10


Toen hij 's morgens wakker werd, was ze al weg. Het laatste wat hij zich herinnerde was dat ze in zijn armen lag met haar lippen tegen zijn borst gedrukt. Daarna was hij in slaap gevallen. Meteen na het ontwaken had zijn hand haar gezocht, maar niemand gevonden.
Ze is niet het type vrouw dat 's morgens nog wat blijft om een lekker kopje thee en een gekookt eitje voor je te maken.
Matt liep naar de zitkamer. Het was al licht. De hemel was intens blauw en de zon stroomde door de open deuren. Een pot dampende koffie stond op de gaspit en het was duidelijk dat Ivan en Malenkov al een tijd op waren. Een uitgeklapt schaakbord stond tussen hen in en Ivan dacht na over zijn eerste zet, met een uitdrukking van diepe concentratie op zijn gezicht.
Matt schonk in, goot de koffie door zijn keel en nam een tweede mok. Het was dezelfde mok waarin de afgelopen nacht de wodka had gezeten. Het spoortje alcohol vermengde zich met de cafeïne, wat ervoor zorgde dat hij klaarwakker werd.
Hij ging zitten. 'Waar is Orlena?' vroeg hij.
'Boodschappen doen voor het ontbijt,' zei Malenkov.
'Misschien is ze meer huisvrouw dan ze op het oog lijkt,' zei Ivan.
'Vrouwen die dit soort werk doen, dat had in de goeie ouwe tijd niet kunnen gebeuren,' zei Malenkov. 'Dat verzeker ik je. Vrouwen kenden hun plaats.'
'De vrouwenbeweging heeft in de oude Sovjet-Unie nooit echt wat klaargespeeld, hè?' zei Ivan grijnzend.
Malenkov snoof verachtelijk en zette zijn toren vier plaatsen naar voren. Hij sloeg zijn ogen op naar Ivan. 'Jij bent aan zet,' zei hij.
Orlena kwam binnen. Ze had andere kleren aan: een zwarte rok en een lichtgrijze blouse. Ze keek naar Matt, glimlachte veelbetekenend en wendde meteen haar blik weer af. Ze droeg twee dikke donkere broden, een stuk kaas en een paar ingelegde komkommers. 'Het ontbijt,' zei ze vrolijk. 'We gaan nu eten. Daarna gaan we aan het werk.'
Matt scheurde een homp van het stevige zwarte brood. Het smaakte naar rogge en ook een beetje naar het biergist dat ze voor het bakken gebruikten. De kaas was belegen en ook de komkommers smaakten niet zo slecht als hij gedacht had. Hij spoelde zijn eten weg met een extra lading koffie en voelde zijn krachten terugkeren.
'Hoe gaan we die fabriek uitschakelen?' vroeg Orlena.
Matt haalde een groot vel papier en een viltstift te voorschijn en maakte een ruwe plattegrond van het omheinde fabrieksterrein. Hij keek naar Malenkov. 'Weten we al door hoeveel mensen het bewaakt wordt?' vroeg hij.
'Tien,' zei de Oekraïner. 'Ik heb ze afgelopen nacht geteld.'
'We moeten weten hoe hun ploegendiensten verlopen; hoeveel er op wacht staan op verschillende tijdstippen van de avond en de nacht; wie er alert zijn en wie er gewoon een beetje uit hun neus zitten te vreten. Al dat soort dingen,' zei Ivan.
Malenkov knikte.
'En we moeten weten hoeveel tijd we hebben om te ontsnappen,' zei Matt. 'Hoe ver weg zitten de politie en het leger? En hebben ze helikopters? Hoe gauw kunnen ze bij de fabriek zijn als het alarm afgaat? We willen weg zijn voor de plaatselijke politie opduikt.' Hij keek naar Malenkov. 'Wij drieën en nog drie man, dat moet genoeg zijn. Ivan, om te beginnen hebben we wat stevig knalvuurwerk nodig. Genoeg om iedereen af te leiden en daarnaast nog een flinke ravage te veroorzaken. En we hebben nog wat spul nodig om op het laatst het hele complex op te blazen. Denk je dat dat lukt?'
Ivan grijnsde. "Van bommen weet ik wel iets.'
'Malenkov, kun jij zorgen dat je mannen om drie uur vanmiddag bij ons zijn?'
De Oekraïner glimlachte. 'Ze zullen er zijn,' zei hij. 'Drie mannen, allemaal oud-legermensen. Maak je geen zorgen, het zijn prima lui. Dapper en gretig, precies zoals een soldaat moet zijn.'
Matt zette zijn vinger op de kaart. 'Goed, nu het plan. Buiten het omheinde terrein is een mangat en net erbinnen is er nog een. Ik vermoed dat er een rioleringsbuis is om afvalstoffen van de fabriek te lozen in de rivier, die volgens onze kaarten drie kilometer naar het westen ligt. Vanavond dalen we na het vallen van de avond in die tunnel af om te kijken of we erdoorheen kunnen. Vervolgens stationeren we daar 's nachts een wacht om ervoor te zorgen dat er geen gevaar dreigt. Ivan maakt een serie bommen voor ons. We loodsen twee mensen naar binnen die de springstoffen om het belangrijkste fabrieksgebouw plaatsen. Daardoor zal de hele zooi in de lucht vliegen. Dan is het tijd voor de rest van ons om naar binnen te gaan, de mensen die nog over zijn uit te schakelen en het hoofdgebouw in te nemen. Zodra we iedereen in het gebouw uitgeschakeld hebben, blazen we ook dat op.'
'Hoe zit het met slachtoffers?' vroeg Ivan. 'Moeten we ons druk maken over het leven van die lui?'
Matt zweeg een ogenblik. Zoals gewoonlijk kwam Ivan meteen ter zake: met die vraag had hijzelf ook geworsteld. 'Als het goed is, is de fabriek 's avonds verlaten, op de bewakers na. Wanneer de zaak ontploft, kunnen ze naar het bos vluchten als ze dat willen. Als ze liever blijven om te vechten, dan is dat hun eigen risico. Ze zien er trouwens uit als getrainde soldaten.'
Hij keek naar Malenkov. 'Wat voor wapens kun je ons leveren?' vroeg hij. 'AK-47's? Daar moeten er zat van zijn in dit deel van de wereld.'
'Inderdaad,' antwoordde Malenkov. 'Maar ik kan ook wel aan een paar AN-49's komen, een moderner type kalasjnikov.'
'Ik heb ervan gehoord, maar ik heb er nog nooit mee geschoten.'
'Een mooi wapen. Het Russische leger heeft het in 1984 ingevoerd als standaard aanvalsgeweer, hoewel ze nooit genoeg geld hadden om al hun oude AK's te vervangen.'
'Wat is het verschil met de oude AK-47?' vroeg Ivan.
'De snelheid van de kogel is veel groter,' zei Malenkov. 'En je kunt er veel nauwkeuriger mee schieten. Ze hebben wat aan de terugslag gedaan. Die is volkomen anders: het geweer geeft pas een terugslag als de kogel de kamer verlaten heeft. Daardoor is de trefkans veel groter. Maak je geen zorgen, je vindt het vast een fijn wapen. Het is een mooi geweer.'
'En het vizier?' vroeg Matt. 'Het kan zijn dat we ons doel van een afstand moeten raken.'
'Het heeft achter een eersteklas kijkervizier. Niet het ouderwetse standvizier van de AK-47. Als de man die het vasthoudt een beetje kan schieten, zal het geweer hem niet teleurstellen.'
'Klinkt goed,' zei Matt. 'We hebben er voor iedere man een nodig en ten minste twintig magazijnen met munitie de man. Verder moeten we allemaal ten minste een reservegeweer hebben. We gaan bij deze operatie op Amerikaanse wijze te werk: geen heroïek, maar een krankzinnige kogelregen om de tegenstander meteen te overweldigen. Het laatste wat we willen is dat er aan onze kant slachtoffers vallen.' Hij zweeg een paar ogenblikken, scheurde een nieuwe homp van het zwarte brood en werkte het snel weg. 'Iedereen tevreden?'
Malenkov en Ivan knikten beiden. Matt keek naar Orlena. 'Tevreden?'
'Zolang de fabriek maar wordt vernietigd,' antwoordde ze. 'Dat is het enige wat ertoe doet.'
'U hebt twee nieuwe berichten,' zei de monotone stem van Orange na hinderlijk lang wachten. 'Om uw berichten te beluisteren, toets.
Matt drukte snel op de knop, te ongeduldig om naar de rest van de opties te luisteren. De Imarsat-satelliettelefoons brachten een volmaakte verbinding tot stand met Matts mobiel, waardoor hij zijn berichten op kon halen en kon bellen. Wit-Rusland had geen vaste telefoonlijn en geen mobiele verbinding met Groot-Brittannië. Maar de satellietverbinding zorgde ervoor dat je net zo gemakkelijk contact met de wereld kon houden als in Londen.
Waarschijnlijk gemakkelijker.
'Matt, je spreekt met Bob, Bob Crowden,' klonk een vertrouwde stem met een Noord-Engels accent. 'Ik bel naar aanleiding van ons gesprek van gisteren. Ik heb iets gehoord. Over iemand uit Swindon, Barry Legg heet hij. Heeft in mijn eenheid gezeten. Aardige vent. Een paar dagen geleden is hij verdwenen en gisteren is hij dood gevonden. Vermoord. Misschien heeft het niets om het lijf, is het alleen maar een beetje vreemd en verder niets. Ik dacht dat het misschien je interesse zou hebben.'
Matt drukte op drie om het bericht te verwijderen. Een soldaat die vermoord wordt in Swindon? Hij haalde zijn schouders op. Moorden gebeuren aan de lopende band. Best mogelijk dat het straatrovers waren. Of dat hij geld schuldig was aan de verkeerde mensen. Of dat er een willekeurige psychopaat was die besloten had om ex-militairen te vermoorden.
Mensen worden voortdurend vermoord. Meestal heeft het niets te betekenen.
Hij toetste voor het volgende bericht. 'Matt, ik ben het.' Hij herkende de stem meteen. 'Ik wilde alleen maar weten of alles goed met je is.' Een moment was het stil. 'En ik was ook benieuwd of je al iets ontdekt hebt.'
Matt drukte op redial om de laatste beller terug te bellen. De telefoon ging drie keer over voor er opgenomen werd. Voor ze een woord had gezegd, kon hij op de achtergrond het zware geronk van verkeer horen. 'Waar ben je?' vroeg hij.
'Ik sta bij de bushalte,' antwoordde ze. 'Fulham Palace Road. Is alles goed met je?'
Onwillekeurig knikte Matt, ook al wist hij dat ze hem niet kon zien. 'Ja, alles is goed. Ik heb iets gehoord.'
Aan de andere kant van de lijn was het even stil en hij hoorde het toeteren van een vrachtwagen. 'Vertel maar,' zei ze ten slotte.
'Een voormalig militair uit Swindon, Barry Legg. Hij stierf een paar dagen geleden, vermoord naar men aanneemt.'
'Kan dat iets te maken hebben met de mannen die krankzinnig geworden zijn?'
'Ik weet het niet,' antwoordde Matt. 'Meer heb ik niet gehoord. Misschien is er een verband, misschien ook niet.' Hij zweeg even. 'Luister, over een paar dagen ben ik terug. Laten we dan verder praten.'
Matt verbrak de verbinding. Het was bijna twaalf uur. Het ochtendbriesje was gaan liggen en de paar tarwe- en roggevelden om de verlaten boerderij lagen roerloos in de brandende zon.
Nikita, Jozef en Andrej waren twintig minuten daarvoor achter in Malenkovs landrover gearriveerd. Nikita was vijfentwintig, Andrej was negenentwintig, maar Jozef zag er jonger uit. Zo op het oog was hij negentien of twintig. Alle drie hadden ze zwart haar en een zacht Slavisch uiterlijk. Maar hun donkerbruine ogen en vierkante schouders verraadden dat ze voor zichzelf konden bepalen welke bevelen ze wilden opvolgen. Hij wist dat ze goed werden betaald. Elk van hen kreeg duizend dollar van Orlena, een vermogen naar plaatselijke maatstaven gerekend. De klus zou dan ook gewelddadig en smerig zijn.
Zo moet het ook. Een soldaat heeft altijd recht om te weten welk risico hij neemt. Het is perslot van rekening zijn leven.
'De oudste twee lijken me oké,' zei Matt. 'Maar Jozef niet, hij is te jong. We hebben mannen nodig, geen broekies.'
Malenkov keek hem dreigend aan. 'Jozef is een prima kerel,' zei hij. 'Hij blijft.'
'Nee, ik wil iemand anders.'
Malenkov schudde zijn hoofd en aan de manier waarop hij keek kon Matt zien dat hij bij zijn standpunt zou blijven. 'Hij blijft,' zei hij op besliste toon. 'Of anders gaan we allemaal weg.'
Matt keek op terwijl ze de tweede ronde om het veld voltooiden. Ze hielden stil bij een drenktrog en schepten het vuile water in hun gezicht. Hij gooide een veldfles met water naar hen toe. Jozef was de traagste en aan zijn buik te zien konden er wel een paar pondjes af, en Andrej had zijn spieren beter in conditie kunnen houden, maar niemand van hen was verslapt tijdens de fysieke test en niemand van hen had enig teken gegeven dat hij het op wilde geven.
Ze waren in goede conditie en hadden het werk nodig. Wat kon je nog meer verlangen van een huursoldaat?
Matt keek naar Malenkov. 'Oké, we doen het samen met deze drie,' zei hij. 'Kom. We nemen het plan door en dan gaan we pitten. We hebben een lange avond voor de boeg.'
Ivan en Matt namen het plan met hen door. De drie mannen zaten in een halve cirkel en Malenkov tolkte. Ze luisterden oplettend, terwijl Matt aan de hand van de kaart uitlegde hoe ze naar binnen zouden gaan en hoe ze de fabriek op zouden blazen.
Nadere verduidelijking was niet nodig. Alle drie beweerden ze dat ze in het Russische leger hadden gezeten en de twee oudsten hadden gevochten in Tsjetsjenië. Gemeten naar de criteria van die oorlog zou dit niet meer dan een knokpartij op de speelplaats zijn.
'Goed,' zei Matt toen ze klaar waren. 'Laten we gaan pitten. Dan kunnen we als het donker is laten zien hoe goed we ons door tunnels kunnen wurmen.'
De stank was niet te harden: een mix van menselijke uitwerpselen, bedorven voedselresten en de zware, verstikkende lucht van industriële chemicaliën. Matt voelde hoe de geur hem de adem benam en hoe de vieze dampen in iedere plooi van zijn kleding drongen.
Ik zal honderd keer heet moeten douchen om deze stank uit mijn huid te wassen.
Ze waren door de opening van het mangat gekropen dat ze de vorige avond hadden ontdekt. Zoals Matt had verwacht, leidde de tunnel vanuit het omheinde terrein pal naar het westen, om uit te komen bij de rivier. Milieubeschermers kregen nu een kans om Wit-Rusland schoon te maken, dacht Matt met een grijns. De tunnel voerde zowel het afval van de compound als van de fabriek af. De buis was half cirkelvormig en had een doorsnede van een meter twintig. Het oorspronkelijke betonnen afvoerkanaal verkeerde nu in zwaar vervallen toestand. De wanden waren schilferig en brokkelden af en een dikke laag slib en afval had zich opgehoopt aan de zijkanten, zodat het praktisch onmogelijk was om erdoor te kruipen.
We zullen ons een weg erdoorheen moeten hakken, besefte Matt zodra ze in de tunnel waren.
De laag was harder dan Matt had verwacht en het werk vorderde traag en moeizaam. Het was nu 's nachts even na enen en ze waren al twee slopende uren aan het graven geweest.
Matt trok zijn schop terug en pauzeerde om op adem te komen. De tunnel lag minstens drie meter onder de grond. Hij was degene met de meeste ervaring op het gebied van tunnels graven en had daarom het voortouw genomen. Hij had een kleine zaklantaarn zo op de grond gezet dat de lichtstraal naar boven scheen. Met een pikhouweel hakte hij in de sliklaag die de tunnel blokkeerde en liet de brokstukken op de bodem vallen. Vervolgens schoof hij de stukken met zijn voet naar achter, waarna Andrej ze in een emmer schepte en de emmer doorgaf.
Er spoelde wat water door de tunnel. Als een nietig riviertje stroomde het klotsend om zijn laarzen, waardoor zijn sokken kletsnat werden. Matt moest er niet aan denken wat er allemaal in zou kunnen zitten.
Het is te hopen dat die smeerlappen niet de godganse nacht naar de plee blijven rennen.
'Himmo,' schreeuwde de Oekraïner, terwijl hij achteroverviel.
Je hoefde geen talenwonder te zijn om te weten wat dat betekent: 'Shit.'
Matt bleef doodstil staan. Hij keek naar Andrej en bracht zijn vinger naar zijn lippen. Het kon best zijn dat ze boven de grond het geluid van de val, en de kreet die daarop was gevolgd, hadden gehoord. Terwijl hij ervoor zorgde dat zijn ademhaling rustig en gelijkmatig was, wachtte en luisterde hij. Boven zich hoorde hij een paar voeten langzaam en kalm over de grond lopen. Een van de wachten. Afgaande op zijn stap had Matt het idee dat de man langzaam naar het hek liep: waarschijnlijk bevond hij zich nu recht boven hen. Hij rende niet, wat een goed teken was, hij kwam gewoon een kijkje nemen.
Matt seinde met zijn zaklamp drie keer door de tunnel: het afgesproken teken dat er misschien gevaar dreigde. Ivan, Malenkov en de rest wisten dat ze in het bos moesten verdwijnen en zich gereed moesten maken voor een vuurgevecht.
Matt pakte de AN-49, die hij over zijn schouder had gehangen. Hij hield het geweer tussen zijn onderarmen, met zijn vinger om de trekker. Hij had de afgelopen middag een uur in het bos doorgebracht om zichzelf met het wapen vertrouwd te maken, maar het was nog steeds nieuw voor hem: hij had even tijd nodig om zich te herinneren waar alles zat en hoe het werkte.
Als ze ons ontdekken, is onze enige hoop dat we ons een weg naar het daglicht schieten.
'Kto tam?' riep de wacht.
Zelfs hier onder de grond, drie meter onder het aardoppervlak, kon je het duidelijk verstaan. Matt kende niet veel Russisch, maar hij had tijdens een regimentstraining een paar woordjes geleerd: 'Wie is daar?'
'Kto tam?' riep de wacht, dit keer luider.
Matt bleef stil. Hij keek naar Andrej en zag dat de jongen met zijn vinger zenuwachtig de trekker van zijn geweer beroerde. Matt glimlachte. Hij zou niet willen beweren dat hij veel wist over het aanvoeren van een groep mannen - alleen wat hij op het slagveld had opgepikt - maar hij wist wel dat je om iemand die in paniek verkeerde te kalmeren, het beste de indruk kon wekken dat je zelf ontspannen en opgewekt was. Zelfs als je een wee gevoel had in je maag en je stijf stond van de zenuwen.
Angst verspreidt zich snel. En vertrouwen doet dat ook.
Een andere stem. Matt kon niet verstaan wat de man zei, maar hij vermoedde dat het een van de andere bewakers was, die vroeg wat er aan de hand was. Nog meer voetstappen. Zo te horen verplaatste de wacht zich zijwaarts, langs de omtrek van de afrastering. Vervolgens liep hij weer terug naar het midden van het terrein.
Matt haalde diep adem en voelde hoe de zuurstof zijn longen vulde. Zelfs de bedompte lucht van de tunnel voelde goed aan. De wacht was tot de slotsom gekomen dat er niets bijzonders aan de hand was, gewoon een verdwaalde wolf of een ander dier dat tekeerging in het bos.
Voorlopig is het gevaar geweken.
Matt knikte naar Andrej en hield zijn zaklantaarn nu zo dat het licht op de voorkant van de tunnel viel. Voor zich, binnen het omheinde terrein, kon hij het mangat zien, en ze hoefden nog maar één berg afval op te ruimen om er te komen. Hij pakte zijn schop en begon te hakken.
Nog anderhalve meter en we kunnen dit kerkhof verlaten.
Matt nam een slok wodka, spoelde de drank rond in zijn mond en genoot van de tintelende, volle smaak voordat hij de alcohol zijn bloedbaan in liet knallen.
'We weten nu dat de wacht zijn taak serieus neemt,' zei hij tegen Malenkov. 'De kerel die het lawaai hoorde, controleerde de omgeving op adequate wijze. Hij is niet zo'n veiligheidsbeambte die voortdurend op de klok kijkt en zijn tijd verdoet met het drinken van wodka en het oplossen van kruiswoordpuzzels tot zijn avonddienst erop zit.'
'We weten wel hoe we ze moeten aanpakken,' zei Malenkov bars. 'Onze mannen zijn goed en we kunnen hen onverwachts overvallen.'
'Precies,' voegde Ivan eraan toe. 'En ze kunnen ons ook onverwachts overvallen.'
'Laten we dan nu maar gaan pitten,' zei Matt. 'We moeten helder zijn.'
Hij keek op zijn horloge. Het was net vier uur geweest. De graafwerkzaamheden in de tunnel hadden drie uur in beslag genomen. Ze lieten Nikita in het bos achter om de wacht te houden en ervoor te zorgen dat de tunnel niet ontdekt werd. Na drie uur zou een van de andere mannen hem aflossen.
'ledereen moet zo veel slaap zien te krijgen als hij kan. Morgenmiddag om twee uur gaan we weer aan het werk.'
Matt liep naar zijn kamer - alleen. Door het bos kon hij de eerste tekenen van de dageraad zien. Hij drukte een handdoek tegen het raam en klemde die vast aan de sluiting om de zon zo veel mogelijk te weren. Toen hij nog in het regiment zat, maakte het niet uit waar hij lag. Hij hoefde zijn ogen maar te sluiten of hij sliep, welk tijdstip van de dag of de nacht het ook was. Maar zijn lichaam, besefte hij, was gewend geraakt aan het rustiger ritme van het burgermansbestaan. Hij was gewend om 's avonds naar bed te gaan en 's morgens op te staan. Gewend aan het normale dagritme. De terugkeer naar het oude patroon bracht hem uit balans.
Het duurt weken, soms maanden, voor je gevechtsklaar bent. Het is niet simpelweg een knop die je omdraait, wat die idioten van de Firma er ook van mogen vinden.
Matt trok zijn kleren uit en ging op zijn matras liggen. Hij voelde hoe zijn ogen dichtvielen en onderwijl dacht hij aan Gill. Hij had al heel lang niets meer van haar gehoord en hij begon te vrezen dat de breuk deze keer wel eens definitief zou kunnen zijn. Ze was zo abrupt uit zijn leven verdwenen, zo volledig, dat het moeilijk was om eraan gewend te raken.
Ik kan beter wachten tot deze klus achter de rug is. Dan zal ik weten of we onze relatie nieuw leven in kunnen blazen of niet.
Hij draaide zich om en opnieuw vielen zijn ogen dicht. Orlena bevond zich ergens in het voorhuis en Matt voelde een mengeling van schuld en begeerte toen hij zich afvroeg of ze misschien bij hem in bed zou kruipen. Hij luisterde of hij voetstappen hoorde op de gang, maar het was doodstil in het huis. Binnen een paar seconden was hij vertrokken.