter lang en zes meter
breed. Het was gebouwd van B-2-blokken en had zes ramen en maar één
deur.
'Geef me dekking,' schreeuwde hij naar
Malenkov.' We moeten zorgen dat we dichterbij komen.'
Onmiddellijk volgde er een salvo recht op het
midden van het hoofdgebouw. Het was voldoende om iedereen af te
schrikken die uit de ramen probeerde te schieten. Terwijl hij zijn
oren afschermde voor het oorverdovende lawaai van het geweervuur om
hem heen, stormde Matt naar voren, legde de twintig meter naar het
hoofdgebouw vliegensvlug af en liet zich naast het gebouw hijgend
op de grond vallen. Ivan zat vlak achter hem, gevolgd door
Malenkov. Daarna kwamen Andrej en Nikita. Orlena rende recht achter
hen. Matt keek naar haar en ergens deed het hem plezier angst in
haar ogen te zien. Zweet stroomde langs haar gezicht. Maar haar
armen en benen had ze onder controle. Er was geen spoor van
zenuwachtig trillen of van spierverslapping, de twee meest
voorkomende signalen van mensen die op het punt staan in te storten
onder de stress van het gevecht. Ze was bang, maar raakte niet in
paniek.
Ze is taaier dan ze eruitziet. En ze ziet er al
behoorlijk taai uit.
'Zuiver het gebouw, zuiver het gebouw,' brulde
Matt.
Een meter boven de plek waar hij ineengedoken
zat, was een raam. Het glas was al aan gruzelementen en lag
versplinterd om hem heen. Matt kwam wat omhoog, stootte de loop van
de AN-49 over de lijst van het gebroken raam en doorzeefde het
vertrek met kogels. Terwijl hij zijn hoofd net onder de raamlijst
verborgen hield, bewogen zijn armen methodisch van rechts naar
links. Ze hadden geen plattegrond van de binnenkant van het gebouw
en wisten nauwelijks welke tegenstand ze daar konden verwachten.
Van nu af zouden ze op hun gevoel moeten afgaan.
Matt keek naar Ivan. 'Kunnen we het niet van
hieruit opblazen?' vroeg hij. 'Dan voorkomen we dat we aan flarden
geschoten worden.'
Ivan schudde zijn hoofd. 'Onmogelijk om bommen
om dit gebouw te plaatsen,' antwoordde hij. 'Ze schieten ons een
voor een neer vanuit de ramen als we dat zouden
proberen.'
'Oké,' zei Matt grimmig. 'We kammen het gebouw
uit en nemen de hufters kamer voor kamer te grazen. Als we mazzel
hebben zijn er nog maar zes over, maar het kunnen er ook acht of
negen zijn.'
Regimentsregels, hield hij zichzelf voor.
Maximale snelheid, maximale agressie. In de hemel heb je tijd voor
een gedetailleerd plan.
Door het vertrek dat ze nu binnen zouden gaan,
waren in twee minuten wel honderd kogels gevlogen. Zelfs een
kakkerlak zou moeite hebben gehad om het te overleven, was Matts
conclusie. Hij richtte zich op en keek over de lijst van het raam.
Zoals een park in de herfst met bladeren, zo lag de vloer bezaaid
met lege metalen hulzen en de betonnen muur zat vol kogelgaten. Een
bureau in de hoek van de kamer was kapotgeschoten en door zijn
poten gezakt.
Maar geen spoor van lichamen.
Matt sprong door het raam en belandde met een
klap op de betonnen vloer. Hij hield stil en luisterde ingespannen
of hij ook iemand door de gang hoorde komen. Hij kon het lawaai van
de brandende fabriek horen, die vijfenveertig meter verderop stond:
aan het geluid te horen stortte er een muur in. Maar hier, binnen
in het gebouw, was alles nog steeds rustig. Matt wenkte de anderen
om hem te volgen en binnen een minuut stond iedereen
binnen.
'We nemen de gangen,' zei Matt. 'Ivan en ik gaan
naar rechts. En jij,' hij keek naar Malenkov, 'gaat met Andrej naar
links. Nikita en Orlena kunnen hier blijven.'
'Ik vind dat we terug moeten om de gewonde te
helpen,' zei Malenkov.
'Zet hem uit je hoofd,' snauwde Matt. 'Hij is
aan stukken gereten. We kunnen niets meer voor hem doen.' Hij
beukte met zijn vuist tegen de lichtschakelaar naast de deur, maar
er gebeurde niets. Of iemand de elektriciteit had uitgeschakeld of
dat alle lampen kapotgeschoten waren, viel niet te zeggen. Hij
knipte zijn zaklantaarn aan en scheen de gang in. De muren waren
van saai, geverfd beton, en volkomen kaal. Ze liepen door naar de
achterkant van het gebouw, een afstand van achttien meter, en er
kwamen nog twee deuren op uit. Matt bewoog zich behoedzaam naar
voren met de AN-49 tussen zijn handen geklemd. De eerste deur stond
op een kier. Hij sloop eropaf, trapte de deur open en vuurde een
regen van kogels af. Achter hem hurkte Ivan. Met een knie op de
grond en het geweer aan zijn schouder gaf ook hij een moorddadig
salvo af.
Eerst schieten en dan vragen stellen. Herstel...
schieten, wegwezen en zand erover.
Achter hem op de gang klonk een hevige explosie.
Door de kracht verloor Matt zijn evenwicht. Hij voelde een scherpe
pijn, daar waar zijn linkerschouder de grond raakte. De AN-49 was
uit zijn handen gevlogen. Hij hees zichzelf overeind, voelde de
pijn in zijn spieren en wreef een dikke laag stof uit zijn ogen.
'Wat was dat, verdomme?' schreeuwde hij.
Malenkov kwam al door de gang naar hem toe
gerend. Zijn kleren waren gescheurd en er liepen sneeën dwars over
zijn gezicht en over zijn lichaam. Hij werd gevolgd door Orlena en
Nikita.
'Andrej is dood,' zei Malenkov somber. 'Hij
struikelde over iets en er ontplofte een bom. Hij was op slag
dood.' Hij hijgde en was buiten adem. Er druppelde bloed langs zijn
huid. 'De rest van ons mag van geluk spreken.'
'Jezus, we zitten hier als ratten in de val,'
zei Ivan gespannen.
Matt keek naar Malenkov. 'Denk je dat er
daarginds meer van hen zitten?' vroeg hij.
'Hoe moet ik dat verdomme weten?' antwoordde
Malenkov. 'In ieder geval zes, degene die eerder op ons schoot
meegerekend. En het terrein kan vol met valstrikken en bommen
zitten.'
'Sluipschutters, boobytraps,' zei Ivan. Hij keek
naar Matt. 'Gevechten van kamer tot kamer: een Russische
specialiteit. Denk maar aan Stalingrad.'
Matt zweeg even. 'Denk je dat je het gebouw nu
kunt opblazen?'
Ivan knikte. 'We hebben onze bommenvoorraad bij
de tunnel staan. Als jullie deze ruimte bezet houden, dan
verwoesten we de rest van het gebouw met
brandbommen.'
'Oké,' zei Matt snel. 'Doen we. Als we
hierbinnen het gevecht aangaan, kunnen we het wel schudden. Dan
zijn we straks allemaal een lijk.'
Matt zag hoe Orlena van achter uit het vertrek
naar voren liep. Haar zwarte haar was witgrijs van het stof en door
de kracht van de explosie had ze een kleine wond aan haar linkerarm
opgelopen. 'Nee,' zei ze gedecideerd. 'Eerst doorzoeken we het
gebouw, dan blazen we het op.'
Matt klemde zijn vuisten tegen elkaar aan. In
het regiment had hij een hoop technieken geleerd om zijn woede te
bedwingen. Wanneer de officieren belachelijke bevelen naar hem
schreeuwden, wist hij wat hem te doen stond, wilde hij zijn eigen
commandant niet neerschieten maar de vijand: diep ademhalen, tot
tien tellen en op zijn tong bijten.
Maar dit is de eerste keer dat een vrouw me
beveelt om mijn leven in de waagschaal te stellen.
'Het gebouw doorzoeken is waanzinnig,' zei hij
met stemverheffing. 'We hebben al twee man verloren en het hele
gebouw zit vol met boobytraps. We staan tegenover een onzichtbare
vijand en we hebben niet eens een goede plattegrond van het gebouw.
Het is je reinste zelfmoord.'
Matt nam Orlena op, maar ze vertrok geen spier.
'We doorzoeken het gebouw heb ik gezegd,' zei ze ijzig.
Woedend deed Matt een stap naar voren en bracht
zijn gezicht vlak bij het hare. 'De opdracht was om het
fabriekscomplex te verwoesten,' schreeuwde hij. 'Dus we vernietigen
de fabriek en smeren 'm.'
Orlena wierp een stoffige haarlok naar achter en
keek weer naar Matt. 'Zoals ik al eerder gezegd heb, ik ben degene
die betaalt, dus ik heb het voor het zeggen. We doorzoeken eerst
het gebouw en daarna vernietigen we het.'
'Wat hebben ze hier voor belangrijks?' vroeg
Ivan. 'Waar zoeken we naar?'
Orlena hield haar ogen op Matt gericht. 'Zoals
ik je verteld heb, fabriceren ze hier nagemaakte medicijnen. En ik
moet ervoor zorgen dat alle formules vernietigd zijn.'
'En hoe komt het dat de fabriek verdedigd wordt
als het Pentagon?' snauwde Ivan. Hij keek naar Malenkov. 'Wat
hebben ze hier, Sergej? Wat verbergen ze?'
De Oekraïner schokschouderde. 'Ik word betaald
om te vechten, niet om vragen te stellen,' antwoordde hij
voorzichtig. 'Zolang ik op de been ben en een geweer in mijn handen
heb, vecht ik.'
Orlena keek naar Matt en toen naar Ivan. 'Als
jullie 'm smeren, het zij zo, ik kan jullie niet tegenhouden. Maar
ik zal de Firma vertellen dat jullie bang werden en weggestuurd
zijn. En ik zal ervoor zorgen dat ze passende maatregelen
nemen.'
Matt duwde Orlena een geweer in haar handen.
'Niemand is bang. Om de sodemieter niet. Maar we zijn verdomme al
twee man kwijtgeraakt,' bulderde hij, 'dus je bent zojuist
opgeroepen als reservist.'