7
Het vertrek was vrijwel kaal. De lichtroze
geverfde muren waren vaal en smoezelig en de enige decoratie
bestond uit een smakeloze poster van een waterval, die met punaises
was vastgeprikt boven het eenvoudige bureau. Er stonden twee
stoelen, en een bank die eruitzag alsof hij voor een paar pond was
meegenomen uit een failliete boedel. Op het bureau hadden ze een
vuile asbak laten staan met een paar oude peuken erin.
Bedrijven, inlichtingendiensten en het leger, ze
zijn allemaal hetzelfde, concludeerde Matt. Ze houden het vuile
werk het liefst van hun stoep.
Het kantoor was gevestigd in een voormalig
pakhuis in een van de straten van Acton Green in West-Londen. Het
pakhuis was verbouwd tot een doolhof van piepkleine kantoortjes:
ongeveer de helft van de ruimtes stond leeg en in de andere helft
zaten websiteontwerpers, handelaren en bedrijven die zo te zien
niets anders deden dan het drukken van briefpapier en kaartjes. Het
gebouw lag maar een paar kilometer van het hoofdkantoor van Tocah,
maar het had ook in een ander land kunnen zijn. Het gebouw van
Tocah straalde macht, geld en succes uit. En dit gebouw? De enige
woorden die erop van toepassing waren, waren: het hoofd boven water
houden, armoede en mislukking.
'En, heeft die kameraad van je ja gezegd?' vroeg
Orlena. Ze ging aan het bureau zitten en opende een map met
papieren. Haar benen had ze zedig over elkaar geslagen, maar haar
bruine suède schoen bungelde aan de punt van haar voet.
'Nee,' antwoordde Matt. 'Hij zei dat ik de pot
op kon.'
Over Orlena's gezicht gleed een uitdrukking van
voldoening. 'Dat is maar beter ook. Ik heb liever dat jij de enige
uit het Westen bent die meedoet.'
'Hij zal zo meteen wel komen,' zei Matt. 'Het is
een wispelturig heerschap. Zegt dat hij iets niet wil doen en doet
het dan toch.'
'Als een vrouw, misschien?'
Matt grijnsde en keek op zijn horloge. Tien over
elf. Ivan had weliswaar geen interesse in de klus gehad, maar Matt
had bij zijn vertrek toch de plaats en het tijdstip van de
ontmoeting met Orlena genoemd. Zijn gevoel zei hem dat Ivan zou
komen.
Ivan is een bridgespeler, hield Matt zichzelf
voor. Meer hoef je niet te weten over de man. Zodra er gedeeld is,
wil hij zien hoe de slagen vallen.
'We moesten maar beginnen,' zei Orlena. 'Tegen
lunchtijd moet ik terug zijn bij Tocah, en morgen nemen we het
vliegtuig.'
'Nog twee minuten,' zei Matt.
Aan het fronsen van haar wenkbrauwen kon hij
zien dat Orlena geïrriteerd was. Een geforceerde glimlach lag op
haar lippen, maar het was overduidelijk wat ze dacht: ze wil niet
dat Ivan meedoet en ze vindt het niet erg als ik dat weet. Ze was
een vrouw die gewend was haar eigen gang te gaan, al helemaal waar
het mannen betrof.
'En niet langer,' zei Orlena. 'Er zijn genoeg
springstofexperts in Oekraïne. Voor hem tien anderen.'
De zoemer van de intercom klonk en Matt liep
snel naar de deur. Ivan stond in de hal en keek met een spottende
blik de gang in. 'Ik had zo gedacht dat Tocah zich wel wat beters
kon veroorloven.'
Matt grinnikte. 'Dat kunnen ze ook,' antwoordde
hij. 'Dit is alleen maar voor de gorilla's die ze inhuren. Ze
hebben ons liever niet in hun gebouw. Voor het geval we iemand de
stuipen op het lijf jagen.'
Ivan knikte. 'Het geeft in ieder geval een
vertrouwd gevoel.'
Orlena liep op Ivan toe en gaf hem een hand. Hij
was een lange, magere man met gemillimeterd zwart haar. Ze liet
zijn hand los en liep om hem heen. Ze bekeek hem alsof hij een stuk
vlees was in de vitrine van een slager. 'Matt zegt dat je de beste
bent,' zei ze met een onderzoekende uitdrukking op haar gezicht.
'Op het gebied van springstoffen, bedoel ik.'
Ivan ging op een van de twee vrije stoelen
zitten. 'Er zijn er daarginds die beter zijn,' zei hij. 'Maar ik
kan het ene eind van een stuk semtex van het andere onderscheiden.
En ik werkte in Noord-Ierland altijd met een team. Ze zijn nu
natuurlijk niet meer actief, maar ze waren niet slecht in het
opblazen van dingen.'
Orlena knikte en wierp een blik op Matt. 'Ik
denk niet dat meneer Lacrierre hiermee akkoord zal gaan,' zei ze.
'Tocah is een van de meest gerespecteerde farmaceutische firma's
ter wereld. We kunnen het ons niet veroorloven om terroristen in
dienst te nemen.'
'O, wij hebben altijd gevonden dat we
vrijheidsstrijders waren.'
'Als bekend werd dat we zo iemand op de
loonlijst hadden staan, zou dat desastreus zijn.' Ze keek naar
Ivan. 'Bedankt voor je komst, maar ik ben bang dat we geen gebruik
van je diensten kunnen maken.'
'Hou op met dat zakelijke gezeik,' snauwde Matt.
'Als Lacrierre zo bezorgd is om dat verrekte imago van hem, zeg dan
tegen hem dat hij mensen niet moet vragen om fabrieken op te
blazen. Er is geen nette manier om dit te doen. Of we doen dit
goed, of we beginnen er niet aan.'
Orlena keek hem kwaad aan. 'Ik heb je al gezegd
dat er springstoffen- experts in Kiev zijn.'
Matt stond op. 'Heb jij ooit iets
opgeblazen?'
Orlena schudde haar hoofd.
Of deelgenomen aan een militaire
actie?'
Orlena schudde opnieuw haar hoofd, waarbij haar
haar voor haar gezicht sloeg.
Matts gezicht werd rood van woede. 'Dan heb je
geen flauw idee waar je over praat,' beet hij haar toe. 'Als je nou
gewoon eens die armzalige verbeeldingskracht van je liet werken.
Het komt misschien als een verrassing voor je, maar bommen zijn
verrekte gevaarlijk. Je wilt gewoon niet dat de eerste de beste
lulhannes die dingen tot ontploffing brengt. Je neemt de juiste
vent voor het vuurwerk, of anders kun je net zo goed meteen de
doodskisten bestellen. Is dat duidelijk? Óf hij gaat mee, óf we
gaan allemaal naar huis. En de dreigementen van de Firma zullen me
worst wezen. Ik weet daar wel raad mee.'
Er viel een stilte tussen hen. Door haar wimpers
keek Orlena naar Ivan en toen naar Matt. 'Kunnen jullie me de
garantie geven dat zijn rol nooit bekend wordt?'
'Ik zal het niemand vertellen,' zei Ivan
schokschouderend.
'Ik ook niet,' zei Matt.
'Dan ga ik ervan uit dat je deel uitmaakt van
het team,' zei Orlena, die haar tas pakte. 'Je salaris bedraagt
vijfduizend pond in contanten per dag, met ingang van morgen.
Daarnaast krijg je een onkostenvergoeding. Ik zal een vliegticket
voor je reserveren.' Ze liep naar de deur. 'We zien elkaar morgen
op het vliegveld.'
Matt pakte het vel papier dat ze had laten
liggen. Ze zouden de volgende dag de BA-vlucht van twintig over
twee van Heathrow naar Kiev nemen. De plaats lag nogal oostelijk,
waardoor het er twee uur later was, zodat ze om twintig voor acht
zouden landen. Ze had al een kamer voor hen geboekt.
De deal was gesloten. Er was nu geen weg terug
meer.
'Bedankt,' zei Matt, terwijl Ivan naar de deur
liep. 'Ik had wel gedacht dat je zou komen.'
Ivan draaide zich naar Matt om. 'Eén goede
raad,' zei hij. 'Ga niet met haar naar bed.'
Matt zweeg even. 'Dat was ik ook niet van plan,'
zei hij. 'Ik wil alleen maar daarheen, de fabriek opblazen en mijn
leven weer oppakken.'
'Ze deugt niet,' zei Ivan. 'En hoe dichter je
bij haar komt, hoe meer narigheid je krijgt.'
In de parkeergarage bij het winkelcentrum aan
Brent Cross in Noord- Londen krioelde het van de mensen die in de
vooravond hun boodschappen deden. Sommige vrouwen kwamen waggelend
uit de winkelpromenade terug met tassen vol boodschappen, andere
hadden de grootste moeite om een plaatsje te vinden tussen de
onafzienbare rijen Mondeo's en Astra's.
Matram manoeuvreerde de Lexus in een vak, sloeg
het portier dicht en liet zijn blik dwalen over het grijze,
vlekkerige beton. Hij had met hen afgesproken dat ze elkaar in zone
W op de derde verdieping zouden ontmoeten. Hij kon ze nu zien, een
man en een vrouw die uit een lichtgroene Renault Clio stapten. Andy
Turnton en Jackie Snaddon.
Twee van mijn beste mensen. Ze zullen me niet
teleurstellen.
Hij wenkte hen. Turnton en Snaddon liepen naar
de Lexus, terwijl Ma- tram op de motorkap een kaart openvouwde.
Iedereen kon hen zien, maar hij was niet van plan zich daar druk om
te maken. Een parkeergarage was een volmaakt ontmoetingspunt, omdat
je er zeker van kon zijn dat niemand ooit iets zag. Ze hadden het
te druk met het zoeken naar hun auto.
'Het doelwit heet Ben Weston,' zei Matram op
koude toon. 'Hij werkt hier 's nachts als veiligheidsbeambte. Zijn
dienst begint 's avonds om negen uur en eindigt om vier uur 's
nachts. Dan komen de schoonmakers en gaan hij en de andere bewakers
naar huis.'
'Heeft hij een vaste ronde?' vroeg
Turnton.
Matram knikte en wees op de kaart. Daarop stond
een plattegrond van de winkelpromenade die een nauwkeurig beeld gaf
van de winkels en de gangen van iedere verdieping. Westons
werkterrein was op de derde verdieping, het gedeelte dat liep van
W.H. Smith tot Marks & Spencer. In totaal waren er achttien
bewakers, maar op de meeste avonden waren er minstens drie
ziekmeldingen. Bewakers van winkelcentra zaten op het minimumloon
en waren meestal een stuk armer dan de dieven tegen wie ze het
centrum moesten beschermen. Betrouwbaarheid koop je niet voor een
prikje.
'Gebruik een mes,' zei Matram. 'Als je ook maar
het minste lawaai maakt, krijg je de hele meute op je
dak.'
'Is hij sterk?'
Matram keek naar Snaddon. Ze was de minst
aantrekkelijke van de twee vrouwen in de Increment. Ze had
kortgeknipt bruin haar en haar heupen waren een beetje te breed.
Maar dat werd gecompenseerd door haar ogen. Die waren heldergroen
en zo hard als korreltjes graniet.
Op Matrams gezicht verscheen een glimlach, iets
wat zelden voorkwam. 'Niet zo sterk als jij, Jackie,' antwoordde
hij. 'Echte actie heeft hij nog nooit meegemaakt. En jou zal hij
niet verwachten.'
'En het lijk?' vroeg Turnton.
'Wanneer hij dood is leg je hem in de kofferbak
van jullie auto,' zei Matram. 'Ik laat jullie straks weten hoe je
je van het lichaam moet ontdoen. Ik wil niet dat er sporen
achterblijven. En ik wil niet dat er later een lijk opduikt. Gewoon
een geval van iemand die van de aardbodem verdwijnt, zonder ooit
nog gezien te worden, iets wat zo vaak voorkomt.'
Eleanor goot een suikerzakje leeg in haar koffie
en roerde. Een druppel zweet viel van haar voorhoofd. De
temperatuur had overdag de 40 °C bereikt en van afkoeling was in de
vroege avond nog weinig te merken. Het was net zeven uur geweest en
het Starbucks-zelfbedieningsrestaurant dat bij Matt om de hoek lag,
was verlaten. De kantoormensen zaten allemaal in de pub en de
toeristen waren teruggegaan naar hun hotel. Op een Japans stel na
zat er niemand.
Matt opende de fles sinaasappelsap die hij net
had gekocht. 'Iemand heeft hem vermoord,' zei hij.
Eleanor sloeg haar ogen naar hem op. Ze leek nu
nog vastberadener.
Matt had die uitdrukking een paar keer eerder op
het gezicht van een vrouw gezien en hij had geleerd er respect voor
op te brengen: ze had de houding van iemand die haar besluit had
genomen en niet van plan was daarvan af te wijken.
'Denk je dat?'
Matt schokschouderde. 'Ik vind dat het iets
verdachts heeft.'
'Ja, geen lijkschouwing.'
Matt boog zich over de kleine houten tafel.
'Denk je dat dat iets aan het licht gebracht zou hebben?'
'Ik weet het niet,' antwoordde ze. 'Ik weet
alleen maar dat er iets met Ken gebeurd is. Iets wat ervoor heeft
gezorgd dat hij gek werd.'
'Is het je gelukt om een van die andere gevallen
uit te zoeken?'
'Daar ben ik vandaag nou net mee bezig geweest.
Ik heb uitgezocht bij welke legereenheden ze dienden en ik heb
contact opgenomen met hun commandanten. Zonder resultaat. Allebei
lieten ze weten dat ze daar niet over mochten praten en daarna
hingen ze op.'
'Zo is het leger,' zei Matt. 'Nooit een
verontschuldiging of een verklaring. Vooral niet tegen
burgers.'
'Daarna heb ik het bij de huisartsen
geprobeerd,' ging Eleanor door. 'Ik had ook niet verwacht dat ik
van de commandanten veel wijzer zou worden, maar ik dacht dat hun
artsen misschien iets zouden weten. Ik nam eerst contact op met de
huisarts van Sam Mentorn, maar Mentorn stond alleen geregistreerd
als patiënt. Hij was de spreekkamer nooit binnen geweest. Ze kon me
niets vertellen over hem. Vervolgens heb ik mijn licht opgestoken
bij de huisarts van David Helton. Helton was een jaar geleden bij
hem geweest voor een wond aan zijn voet, maar daarna nooit meer. De
arts zei dat hij zich na het voorval in verbinding had gesteld met
de plaatselijke politie om te kijken of hij ze met iets van dienst
kon zijn, maar dat ze niet veel interesse hadden getoond.
Vergelijkbare voorvallen waren hem niet bekend en hij kon niets
anders bedenken dat me zou kunnen helpen.' Eleanor keek op. 'Overal
wordt de deur voor mijn neus dichtgeslagen, Matt.'
'Bewijs voor een verband is er niet,' zei Matt.
'Het zou ook gewoon het warme weer kunnen zijn. Ik word er zelf ook
een beetje gek van, dat is een ding dat zeker is.'
'Dat is iets anders,' antwoordde Eleanor. 'Hitte
veroorzaakt paniek en angstaanvallen, vooral bij mensen met hoge
bloeddruk. Dat komt door de extra inspanning die het lichaam moet
leveren om de warmte af te voeren. Maar er is een groot verschil
tussen een angstaanval en inrijden op winkelend publiek.' Ze stak
haar hand over de tafel. 'Ik vind het vervelend om je hiermee
lastig te vallen, Matt, maar jij bent de enige die ik ken die
bekend is met het leger.'
Matt voelde hoe haar huid de zijne beroerde.
'Wil je dat ik informatie voor je inwin?'
'Ergens moet er toch iemand zijn die wat weet,'
zei ze zacht. 'Als er tussen deze voorvallen verband bestaat, dan
moeten er meer mensen zijn die dat opgemerkt hebben.'
'Ik doe wat ik kan,' antwoordde Matt. 'Maar ik
kan je niets beloven. Wie weet is het gewoon toeval.'
Eleanor nam de laatste slok van haar koffie.
'Misschien,' zei ze. 'En misschien kunnen we ervoor zorgen dat onze
geest weer rust krijgt.'