~~~~
Hij had de gewoonte om vroeg op te staan, of midden in de nacht zo als sommigen zeiden, nooit van zich afkunnen schudden. Wat in dit geval nuttig bleek te zijn. Svea reageerde niet toen hij om vier uur op stond, maar voor de zekerheid sloop hij zachtjes de trap af, met zijn kleren in zijn handen. Eilert kleedde zich in stilte aan in de woonkamer en pakte toen de koffer die hij achter in de voorraadkast had ver stopt. Hij had dit al maandenlang voorbereid en niets aan het toeval overgelaten. Vandaag was de eerste dag van de rest van zijn leven.
De auto startte ondanks de kou bij de eerste poging en om twintig over vier liet hij het huis waar hij de afgelopen vijftig jaar had gewoond achter zich. Hij reed door een slapend Fjällbacka en gaf pas meer gas toen hij de oude molen was gepasseerd. Daarna sloeg hij af naar Dingle. Het was ruim tweehonderd kilometer naar het vliegveld Landvet-ter bij Göteborg en hij kon het rustig aan doen. Het vliegtuig naar Spanje zou pas om acht uur vertrekken.
Eindelijk kon hij het leven gaan leiden dat hij zelf wilde.
Hij had dit al heel lang gepland, vele jaren. Zijn kwaaltjes werden elk jaar erger, net als de frustratie over het leven samen met Svea. Eilert vond dat hij iets beters verdiende. Op internet had hij een klein pension in een dorp aan de Spaanse kust gevonden. Een eindje van de stranden en de toeristische gebieden vandaan, dus de prijs was overkomelijk. Hij had gemaild en uitgezocht of hij daar het hele jaar kon wonen als hij dat wilde, de eigenaresse zou hem dan korting geven. Het had lang geduurd om het geld bij elkaar te sparen omdat Svea zijn doen en laten streng in de gaten hield, maar eindelijk was het hem gelukt.
Hij dacht dat hij ongeveer twee jaar zou kunnen rondkomen van zijn geld als hij zuinig leefde, en daarna moest hij er gewoon iets op vinden. Op dit moment kon niets zijn enthousiasme beteugelen.
Voor het eerst in vijftig jaar voelde hij zich vrij en hij merkte dat hij de oude Volvo uit pure vreugde wat extra gas gaf. Hij zou de auto op de parkeerplaats voor langere tijd achterlaten, dan zou Svea vanzelf een keer ontdekken waar die was. Niet dat het wat uitmaakte. Ze had nooit haar rijbewijs gehaald en had Eilert als onbetaalde chauffeur gebruikt als ze ergens heen wilde. Het enige dat een beetje op zijn geweten drukte waren de kinderen. Aan de andere kant waren het altijd meer Svea’s kinderen geweest dan de zijne en tot zijn verdriet waren ze net zo kleingeestig en bekrompen geworden als zij. Waar hij ongetwijfeld ook schuld aan had, omdat hij lange dagen had gewerkt en alle mogelijke smoesjes had verzonnen om zoveel mogelijk van huis te kunnen zijn. Maar hij had toch besloten om vanaf Landvetter een ansichtkaart te sturen om te vertellen dat hij uit eigen vrije wil verdween en dat ze zich geen zorgen hoefden te maken. Hij wilde tenslotte niet dat er een grote politieactie op touw werd gezet om hem te zoeken.
De wegen waarop hij in het donker reed waren verlaten en hij liet de radio zelfs uit, om zo van de stilte te kunnen genieten. Nu begon het leven.
‘Ik vind het zo moeilijk te begrijpen. Dat Vera Alex heeft vermoord zodat ze niet zou vertellen dat Anders en zij meer dan vijfentwintig jaar geleden werden misbruikt.’
Erica liet haar wijnglas met een peinzende blik in haar hand ronddraaien.
‘Je moet de behoefte om in een kleine gemeenschap niet op te vallen niet onderschatten. Als het oude verhaal over het misbruik bekend zou worden, zouden de mensen een nieuwe reden hebben om iemand na te wijzen. Daarentegen geloof ik haar niet als ze zegt dat ze het voor Anders heeft gedaan. Misschien heeft ze gelijk als ze zegt dat Anders ook niet wilde dat iedereen te weten kwam wat hun was overkomen, maar volgens mij was het voor haarzelf onverdraaglijk dat mensen achter haar rug om zouden gaan fluisteren als bekend werd dat Anders als kind was misbruikt en dat ze daar niets tegen had gedaan maar er juist aan had meegewerkt om alles in de doofpot te stoppen. Volgens mij dacht ze dat ze die schande niet kon verdragen. Toen ze eenmaal begreep dat Alex zich niet liet ompraten, heeft ze Alex in een impuls gedood, weldoordacht en koelbloedig.’
‘Hoe neemt ze het nu op? Dat ze is ontmaskerd, bedoel ik?’
‘Ze is verbazingwekkend kalm. Ik geloof dat ze enorm opgelucht was toen we haar vertelden dat Anders niet de vader van het kind was en dat ze dus niet haar ongeboren kleinkind heeft vermoord. Het lijkt nu alsof het haar helemaal niets kan schelen wat er met haar gebeurt. En waarom zou ze ook? Haar zoon is dood, ze heeft geen vrienden, geen leven. Alles is onthuld, en ze heeft niets meer te verliezen. Alleen haar vrijheid, en die lijkt momenteel niet veel voor haar te betekenen.’
Ze zaten in Patriks huis en dronken nu wijn na samen te hebben gegeten. Erica genoot van de rust en de stilte. Ze vond het heerlijk om Anna en de kinderen bij haar thuis te hebben, maar soms werd het haar te veel en vandaag was zo’n dag. Patrik was de hele dag bezig geweest met het verhoren van Vera, maar toen hij klaar was had hij Erica en haar kleine weekendtas opgehaald en nu zaten ze hier lekker op de bank als een nijver oud stel.
Erica deed haar ogen dicht. Dit moment was heerlijk en beangstigend tegelijk. Alles was zo perfect, en tegelijk moest ze er ook aan denken dat dat misschien betekende dat het van nu af aan alleen maar minder kon worden. Wat er zou gebeuren als ze weer naar Stockholm verhuisde, was iets waar ze helemaal niet aan wilde denken. Zij en Anna hadden dagenlang om de kwestie van het huis heen gedraaid en waren stilzwijgend overeengekomen er nog niet over te praten. Erica dacht ook niet dat Anna op dit moment in staat was beslissingen te nemen en daarom had zij ook niet aangedrongen.
Maar vanavond wilde ze niet aan de toekomst denken. Het was beter om helemaal niet aan de dag van morgen te denken en in plaats daarvan zoveel mogelijk van dit moment te genieten. Ze dwong zichzelf haar sombere gedachten te verdrijven.
‘Ik heb vandaag met de uitgever gesproken. Over het boek over Alex.’
‘En, wat zeiden ze?’
Het enthousiasme in Patriks ogen stelde haar tevreden.
‘Het leek hun een schitterend idee en ze willen dat ik zo snel mogelijk materiaal opstuur. Ik moet het boek over Selma nog steeds afmaken, maar ik heb een maand uitstel gekregen, dus nu heb ik beloofd het in september in te leveren. Ik denk zelfs dat ik aan beide boeken tegelijk kan werken. Tot nu toe is dat in elk geval redelijk gegaan.’
‘Wat dacht de uitgever van de juridische kant van de zaak? Loop je risico om door Alex’ familie voor de rechter te worden gedaagd?’
‘De wet over persvrijheid is vrij duidelijk. Ik heb het recht erover te schrijven, ook zonder hun toestemming, maar ik hoop natuurlijk dat ze willen meewerken als ik ze het project en mijn plannen met het boek kan uitleggen. Ik wil echt geen sensatieverhaal zonder inhoud schrijven, maar juist vertellen wat er werkelijk is gebeurd en duidelijk maken wie Alex echt was.’
‘En de markt? Denken ze dat er belangstelling bestaat voor dit soort boeken?’
Patriks ogen straalden en Erica vond het fijn dat hij zo enthousiast was. Hij wist hoeveel dit boek voor haar betekende en behandelde het onderwerp daarnaar.
‘Ja, ze denken van wel. In de VS is enorm veel belangstelling voor true crime-boeken. De boeken van de grootste schrijfster van dat genre, Ann Rule, vliegen als warme broodjes over de toonbank. Bovendien is het hier in Zweden een vrij nieuw verschijnsel. Er zijn een paar boeken die op dezelfde lijn liggen, bijvoorbeeld het boek dat een paar jaar geleden werd geschreven over die arts en die patholoog-anatoom, maar die zijn allemaal niet zo zuiver. Ik zou net als Ann Rule veel aandacht willen besteden aan het onderzoek. Feiten controleren, met alle betrokkenen praten en daarna een zo waarheidsgetrouw mogelijk boek schrijven over wat er is gebeurd.’
‘Denk je dat de familie van Alex zich door jou wil laten interviewen?’
‘Ik weet het niet.’ Erica draaide een haarlok om haar vinger. ‘Ik weet het echt niet. Maar ik zal het ze in elk geval vragen en als ze niet willen meewerken, moet ik op een andere manier te werk gaan. Ik heb het voordeel dat ik zelf al zoveel over hen weet. Niet dat ik het niet eng vind om het ze te vragen, maar dat is niet anders. Als dit boek goed verkoopt, zou ik er niets op tegen hebben om meer boeken over interessante rechtszaken te schrijven en dan moet ik er maar aan wennen dat ik me aan de betrokkenen moet opdringen. Dat hoort erbij. Bovendien denk ik dat mensen er behoefte aan kunnen hebben hun verhaal te vertellen . Zowel uit het perspectief van het slachtoffer als dat van de dader.’
‘Je wilt dus ook proberen met Vera te praten?’
‘Ja, absoluut. Ik heb geen idee of ze mee wil werken, maar ik ga het in elk geval proberen. Misschien vertelt ze het, misschien ook niet. Ik kan haar niet dwingen.’
Ze haalde haar schouders op in een gebaar dat onverschilligheid uitdrukte, maar natuurlijk zou het boek niet zo goed worden als Vera niet wilde meewerken. Wat ze tot nu toe had geschreven was een geraamte, nu moest ze hard aan het werk om vlees aan de botten te krijgen.
‘En jij dan?’
Ze draaide zich een beetje om op de bank en legde haar benen op Patriks knieen, die de hint begreep en gehoorzaam haar voeten begon te masseren.
‘Hoe was jouw dag? Ben je nu de held van het bureau?’
De zware zucht die Patrik slaakte gaf aan dat dat niet het geval was.
‘Nee, je dacht toch niet dat Mellberg de eer laat aan wie die toekomt? Hij heeft vandaag als een gek heen en weer gerend tussen de verhoorkamer en diverse interviews met de pers. “Ik” was een veelvoorkomend voornaamwoord in de gesprekken met de journalisten. Het zou me verbazen als hij überhaupt mijn naam heeft genoemd. Maar wat maakt het uit. Wie wil zijn naam gedrukt zien staan? Ik heb gisteren een moordenaar gearresteerd en dat vind ik mooi genoeg.’
‘Goh, wat kun jij edelmoedig zijn.’
Erica stompte hem speels op zijn schouder.
‘Geef nu maar toe dat je best vooraan bij de microfoon had willen staan tijdens een grote persconferentie om met vooruitgestoken borst te vertellen hoe geniaal je erachter was gekomen wie de moordenaar was.’
‘Tja, het zou natuurlijk best leuk geweest zijn om in de plaatselijke pers genoemd te worden. Maar het is zoals het is. Mellberg gaat met alle eer strijken en daar kan ik helemaal niets aan doen.’
‘Denk je dat hij die overplaatsing krijgt die hij zo graag wil?’
‘Als dat zou kunnen. Nee, ik vermoed dat de leiding in Göteborg heel tevreden is dat hij is waar hij is, dus ik ben bang dat we het tot zijn pensioen met hem moeten uithouden. En die datum lijkt op dit moment erg ver weg.’
‘Arme Patrik.’
Ze aaide over zijn haar en dat zag hij als een teken om zich op haar te storten en haar onder zich op de bank vast te nagelen.
De wijn maakte haar ledematen zwaar en de warmte van zijn lijf verspreidde zich langzaam naar haar lichaam. Haar ademhaling veranderde en werd zwaarder, maar ze had nog een paar vragen voor hem. Ze dwong zich ertoe weer overeind te komen en duwde Patrik met mild geweld terug naar zijn eigen hoekje.
‘Maar ben je hier tevreden mee? De verdwijning van Nils, bijvoorbeeld. Je bent niets meer te weten gekomen van Vera?’
‘Nee, ze beweert dat ze daar niets over weet. Helaas geloof ik haar niet. Volgens mij had ze een nog sterkere reden om Anders te beschermen dan dat mensen erachter zouden komen dat Nils zich aan hem had vergrepen. Volgens mij weet ze precies wat er met Nils is gebeurd, en dat geheim moet koste wat kost bewaard blijven. Maar ik geef toe dat het me stoort dat het nog steeds alleen maar gissingen zijn. Mensen gaan niet zomaar in rook op. Hij is ergens en bovendien zijn er een of meer personen die weten waar. Maar ik heb in elk geval een theorie.’
Hij nam stap voor stap de mogelijke loop der gebeurtenissen door en verklaarde de omstandigheden waarop hij zijn idee stoelde. Erica voelde dat ze huiverde, ondanks de warmte in de kamer. Het klonk onwaarschijnlijk, maar toch logisch. Ze begreep ook dat Patrik nooit iets van zijn verhaal zou kunnen bewijzen. En misschien had dat ook helemaal geen nut. Er waren zoveel jaren verstreken. Er waren al zoveel levens kapotgemaakt dat je het gevoel kreeg dat niemand er baat bij had nog een leven kapot te maken.
‘Ik weet dat dit nooit ergens toe zal leiden. Tegelijk wil ik het weten, voor mezelf. Ik heb nu wekenlang met deze zaak geleefd en ik moet het kunnen afsluiten.’
‘Maar wat ga je doen? Wat kun je trouwens doen?’
Patrik zuchtte.
‘Ik ga gewoon om een paar antwoorden vragen. Als je niets vraagt, kom je ook nooit iets te weten, toch?’
Erica keek hem onderzoekend aan.
‘Ik weet niet of het wel zo’n goed plan is, maar dat weet je zelf het beste.’
‘Ja, ik hoop het. Zullen we dood en verdriet nu achter ons laten en ons aan elkaar wijden?’
‘Dat vind ik een uitstekend idee.’
Hij stortte zich weer op haar en deze keer was er niemand die hem wegduwde.
Toen hij van huis wegreed, lag Erica nog in bed. Hij had het hart niet gehad haar te wekken en was stilletjes opgestaan, had zich aangekleed en was vertrokken.
Hij had een zekere verbazing maar ook een voorzichtige afwachtende houding bespeurd toen hij deze afspraak maakte. De ander had de voorwaarde gesteld dat ze elkaar discreet zouden treffen en Patrik had daar geen bezwaar tegen gehad. Daarom was hij deze maandagochtend om zeven uur op en toen hij in het donker richting Fjällbacka reed, kwam hij maar heel af en toe een auto tegen. Hij sloeg af bij een bord waar Väddö op stond, en parkeerde zijn auto als eerste op het parkeerterrein dat een eindje van de weg aflag. Daar bleef hij wachten. Na tien minuten kwam er nog een auto het parkeerterrein oprijden, die naast de zijne parkeerde. De bestuurder stapte uit, opende de passagiersdeur van Patriks auto en stapte in. Patrik liet de motor stationair draaien om de verwarming aan te kunnen laten, anders zouden ze straks bevriezen.
‘Dit is allemaal best spannend, een geheime ontmoeting in het donker. De vraag is alleen waarom?’
Jan maakte een volkomen ontspannen maar enigszins vragende indruk. ‘Ik dacht dat het onderzoek nu was afgesloten. Jullie hebben de moordenaar van Alex toch?’
‘Ja, dat klopt. Maar er zijn nog steeds een paar puzzelstukjes die niet passen en dat ergert me.’
‘Ach zo, wat voor stukjes zijn dat dan?’
Op Jans gezicht vielen geen gevoelens te bespeuren. Patrik vroeg zich af of straks zou blijken dat het onnodig was geweest zo onchristelijk vroeg op te staan. Maar nu was hij hier en kon hij evengoed afmaken wat hij was begonnen.
‘Zoals je misschien wel hebt gehoord werden Alexandra en Anders door jouw stiefbroer Nils misbruikt.’
‘Ja, dat heb ik gehoord. Verschrikkelijk. Vooral voor mijn moeder.’
‘Maar dat was geen nieuws voor haar. Ze wist er al van.’
‘Ja natuurlijk. Ze heeft de situatie aangepakt op de enige manier die ze kende. Met de grootst mogelijke discretie. De naam van de familie moest natuurlijk beschermd worden. Koste wat kost.’
‘En wat vind jij daarvan? Dat je broer een pedofiel was en dat je moeder dat wist en hem in bescherming nam?’
Jan liet zich niet uit zijn evenwicht brengen. Hij veegde een paar onzichtbare stofjes van zijn jas en fronste alleen maar zijn ene wenkbrauw toen hij Patrik na een paar tellen bedenktijd antwoordde.
‘Ik begrijp mijn moeder natuurlijk. Ze handelde op de enige manier die in haar vermogen lag en het leed was toch al geschied, zo is het toch?’
‘Ja, zo kun je het natuurlijk ook zien. De vraag is alleen waar Nils toen heen is gegaan. Heeft niemand in de familie ooit iets van hem vernomen?’
‘Dan zouden we natuurlijk als goede burgers de politie op de hoogte hebben gebracht.’
De ironie was zo handig in de intonatie opgenomen dat die nauwelijks kon worden waargenomen.
‘Maar ik begrijp best dat hij ervoor koos te verdwijnen. Wat was er hier nog? Mijn moeder had ontdekt wat voor mens hij eigenlijk was, en hij kon niet op de school blijven werken, daar zou moeder in elk geval voor zorgen. Dus is hij vertrokken. Waarschijnlijk woont hij in een of ander warm land, waar hij makkelijk in contact met kleine meisjes en jongens kan komen.’
‘Dat denk ik niet.’
‘O, waarom niet? Heb je ergens het spreekwoordelijke lijk in de kast gevonden?’
Patrik negeerde de spottende toon.
‘Nee, dat hebben we niet. Maar ik heb wel een theorie.’
‘Wat spannend zeg.’
‘Volgens mij waren Alex en Anders niet de enigen die door Nils werden misbruikt. Volgens mij was zijn belangrijkste slachtoffer degene die hij het meest binnen handbereik had. Die het eerst beschikbaar was. Volgens mij werd jij ook misbruikt.’
Voor de eerste keer meende Patrik een barst in Jans neutrale, gladde gezicht te zien, maar een tel later had hij in elk geval ogenschijnlijk de controle hervonden.
‘Dat is een interessante theorie. Waar baseer je die op?’
‘Niet op veel, dat moet ik toegeven. Maar ik heb een gemeenschappelijke schakel tussen jullie drieën gevonden. In jullie jeugd. Toen ik bij je was, zag ik een stukje leer in je werkkamer liggen. Dat stukje leer betekent volgens mij heel veel voor je. Het symboliseert iets. Een verbond, een saamhorigheid, een bloedbroederschap. Je hebt het meer dan vijfentwintig jaar bewaard. Dat hadden Anders en Alex ook gedaan met hun stukje leer. Op de achterkant staat een vage vingerafdruk in bloed, daarom denk ik dat jullie een bloedbroederschap hebben gesloten, op een vrij theatrale manier zoals kinderen nu eenmaal doen. Er zijn drie letters op de voorkant van het leer gebrand. “D.D.M.” Ik heb niet kunnen ontdekken wat dat betekent. Maar misschien kun jij me daarbij helpen?’
Patrik kon bijna letterlijk waarnemen hoe twee verschillende verlangens in Jan met elkaar in strijd waren. Aan de ene kant zei Jans verstand hem dat hij helemaal niets moest zeggen, aan de andere kant is de zin om te vertellen, om je geheim aan iemand toe te vertrouwen, niet te onderschatten. Patrik stelde zijn vertrouwen in Jans ego en gokte erop dat Jan het onweerstaanbaar zou vinden om zijn hart te luchten tegenover iemand die met belangstelling luisterde. Hij besloot Jans beslissing te vergemakkelijken.
‘Alles wat hier vandaag wordt gezegd blijft tussen ons. Ik heb geen energie en geen middelen om iets te onderzoeken wat vijfentwintig jaar geleden is gebeurd en ik denk niet eens dat ik bewijzen zou vinden als ik het ging proberen. Dit is voor mezelf. Ik moet het gewoon weten.’
De verleiding werd Jan te groot.
‘“De Drie Musketiers”, daar staat “D.D.M.” voor. Belachelijk en kinderachtig romantisch, maar zo beschouwden we ons. Wij tegen de rest van de wereld. Als we samen waren, konden we vergeten wat er met ons was gebeurd. We hadden het er nooit over met elkaar, maar dat was ook niet nodig. We begrepen het toch wel. We sloten een pact dat we er altijd voor elkaar zouden zijn. Met een stukje glas dat we hadden gevonden, hebben we ons in een vinger gesneden en toen hebben we het bloed vermengd en er een stempel op ons embleem mee gezet.
Ik was de sterkste van ons drieën. Ik moest de sterkste zijn. De anderen konden zich in elk geval thuis veilig voelen, ik moest altijd over mijn schouder kijken en ’s avonds lag ik met de deken tot aan mijn kin opgetrokken in bed te luisteren naar de voetstappen die altijd kwamen, eerst in de hal en daarna steeds dichterbij.’
Het was alsof er een dijk was doorgebroken. Jan praatte in een razend tempo en Patrik hield zich stil om de woordenstroom niet te onderbreken. Jan stak een sigaret op, draaide het raampje een eindje open om de rook naar buiten te laten gaan en ging toen verder: ‘We leefden in een eigen wereld. We ontmoetten elkaar in het geheim, en zochten troost en geborgenheid bij elkaar. Hoewel we eigenlijk voor elkaar een herinnering aan het kwaad hadden moeten zijn, konden we juist als we samen waren een tijdje wegvluchten. Ik weet niet eens hoe we het wisten. Waarom we elkaar opzochten. Maar op de een of andere manier wisten we het. Het was onvermijdelijk dat we elkaar opzochten. Het was mijn idee om het op onze eigen manier op te lossen. Alex en Anders zagen het eerst als een spel, maar ik wist dat het ernst moest worden. Er was geen andere uitweg. Op een koude, heldere winterdag gingen we het ijs op, mijn stiefbroer en ik. Het was niet moeilijk om hem mee te lokken. Hij vond het geweldig dat ik het initiatief nam en verheugde zich op ons uitstapje. Ik had die winter vele uren op het ijs doorgebracht en wist precies waar ik hem te grazen moest nemen. Anders en Alex stonden ons daar op te wachten. Nils was verbaasd toen hij hen zag, maar hij was zo arrogant dat hij het niet als bedreigend ervoer. We waren tenslotte maar kinderen. De rest was eenvoudig. Een wak, een duw en hij was weg. Eerst waren we zo opgelucht. De eerste dagen waren heerlijk. Nelly was buiten zichzelf van ongerustheid omdat ze niet wist waar Nils was gebleven, maar ik lag ’s nachts in bed te lachen. Ik luisterde naar de afwezigheid van voetstappen. Toen barstte de hel los. Alex’ ouders waren ergens achter gekomen, hoe weet ik niet, en ze gingen naar Nelly. Alex kon waarschijnlijk niet tegen alle vragen en alle druk en had alles verteld, ook over Anders en mij. Ze vertelde niet wat we met Nils hadden gedaan, maar wel alles wat er daarvoor was gebeurd. Als ik had gedacht enige sympathie van mijn stiefmoeder te krijgen, kwam ik bedrogen uit. Nelly heeft me nooit meer in de ogen gekeken. Ze vroeg ook nooit meer waar Nils was. Soms vraag ik me af of ze iets vermoedde.’
‘Vera is ook achter het misbruik gekomen.’
‘Ja, maar moeder was handig. Ze speelde in op Vera’s behoefte om Anders te beschermen en zelf de schone schijn op te houden en hoefde haar niet eens te betalen of om te kopen met een mooi baantje om haar te laten zwijgen.’
‘Denk je dat Vera er ooit achter is gekomen wat er met Nils is gebeurd?’
‘ Dat weet ik wel zeker. Ik geloof niet dat Anders dat al die jaren voor Vera verborgen heeft kunnen houden.’
Patrik dacht hardop. ‘Waarschijnlijk heeft Vera Alex dus niet alleen vermoord om het misbruik geheim te houden, maar vooral omdat ze bang was dat Anders van moord beschuldigd zou worden.’
Jans glimlach was bijna vol leedvermaak. ‘Dat is bijna komisch als je enerzijds bedenkt dat de moord verjaard is, en anderzijds dat niemand de moeite zou nemen een aanklacht tegen ons in te dienen, zoveel jaren later, gezien de omstandigheden en het feit dat we toen kinderen waren.’
Met tegenzin moest Patrik hem gelijk geven. Het zou geen gevolgen hebben gehad als Alex naar de politie was gestapt en had verteld wat er was gebeurd, maar waarschijnlijk had Vera zich dat nooit gerealiseerd en had ze gedacht dat er een reele kans bestond dat Anders wegens moord naar de gevangenis zou gaan.
‘Hebben jullie daarna contact gehouden? Jij en Alex en Anders?
‘Nee. Alex verhuisde bijna meteen en Anders trok zich terug in zijn eigen wereldje. Natuurlijk kwamen we elkaar weleens tegen, maar pas toen Anders mij na de dood van Alex opbelde en schreeuwend beweerde dat ik haar had vermoord, hebben we elkaar voor het eerst in vijfentwintig jaar gesproken. Ik ontkende het natuurlijk, ik had ook niets met haar dood te maken, maar hij gaf niet op.’
‘Wist je niet dat zij van plan was geweest naar de politie te gaan om te vertellen hoe Nils was overleden?’
‘Niet voordat ze doodging. Anders vertelde het nadat ze was overleden.’
Jan blies nonchalant een paar rookkringen de auto in.
‘Wat zou er gebeurd zijn als je het had geweten?’
‘Daar zullen we nooit achter komen.’
Hij draaide zich om naar Patrik en keek hem met zijn koude, blauwe ogen aan. Patrik huiverde. Nee, daar zouden ze nooit achter komen.
‘Maar zoals ik al zei, niemand zou de moeite hebben genomen om ons daarvoor te pakken. Al moet ik wel toegeven dat het de verhouding tussen mij en moeder zou hebben gecompliceerd.’
Toen veranderde Jan abrupt van onderwerp.
‘Ze gingen met elkaar om, heb ik gehoord, Anders en Alex. Een typisch voorbeeld van Belle en het beest. Ik had misschien zelf wat moeten proberen, vanwege onze oude vriendschap
Patrik voelde absoluut geen medelijden met de man naast hem. Hij had weliswaar een verschrikkelijke jeugd gehad, maar er was nog iets meer met Jan. Iets kwaads en verrots dat uit zijn poriën sijpelde. Impulsief vroeg hij: ‘Jouw eigen ouders zijn onder tragische omstandigheden om het leven gekomen. Weet jij daar wat meer van, behalve wat uit het onderzoek is gebleken?’
Er speelde een glimlach om Jans mond. Hij draaide het raampje nog een paar centimeter verder open en wierp de peuk trefzeker door het raam.
‘Een ongeluk zit in een klein hoekje, toch? Een lamp die omvalt, een fladderend gordijn. Kleine omstandigheden die samen een grote toevalligheid vormen. En je zou het natuurlijk een godsgeschenk kunnen noemen dat mensen die het werkelijk verdienen, door een ongeluk worden getroffen.’
‘Waarom ging je ermee akkoord mij te spreken? Waarom heb je dit allemaal verteld?’
‘Ik ben zelf ook verbaasd. Ik was eigenlijk niet van plan om te komen, maar mijn nieuwsgierigheid nam de overhand, vermoed ik. Ik vroeg me af hoeveel je wist en hoeveel je raadde. En er huist in ons allemaal een behoefte om ons handelen, juist of niet, met iemand te delen. Vooral aan iemand die niets kan doen tegen de dingen die hij te horen krijgt. Nils’ dood ligt ver terug in de tijd, het zou jouw woord tegen het mijne zijn en ik ben bang dat niemand je zou geloven.’
Jan stapte uit de auto, maar draaide zich om en leunde naar binnen.
‘Ik neem aan dat misdaad voor sommige mensen echt wel lonend is. Op een dag zal ik een aanzienlijk vermogen erven. Ik betwijfel of ik in dezelfde situatie had verkeerd als Nils nog had geleefd.’
Hij salueerde met twee vingers tegen zijn voorhoofd, deed het portier dicht en liep naar zijn eigen auto. Patrik voelde hoe een grijns vol leedvermaak zich over zijn gezicht verspreidde. Jan was kennelijk niet op de hoogte van Julia’s relatie tot Nelly of de rol die zij zou spelen als het testament werd voorgelezen. Gods wegen waren ontegenzeggelijk ondoorgrondelijk.
Hij zat op zijn kleine balkon en de warme bries streelde zijn gegroefde wangen. De zon verwarmde en heelde zijn pijnlijke gewrichten en hij kon zich elke dag weer wat makkelijker bewegen. Hij ging dagelijks naar zijn werk op de vismarkt, waar hij hielp de vangst te verkopen die ’s ochtends met de vissersboten binnenkwam.
Hier probeerde niemand oudere mensen het recht om zich nuttig te maken te ontnemen. Hij voelde zich meer gerespecteerd en gewaardeerd dan ooit, en langzaam maar zeker had hij vrienden gemaakt in het kleine dorp. Het ging weliswaar nog niet zo goed met de taal, maar hij merkte dat hij zich met gebaren en goede bedoelingen kon redden, en zijn woordenschat groeide ook langzaam maar zeker. Het borreltje, soms waren het er twee, na een dag hard werken hielp ook goed om zijn verlegenheid te overwinnen en hij ontdekte tot zijn verbazing dat hij bezig was in een soort kletskous te veranderen.
Toen hij zo op zijn balkon zat en uitkeek over een weelderige begroeiing die overging in het blauwste water dat hij ooit had gezien, voelde Eilert dat hij nooit dichter bij het paradijs zou komen.
Een andere jeu in het leven was de dagelijkse flirt met de rondborstige pensionhoudster Rosa, en hij speelde zelfs af en toe met de gedachte dat het mettertijd misschien iets meer zou kunnen worden dan een onschuldige flirt. De aantrekkingskracht was er, dat was overduidelijk, en de mens was tenslotte niet geschapen om alleen te leven.
Heel even moest hij aan Svea denken. Toen drukte hij die onbehaaglijke gedachte weg, deed zijn ogen dicht en genoot van een welverdiende siësta.