20

Het historische schip hing in de lucht alsof het aan onzichtbare kabels hing. De uit meerdere dekken opgetrokken romp tekende zich in ragfijne, lichtblauw flikkerende lijnen tegen de donkere achtergrond af. De grote vierkante zeilen stonden bol en spookachtige wimpels klapperden als in een koele bries aan de masttop.

Hiram Yaeger leunde in zijn stoel achterover en bestudeerde het spookbeeld dat boven het podium achter zijn hoefijzervormige bedieningspaneel zweefde. 'Prachtig, Max,' zei hij, 'maar de details moeten scherper.'

Uit tientallen luidsprekers aan de muur vulde een zachte vrouwenstem de ruimte. 'Je hebt om een blauwdruk gevraagd, Hiram.' De stem klonk enigszins geprikkeld.

'Je hebt gelijk, Max,' zei Yaeger, 'en dat heb je heel goed gedaan. Maar nu wil ik zien in hoeverre we het object in echtheid kunnen benaderen.'

'Klaar,' zei de stem.

De scheepsromp kreeg een vaste vorm zoals een geest zich tijdens een spirituele seance materialiseert. De romp blonk van het goud op het kunstige houtsnijwerk dat zich van voor- tot achtersteven over de hele romp uitstrekte. Yaegers blik richtte zich op de spitse voorsteven die door een houten afbeelding van koning Edgar werd bekroond; de hoeven van zijn strijdros trappelden op de lijken van de zeven overwonnen vorsten en hun afgeschoren baarden omzoomden zijn mantel. Vervolgens dwaalde hij met zijn blik langs de gigantische panelen die de gloriedaden van de Olympische goden symboliseerden, naar de hoge achtersteven die met bijbelse personages was versierd. Alle afbeeldingen waren tot in de details perfect afgewerkt.

'Wauw!' zei Yaeger. 'Je had me nog niet verteld dat je het volledige beeld hebt geprogrammeerd. Nog een paar dolfijnen erbij en het is af.'

Meteen verscheen er een namaakzee onder het schip en sprongen er voor de boeg een stel speelse dolfijnen hoog uit het water op. Het driedimensionale beeld draaide langzaam rond terwijl het gefluit en opgewonden gekwetter van de dolfijnen opklonk.

Yaeger klapte in zijn handen en lachte als een opgewonden kind.

'Max, je bent geniaal!'

'Dat kan ook niet anders,' antwoordde de stem. 'Jij hebt me gemaakt.'

Yaeger had deze enorme kunstmatige intelligentie niet alleen zelf ontwikkeld, maar in het oorspronkelijke programma had hij er ook zijn eigen stem aan toegevoegd. Al snel had hij gemerkt dat hij niet graag tegen zichzelf praatte en daarom had hij de stem van Max een vrouwelijk karakter gegeven. Vervolgens had het computersysteem op eigen kracht een vrouwelijke persoonlijkheid ontwikkeld.

'Een vleier heeft de hele wereld aan zijn voeten,' zei Yaeger.

'Dank je. Als je klaar bent, neem ik een pauze om even af te koelen. Hologrammen putten me altijd weer uit.'

Yaeger wist dat Max een neiging tot overdrijven had en dat het schip maar een miniem deel van haar totale capaciteit in beslag nam. Maar samen met de vrouwelijke variant van zijn stem had hij er wat menselijke trekjes in geprogrammeerd, waaronder de behoefte aan waardering. Hij zwaaide met zijn hand. In een oogwenk waren het schip, de rollende zee en de springende dolfijnen verdwenen.

Yaeger draaide zich bij het horen van een applausje om en zag Austin met klappende handen achter hem staan.

'Ha, Kurt,' zei hij grijnzend. 'Ga zitten.'

'Wat een voorstelling!' zei Austin, terwijl hij het zich in de stoel naast Yaeger makkelijk maakte. 'Tot aan de verdwijntruc toe. Ik denk niet dat een illusionist als David Copperfield een volledig Engels slagschip kan laten verdwijnen.'

Yaeger was een echte goochelaar, maar hij haalde zijn trucs op de computer uit en niet met een hoge hoed en toverstokje. Hij zag er ook helemaal niet uit als een tovenaar in zijn opzettelijk nonchalante Levi's jeans en spijkerjasje over een wit T-shirt. Afgedragen cowboylaarzen tooiden zijn voeten. Toch heerste hij als een meesterlijke magiër over het gigantische computernetwerk dat bijna de gehele tiende verdieping van het NUMA-gebouw in beslag nam. Hiermee beschikte de National Underwater & Marine Agency over een unieke, haast onvoorstelbare hoeveelheid digitale gegevens op het terrein van de oceanografie en verwante wetenschappen.

'Dat was nog niets,' zei hij met jongensachtig plezier. De grijze ogen achter de glazen van het ziekenfondsbrilletje dat op zijn smalle neus rustte, glinsterden van enthousiasme. 'Wacht maar tot je ziet welke verrassing Max en ik voor jou in petto hebben.'

'Ik ben benieuwd. Was dat de Sovereign of the Seas ?'

'Klopt. In 1637 op bevel van Karel I te water gelaten. Een van de grootste zeeschepen uit die tijd.'

'En een van de meest topzware, als ik het me goed herinner. Het bovendek moest verlaagd worden, wat wel symbolisch was, want ook Karel werd een koppie kleiner gemaakt.'

'Die wijzigingen breng ik later wel aan. Het nieuwe programma komt ter beschikking van de oudheidkundige scheepvaartafdelingen van alle universiteiten die er belangstelling voor hebben. Max heeft een lijst van honderden oude schepen aangelegd. In de computer voeren we alles in wat we van een vaartuig weten, de ontwerpen, de architectonische aanpassingen, de afmetingen en de geschiedenis. Max voegt dat allemaal samen tot een holografische reconstructie. Wanneer er niet voldoende informatie is, vult ze de ontbrekende details zelf in. Max, vertel Kurt eens wat je hebt ontdekt naar aanleiding van het materiaal dat hij ons heeft gegeven?'

Op de kolossale monitor vlak achter het podium verscheen het gezicht van een aantrekkelijke vrouw. Haar lippen openden zich voor een stralende glimlach.

'Voor meneer Austin onderbreek ik graag mijn koffiepauze,' zei de stem flirtend.

In de lucht boven het podium flikkerde het blauwe licht uit de rijen lasers die over de muren verspreid zaten. Plank na plank, balk na balk, maar wel met de snelheid van het licht, reconstrueerden de flitsende lasers een lang open schip met een enkel vierkant zeil.

'Kom mee.' Yaeger stond op en ze liepen naar het podium. Heel even zag Austin alleen een wazige vlek, maar nadat die was weggetrokken stonden ze op het dek van het schip en keken naar de gracieus in een omhoog wijzende punt gebogen boeg. De zijkanten waren met ronde houten schilden getooid.

'Dit is de volgende stap in de ontwikkeling van het programma. Bij het tonen van de inventaris kun je het schip niet alleen zien, maar kun je zelf over het dek lopen. Zodra je beweegt, verandert het virtuele perspectief. Door het eenvoudige ontwerp is dit schip tamelijk makkelijk te projecteren.'

'Ik zou zweren dat ik op het dek van het Gogstad-schip sta.'

inderdaad. Werd tussen 700 en 1000 na Christus in Noorwegen gebouwd. Het oorspronkelijke schip was vierentwintig meter lang en geheel uit eikenhout vervaardigd, heel wat degelijker dan deze lichtstralen dus. Dit schaalmodel is half zo groot.'

'Schitterend,' zei Austin, 'maar wat heeft dit schip te maken met het materiaal dat ik je heb gegeven?'

'Ik zal je laten zien wat ik heb gevonden.'

Ze liepen door de lichtstralen naar het bedieningspaneel terug.

'Het was niet zo moeilijk om gegevens over de Mulholland Group te krijgen,' zei Yaeger. 'Zoals die overleden advocaat van jou al vertelde, is het bedrijf bij waterbouwkundige projecten betrokken. Ik moest wat rondspitten, maar uiteindelijk heb ik ontdekt dat het deel uitmaakt van een grotere onderneming die onder de naam Gogstad opereert. Het beeldmerk van de moedermaatschappij is een afbeelding van het schip dat je voor je ziet.' Het hologram verdween en op de monitor verscheen een gestileerde uitvoering van het schip.

'Vertel verder.'

'Ik heb Max gevraagd wat dieper in Gogstad te duiken. Er kwam niet veel informatie over de onderneming naar boven, maar het is kennelijk een niet onaanzienlijke multinational met dochtermaatschappijen op alle mogelijke terreinen. Financiering. Moderne technologie. Het bankwezen. Weg- en waterbouw.'

Hij overhandigde Austin een diskette. 'Hierop staat wat ik heb gevonden. Niets opzienbarends. Ik blijf zoeken.'

'Dank je, Hiram. Ik zal ernaar kijken. Ondertussen moet ik jou en Max om een nieuwe gunst vragen.' Hij vertelde over zijn bezoek aan het Garber-centrum en het gesprek met de zoon van de piloot, ik wil graag weten of dit vliegtuig ooit is gebouwd en wat er met de piloot is gebeurd.'

Max was meteen bij de les. Op het scherm verscheen een foto van een groot vleugelvormig vliegtuig.

'Dit is een foto uit het archief van het Smithsonian van de YB-49A, de laatste Northrop-bommenwerper van het vliegende vleugel-model die daadwerkelijk heeft gevlogen,' bromde de lage stem tevreden, ik kan hem ook driedimensionaal laten zien, zoals bij het schip.'

'Zo is het mooi voor dit moment. Op de cilinder stond de code YB-49B.'

De foto werd door een tekening vervangen. 'Dit is de YB-49B,' zei Max.

'Max, wat is het verschil tussen dit model en het vliegtuig dat je ons net liet zien?'

'De ontwerpers hebben de voor de bommenrichters lastige schommeling eruit gekregen. Bovendien zou het sneller zijn met een grotere actieradius dan het eerdere model. Het vliegtuig is nooit gebouwd.'

Austin wist dat het geen zin had om met Max in discussie te gaan In plaats daarvan keek hij naar de technische specificaties die onder de tekening door het beeld liepen. Iets in de gegevens klopte niet.

'Wacht,' zei hij. 'Ga eens terug. Kijk, volgens de statistieken was de kruissnelheid achthonderdvijfenveertig kilometer per uur. Hoe weten ze dat als er geen proefvluchten zijn gemaakt?'

'Een schatting, misschien?' opperde Yaeger.

'Kan zijn. Maar dat staat er niet.'

'Je hebt gelijk. Ze moeten praktijktests hebben gedaan, want ze hadden toen niet zulke slimme machines als Max om de vluchtomstandigheden na te bootsen.'

'Dank je voor het nogal doorzichtige compliment,' zei Max. 'Maar Kurt heeft gelijk, Hiram. Terwijl jij aan het woord was, heb ik het nagekeken en ontdekt dat in alle gevallen waarin een vliegtuig niet verder dan de tekentafel kwam, de snelheid werd geschat. Dit is een uitzondering.'

Ook Yaeger wist dat je beter niet met Max in discussie kon gaan. 'Dan heeft dit vliegtuig waarschijnlijk dus echt bestaan. Wat is er dan mee gebeurd?'

'Meer dan dit zullen we voorlopig even niet te weten komen.' zei Austin. 'De archieven van Northrop en de luchtmacht zijn verloren gegaan. Wat kan Max ons over de piloot Frank Martin vertellen?'

'Wil je een snelle en efficiënte zoektocht of een uitgebreid onderzoek?' vroeg Max.

'Wat is het verschil?'

'Als het snel moet, gaan we naar het register van het Pentagon waarin de namen van alle mensen - levend of dood - staan die ooit in het leger hebben gediend. Bij een volledige zoektocht duiken we ook de geheime archieven van het Pentagon op aanvullende inlichtingen in. Dan doen we er voor de gein ook de Nationale Veiligheidsraad, de FBI en de CIA bij.'

'Puur technisch gesproken dan, want het lijkt me toch dat het verboden is om in de computerbestanden van die organisaties in te breken?'

'Inbreken klinkt zo cru,' zei Max. 'Laten we zeggen dat ik gewoon gezellig bij mijn mede-computersystemen ga buurten en dat we wat roddels uitwisselen.'

'Oké, laat ik je daar dan vooral niet bij storen,' zei Austin.

'Heel interessant,' zei Max even later. 'Ik heb een aantal deuren proberen open te maken, maar Harry heeft ze in alle gevallen stevig afgesloten.'

'Wie is Harry, een andere computer?' vroeg Yaeger.

'Nee, gekkie. Harry Truman.'

Austin krabde aan zijn hoofd. 'Wil je beweren dat alle dossiers over deze piloot op bevel van de president zijn verzegeld?'

'Ja, dat klopt. Afgezien van de meest elementaire informatie over de heer Martin is verder alles geheim.' Max hield voor haar doen ongewoon lang haar mond. 'Dat is merkwaardig,' zei ze toen. Ik heb net een spoor gevonden. Het leek alsof iemand een deur heeft geopend die op slot zat. Hier heb je hem.' Op het scherm verscheen een foto van een jongeman in luchtmachtuniform. 'Hij woont in de staat New York in de buurt van Cooperstown.'

'Leeft hij nog?'

'Daar lijkt wat onenigheid over te bestaan. Volgens het Pentagon is hij in 1949 bij een vliegtuigongeluk omgekomen. Maar uit deze nieuwe informatie kun je het tegenovergestelde opmaken.'

'Een vergissing?'

'Zou me niets verbazen. Mensen zijn feilbaar. Ik niet.'

'Heeft hij telefoon?'

'Nee. Maar ik heb een adres.'

Uit een gleuf in het bedieningspaneel gleed een uitdraai. Nog steeds verbaasd keek Austin naar de naam en het adres alsof ze met onzichtbare inkt waren geschreven. Hij vouwde het papier op en stopte het in zijn zak. 'Bedankt, Hiram en Max. Jullie hebben me enorm geholpen.' Hij liep naar de deur.

'Waar ga je nu heen?' vroeg Yaeger.

'Naar Cooperstown. Dan kan ik eindelijk eens naar het honkbalmuseum.'