Hoofdstuk 3

 

 

 

Met stevige pas liep Felicia over The Walk van Dubai naar het restaurant waar ze hun lunchvergadering had gereserveerd. Ze had geen tijd om wat rond te slenteren of van het prachtige uitzicht te genieten. Daarvoor hielden Kedahs talloze medewerkers haar te veel aan het werk.

Nu Felicia Hamilton zesentwintig was, had ze een baan. Een echte. In plaats van zoals gewoonlijk een week of vier te werken voor het loon van een jaar, met daartussenin lange pauzes, bleek dat ze nu op de meest vreemde tijden moest werken terwijl ze met Kedah rond de wereld reisde.

Hun reizen verliepen luxueus genoeg, Kedah bezat een privévliegtuig, maar zelfs hoog in de lucht had ze maar weinig vrije tijd. Kedah beschouwde zijn vliegtuig als een kantoor, en dat gold ook voor zijn luxehotels.

Als ze dat had geweten, had ze er nooit mee ingestemd dit een jaar lang te doen. Maar helaas… Tijdens het sollicitatiegesprek had hij precies verteld wat er van haar werd verwacht. Hij had zelfs een proeftijd aangeboden, en dat had ze afgewezen! O, wat dom.

Als ze die proeftijd had gehad, zou ze het nu achter de rug hebben. Of zou ze… Zelfs nadat ze bijna acht weken voor Kedah had gewerkt, en hard ook, geloofde ze nog steeds niet dat hij haar uitsluitend als zijn personal assistant wilde. Eerlijk gezegd was ze er niet eens goed in. Normaliter was ze zelf degene die zei wat er moest gebeuren.

Nu keek ze elke dag op haar to-dolijst, net als zijn andere assistants. Eén personal assistant was gewoon niet genoeg voor hem. Er moest nog een reden zijn waarom hij haar had aangenomen.

Uit alle macht probeerde ze te bedenken wat die reden kon zijn, maar eigenlijk had ze nauwelijks tijd om te dagdromen. Haar agenda puilde uit. Iedere ochtend stond ze om zes uur op, en vaak liep het al tegen middernacht wanneer ze zich uitgeput op bed liet vallen – terwijl Kedah dan op stap ging met de vrouw die hij voor die nacht had uitgekozen.

Felicia begreep niet hoe hij dat volhield. Sinds ze hem had ontmoet, was ze al aan haar tweede concealer toe om de schaduwen onder haar ogen te maskeren.

De afgelopen avond had ze niet hoeven te werken. Kedah had haar gevraagd twee plaatsen te reserveren voor de schouwburg. Door zijn afwezigheid had Felicia eindelijk een vrije avond gehad, maar die had ze besteed aan mokken.

Deze ochtend was Kedah eropuit gegaan om potentiële bouwlocaties voor een hotel te bekijken. Zelf had ze vanuit haar bed zitten bellen, bijvoorbeeld om hun vlucht naar Zazinia de volgende dag te regelen.

Ze was op weg naar de lunchvergadering om zijn agenda en thuisvlucht door te nemen. Eenmaal thuis zou de kunstschilder zijn portret kunnen afronden. Ook zou zijn vader het met hem over een huwelijk hebben.

Dat moest het zijn, dacht Felicia. Kedah zat er vast niet op te wachten in het huwelijksbootje te stappen.

Het extreem luxueuze restaurant was donker en koel. ‘Ik heb gereserveerd,’ zei Felicia tegen de gastvrouw. ‘Op naam van Felicia Hamilton.’

‘Zeker.’

Bij de reservering had Felicia hun beste tafel gevraagd omdat ze een belangrijke gast had. Ze had niet gezegd hoe belangrijk die gast precies was. Dat was een spelletje van haar. Ze glimlachte toen ze naar een laag tafeltje werd gebracht.

Eromheen lagen dikke kussens op de vloer, en de tafel was gedecoreerd met pastelkleurige orchideeën. Toen ze zich op een kussen liet zakken, kon ze het stel achter zich horen lachen en praten.

Ze zette haar computer klaar, waarna ze een teug ijskoud water nam. Terwijl ze op Kedah wachtte, probeerde ze maar weer eens te bedenken welk probleem zijn huwelijk kon inhouden.

Misschien was er ergens een baby Kedah? Of een zwangere ex? Maar nee, zoiets kon Kedah zelf zakelijk afhandelen. Een zwangere prostituee dan? Dat zou het paleis wel op de kop zetten. Dan zou elke kans voor Kedah om aan te blijven als kroonprins, verkeken zijn.

Aan de andere kant kon ze zich niet voorstellen dat Kedah ooit zou moeten betalen voor seks – of dat hij zich er iets van aantrok wat anderen dachten als hij verkoos dat wel te doen.

Felicia nam nog een teug water. Daar had ze blijkbaar behoefte aan als ze zo aan Kedah dacht – en ze dacht nogal vaak zo aan Kedah…

Ondanks haar strikte regel nooit zaken en plezier te vermengen, genoot ze bij tijd en wijle van een kleine flirt met hem – of beter gezegd een heel intense flirt. Verder waren er die ongemakkelijke ogenblikken wanneer ze het gevoel had dat haar kleren opeens waren verdwenen. Met zijn blik kon hij haar zich helemaal naakt laten voelen, hoewel hij voortdurend akelig beleefd bleef.

Het zou niet meevallen nee te zeggen als hij haar met ook maar een vinger aanraakte, maar ze was niet van plan ook zo’n naar hem smachtende vrouw te worden. Dat was het type vrouwen dat Kedah zag zitten. Lieftallig. Althans tot hij ze de deur wees.

In die gevallen was Felicia degene die het te stellen kreeg met hun woede en hun tranen. Zo had ze Beth, de actrice, moeten meedelen dat Kedah niet meer zou reageren als ze contact opnam. Ze stelde zich voor dat Beth haar frustratie uitte tegen het eerder bij de awardshow zo hartelijk bedankte achternichtje van haar buren.

‘Heb je al een geschenk uitgezocht?’ had Felicia haar zo neutraal mogelijk gevraagd. Tja… Op haar derde werkdag had ze ontdekt dat Kedahs exen een brochure toegestuurd kregen waaruit ze een geschenk mochten kiezen. Geen diamanten of parels – sieraden waren te persoonlijk. Nee, ze mochten een luxueuze vakantie uitkiezen. Hoe kon een hart beter helen dan door een weekje in Zuid-Frankrijk of een reisje naar het eiland Mustique in de Caribische Zee?

Het enige nadeel was dat Sjeik Kedah daar niet zou zijn, want hij zat dan al bij zijn volgende minnares-van-de-dag. Beth had ervoor gekozen zich te laten troosten door een cruise in het Caribisch gebied.

Felicia had haar kunnen verklappen dat de kans op nog een nacht met Kedah veel groter was geweest als ze hem via Felicia had meegedeeld wat hij precies met die brochure kon doen. Maar dat deed niemand.

Kedah had dus volstrekt geen moeite met zijn slechte reputatie. Daarom moest er een belangrijkere reden zijn waarom hij haar bij zich wilde hebben. Het kon hem er niet alleen om gaan haar voor te stellen aan zijn hoteldirecties over de hele wereld. Waarom zou Felicia moeten weten dat de manager van het hotel in Dubai een nogal onrustige man was maar tegelijkertijd een geweldige leider? Waarom had Kedah al die moeite gedaan haar te laten kennismaken met zijn accountmanagers en juristen? Het sloeg gewoon nergens op.

Ze keek op toen ze uit het plotselinge geroezemoes concludeerde dat er een bijzonder iemand was binnengekomen. Natuurlijk was hij het.

Na verloop van tijd was ze hersteld van de fantastische aanblik van Kedah in een pak, maar hier in Dubai droeg hij traditionele kledij. Iedere dag vormde een verrukkelijke verrassing voor haar zintuigen.

Op deze speciale dag had de lieve heer ervoor gezorgd dat de sjeik zich had gehuld in een koel, totaal onmaagdelijk wit gewaad. Door zijn knappe voorkomen en uitstraling keek iedereen om toen hij langsliep.

Zijn keffiyeh was van witte, jacquardgeweven stof met geknoopte franje, en zat nonchalant om zijn hoofd gewikkeld. Hij had zich niet geschoren, maar daar was niets mis mee. Zijn lippen waren vol en sexy, de cupidoboog zo volmaakt dat die getatoeëerd had kunnen zijn. Maar alles was puur natuur. Felicia had die mond goed genoeg geïnspecteerd om daar heel zeker van te zijn.

Toen viel zijn blik op haar, en die mooie mond ontspande tot een hartelijke glimlach – een die niet alleen zijn gezicht oplichtte maar zijn hele wezen.

Aura’s werden verondersteld onzichtbaar te zijn, zelfs niet te bestaan, maar Kedah droeg zijn gouden gloed als een zware bontjas. Hij was een wolf in prinsenkledij. Dat wist Felicia best. Maar wat een verrukkelijke kledij! En wat een verrukkelijke man…

Natuurlijk waren het niet alleen de vrouwen die zijn komst opmerkten. Onvermijdelijk kwam de hoofdkelner meteen aangesneld, duidelijk bezorgd om de ontoereikende tafelplaatsing voor zo’n hooggeachte gast.

‘U had niet vermeld dat u ging lunchen met Sjeik Kedah,’ zei de man verwijtend.

‘Ik heb wel gezegd dat ik een belangrijke gast zou krijgen,’ zei Felicia minzaam.

‘Aanvaardt dan alstublieft onze nederige excuses. We hebben u de verkeerde tafel gegeven. Onze fout… Sta me toe…’ Hij pakte haar telefoon, tablet en de hele rest van haar minikantoor dat ze steeds opzette wanneer ze ergens een bespreking met Kedah had.

‘Uiteraard…’ Felicia glimlachte in zichzelf toen ze naar een andere tafel werden gebracht, op een plaats waar geen conversatie van buren hoorbaar was. Het enige geluid was het milde kabbelen van een fontein. Het uitzicht op de jachthaven was idyllisch. Ze hadden een heel vertrek voor henzelf.

‘Je hebt je spelletje weer gespeeld,’ merkte Kedah op nadat ze tegenover elkaar waren gaan zitten.

‘Inderdaad.’ Felicia knikte, ving zijn blik en hield die gevangen.

Zijn ogen hadden dikke wimpers. Door de manier waarop hij naar haar keek, had ze echt het gevoel de enige vrouw op aarde te zijn.

‘Waarom zeg je dan niet meteen dat ik de betreffende gast ben?’ vroeg hij, want dit was al veel vaker voorgekomen.

‘Omdat ik het leuk vind ze te zien blozen wanneer jij de gast blijkt te zijn.’

Kedah zou het leuk vinden Felicia te zien blozen – maar ze was altijd volkomen beheerst. Ze gaf weinig prijs. Hij zou haar graag beter willen leren kennen. Dat dacht hij wel vaker, tot zijn eigen verrassing. Hij liet zich nooit in met zijn personeel, maar in de loop van de verstreken weken had hij gemerkt dat hij zich van alles afvroeg over Felicia en wat er in haar hoofd omging.

Het was een mooi hoofd, ook nog. Gewoonlijk werd het omlijst door schouderlang haar. Vandaag had ze haar haren echter opgestoken. Daardoor zag ze er streng uit, vond hij. Of kwam dat doordat ze iets was afgevallen? Hij merkte nu ook dat ze de schaduwen onder haar ogen had gecamoufleerd. Prachtige ogen, vond hij. Ze veranderden geregeld van kleur.

Momenteel was die kleur uitnodigend zeegroen, maar hij was niet van plan er in te duiken. Hij had haar nodig als zijn assistente, en trouwens, seks kon hij overal krijgen.

Desondanks gingen ze vaak tot aan het randje van flirten. Meestal vond Kedah dat niet erg. Hij genoot van hun conversaties die bij gelegenheid best een tikje verleidelijk konden worden.

Felicia had hem beloofd discreet te zijn, maar af en toe zou hij haar naakt bij zich in bed willen hebben. Hij zou willen lachen wanneer ze hem vertelde over vorige werkgevers – of ‘cliënten’ zoals Felicia ze noemde. Dat ergerde hem.

Hij had de lijst met referenties gezien die ze had opgegeven, en bij sommige namen had hij zitten te knarsetanden. En ja, veel te vaak vroeg hij zich af hoe intiem Felicia met ze was geweest.

Nog iets wat hem ergerde, maar het zou niet netjes zijn haar ernaar te vragen.

Het schoot hem te binnen dat hij eigenlijk kwaad op haar was vanwege de vorige avond. ‘Felicia, als ik je vraag ergens plaatsen te reserveren, wil ik dat je je voortaan beter van je taak kwijt.’

De vorige dag had hij tegen vijf uur plotseling besloten dat hij naar de schouwburg wilde.

‘Ik heb de best mogelijke plaatsen voor je weten te regelen,’ zei Felicia. ‘En ik heb moeten bellen om ze te garanderen.’

‘Maar ook toen heb je verzuimd te vermelden voor wie de reservering was,’ zei hij met een zucht.

‘Bij mijn sollicitatiegesprek heb je duidelijk gemaakt dat ik discreet moest zijn.’

‘Ik verwacht gewoon de beste plaatsen,’ zei Kedah. ‘Als ze me niet herkend hadden, had ik verdorie achter een pilaar gezeten. Voortaan wanneer je iets voor me reserveert, zeg je erbij dat het voor mij is.’

‘Maar dat bederft mijn spelletje.’

‘Dat is dan jammer,’ zei hij. ‘Goed, we zullen mijn agenda doorlopen. Hou over een paar weken enige tijd voor me vrij om naar de States te gaan.’

Toen ze hem aankeek, kreeg ze opeens een ingeving. Misschien was hij al getrouwd – misschien was dat het schandaal wat dreigde uit te komen. ‘Ga je vaak naar Amerika?’ vroeg ze.

Hij knikte.

‘Naar welke stad?’

‘Overal naartoe, maar het vaakst naar New York. Daar woont mijn vriend Matteo.’

‘Die met het motorraceteam?’

Weer knikte Kedah. De onstuimige Matteo, die bekend stond om zijn hang naar gokken en hoge snelheden.

‘Ben je ook wel eens in Las Vegas geweest?’ vroeg ze.

‘Felicia…’ Kedah slaakte weer een zucht. ‘Waar moet dit toe leiden?’

‘Ik vroeg me gewoon af of je misschien met Matteo in Las Vegas geweest bent…’ Ze schonk hem een lachje. ‘En of je daar iets gedaan hebt waar je achteraf spijt van kreeg…’

‘Ik verspil mijn tijd niet aan spijtgevoelens,’ zei hij. ‘Ik hou er trouwens helemaal niet van mijn tijd te verspillen, en daar zijn we nu wel mee bezig. Hoe zit het met de agenda voor morgen?’

Haar reactie bleef uit omdat de ober ietwat nerveus hun muntthee kwam serveren. Toen Kedah opkeek, voelde ze gewoon dat hij zijn aandacht verlegde. Ze merkte dat hij de jonge man in het Arabisch op zijn gemak stelde. Hij was arrogant, in die zin dat hij altijd het beste verwachtte te krijgen, maar toch vriendelijk.

‘Wat wil jij bestellen?’ vroeg Kedah aan Felicia.

‘Fruit,’ antwoordde ze. ‘Iets lichts.’

‘Klinkt goed.’ Hij plaatste de bestelling. Nadat ze alleen gelaten waren, vroeg hij hoe ze het hotel vond.

Aangezien hij het hotel niet alleen had ontworpen maar er ook de eigenaar van was, wist Felicia dat dit geen terloopse vraag was. ‘Verbazingwekkend,’ antwoordde ze. ‘Alleen zou ik het prettig gevonden hebben ook wat tijd te hebben om van de faciliteiten gebruik te maken.’

In plaats daarvan had ze veel rond moeten rijden om medewerkers van zijn andere eigendommen te ontmoeten of in de verzengende zon potentiële bouwlocaties te bekijken.

‘Ik denk dat ik de locatie voor zijn broer heb gevonden,’ vertelde Kedah.

‘Hebben gebouwen een geslacht?’

‘Die van mij wel.’

‘Al vanaf het prille begin?’ vroeg Felicia. ‘Besluit je al voordat je aan het ontwerp begint, of het een jongen wordt?’

Met een glimlach dacht hij over de vraag na. ‘Ik denk het wel,’ antwoordde hij. ‘Na de lunch wil ik nog een keer naar die locatie kijken, en daar maak je kennis met de opzichter. Trek geschikte schoenen aan.’

O, vreugde! Hun lunch werd opgediend: citrusvruchten, drakenvruchten en zoete, mollige vijgen, met daarbij een lichte citroengrasmousse die op haar tong smolt.

Onder het eten stelde hij haar meer vragen over het hotel. Ze antwoordde naar eer en geweten. Meestal vond hij dat prettig, al moest hij eraan wennen – hij was erg verwend door zijn personeel. Haar mening was altijd verfrissend, maar soms ook behoorlijk bot.

Kedah verbleef, uiteraard, in de koninklijke suite van het hotel, waar al zijn wensen vervuld werden voordat hij ze uitsprak. Hij wilde weten hoe het was voor een westerse zakenvrouw die genoegen moest nemen met de luxueuze twintigste verdieping met haar eigen zwembad – groot genoeg om baantjes te zwemmen – en butler.

‘Het is hier gewoon fantastisch.’

‘Vertel me iets wat ik nog niet weet.’

Felicia dacht goed na. Het viel werkelijk niet mee kritisch te zijn in zo’n hemels oord, maar na enige tijd kon ze een miniem gebrek bedenken. ‘Misschien is de service wat inconsequent.’

Hij keek toe toen ze een stukje drakenvrucht nam en wachtte tot ze zich nader verklaarde, wat ze al snel deed.

‘Een voorbeeld… Gisteravond lagen er geen chocolaatjes op mijn kussen.’

‘Arme Felicia.’

‘Wat ik wil zeggen, is dat je zoiets wel gaat verwachten,’ zei ze. ‘Als er niet eerder chocola op mijn kussen had gelegen, zou ik het niet missen, maar ik vond het gisteravond echt jammer dat ze het vergeten waren.’ Of had ze het jammer gevonden dat Kedah op stap was, naar de schouwburg? Dat zou ze niet kunnen zeggen, maar in elk geval zou chocolade dan juist geholpen hebben. ‘Een enorm probleem, snap je?’ Ze glimlachte.

‘Staat genoteerd,’ zei Kedah. ‘Als je weer in Dubai moest zijn, zou je dan weer voor dit hotel kiezen?’

Ze wist hem te verbazen toen ze meteen haar hoofd schudde. ‘Dat denk ik niet.’

‘Waarom niet?’

‘Ik probeer graag nieuwe dingen uit.’

‘Als je ergens tevreden mee bent, zou het niet nodig moeten zijn iets anders te proberen. Ik wil weten waarom je niet terug zou komen.’

‘Tja, nou… Het is hier prachtig, maar…’ Ze slaakte een diepe zucht. Misschien was het beter eerst na te gaan in hoeverre haar openhartigheid op prijs werd gesteld. ‘Kedah, wil je nou echt dat ik een van je kindjes bekritiseer?’

In zijn ogen stond de boodschap dat ze dat niet moest wagen, maar hij zei beleefd: ‘Ga door.’

‘Goed… Het is dus prachtig, maar ik vind het wat onpersoonlijk,’ zei ze. Ze zag dat hij zijn tong in zijn wang rolde. ‘Je hebt het zelf gevraagd.’

‘Dat klopt.’

‘Een paar kleine aanpassingen zouden al volstaan,’ zei Felicia.

‘Zoals?’

‘Weet ik niet…’ Ze schokschouderde. ‘Misschien gekleurde handdoeken of zoiets. Ik word al dat wit een beetje beu.’ Nou en of… Als ze naar zijn gewaad keek, wenste ze dat dat verdween. Als ze naar haar handen keek, wilde ze dat die opeens in zijn handen lagen.

Ja, dat was het probleem met Kedah. Niet de vreselijk lange werkdagen, noch de jetlag, en zelfs niet eens dat eindeloze zwarte boekje dat ze voor hem beheerde. Het probleem lag hier. In deze momenten met hem. Die momenten waarin een flirt om de hoek lag…

‘Bedenk iets beters,’ zei hij.

Het kostte Felicia moeite zich op deze conversatie te concentreren. Ook moest ze in gedachten houden dat het over dit hotel ging. Anders ging ze misschien over de tafel leunen om hem te laten weten dat ze wel iets veel, veel beters kon bedenken.

‘Ik heb natuurlijk niet echt ervaring op dat gebied,’ zei ze ietwat vinnig. Voor de zoveelste keer vroeg ze zich af waarom hij haar in vredesnaam in dienst genomen had. Wat kon die man ergerlijk zijn!

Het werd nu echt vervelend. Eerst had hij haar, nadat hij de lampen had gedimd, vergast op een uitvoerige presentatie over het hotel in plaats van haar te verleiden, en nu deed hij weer zoiets. Het was niet te geloven, maar ze hadden het over handdoeken. Ze werd intussen knap radeloos.

‘In mijn hotels in Amerika is het interieur zwart met bruin,’ zei Kedah peinzend. ‘En de handdoeken ook.’

‘Prachtig,’ zei Felicia meesmuilend.

‘Dat past prima bij elkaar.’

‘Wat doe ik hier, Kedah?’ Ze kon er niet meer tegen – ze moest het weten. ‘Waarom hebben we het in ’s hemelsnaam over stomme handdoeken?’

‘Het is belangrijk dat alles er goed uitziet.’

‘Neem dan iemand aan die daar interesse in heeft,’ snauwde ze. ‘En zeg eindelijk wat ik hier doe.’

‘Dat kom je te weten op het moment dat dat nodig is.’

‘Ben je getrouwd?’ De vraag zocht zich struikelend een weg naar buiten. ‘Ben je in een dronken bui opgescheept geraakt met een Mrs. Kedah, en moet ik haar zien uit te wissen?’

‘Had je het daarom over Las Vegas?’ Met zijn hoofd achterover lachte hij. ‘Felicia, ik ben niet getrouwd.’

Ze wilde haar lippen tegen zijn hals duwen. ‘Is er ergens een baby, dan?’

‘Je fantasie is echt te levendig.’

‘Tja… Ik neem aan dat jij en je vriendinnetjes niet alleen elkaars hand vasthouden. Een ongeluk zit in een klein hoekje.’

‘Niet bij mij,’ zei hij. ‘Ik kijk wel uit.’ Hij bewonderde Felicia van harte, want zelfs nu ze het over zijn strikte gebruik van voorbehoedsmiddelen hadden, begon ze niet te blozen. Hij voegde eraan toe: ‘En al was dat niet zo, dan zou het nog geen probleem zijn.’

‘Zou je vader een baby verwelkomen?’ vroeg Felicia lichtelijk sarcastisch.

Het stoorde hem niet. ‘Daar valt wel iets op te verzinnen. Ik zou niet de eerste kroonprins in onze geschiedenis zijn met een buitenechtelijk kind. Met zoiets zou Vadia zich moeten bezighouden, jij niet. Maar genoeg hierover,’ zei hij, waarna hij terugkeerde naar de agenda.

‘Morgenochtend om vijf uur zien we elkaar in de foyer. Tegen de middag gaan we naar Zazinia,’ deelde hij mee. ‘Ik zal de nodige tijd aan mijn familie moeten besteden. Voor jou zal er dan niet veel te doen zijn.’

‘Dan kan ik misschien wel naar Londen vliegen.’ Ze snakte ernaar even naar huis te gaan. Alleen al de gedachte aan een nacht in haar appartement zonder dat de wekker nog voor het krieken van de dag afliep… Vierentwintig uur zonder die verzengende blikken van hem…

‘Nee, want…’ Hij wist zo snel niet wat hij moest zeggen. Gewoonlijk kwam zijn Londense personal assistant niet met hem mee naar Zazinia. Soms nam hij Anu mee, omdat ze uit Zazinia kwam, maar hij had geen andere reden om Felicia mee te nemen dan dat hij haar bij zich wilde hebben. ‘Het is goedkoper je bij me te houden dan je afzonderlijk naar Londen te laten vliegen.’

‘Och, toe nou!’ Ze glimlachte liefjes.

‘De vleugel van de kroonprins wordt gerenoveerd. Misschien heb ik je nodig…’

‘Om in de steengroeve stenen voor het paleis te hakken?’ vroeg ze plagerig.

‘Om foto’s te maken en mijn opmerkingen te noteren.’ Hij was streng. ‘Als het niet te veel moeite is?’ Ze had gelijk gehad dat ze een vreselijke personal assistant was. ‘Zoals ik al zei, zal ik het druk hebben met familiezaken. Mijn portret moet afgerond worden. Dan volgt een diner met mijn familie.’

‘O, leuk.’

Kedah gaf niets bloot – rolde niet met zijn ogen, vertrok zijn mond niet. Maar ze wist dat de broers niet goed met elkaar overweg konden.

‘En dan is er nog die kwestie van je bruiloft,’ merkte ze op.

‘Ja.’

‘En, ben je dat van plan?’ vroeg ze. ‘Om een bruid uit te zoeken?’

‘Misschien wel.’ Kedah knikte. Hij was het zat dat zijn vader zijn ongehuwde status gebruikte als excuus om alles bij het oude te laten. Misschien moest hij zijn vader maar eens tarten en zeggen dat hij kon beginnen met de voorbereidingen.

Toen hij zei dat hij misschien een huwelijk overwoog, zag hij voor het eerst Felicia’s gezicht even betrekken.

Ze herstelde zich snel maar wist dat hij het had gezien. Dus poogde ze een verklaring te geven. ‘Ik haat bruiloften. Ik hoop dat ik die van jou niet hoef te organiseren?’

‘Geen zorgen.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Daar wordt intern door het paleis voor gezorgd. Jij hoeft alleen een paar laatste wilde nachten voor me te regelen bij wijze van vrijgezellenfeestje.’

‘Pas maar op, Londen.’ Felicia rolde met haar ogen.

‘Pas maar op, wereld,’ zei hij corrigerend. Als hij moest trouwen, dan was hij van plan zich zijn laatste weken in vrijheid helemaal te laten gaan. Dat had hij al geruime tijd niet meer gedaan, eigenlijk. De afgelopen avond had hij zich niet uitsluitend geërgerd aan de aanvankelijke slechte plaatsen in de schouwburg. Ook het gezelschap was hem niet bevallen.

Hij had Felicia bij zich willen hebben, en waarschijnlijk was dat de reden waarom hij die vrouw vroeg in haar hotel had afgeleverd.

‘Aan de andere kant wordt het misschien tijd dat ik wat discreter te werk ga als ik binnen een paar weken een bruid moet kiezen,’ zei hij.

Ze ontweek zijn blik.

Misschien had ze zijn voorzet gemist, dacht hij, want ze gebaarde naar de ober en vroeg om nog een glas water. Dat hoorde niet zo, hier in Dubai. Het was gebruikelijk dat alleen de mannen naar de ober gebaarden. Maar ja, zo was Felicia: vrijpostig. Taai, ook. Waarschijnlijk was ze de enige vrouw die niet buiten zinnen raakte als ze met elkaar naar bed gingen.

‘Felicia…’ zei hij, maar voor een keer wist hij niet goed hoe hij iets te berde moest brengen. Dus stelde hij een andere vraag. ‘Hou je van je werk?’

‘Niet bijzonder,’ antwoordde ze. ‘Het is heel anders dan ik had verwacht. Ik had verwacht branden te moeten blussen van immense door jou veroorzaakte schandalen.’

‘Hoe ben je eigenlijk in dat werk gerold?’

Ze aarzelde. Eigenlijk sprak ze nooit over haar privéleven, maar misschien zou hij ook meer over zichzelf vertellen als ze zelf het goede voorbeeld gaf. Bovendien vormde hij prettig gezelschap.

Het mocht dan zo zijn dat ze haar werk niet geweldig vond, maar ze genoot er wel van bij hem te zijn.

Dus begon ze te vertellen. ‘Mijn vader had een hoge functie, maar al sinds ik me het kan herinneren, rolde hij van het ene schandaal in het andere. Verhoudingen, prostituees…’ Kennelijk onaangedaan somde Felicia de feiten op. ‘Mijn moeder en ik kregen ingeprent wat we al dan niet moesten zeggen. Hoe we moesten doen, hoe we moesten glimlachen. Nu laat ik me betalen om anderen zulke dingen te zeggen.’

‘Is je moeder bij hem gebleven?’ vroeg Kedah.

‘Na alles wat mijn vader haar heeft laten doorstaan, heeft hij zelf echtscheiding aangevraagd,’ antwoordde Felicia. ‘Al die keren dat ze hem terzijde heeft gestaan, telden niet voor hem. Hij heeft alles goed voorbereid voor hem en zijn nieuwe vriendin. Ons huis moest verkocht worden, en ik moest van mijn kostschool af. Toen merkte ik dat mijn vrienden geen echte vrienden waren. Ik ging op mijn zestiende van school. Om mijn moeder te helpen, ging ik op een kantoor werken.’

‘En nu ben je de personal assistant die door iedereen wordt gevraagd. Hoe komt dat?’

‘Door mijn eerste baas. Ik zag hem niet vaak, behalve in een vergaderzaal. Toen het schandaal bij hem uitkwam – en vroeg of laat komt het altijd uit – hadden zijn pr-medewerkers geen idee wat ze moesten doen. Ik ben naar hem toe gegaan om te zeggen dat ik hem uit de brand kon helpen.’

‘Hoe oud was je toen?’

‘Een jaar of negentien,’ antwoordde Felicia.

‘En geloofde hij je?’

‘Hij had geen keus. Hij stak tot aan zijn nek in de problemen. Ik heb de pers te woord gestaan, heb de draak gestoken met hun conclusies. Ik ben met ze omgegaan zoals ik als kind heb geleerd.’

‘Hoe gaat het nu met je moeder?’

Felicia antwoordde niet, haalde alleen haar schouders even op.

Toen hij begreep dat ze er niet meer over kwijt wilde, bracht hij het gesprek weer op het werk, en daar bleef het bij tot na de lunch. Hij bleef echter benieuwd.

‘Trek je geschikte schoenen aan?’ bracht hij haar op weg naar de auto in herinnering.

‘Die zul je dan voor me moeten kopen.’ Ze probeerde het met een grapje af te doen, maar ze was nog steeds van slag doordat haar gedachten bij haar moeder waren.

Een tijdje later stonden ze op een kunstmatig schiereiland, waar Kedah haar zijn visie gaf op het hotel dat hij overwoog daar te bouwen. ‘Wat vind je ervan?’ vroeg hij.

Gewoonlijk maakte het hem niet uit wat anderen ervan vonden, maar hij was begonnen haar mening te waarderen.

‘Zo te horen, wordt het ongeveer hetzelfde als het andere.’

Dat was wel de grootste belediging die ze kon uitspreken, maar toch deed haar oprechtheid hem glimlachen. ‘Daarom noemen we ze ook broers.’

‘Kunnen ze niet broer en zus zijn?’ vroeg Felicia. ‘Zodat dit het meisje wordt?’

Hoewel ze nu eenmaal geen geweldige personal assistant was, gaf ze hem wel de ruimte om na te denken. Misschien kon hij een vriendelijkere versie van het andere hotel overwegen. De skyline van Dubai was ultramodern met een aantal verbijsterende architecturale hoogstandjes. Van hoge strakke torens tot lichtgouden gebouwen met vrouwelijke welvingen. Misschien was het tijd voor iets anders.

‘Zie je dat daar?’ Hij wees. ‘Een ontwerp van mij – samen met Hussain, dan.’

‘Dat is dus echt een mannelijk gebouw,’ zei Felicia, want het betrof een grote fallische toren die fier naar de hemel reikte.

‘Je begrijpt het.’ Kedah glimlachte. ‘Dat was mijn eerste serieuze project. Of nee, mijn tweede. Het eerste was een gebouw voor mijn eigen land, maar dat idee werd verworpen.’

‘Is dit daar een moderne versie van?’ vroeg Felicia.

‘Nee. Dat ontwerp hoort hier niet thuis. Het had een muurschildering en…’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik heb hier dus samen met Hussain aan gewerkt. Hij komt uit mijn land en heeft samen met mijn vader architectuur gestudeerd, maar zijn handen zijn daar net zo goed gebonden…’ Kedah zweeg abrupt.

‘In welk opzicht?’

Na enig nadenken kwam hij tot de conclusie dat het geen kwaad kon het te vertellen. Intussen liepen ze naar de waterkant. ‘Er zijn ontzettend veel regels daar in mijn land. Zo mag er geen enkel raam uitkijken op het koninklijke strand. Geen enkel gebouw mag zo hoog zijn als het paleis…’

‘Ik weet zeker dat je daar wel iets op kunt verzinnen.’

Ze hadden met elkaar gespeeld, soms ook geflirt, en natuurlijk had Kedah zich afgevraagd hoe Felicia in de slaapkamer zou zijn. Nu had ze met een enkele zin de hele situatie veranderd. Het was alsof ze met een korte met juwelen bezette dolk de gordijnen doormidden had gereten die de toegang tot zijn hart versperden.

Ze was de eerste die zijn visie op zijn land niet meteen had afgekeurd. Zelfs Hussain bleef maar zeggen dat Kedahs dromen te groot waren voor zijn land.

‘Het is ingewikkeld, Felicia.’

‘Dat is het hele leven.’

‘Het wordt tijd terug te gaan,’ zei hij, haar bij haar elleboog pakkend om met haar naar de auto te lopen.

‘Hoe laat is de afspraak met de opzichter?’ vroeg ze.

‘Om twee uur,’ antwoordde Kedah. Zijn stem klonk opeens bruusk. ‘Daar heb ik je eigenlijk niet bij nodig. Ga maar terug naar het hotel. Maak gebruik van een paar van de faciliteiten.’

‘Geef je me vanmiddag vrij?’ Felicia fronste haar wenkbrauwen. ‘Waarom?’

‘Ik kan wel aardig zijn.’

‘Ik heb nooit gezegd dat dat niet zo was.’ Ze gaf hem een duwtje. Meer was het niet. Een speels duwtje. Alleen speelde Felicia niet op die manier, en Kedah evenmin. Het was een plagerijtje – een aanraking die onopgemerkt zou zijn gebleven als ze intiemer met elkaar waren. Ze waren echter niet intiem met elkaar – maar ze zouden het wel graag willen.

Dus in plaats van verder te lopen naar de auto, bleven ze daar staan, op een verder verlaten schiereiland. Zijn chauffeur was ergens ver weg, als altijd druk in de weer met zijn telefoon. Toen de warme wind met een van haar losse lokken speelde, bood Kedah weerstand aan de neiging die achter haar oor te stoppen.

‘Mag ik je iets vragen, Felicia?’

‘Misschien.’

‘Flirt je met al je cliënten?’

‘Ik flirt niet.’

‘Dat ben ik niet met je eens.’

Hij was veel te direct.

‘Het is niet zo dat je je hoofd schuin houdt of met je wimpers fladdert. Je hanteert geen van de gebruikelijke tactieken, maar je flirt wel degelijk. Ik vroeg me dus af of je dat bij al je… cliënten deed.’

Ze hoorde wat hij impliciet zei. ‘Je laat het klinken alsof ik er ben om mijn cliënten in bed te vermaken.’

‘Vergeef me alsjeblieft als ik je beledigde. Dat was niet mijn bedoeling. Ik ben alleen benieuwd wat je hier eigenlijk doet. Ik heb je aangenomen als mijn personal assistant, maar je gaf aan dat je dat niet echt leuk werk vindt.’

‘Ik heb genoeg van die spelletjes, Kedah, en ik heb er genoeg van dat je me zelfs na acht weken niet genoeg vertrouwt om te zeggen waar het om gaat.’

Hij aarzelde even. ‘Oké… goed dan. Binnenkort zal de Raad voor de Troonopvolging bijeenkomen, en daarop zal een turbulente periode volgen aangezien mijn geschiktheid als kroonprins in twijfel getrokken zal worden.’

‘Dat wist ik al,’ zei Felicia. ‘Maar wat is mijn rol daarbij?’

‘Ik heb iemand nodig die van aanpakken weet. Iemand die op het kritieke moment –’

‘Het kritieke moment?’ vroeg ze.

‘Ik denk dat mijn broer door de Oudsten zal worden gesteund. Wat erger is, is dat mijn vader hem mogelijk ook zal steunen. Als dat zo is, dan zal ik de keuze aan het volk moeten overlaten. Dat zal dan een enorme onrust en negatieve publiciteit veroorzaken.’

‘Wil je dat ik je volk duidelijk maak dat je, ook al ben je een beetje onbesuisd geweest…’ Ze zweeg toen ze Kedah zag glimlachen. Het was een licht spottend glimlachje.

‘Felicia,’ zei hij. ‘Mijn volk houdt van me.’

Nu begreep ze het niet meer. ‘Houden ze van je, wat je ook doet?’

‘Nee.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ze houden van me om waar ik voor sta en wat ik voor ze kan doen.’

‘O.’

Kedah was niet van plan iemand te laten weten dat het opdoemende schandaal niet uit zijn koker kwam. Of eigenlijk wilde hij haar soms wel in vertrouwen nemen. Tussen de middag in het restaurant, waar ze het over haar vader had gehad, had hij overwogen haar over zijn afkomst te vertellen, maar hij had het niet gedaan. Ook op dit moment hield hij het voor zich.

‘Ik heb in Zazinia van alles te doen. Jij kunt je bezighouden met mijn andere leven, het imperium dat ik heb opgebouwd. Het zal je geen moeite kosten de vragen te beantwoorden die van alle kanten zullen komen.’

‘Is dat alles?’ vroeg ze met gefronste wenkbrauwen. ‘Heb je me alleen maar meegenomen voor de media? Dat kan ik niet geloven.’

Maar dat was wel zo. Kedah had iemand gezocht die sterk in de schoenen stond en intelligent genoeg was om de media voor zijn of haar rekening te nemen terwijl hij zijn aandacht aan zijn land besteedde. Als de Oudsten en Mohammed zijn afkomst in twijfel trokken, zou dat slecht zijn voor het land en voor zijn eigen positie. Nooit had hij overwogen dat aan iemand te onthullen – vooral niet aan een personal assistant. Ook nu zou hij dat niet doen.

Wel overwoog hij het met Felicia te bespreken, de vrouw die hem al in vervoering bracht sinds ze acht weken geleden op zijn kantoor was gekomen. Maar ja, hij werd verondersteld binnen afzienbare tijd in het huwelijk te treden. Hij wilde niet dat zij woedend en in tranen achterbleef.

Met iedere minuut die verstreek, kreeg hij meer en meer het gevoel dat ze langzaam op het bed af stevenden, op seks, op bevrediging. In dat geval moest hij eerst zeker weten dat ze sterk kon blijven en seks gescheiden kon houden van de belangrijke taak die voor haar lag.

Het was goed mogelijk, dacht hij terwijl ze hem aankeek, dat zij de enige was die daartoe in staat zou zijn. Het ergerde hem dat ze hem beschouwde als een cliënt. Daarnaast had hij er moeite mee dat ze misschien intiem was geweest met voorgaande cliënten. Maar er bestond geen manier om fatsoenlijk te vragen hoe het daarmee zat.

‘In het restaurant hadden je ogen de kleur van de zee. Nu zijn ze Hooker-groen.’

Met ingehouden adem zond ze hem een verzengende blik toe.

‘Die kleur bestaat,’ zei hij. ‘Genoemd naar de schilder die die kleur zelf mengde voor het schilderen van bladeren. En je zit heus te flirten, Felicia. Je ogen nodigen me uit, steeds dichterbij.’

‘Misschien reageer ik op wat jij doet.’

‘Ik verlang naar je,’ zei hij.

Zo… Hij had gezegd waar het op stond. Weer had ze het gevoel dat haar kleren pardoes waren verdwenen.

‘Misschien moet ik de opzichter afzeggen en je meenemen naar mijn suite…’

‘Je denkt dat ik dan met je meega? Dat ik ook naar jou verlang?’ Felicia deed haar best, dat moest gezegd worden. Maar als zijn chauffeur was uitgestapt en was begonnen te applaudisseren voor haar acteerkunsten, dan zou ze met hem meegedaan hebben. Ze verlangde namelijk heel erg naar Kedah. Ze was zo opgewonden als wat. Hij hoefde maar met zijn vingers te knippen.

Hij zei echter: ‘Het probleem is dat ik je harder nodig heb voor je taak hier dan tussen de lakens.’ Op dit moment was het zeer de vraag of hij de waarheid sprak. Hoewel het zelden voorkwam, wist hij dat dit iets was waar hij spijt van kon krijgen.

‘Ik zit niet te wachten op tranen in de ochtend,’ vervolgde hij. ‘Ik wil liever dat je voor me blijft werken dan dat je op Mustique zit te kniezen. Dus stel ik voor dat je teruggaat naar het hotel. Dan kun je daar eens goed nadenken. Ik wil niet dat je later ergens spijt van hebt.’

‘Je hebt wel lef, zeg.’

‘Dat weet ik.’

‘Kedah, ik heb voor je geregeld dat je afspraakje vanavond om tien uur wordt opgehaald…’

‘Daardoor heb je mooi een paar uurtjes de tijd om tot een besluit te komen. Zij kan wel worden afgezegd.’

Zeker… Als die schaal voor playboys echt bestond, zou Kedah eenzaam aan de top staan. In haar fantasie – waarover ze ruimschoots beschikte – waren ze het ene moment nog aan het praten en lagen ze het volgende moment opeens in bed. Het was echter nooit bij haar opgekomen dat er zo’n openhartig voorstel zou komen. Dat Kedah voorstelde zijn afspraak af te zeggen zodat hij zich aan haar kon wijden.

Gelukkig had hij het haar daarnet een stuk gemakkelijker gemaakt om nee te zeggen! ‘Ik heb geen paar uurtjes nodig om een besluit te nemen,’ zei ze. ‘Ik wens je een prettige avond.’

Ze keek om toen een auto naderde. Waarschijnlijk de opzichter. ‘Ik ga van mijn vrije middag genieten.’

‘Doe dat.’

Dat deed ze niet. Ze ging zwemmen, maar dat hielp niet om zich te ontspannen. Een lange massage, hoe verrukkelijk ook, hielp evenmin. Het diner in haar eentje was een eenzame bedoening, die avond.

Toen werd het tien uur, en nadat dat tijdstip veilig was verstreken, ging ze naar Kedahs suite. Hij was er niet. Blijkbaar was hij niet van plan op wie dan ook te wachten.

Het kamermeisje was er wel, bezig het bed op te maken. De butler hielp Felicia Kedahs benodigdheden voor de volgende ochtend gereed te leggen.

Met een mengeling van trots en spijt staarde Felicia naar het bed. Trots omdat ze niet had toegegeven. Spijt omdat ze nooit zou weten hoe het zou zijn.

Ze zette zijn wekker op vier uur en toog naar haar eigen suite. Toen ze de deur daarvan opende, nog steeds nijdig vanwege zijn voorstel, bracht hij toch nog een glimlach om haar lippen. Er lagen chocolaatjes op haar kussen. Heel veel. Allemaal keurig verpakt.

En dat was niet alles. Toen ze naar de badkamer ging, werd ze getrakteerd op een regenboog van kleuren.

Kedah was niet saai, en zelfs handdoeken konden sexy zijn, dacht Felicia onder de douche. Er waren onder andere handdoeken in de kleuren karmozijn en steenrood, maar ze koos met opzet een andere om zich mee af te drogen. Een die Hooker-groen genoemd kon worden. Eigenlijk had ze beledigd moeten zijn, maar met dit gebaar had Kedah dat uitgewist.

Als seks voor hem niet meer was dan iets zakelijks, dan was dat zo. Maar kon zij dat ook? Kon ze zich gewoon overgeven, puur om te weten hoe het was om door hem te worden bemind?

Volgens Kedah was dat mogelijk. Maar ja, hij ging ervan uit dat ze sterk was en dat hij voor haar niet meer was dan de zoveelste cliënt. En dat was hij niet. Heel geleidelijk had hij haar hart gestolen.

Al heel jong had ze geleerd haar werkelijke gevoelens verborgen te houden. Deze situatie kon prima dienen als de ultieme test.

Gehuld in haar handdoek ging ze naar bed, waar ze een chocolaatje uitpakte. Toen ze dat proefde – zoet en zijdeachtig op haar tong – zag ze een briefje. Met de hand door hem geschreven.

 

Denk erover na.

 

Ze kon niet anders dan erover nadenken. Hoe goed ze haar best ook deed om dat niet te doen.