Proloog

Het vliegveld van São Paulo, Brazilië 1991

Met een krachtsexplosie van de beide turbofanmotoren kwam het slanke zakenvliegtuig los van de startbaan en schoot het luchtruim boven São Paulo in. Terwijl de grootste stad van Zuid-Amerika snel onder de Learjet wegzakte, bereikte het toestel zijn normale vlieghoogte van twaalf kilometer en raasde met zo'n achthonderd kilometer per uur in noordwestelijke richting. Gezeten in een comfortabele stoel helemaal achter in de cabine tuurde professor Francesca Cabral weemoedig naar het donzige wolkendek en miste nu al de naar uitlaatgassen stinkende straten en zinderende drukte van haar woonplaats. Door onderdrukt gesnurk aan de andere kant van het smalle gangpad schrok ze uit haar gepeins op. Ze keek opzij naar de snurkende man van middelbare leeftijd in zijn gekreukte colbertje en vroeg zich hoofdschuddend af wat haar vader had bezield om Phillipo Rodriques als haar lijfwacht aan te stellen.

Nadat ze een map uit haar aktetas tevoorschijn had gehaald, maakte ze wat aantekeningen in de kantlijn van de speech die ze voor een internationale conferentie van milieudeskundigen in Caïro had voorbereid. Ze had de uitdraai al zeker tien keer doorgelezen en de grondigheid waarmee ze zoiets aanpakte was typerend voor haar. Francesca was een briljante wetenschapper en stond als hoogleraar in hoog aanzien, maar in haar door mannen gedomineerde vakgebied en maatschappelijke omgeving moest een vrouw méér zijn dan perfect.

De woorden dansten over de pagina's. De vorige dag was Francesca nog tot laat in de avond bezig geweest met pakken en het bijeenzoeken van de noodzakelijke papieren. Van opwinding had ze die nacht haast geen oog dichtgedaan. Ze wierp een jaloerse blik op de slapende lijfwacht en besloot zelf ook een dutje te doen. Ze legde de speech weg, drukte de leuning van haar dikbeklede stoel naar achteren en sloot haar ogen. In het schorre, monotone suizen van de turbomotoren dommelde ze al spoedig weg.

Ze droomde. Ze dreef in de zee, deinde als een kwal zachtjes op de golven mee. Dit voelde heerlijk aan totdat een grote golf haar hoog in de lucht tilde en haar als in een losgeslagen lift liet vallen. Ze knipperde met haar ogen en keek in de cabine om zich heen. Ze had het onaangename gevoel alsof er een hand naar haar hart had gegrepen. Toch leek alles normaal. Het pakkende melodietje van de 'One Note Samba' van Antonio Carlos Jobim klonk zachtjes uit de luidsprekers van de geluidsinstallatie. Phillipo was nog altijd onder zeil. Maar het gevoel dat er iets niet in de haak was, bleef hangen. Ze boog opzij en schudde voorzichtig aan de schouder van de slapende man. 'Phillipo, wakker worden.'

De hand van de lijfwacht schoot naar de schouderholster onder zijn jasje. Hij was onmiddellijk klaarwakker. Toen hij Francesca zag, ontspande hij.

'Senhora, neem me niet kwalijk,' zei hij gapend. 'Ik ben in slaap gevallen.'

'Ik ook.' Ze pauzeerde even alsof ze ergens naar luisterde. 'Er klopt iets niet.'

'Wat bedoelt u?'

Ze lachte zenuwachtig. 'Dat weet ik niet.'

Phillipo glimlachte en op zijn gezicht verscheen de veelbetekenende uitdrukking van de man die midden in de nacht van zijn vrouw te horen krijgt dat ze inbrekers heeft gehoord. Hij tikte geruststellend op haar hand. 'Ik ga wel even kijken.'

Hij kwam overeind en rekte zich uit, waarna hij naar voren stapte en op de deur van de cockpit klopte. De deur zwaaide open en hij stak zijn hoofd naar binnen. Francesca ving gesmoorde gespreksflarden op en gelach.

Phillipo straalde over zijn hele gezicht toen hij terugkwam. 'De piloten zeggen dat alles in orde is, senhora.'

Francesca bedankte de lijfwacht, zakte onderuit in haar stoel en haalde diep adem. Haar angst sloeg nergens op. Het vooruitzicht dat ze na twee jaar keihard doorwerken van haar geestelijke gehaktmolen verlost zou zijn, bezorgde haar de kriebels. Het project had haar volledig in beslag genomen, haar talloze dagen en nachten urenlang in de ban gehouden en haar sociale leven aan gort geholpen. Haar oog viel op de bank die de hele achterkant van de cabine in beslag nam en ze weerstond de opwelling om te gaan kijken of haar metalen koffertje nog veilig in de ruimte achter de rugkussens lag. Voor haar was die koffer een soort omgekeerde doos van Pandora. In plaats van rampen zouden er goede dingen uitkomen als hij werd geopend. Haar ontdekking zou miljoenen mensen een gezond en voorspoedig leven brengen en de aarde zou nooit meer zijn zoals daarvoor.

Phillipo pakte een koud flesje sinaasappelsap voor haar. Ze bedankte hem en bedacht zich dat ze haar lijfwacht in de korte tijd dat ze hem nu kende steeds aardiger begon te vinden. In zijn gekreukte pak en met zijn dunne peper-en-zoutkleurige haar, smalle snorretje en bril met ronde glazen kon Phillipo voor een verstrooide professor doorgaan. Francesca had geen flauw benul dat die verlegen, stuntelige manier van doen het resultaat van jarenlange oefening was. Dat zorgvuldig aangeleerde vermogen van hem om als verbleekt behang onopvallend in de achtergrond op te gaan, maakte hem tot een van de beste geheim agenten van de Braziliaanse inlichtingendienst.

Rodriques was door haar vader persoonlijk uitgekozen. Francesca had zich in eerste instantie verzet tegen haar vaders hardnekkige besluit dat er een lijfwacht met haar mee zou gaan. Ze vond dat ze de leeftijd voor een babysitter inmiddels was ontgroeid. Maar toen ze merkte hoe oprecht zijn bezorgdheid om haar welzijn was, had ze toegestemd. Ze verdacht haar vader ervan dat die bezorgdheid van hem niet zozeer haar veiligheid gold, maar meer de toenaderingspogingen van knappe jongens die het op haar geld hadden voorzien.

Ook zonder de rijkdom van haar familie had Francesca de aandacht van veel mannen getrokken. In een land dat door donker haar en een gebronsde huidskleur werd gedomineerd, was zij een buitenbeentje. Haar donkerblauwe, amandelvormige ogen, lange wimpers en vrijwel volmaakte mond had ze van haar Japanse grootvader geërfd. Van haar Duitse grootmoeder had ze haar lichtbruine haren, haar lengte en de typisch Duitse vastberadenheid die uit haar fijngevormde kaaklijn sprak. Dat haar lichaam zo goed gevormd was, had, zo had ze al lang geleden geconcludeerd, te maken met het feit dat ze in Brazilië woonde. Alle Braziliaanse vrouwen beschikken over een lichaam dat speciaal voor de nationale dans van het land, de samba, geschapen leek. Francesca had wat ze van nature al had meegekregen nog vervolmaakt door de frequente bezoeken aan een fitnesscentrum, waar ze de spanningen van haar werk van zich af zwoegde.

Haar grootvader was een lagere ambtenaar in de diplomatieke dienst toen het Japanse wereldrijk in de beide paddestoelwolken ten onder ging. Hij bleef in Brazilië, trouwde met de dochter van een eveneens werkeloze ambassadeur van het Derde Rijk, verwierf de Braziliaanse nationaliteit en nam zijn eerste grote liefde, het tuinieren, weer op. Hij verhuisde met het gezin naar São Paulo, waar zijn hoveniersbedrijf zich over de tuinen van de rijken en machtigen ontfermde. Hij knoopte hechte banden aan met invloedrijke lieden in militaire en regeringskringen. Zijn zoon, Francesca's vader, gebruikte die contacten voor het moeiteloos verwerven van een hoge post op het ministerie van Handel. Haar moeder was studente aan een technische hogeschool die haar academische carrière opgaf voor een leven als huisvrouw en moeder. Dat besluit had ze nooit betreurd, althans niet openlijk, maar ze was verrukt over het feit dat Francesca ervoor koos om in haar universitaire voetstappen te treden.

Haar vader had voorgesteld dat ze in zijn privé-jet naar New York zou vliegen voor een ontmoeting met functionarissen van de VN alvorens ze op een lijntoestel naar Caïro zou overstappen. Ze was blij dat ze naar de V.S. terugging, al was het maar voor een kort verblijf, en het vliegtuig kon haar niet snel genoeg gaan. De jaren die ze als studente aan de Stanford University in Californië had doorgebracht zou ze zich altijd als een plezierige tijd blijven herinneren. Ze keek uit het raam en besefte dat ze geen flauw idee had waar ze zich bevonden. De piloten hadden sinds het vertrek uit São Paulo met geen woord over het verloop van de vlucht gerept. Ze verontschuldigde zich tegenover Phillipo, liep naar de deur van de cockpit en stak haar hoofd naar binnen.

'Bom dia, senhores. Ik vroeg me af waar we zijn en hoe lang het nog gaat duren?'

De piloot was captain Riordan, een broodmagere Amerikaan met strokleurig stekeltjeshaar en een Texaans accent. Francesca had hem nooit eerder gezien, maar dat was niet verwonderlijk. Evenals het feit dat hij een buitenlander was. Hoewel het vliegtuig privé-eigendom was, werd het beheerd door een plaatselijke luchtvaartmaatschappij die de piloten leverde.

'Bowénas dieass,' zei hij met een scheve grijns en het lijzige Chuck Yeager-toontje waarmee hij zijn Portugees verkrachtte, deed pijn aan haar oren. 'Sorry dat ik u niet op de hoogte heb gehouden, mevrouw. Ik zag dat u sliep en heb u niet willen storen.' Hij knipoogde naar de co-piloot, een gedrongen Braziliaan met een overdreven gespierd lichaam waaruit viel af te leiden dat hij veel tijd met het sjorren aan gewichten doorbracht. Er verscheen een zelfgenoegzame glimlach op zijn lippen, terwijl hij met zijn ogen Francesca's lichaam aftastte. Francesca voelde zich als een moeder die twee kwajongens bij het beramen van kattenkwaad had betrapt.

'Wat is ons tijdschema?' vroeg ze zakelijk.

'Tssjjaa, we vliegen nu boven Venezuela. Dan zijn we over een uur of drie in Miami. Daar kunnen we onze benen even strekken, terwijl we worden bijgetankt en dan zijn we als alles goed gaat over nog eens drie uur in New York.'

Francesca's wetenschappelijk geschoolde oog viel op de schermen op het instrumentenpaneel. De co-piloot merkte haar belangstelling op en kon deze gelegenheid om indruk op een knappe vrouw te maken niet aan zich voorbij laten gaan.

'Dit vliegtuig is zo slim dat het zelf kan vliegen, terwijl wij op de tv naar voetbal kijken,' zei hij met een tandenblikkerende grijns.

'Laat u zich door Carlos alstublieft niks wijsmaken,' zei de piloot. 'Dat is het elektronische vluchtnavigatiesysteem. De beeldschermen hebben de functie van de metertjes van vroeger overgenomen.'

'Dank u,' zei Francesca beleefd. Ze wees naar een ander display. 'Is dat het kompas?' vroeg ze.

'Sim, sim,' zei de co-piloot, trots dat hij voor leermeester mocht spelen.

'Maar waarom geeft het dan aan dat we vrijwel recht naar het noorden vliegen?' vroeg ze met gefronste wenkbrauwen. 'Moeten we niet iets meer naar het westen aanhouden als we naar Miami willen?'

De mannen wisselden een veelbetekenende blik. 'U let goed op, senhora,' zei de Texaan. 'U hebt volstrekt gelijk. Maar in de lucht is een rechte lijn niet altijd de snelste weg tussen twee punten. Heeft met de kromming van de aardbol te maken. Zoals je voor de kortste route tussen Amerika en Europa ook een grote bocht moet maken. Ook hebben we met het Cubaanse luchtruim te maken. We willen die ouwe Fidel de stuipen niet op het lijf jagen.'

Weer die snelle knipoog en zelfgenoegzame grijns.

Francesca knikte begrijpend. 'Dank u voor uw moeite, heren. Het was heel leerzaam. Ik zal u niet langer van uw werk houden.'

'Geen punt, mevrouw. We staan altijd voor u klaar.'

Ziedend van woede liep Francesca naar haar stoel terug. Idioten! Dachten ze dat ze imbeciel was? De kromming van de aardbol, ja, ja!

'Alles oké, zoals ik al zei?' vroeg Phillipo, terwijl hij uit het tijdschrift opkeek dat hij zat te lezen.

Ze boog zich over het gangpad en sprak op een vlakke fluistertoon. 'Nee, er is helemaal niets oké. Volgens mij volgen we een verkeerde koers.' Ze vertelde hem over de kompasstand. 'Ik voelde in mijn slaap al iets raars. De beweging van het vliegtuig, denk ik, toen ze van koers veranderden.'

'Vergist u zich niet?'

'Misschien. Maar ik denk het niet.'

'Hebt u de piloten om opheldering gevraagd?'

'Ja. Zij kwamen met het absurde verhaal dat de kortste afstand tussen twee punten vanwege de kromming van de aarde niet altijd per se een rechte lijn is.'

Hij trok een wenkbrauw op, kennelijk uit verbazing over deze verklaring, maar hij was nog niet overtuigd. 'Ik weet 't niet...'

Francesca realiseerde zich nog een paar dingen die onlogisch leken. 'Herinnert u zich nog wat ze zeiden toen ze aan boord kwamen over het feit dat ze als vervangers kwamen.'

'Jazeker. Ze zeiden dat de eigenlijke piloten voor een andere klus waren opgeroepen en dat zij zich bereid hadden verklaard hun plaats in te nemen.'

Ze schudde haar hoofd. 'Merkwaardig. Waarom zeiden ze dat eigenlijk? Het lijkt wel alsof ze eventuele vragen van mijn kant voor wilden zijn. Maar waaróm?'

'Ik heb wat ervaring met navigatie,' zei Phillipo peinzend. 'Ik ga zelf wel even kijken.' Hij stapte weer op de cockpit af. Ze hoorde typisch mannengelach en na een paar minuten kwam hij breed glimlachend terug. Die glimlach smolt weg toen hij ging zitten.

'Er is een instrument in de cockpit waarop het oorspronkelijke vluchtschema is aangegeven. Maar we volgen die blauwe lijn niet, zoals wel zou moeten. En wat het kompas betreft hebt u ook gelijk,' zei hij. 'We volgen niet de goede koers.'

'Wat is er in godsnaam aan de hand, Phillipo?'

Er verscheen een ernstige uitdrukking op zijn gezicht. 'Er is iets wat uw vader u niet heeft verteld.'

'Ik begrijp er niets van.'

Phillipo wierp een blik op de gesloten cockpit. 'Hij had iets gehoord. Niet iets waaruit hij afleidde dat u in onmiddellijk gevaar verkeerde, maar het ging wel zover dat hij het een geruststellende gedachte vond als hij wist dat er iemand bij u in de buurt was die u eventueel zou kunnen helpen.'

'Het ziet er naar uit dat we nu allebei hulp kunnen gebruiken.'

'Sim, senhora. Maar helaas zijn we op onszelf aangewezen.'

'Hebt u een wapen?' vroeg ze opeens.

'Natuurlijk,' zei hij, terwijl hij deze nuchtere, praktische vraag van zo'n aantrekkelijke en ontwikkelde vrouw wel vermakelijk vond. 'Wilt u dat ik ze neerschiet?'

'Daarmee bedoelde ik niet... nee, natuurlijk niet,' zei ze nors. 'Hebt u een idee?'

'Een pistool heb je niet alleen om mee te schieten,' zei hij. 'Je kunt 't ook gebruiken om mee te dreigen en mensen tot dingen te dwingen die ze eigenlijk niet willen doen.'

'Zoals het weer oppakken van de juiste koers?'

'Dat hoop ik, senhora. Ik ga naar voren. Dan vraag ik ze beleefd of ze op het dichtstbijzijnde vliegveld willen landen, omdat u dat graag wilt. Als ze dat weigeren, laat ik mijn pistool zien en zeg dat ik het liever niet gebruik.'

'Dat kúnt u ook niet,' zei Francesca geschrokken. 'Als u op deze hoogte een gat in het vliegtuig schiet, valt de druk in de cabine weg en zijn we binnen een paar seconden allemaal dood.'

'Precies. En daar zijn zij ook bang voor.' Hij pakte haar hand en kneep erin. 'Ik heb uw vader beloofd dat ik goed op u zou passen, senhora.'

Ze schudde haar hoofd, alsof ze daarmee deze nare situatie van zich af kon werpen. 'En als ik het nou eens fout heb? Als dit onschuldige piloten zijn die gewoon hun werk doen, wat dan?'

'Heel eenvoudig,' zei hij met een schouderophalen. 'Via de radio kondigen we onze komst aan en na de landing op het dichtstbijzijnde vliegveld laten we de politie komen om de boel uit te zoeken, waarna we de reis gewoon vervolgen.'

Abrupt onderbraken ze hun gesprek. De deur naar de cockpit zwaaide open en de captain stapte de cabine in. Met gebogen hoofd, want de ruimte was net iets te laag voor hem, liep hij op hen toe.

'Dat was een goeie grap die u daarnet vertelde,' zei hij met die scheve grijns van hem. 'Hebt u er nog meer?'

'Sorry ,senhor,' antwoordde Phillipo.

'Noouww... dan heb ik er een voor u,' zei de piloot. Door zijn zware, hangende oogleden leek het of Riordan nogal slaperig uit zijn ogen keek. Maar er sprak geen enkele traagheid uit de plotseling beweging waarmee hij vanachter zijn rug het pistool tevoorschijn trok dat daar onder zijn riem verborgen zat.

'Geef op,' zei hij tegen Phillipo. 'Héél langzaam.'

Phillipo trok behoedzaam zijn jasje open tot de schouderholster zichtbaar was, waarna hij het wapen er met zijn vingertoppen uit nam. De piloot stak het pistool achter zijn riem.

'Graziass, amigo' zei hij. 'Het is altijd prettig om met professionals te werken.' Hij ging op een armleuning zitten en stak met zijn vrije hand een sigaret op. 'Ik heb het er met mijn partner over gehad en we denken dat u ons waarschijnlijk door hebt. We kregen sterk het idee dat u de boel kwam checken toen u nog een tweede keer kwam, dus hebben we maar besloten om open kaart te spelen zodat daar geen misverstand over hoeft te bestaan.'

'Captain Riordan, wat bent u van plan?' vroeg Francesca. 'Waar brengt u ons heen?'

'Ze zeiden al dat u niet dom was,' zei de piloot grinnikend. 'Mijn partner had nooit zo opschepperig over het vliegtuig moeten doen.' Hij blies twee rookpluimpjes uit zijn neusgaten. 'U hebt gelijk. We gaan niet naar Miami, we zijn onderweg naar Trinidad.'

'Trinidad?'

'Ik heb gehoord dat het daar helemaal zo slecht niet is.'

'Ik begrijp er niets van.'

'Het gaat als volgt, senjorieta. Op het vliegveld staat een keurig ontvangstcomité voor u klaar. Vraag me niet wie dat zijn, want dat weet ik niet. Het enige wat ik weet is dat ik ben ingehuurd om u daar af te leveren. Het was de bedoeling dat het allemaal heel gladjes en makkelijk zou gaan. Wij zouden u vertellen dat we een technisch probleem hadden en dat we moesten landen.'

'Wat is er met de piloten gebeurd?' vroeg Phillipo.

'Die hebben een ongelukje gehad,' zei hij met een schouderophalen. Hij gooide de peuk op de grond. 'Zo is 't nu eenmaal, mevrouw. Blijft u rustig zitten waar u zit, dan is er niets aan de hand. En wat u betreft, cavaleiro, het spijt me dat ik u moeilijkheden bezorg bij uw baas. Nou kan ik u allebei wel vastbinden, maar ik verwacht eigenlijk niet dat u domme dingen gaat doen, of u zou zelf dit vliegtuig moeten kunnen besturen. Nog iets. Opstaan, partner, en omdraaien.'

Omdat hij dacht dat hij zou worden gefouilleerd, gehoorzaamde Phillipo zonder te protesteren. Francesca's waarschuwing kwam te laat. De loop van het pistool zwiepte in een zilverkleurig waas omlaag en raakte de lijfwacht net boven zijn rechteroor. De doffe klap ging verloren in de kreet van pijn die de lijfwacht slaakte, terwijl hij dubbelklapte en tegen de grond sloeg.

Francesca sprong overeind. 'Waarom deed u dat?' vroeg ze fel. 'U hebt zijn pistool. Hij kon u niets doen.'

'Sorry, mevrouw. Bij mij gaat zekerheid boven alles.' Riordan stapte over het ineengezakte lichaam heen alsof het een zak aardappelen was. 'Er gaat niets boven een gekraakte schedel als je wilt voorkomen dat iemand lastig wordt. Daar achter die klep zit een EHBO-doos. Als u zich nu verder over hem ontfermt, dan hebt u fijn wat te doen tot we gaan landen.' Hij tikte met zijn hand tegen zijn pet, liep naar de cockpit terug en sloot de deur achter zich.

Francesca knielde naast de neergeslagen lijfwacht neer. Ze drenkte een zakdoek in mineraalwater en maakte de wond schoon, waarna ze door licht aan te drukken het bloeden stelpte. Vervolgens smeerde ze een ontsmettend middel op de snee en de gekneusde huid er omheen, bond wat ijs in een andere zakdoek en drukte die tegen de zijkant van het hoofd van de man om een eventuele zwelling tegen te gaan.

Terwijl Francesca zo naast hem zat, probeerde ze de stukjes van de puzzel in elkaar te passen. Een ontvoering om geld sloot ze uit. De enige reden waarom iemand al deze moeite deed, was dat men in haar werk was geïnteresseerd. De lieden die hier achter staken, wilden meer van haar dan een schaalmodel en een schriftelijk verslag van haar werkzaamheden, want dan hadden ze ook in het laboratorium kunnen inbreken of op het vliegveld haar bagage kunnen stelen. Ze hadden Francesca zelf nodig om haar bevindingen toe te lichten. Haar methode was zo mysterieus, zo anders dat het buiten de gangbare wetenschappelijke normen viel, en dat was nu precies waarom nooit iemand er eerder aan had gedacht.

Het leek allemaal zo onlogisch! Over een paar dagen zou ze de methode aan alle landen ter wereld ter beschikking stellen, gratis! Zonder patenten. Zonder copyright. En zonder dat er royalty's over betaald hoefden te worden. Absoluut helemaal gratis. Er welde opeens een geweldige woede in haar op. Deze meedogenloze lui wilden voorkomen dat zij het lot van miljoenen mensen verbeterde.

Phillipo kreunde. Hij begon bij te komen. Hij knipperde met zijn ogen en het wazige beeld werd helderder.

Alles oké?' vroeg ze.

'Het doet vreselijk pijn, dus leef ik nog. Helpt u me even overeind, alstublieft.'

Francesca legde haar arm om Phillipo en tilde hem op tot hij met zijn rug tegen een stoel zat. Ze draaide de dop van een fles rum die ze uit de bar had gepakt en zette de fles tegen zijn lippen. Hij nipte van het vocht, wist het door te slikken en nam een stevige slok. Hij wachtte even af of zijn maag het zou binnenhouden. Toen hij niet overgaf, glimlachte hij. 'Met mij is 't prima. Dank u.'

Ze gaf hem zijn bril aan. 'Ik ben bang dat hij door de klap is gebroken.'

Hij legde hem weg. 'Het is maar gewoon glas. Ik zie uitstekend zonder bril.' Hij keek Francesca met rustige ogen indringend aan; dit was niet de blik van iemand die bang was. Hij tuurde naar de gesloten deur van de cockpit. 'Hoe lang ben ik buiten westen geweest?'

'Misschien een minuut of twintig.'

'Mooi, dan hebben we nog tijd.'

'Tijd waarvóór?'

Zijn hand gleed naar zijn enkel en trok een revolver met extra korte loop tevoorschijn.

Als onze vriend niet zo'n haast had gehad met het uitdelen van koppijn, had hij dit gevonden,' zei hij met een wrange glimlach.

Dit was beslist niet meer het verfomfaaide mannetje dat meer op een verstrooide professor leek dan op een lijfwacht. Francesca's opluchting werd getemperd door de realiteit. 'Wat kunt u doen? Zij hebben minstens twee wapens en wij kunnen niet vliegen.'

'Neem me niet kwalijk, senhora Cabral. Om eerlijk te zijn is er nog iets wat ik heb verzwegen.' En op een haast schuldige toon vervolgde hij: 'Ik ben vergeten te zeggen dat ik voordat ik bij de inlichtingendienst kwam bij de Braziliaanse luchtmacht heb gediend. Helpt u me even met opstaan, alstublieft.'

Francesca was sprakeloos. Hoeveel konijntjes hield deze man nog meer in zijn hoed verborgen? Ze reikte hem haar hand tot hij weer op zijn eigen, trillerige benen stond. Na een minuut of wat leek zijn lichaam door nieuwe energie en vastberadenheid gesterkt. 'Blijft u hier tot ik zeg wat u moet doen,' zei hij met het air van een man die gewend is dat men hem gehoorzaamt.

Hij stapte naar voren en opende de deur. De piloot keek over zijn schouder en zei: 'Hé, kijk nu eens wie er uit het land van de levende doden is opgestaan. Heb ik waarschijnlijk toch niet hard genoeg geslagen.'

'Ja, en een tweede kans krijg je niet,' zei Phillipo, terwijl hij de loop van zijn revolver pijnlijk hard onder het Texaanse oor drukte. 'Als ik een van jullie neerschiet, kan de ander nog vliegen. Wie gaat dat worden?'

'Djiezes, je had zijn pistool toch afgepakt!' zei Carlos.

'Je bent nogal kort van memorie, is 't niet, cavaleiro,' antwoordde de piloot kalm. 'Als je ons neerknalt, wie gaat het vliegtuig dan besturen?'

'Ik, cavaleiro. Sorry dat ik mijn brevet niet bij me heb, dus je zult me zo moeten geloven.'

Riordan draaide zijn hoofd iets opzij en zag de kille glimlach op het gezicht van de lijfwacht.

'Wat ik over professionals heb gezegd neem ik hierbij terug,' zei Riordan. 'Wat nu, partner?'

'Ik wil allebei de pistolen. Eén voor één.'

De piloot overhandigde hem zijn eigen pistool en vervolgens het wapen dat hij Phillipo had afgenomen. De lijfwacht gaf ze door aan Francesca, die achter hem was komen staan.

'Opstaan,' beval hij, terwijl achteruit de cabine instapte. 'Langzaam.'

Riordan wisselde een snelle blik met zijn co-piloot en drukte zich uit zijn stoel omhoog. Terwijl hij het gebaar met zijn lichaam afschermde, maakte hij een snelle handbeweging met de palm omlaag. De co-piloot knikte haast onmerkbaar ten teken dat hij het had begrepen.

De piloot volgde Phillipo alsof hij aan een denkbeeldige draad werd meegetrokken, terwijl de lijfwacht achteruit de cabine in liep. 'En nu wil ik dat je met je gezicht naar beneden op de bank gaat liggen,' zei Phillipo, terwijl hij zijn revolver op Riordans borst gericht hield.

'Goh, ik hoopte al dat ik een dutje kon gaan doen,' zei de piloot. 'Dat is heel vriendelijk van je.'

Francesca was uit het gangpad gestapt zodat de beide mannen er langs konden. Phillipo vroeg haar of ze een paar plastic vuilniszakken vanonder een van de stoelen wilde pakken. Met die zakken wilde hij de piloot vastbinden. Als Riordan buiten gevecht was gesteld, had hij alleen nog maar met de co-piloot te maken.

De cabine was ongeveer drieënhalve meter lang. In de krappe ruimte moest Phillipo opzij stappen om de andere man te laten passeren. Tegen Riordan zei hij dat hij geen geintjes moest uithalen, want op deze afstand zou hij onmogelijk kunnen missen. Riordan knikte en liep naar achteren. Ze waren nog maar een paar centimeter van elkaar verwijderd toen de co-piloot het vliegtuig onverwachts scherp naar links liet overhellen.

Riordan had die beweging verwacht, maar hij wist niet precies wanneer het zou gebeuren en dat het met zo'n krachtige ruk gepaard zou gaan. Hij verloor zijn evenwicht en werd in een stoel geslingerd, waarbij zijn hoofd tegen de scheidingswand knalde. Phillipo voelde de grond onder zijn voeten wegslaan. Hij vloog door de cabine en kwam bovenop Riordan neer.

De piloot wrong zijn rechterhand los en haalde met zijn enorme vuist naar de kaak van de lijfwacht uit. Phillipo zag hele sterrenstelsels door zijn hoofd wervelen en verloor bijna het bewustzijn, maar hij hield zijn revolver stevig omkneld. Riordan trok zijn arm terug voor een nieuwe uithaal. Phillipo weerde die met zijn elleboog af.

Beide mannen waren echte straatvechters. Phillipo graaide naar Riordans ogen en de piloot beet Phillipo in de vlezige palm van zijn hand. De lijfwacht stootte zijn knie in Riordans ribbenkast en toen de piloot naar adem happend zijn mond opende, wierp Phillipo zijn hoofd naar voren en verpletterde het kraakbeen in Riordans neus. Hij was waarschijnlijk aan de winnende hand, maar op dat moment liet de co-piloot het vliegtuig met een scherpe draai naar rechts overhellen.

De vechtende mannen vlogen over het gangpad en kwamen in de stoel aan de andere kant terecht. Nu lag de Amerikaan bovenop. Phillipo probeerde Riordan met de loop van zijn revolver te raken, maar de piloot klemde met beide handen zijn pols af en probeerde het wapen los te wrikken. Phillipo was sterk, maar hij dolf het onderspit tegen het samenspel van de beide aanvallers. De loop draaide langzaam in de richting van zijn maag.

De piloot had beide handen op de revolver en trok er uit alle macht aan. Phillipo probeerde niet los te laten en had het wapen ook bijna weer terug, maar de kolf was door het bloed uit Riordans neus glibberig geworden. Met een wringende draai kreeg de piloot het wapen te pakken, waarop hij zijn vinger om de trekker klemde en afdrukte. Er klonk een gedempte knal. Phillipo's lichaam schokte en verslapte terwijl de kogel zijn borst doorboorde.

Het vliegtuig draaide weer en werd door de co-piloot in de normale vliegpositie teruggebracht. Riordan krabbelde overeind en wankelde naar de cockpit. Hij bleef staan en draaide zich om, waarschijnlijk omdat hij voelde dat er iets niet klopte.

De revolver die hij achter had gelaten, lag bovenop het lichaam van de lijfwacht. Phillipo probeerde het wapen zo stabiel mogelijk vast te houden en richtte voor een schot. Riordan vloog als een getergde neushoorn op hem af. De revolver ging af. De eerste kogel raakte de piloot in zijn schouder, maar hij bleef komen. Phillipo's hersenen gaven de geest, maar zijn vinger kromde zich nog twee keer om de trekker. Het tweede schot trof de piloot recht in zijn hart en was meteen dodelijk. De derde kogel zwaaide af en miste hem volledig. Terwijl de piloot tegen de grond sloeg, gleed de revolver uit Phillipo's hand.

De worsteling van de ene kant van de cabine naar de andere kant had maar een paar seconden geduurd. Francesca was tussen de stoelen gevallen en had zich dood gehouden toen de bloedende piloot naar de cockpit wilde teruglopen. Toen de schoten vielen, had ze zich opnieuw tegen de grond gedrukt.

Voorzichtig stak ze haar hoofd in het gangpad en zag het roerloze lichaam van de piloot. Ze kroop naar Phillipo, wrikte de revolver uit zijn bebloede handen en liep ermee naar de deur van de cockpit; ze was te kwaad om nog bang te zijn. Op slag sloeg haar woede om in schrik.

De co-piloot hing slap voorover in de veiligheidsriemen. Er zat een kogelgat in de scheidingswand tussen de cabine en de cockpit en een tweede in de rugleuning van de stoel van de co-piloot. Phillipo's derde schot.

Francesca trok de co-piloot overeind. Uit een kreun concludeerde ze dat hij nog leefde.

'Kunt u praten?' vroeg ze.

Carlos rolde met zijn ogen en fluisterde schor: 'Ja.'

'Goed. U bent geraakt, maar ik geloof niet dat er belangrijke organen zijn beschadigd,' loog ze. 'Ik zal proberen het bloeden te stelpen.'

Ze haalde de EHBO-doos, terwijl ze zich realiseerde dat ze eigenlijk de hele inhoud van de operatiekamer van een eerstehulppost nodig had. Bij het zien van al het bloed dat uit de wond op zijn rug vloeide en een plas op de grond vormde, viel ze haast flauw. Het kompres dat ze er onmiddellijk opdrukte, kleurde paars, maar misschien hielp het toch iets tegen het bloeden. Of het zin had, wist ze niet. Het was in ieder geval wel zeker dat deze man aan het doodgaan was.

Ze wierp een bezorgde blik op het instrumentenpaneel en verstijfde van angst bij het besef dat deze stervende man haar enige mogelijkheid op overleving was. Ze moest hem in leven zien te houden.

Francesca haalde de fles rum en hield hem tegen de lippen van de piloot. De rum sijpelde over zijn kin en door het kleine beetje dat hij binnen kreeg, verslikte hij zich. Hij vroeg om meer. Door de sterke drank kreeg hij weer wat kleur op zijn wangen en in zijn doffe ogen glansde nog een sprankje leven.

Ze hield haar lippen vlakbij zijn oor. 'U moet vliegen,' zei ze vlak. 'Het is onze enige kans.'

De nabijheid van zo'n mooie vrouw scheen hem weer wat energie te geven. Zijn ogen waren glazig, maar wel alert. Hij knikte en stak een beverige hand uit naar de radio waarmee hij in directe verbinding met de verkeerstoren van Rio stond. Francesca liet zich in de stoel van de piloot zakken en zette de koptelefoon op. Ze hoorde de stem van de verkeersleider. Carlos vroeg met zijn ogen om hulp. Francesca begon te praten en legde de vluchtleiding uit in wat voor precaire situatie ze zich bevonden.

'Wat moeten we doen?' vroeg ze.

Na een tergend lange pauze antwoordde de stem: 'Bereidt u zich voor op een landing in Caracas.'

'Caracas is te ver,' kreunde Carlos met inspanning van al zijn krachten. 'Ergens dichterbij.'

Opnieuw verstreken er eindeloze seconden.

Toen klonk de stem van de verkeersleider weer op. 'Er is een klein lokaal vliegveld op zo'n driehonderd kilometer van uw positie in San Pedro, buiten Caracas. Geen landing op de instrumenten mogelijk, maar het weer is perfect. Lukt u dat?'

'Ja,' zei Francesca.

De co-piloot tastte naar het druktoetsenpaneel van de vluchtcomputer. Met de allergrootste moeite slaagde hij erin de internationale aanvliegroute voor San Pedro op te roepen en in de computer te laden. Geleid door de computer maakte het vliegtuig een draai.

Carlos glimlachte flauwtjes. 'Heb ik u niet gezegd dat dit vliegtuig zelf kan vliegen, senhora?' Zijn amechtige manier van praten begon steeds duffer te klinken. Door het bloedverlies verzwakte hij zienderogen. Hij kon ieder ogenblik buiten bewustzijn raken.

'Wie het doet, maakt me niet uit,' zei ze resoluut. 'Maar zet ons alstublieft aan de grond.'

Carlos knikte en klikte de automatische landingsbegeleider op de vluchtcomputer aan om het vliegtuig naar een hoogte van zeshonderd meter te brengen. Het vliegtuig zakte door de wolken omlaag en al snel verschenen er stukken groen onder hen. Het feit dat ze land zag, sterkte Francesca weer enigszins, maar joeg haar tegelijkertijd de stuipen op het lijf. Haar angst nam nog toe toen er een stuip door Carlos heen schoot alsof hij een elektrische schok had gekregen. Hij greep Francesca bij haar hand en hield die stevig omkneld.

'Ik haal San Pedro niet,' zei hij rochelend.

'Het móet,' zei Francesca.

'Vergeet 't.'

'Verdomme, Carlos, deze ellende hebben we aan jou en je partner te danken, en nu ga je ons eruit helpen ook.'

Hij glimlachte wezenloos. 'Wat wilt u daaraan doen, senhora, gaat u me doodschieten?'

Haar ogen spoten vuur. 'Daar ga je me straks nog om smeken als je dit ding niet aan de grond krijgt.'

Hij schudde zijn hoofd. 'Een noodlanding. Onze enige kans. Zoek een plek.'

De grote voorruit van de cockpit bood uitzicht op een dichtbegroeid oerwoud. Francesca had het gevoel dat ze boven een eindeloze akker vol broccoli vloog. Nogmaals speurde ze de uitgestrekte bladerdeken af. Het was hopeloos. Wacht! Er glinsterde iets in het zonlicht.

'Wat is dat?' vroeg ze wijzend.

Carlos schakelde de automatische piloot uit, pakte de stuurknuppel beet en stuurde op de lichtreflectie af, die de weerschijn van het zonlicht op een gigantische waterval bleek. Er werd een smalle, kronkelende rivier zichtbaar. Langs de rivier lag een grillig gevormde open strook met een gele en bruine begroeiing.

Terwijl hij zelf haast automatisch vloog, stak hij het open veld over en begon aan een bocht van dertig graden naar rechts. Hij liet de vleugelkleppen zakken en bracht het toestel op de juiste aanvliegroute. Met een korte ruk bereidde hij het vliegtuig op de uiteindelijk landing voor. Ze zaten nu op 550 meter hoogte en daalden in een lange, geleidelijke glijvlucht. Om vaart te minderen liet Carlos de vleugelkleppen nog wat verder zakken.

'Te laag!' snauwde hij. De toppen van de bomen schoten op hen af. Met een bovenmenselijke krachtsinspanning die uit pure wanhoop voortkwam trok hij de gashendels open. Het toestel begon weer te stijgen.

Met wazige ogen overzag hij de laatste nadering. De moed zonk hem in de schoenen. Het was een afschuwelijk landingsterrein, klein en oneffen, niet groter dan een postzegel. Ze vlogen 250 kilometer per uur. Te snel.

Hij liet een rochelende boer. Zijn hoofd viel op zijn schouder en er gulpte bloed uit zijn mond. De vingers die de stuurknuppel zo stevig omknelden verkrampten in een zinloze dodelijke greep. Het was zuiver aan zijn vakmanschap te danken dat hij het toestel op het allerlaatst nog zo perfect had getrimd. De jet bleef in evenwicht en toen hij de grond raakte, stuiterde hij als een op het water ketsende steen een aantal keren hoog op.

Er klonk een oorverdovend geraas van scheurend metaal toen de bodem van de romp de grond raakte. Door de wrijving tussen het toestel en de stugge aarde nam de snelheid af, maar het vliegtuig schoot nog altijd met zo'n honderdvijftig kilometer per uur voort, waarbij de romp als het blad van een ploeg door de ruwe aarde sneed. De vleugels braken af en de brandstoftanks explodeerden, waarna er over een afstand van nog eens driehonderd meter in het kielzog van het op een bocht in de rivier afrazende toestel twee zwart-oranje vuurzuilen omhoog schoten.

Het vliegtuig zou totaal versplinterd zijn als de met gras begroeide grond langs de rivieroever niet in een zachte, drassige modderstrook was overgegaan. Ontdaan van zijn vleugels en met zijn blauwwitte, met modder besmeurde romp leek het vliegtuig een gigantische worm die zich in het slijk probeerde te verbergen. Het toestel gleed slippend over de glibberige ondergrond en kwam ten slotte met een heftige slingerbeweging tot stilstand. Door de klap sloeg Francesca voorover tegen het instrumentenpaneel en verloor het bewustzijn.

Behalve het geknetter van brandend gras, het klateren van stromend water en het sissen van de gloeiende stukken metaal die in het water staken was alles stil.

Algauw maakten zich uit het omringende bos lange, spookachtige schaduwen los. Geruisloos als rook naderden ze het uiteengescheurde wrak van het verongelukte vliegtuig.