Hoofdstuk 13
Kedah was gewend dat vrouwen voor hem vielen. Niet dat ze uit zichzelf weggingen en hem lieten staan.
Hun vrijpartij had enige chaos veroorzaakt, zag hij. Hij zette de kristallen karaf die was omgevallen, weer rechtop. Toen viel zijn blik op de foto’s van de vrouwen die zijn vader voor hem had uitgezocht.
Ongetwijfeld had Felicia die foto’s ook gezien. Nu begreep hij haar heftigheid wat beter. Aan de andere kant had ze geweten dat hij moest trouwen en leek ze daar geen moeite mee te hebben.
Kedah kwam in verleiding het koninklijke vliegtuig in te schakelen, iets wat hij eigenlijk nooit deed. Zo zou hij bijna tegelijk met haar in Londen kunnen landen. Hij moest haar spreken, wilde weten wat haar tranen te betekenen hadden.
Omdat hij ruimte nodig had, ging hij een eind lopen op het witte strand. Opeens was alles veranderd.
Hij had altijd koning willen worden. Zijn hele leven had hij geweten dat dat niet vanzelfsprekend was, maar daar had hij nooit lang bij stil willen staan. Nu, terwijl zijn aandacht bij de komende dagen zou moeten zijn, staarde hij naar boven, naar de lucht die haar droeg.
Hij had de goede keus gemaakt. De verstandige. Het beste voor de mensen om wie hij gaf. Morgen, als de persmuskieten kwamen en het personeel angstvallig afwachtte, zou Felicia de crisis de baas blijven.
De afgelopen maanden had ze zich een plaatsje in zijn hart veroverd. Pas nu ze weg was, besefte hij dat ze daar absoluut thuishoorde – in zijn hart. Door haar tranen durfde hij te geloven dat ze ook van hem hield.
Maar wat moest hij nu doen?
Omar stond in zijn kantoor. Hij keek uit over Zazinia, zijn gedachten bij de presentatie van zijn oudste zoon. Buiten zag hij hem in zijn eentje op het strand lopen.
Zoals gewoonlijk bood zijn zoon een indrukwekkende aanblik, maar ditmaal was hij niet zo doelbewust, niet zo krachtig als anders. In plaats van naar zijn geliefde land te kijken, zag Omar dat Kedah bleef staan, zijn blik op de oceaan en de lucht.
De koning keek niet om toen Rina binnenkwam maar bleef naar zijn oudste zoon kijken.
Kedah leek diep in gedachten te zijn. Uit de houding van zijn schouders maakte de koning op dat hij een zware last droeg. Kedah was de rechtmatige kroonprins. Daar was Omar zich van bewust.
Natuurlijk, het zou gemakkelijker zijn als hij luisterde naar de wens van de Oudsten en zijn jongste zoon steunde, maar dat zou niet juist zijn.
Toen Rina naast hem kwam staan, keek hij haar aan. Ze keek nu ook naar hun zoon, die tegelijk een trotse en een eenzame aanblik bood.
‘Felicia is net vertrokken,’ zei Rina.
‘Felicia?’ Omar fronste zijn wenkbrauwen. Hij had geen idee over wie zijn vrouw het had.
‘Volgens Kedah is ze zijn personal assistant, maar ik weet zeker dat dat niet alles is.’
‘Daar kan niets uit voortkomen. Er zijn vele bruiden die geschikter zijn,’ zei Omar meteen. Toen voelde hij de hand van zijn vrouw op zijn schouder.
‘Dat zeiden velen ook over mij,’ zei Rina. ‘Velen vonden mij niet geschikt.’
Eigenlijk hadden ze het nooit over die pijnlijke periode. ‘Je bent een geweldige koningin.’
‘Nu wel,’ zei Rina.
Omar keek weer naar zijn zoon, eraan terugdenkend dat hij in Kedahs kantoor al die foto’s van potentiële bruiden had achtergelaten. Hij hoopte maar dat Felicia hem niet had kunnen verstaan.
‘Kedah heeft een presentatie over zijn plannen gegeven,’ vertelde Omar. ‘Erg mooi. Het herinnerde me aan mijn eigen dromen voor Zazinia.’ Hij keek naar de stad. ‘Hij heeft een gave.’
‘Jij ook.’
‘Misschien, maar het is mij niet gelukt mijn vader er enthousiast voor te krijgen. Natuurlijk bezaten we toen de technologie niet om zo’n mooie presentatie te maken…’
‘Niets had je vader kunnen overhalen,’ zei Rina. ‘Je hebt zo je best gedaan, weet je nog?’
Omar knikte.
‘Tot je ermee ophield.’
‘Ik koos ervoor me te richten op wat ik wel kon veranderen,’ zei Omar. ‘Ik wilde dat mijn bruid gelukkig was. En dat was je niet.’
‘Maar nu wel,’ zei ze. ‘En ik ben veel sterker door jouw liefde. Die zal ik altijd koesteren.’
Toen was Rina zo moedig als nooit tevoren. ‘Wat de toekomst ook moge brengen.’
Maar ook nu kon ze haar ontrouw niet te berde brengen. Niet alleen uit trots of schaamte, maar ook omdat de muren oren hadden. ‘Je moet met je oudste zoon praten, Omar. Nu meteen. Voordat het te laat is. Zeg dat je hem honderd procent steunt.’
Lang nadat Omar weg was, stond Rina er nog. De tranen stroomden over haar wangen. Ze wist heel goed dat haar echtgenoot en haar oudste zoon haar beschermden… maar ze was een goede koningin, en het werd tijd dat het volk op de eerste plaats kwam.
Trouwens, ze had niet gelogen. Ze was sterker geworden door de liefde van haar koning. Dat kon niemand haar afnemen. Zelfs als Omar door de wet werd gedwongen schande over haar af te roepen en van haar te scheiden, zou ze nog altijd zijn liefde hebben.
‘Kedah?’ Omar kwam naast zijn zoon lopen. ‘Mag ik met je meelopen?’
‘Natuurlijk,’ antwoordde Kedah.
‘Ik was sprakeloos door je presentatie. Het is nooit bij me opgekomen muurschilderingen te gebruiken op het oosten. Dat zou een ongelooflijke aanblik bieden.’
‘Onze geschiedenis zou daar afgebeeld kunnen worden,’ zei Kedah. ‘Er zouden wel maatregelen getroffen moeten worden om het strand tijdens de bouw af te schermen…’
‘We zijn nu niet meer in oorlog,’ zei Omar. ‘Die regels zijn opgesteld in tijden toen het paleis het risico op invasie liep. Dat heb ik jaren geleden geprobeerd duidelijk te maken aan mijn vader…’ Hij lachte wrang. ‘Je bent mijn evenbeeld. Je visie doet me heel erg denken aan mijn eigen ontwerpen.’
Kedah keek hem verbaasd aan. ‘We lijken in niets op elkaar.’
‘Niet qua uiterlijk,’ zei Omar. ‘Maar we denken hetzelfde.’
Dat kon Kedah niet geloven. Zijn vader was star en ouderwets.
Omar vervolgde echter: ‘Je had gelijk me uit te dagen in het kantoor. Toen ik architectuur studeerde met Hussain, hadden we grote plannen. Mijn vader zei dat hij zijn gedachten erover zou laten gaan nadat ik eenmaal getrouwd zou zijn. Na onze huwelijksreis kwam ik terug vol plannen en dromen. Je moeder was toen al van jou in verwachting… Ik herinner me nog dat we hier op dit strand liepen. We hadden het over de scholen en ziekenhuizen die spoedig zouden verrijzen. Je moeder – ze is nu eenmaal een vrouw – dacht meer aan hotels en winkels. Het was een geweldige tijd. Het volk was hoopvol gestemd. Tegen de tijd dat je werd geboren, waren die dromen echter gestorven.’
‘Hoe kwam dat?’
‘Mijn vader gaf de voorkeur aan zijn eigen regels.’
Ze bleven even staan. Hoewel de oude koning niet meer leefde, was het zo ongeveer taboe om erover te praten.
‘Hij had altijd gezegd dat ik mijn invloed kon uitoefenen nadat ik eenmaal getrouwd was en ik officieel de kroonprins was. Dus trouwde ik. Ik koos een bruid uit een vooruitstrevend land.’
‘Alleen daarom?’ vroeg Kedah.
‘Mijn vader hield geen woord. Tegen de tijd dat jij werd geboren, wist ik dat hij nooit naar me zou luisteren. Het waren zware tijden,’ zei Omar. ‘Ik was jong en trots, en ik had je moeder van alles beloofd. Ze kwam uit een modern land en dat wilde ik haar hier ook geven. Ik wilde dat ons volk welvarend zou worden, maar mijn handen waren gebonden. Ik werd verbitterd.’
Kedah zag de wrange trek op zijn vaders gezicht.
‘Lange tijd bleef ik proberen mijn vader over te halen. Ik ging met hem op reis, wees hem op andere landen die zich snel ontwikkelden. Je moeder zat in een voor haar onbekend land met een baby, maar ik had geen tijd voor jullie tweeën…’
Zwijgend liepen ze verder. Omars gedachten waren bij die ene reis naar het buitenland. Bij zijn terugkeer had hij het paleis in een grimmige stemming aangetroffen, en een echtgenote die radeloos was. Toen had ze haar bekentenis gedaan.
Terwijl Omar terugdacht aan die dag, kon Kedah zijn ouders beter begrijpen. Hoe weinig zijn vader had kunnen beginnen, en hoe machteloos hij zich moest hebben gevoeld… Even stond hij erbij stil hoe hij zich zou voelen als hij Felicia hier bracht, in een land vol beloften waar niets van uitkwam.
‘Jullie hebben nu een goed huwelijk,’ merkte Kedah op.
‘Daar hebben we hard aan gewerkt.’ Omar knikte. ‘Ik was zo druk met mijn eigen ego dat ik vergat hoe het voor je moeder moest zijn… Alleen in een vreemd land, zonder iemand om haar problemen mee te bespreken…’ Behalve Abdal.
‘Wanneer besefte je dat je van haar hield?’ vroeg Kedah. Niet alleen omdat hij graag meer wilde weten over het huwelijk van zijn ouders, maar vooral omdat die vraag in zijn eigen hart leefde.
Plotseling kon hij het idee van een toekomst zonder Felicia niet verdragen. Hun gesprekken, samen lachen, soms ruziën… Hij kon zich gewoon niet voorstellen dat met een andere vrouw te doen. Maar met iedere seconde die verstreek, werd de afstand tussen hen groter. ‘Wanneer?’ herhaalde hij, want zijn vader scheen diep in gedachten te zijn.
Omar dacht terug aan die zwarte dag waarop Rina had bekend wat er was gebeurd en aan zijn reactie. ‘Op het moment waarop ik besefte dat ik haar kwijt kon raken,’ antwoordde hij. ‘Op dat moment wist ik dat ik van haar hield.’
Misschien waren ze inderdaad niet zo verschillend.
‘Je grootvader was geen fan van je moeder. Hij vond dat ik beter een andere bruid kon kiezen.’
Er werd niets hardop gezegd, maar beiden wisten dat het nu over de geruchten ging.
Kedah begreep hoe het gegaan kon zijn. Misschien kon hij zijn moeder nu ook beter begrijpen. Maar hij besefte dat het niet zijn vergiffenis was die zijn moeder nodig had. Het ging om de vergiffenis van de man naar wie hij nu keek.
‘Het is niet alleen zo dat ik haar niet kwijt wilde raken, Kedah. Ik was ook bang om haar.’
Kedah keek hem aan. Op dat ogenblik wist hij dat hij zijn vaders zoon was. Ze hadden dezelfde angst om een levenslustige, gepassioneerde vrouw.
Nooit had Kedah zijn vader meer bewonderd dan nu, want er was een sterke koning voor nodig om ook zo liefhebbend te kunnen zijn – vooral nadat hem onrecht was aangedaan.
‘Hoe heb je het kunnen verdragen?’ vroeg hij, op zoek naar zijn vaders wijsheid, die hij nu goed kon gebruiken.
‘Ik aanvaardde dat mijn tijd later nog wel zou komen en richtte me verder op mijn gezin. Al die tijd dat ik vruchteloos aanvaringen had met mijn vader, verwaarloosde ik je moeder – en jou.’
Deze man, zijn vader, was veel sterker dan Kedah ooit had gedacht.
‘Jouw visie had ik ooit ook,’ zei Omar. ‘Maar ik ben nu ouder. Ik heb steun nodig. En ik wil niet dat je net als ik moet wachten om veranderingen te kunnen bewerkstelligen. Dat is niet goed voor ons volk. Jouw presentatie heeft me herinnerd aan mijn eigen enthousiasme. Samen zouden we dingen kunnen veranderen. Maar we moeten rekening houden met Mohammed en de Oudsten.’
‘Jij bent de koning.’
‘Ja, maar je moeder…’
Kedah dacht aan wat Felicia had gezegd. Met zijn moeder zou het wel goedkomen. Ze had immers de liefde van de koning. ‘Samen kunnen we haar beschermen,’ zei hij.
Verder hoefden ze over dat onderwerp geen woorden vuil te maken. ‘Maar ik heb een voorwaarde,’ zei Kedah tegen zijn vader. ‘Ik kies mijn eigen bruid.’
‘Kan dat wachten tot na de bijeenkomst van de Raad voor de Troonopvolging?’ vroeg Omar, want hij vermoedde wel wie Kedah dan zou kiezen. Dat zou de bijeenkomst nog moeizamer laten verlopen.
Nu Kedah echter zijn besluit had genomen, kon hij niet meer wachten. Hij verontschuldigde zich bij zijn vader en ging het paleis binnen.
Onderweg zag hij Mohammed met Fatiq lopen. ‘Mohammed…’ Kedah liep hem achterna. ‘Ik moet met je praten.’ Zonder naar Fatiq te kijken, zei hij tegen hem: ‘U kunt gaan.’
‘Wat je te zeggen hebt, kun je zeggen in aanwezigheid van Fatiq,’ deelde Mohammed mee.
‘Uitstekend dan.’ Kedahs stem klonk klaarblijkelijk zo dreigend dat Mohammeds hand naar zijn zwaard ging. ‘Geef je er rekenschap van dat een loyaal volk zich niet zomaar de beste kroonprins laat afnemen. Als ik ertoe word gedwongen, zal ik de keus aan het volk overlaten, en ze zullen mij kiezen.’
‘Niet als we aandringen op een –’
‘Wat is een of andere test, die tien minuten geleden is uitgevonden, in vergelijking met de rijke geschiedenis van ons land? Ik ben geboren om koning te worden, ben opgegroeid om koning te zijn. Zo nodig zal ik de keus aan het volk overlaten.’
Hij keek Mohammed vernietigend aan. ‘Weet dat mijn vader zich honderd procent zal uitspreken ten gunste van zijn oudste zoon. Bovendien hoop ik dat hij dan ook wil aankondigen dat ik mijn bruid heb gekozen: Felicia.’
Er klonk een sissend geluid van Fatiq naast hem, en Mohammed glimlachte duister. ‘De Oudsten zullen haar in geen geval goedkeuren…’
‘Ze hebben geen keus.’ Omar was binnengekomen. ‘Kedah heeft mijn stem. Ik sta volledig achter hem en Felicia.’ Hij keek het strijdende duo fel aan. ‘Net als jullie moeder.’
Daarop voegde ook Rina zich bij hen, samen met Kumu. ‘Kedah… Je vader zei dat je geweldig nieuws hebt…’
‘Dat hoop ik inderdaad.’
‘Maar Felicia begrijpt onze cultuur niet… Het volk…’ Dat kwam van Kumu, die zelden het woord nam.
‘Felicia begrijpt de mensen,’ zei Kedah. ‘Punt.’
‘Ons volk zou het heerlijk vinden hun kroonprins gelukkig te zien.’ Rina glimlachte. ‘Dat wil zeggen, als jullie hier trouwen.’
‘Ik heb haar nog niet gevraagd,’ zei Kedah. ‘Ik denk dat het nog iets te vroeg is voor trouwplannen.’
‘Daarvoor is het nooit te vroeg,’ zei Rina.
‘En toevallig hou ik wel van een goede Engelse bruiloft,’ zei Omar mijmerend.
Net toen Kedah met zijn ogen wilde rollen, pakte zijn vader de hand van zijn vrouw. De koning zei: ‘Want hoe zeggen ze dat ook alweer in een Engelse kerkdienst? Spreek nu of zwijg voor eeuwig…’ Bij die woorden keek Omar Mohammed recht in de ogen, en zijn stem klonk uitdagend.
Nog nooit had Kedah zijn vader meer bewonderd dan op dit ogenblik. Zijn vader. Meer bewijs had Kedah niet nodig, want Omar stond daar trots en krachtdadig en handhaafde zijn soevereiniteit.
‘Heb jij misschien iets te zeggen, Mohammed?’ vroeg de koning.
Zijn jongste zoon knipperde met zijn ogen.
‘Kom mee, Mohammed.’ Kumu trok aan zijn arm. ‘We gaan kijken hoe het met de kinderen gaat.’
Daar stond Mohammed dan. Iedereen stond af te wachten wat hij zou doen, maar het was Kedah die als eerste vertrok.
Hij had wel iets belangrijkers aan zijn hoofd dan wachten wat zijn broer ging zeggen – nu, of nooit meer.