17

Zondag

Laura had het grootste deel van de nacht rusteloos liggen woelen en draaien, en toen ze vroeg in de ochtend eindelijk in slaap was gevallen, merkte ze dat ze recht in de kolkende maalstroom van haar eigen kwade geweten werd gezogen - als een onschuldig kind dat door een vertrouwde stem het duister in wordt gelokt. En des te verder ze het donker inliep, des te banger en verlatener ze zich begon te voelen. Ze wilde weghollen, terug naar het geruststellen­de licht, maar de stem lokte haar steeds dieper het onbekende in. En toch ging ze steeds maar verder, als in trance. Plotseling verscheen er vlak vóór haar een gezicht. Het was zo dichtbij dat ze het bijna kon aanraken en werd beschenen door een vlam die grillige schaduwen over de bleke en gladde huid joeg. Ze herkende het niet - het was een gezicht zonder ogen - en toch wist ze op de een of andere manier dat het Raquel was. Toen ver­scheen er naast het eerste een tweede gezicht. Het zag er precies zo uit als het eerste en ook nu wist ze wie het was. Bill Walker. Daarna verscheen er een derde gezicht, en een vierde, een vijfde. Allemaal precies eender. Plotseling voelde ze dat iets haar arm vastgreep. Ze keek omlaag en zag een benige hand die zich om haar pols klemde. Panisch probeerde ze zich los te rukken, maar zonder resultaat. Een tweede hand greep haar andere pols vast en toen er nog meer benige vingers naar haar armen klauwden en ze merkte dat ze langzaam naar beneden werd getrokken, zette ze het op een gillen...

Ze was onmiddellijk klaarwakker en zat rechtop in haar bed. Het kostte haar een paar seconden voordat ze wist waar ze was, maar toen veegde ze met een trillende hand over haar koude, klamme gezicht en keek op de wekker op het nachtkastje. Toen ze zag hoe laat het was, waren al haar angsten echter onmiddellijk vergeten. Tien voor halfnegen! Ze had met Kellerman afgesproken dat ze om negen uur op de ambassade zou zijn en om tien uur had ze haar ontmoeting met Doyle! Ze herinnerde zich dat ze de wekker gis­teravond op halfacht had gezet - kennelijk had ze daar een klap op gegeven en was ze daarna weer in slaap gevallen. Haastig liep ze de badkamer in, nam snel even een douche en liep daarna met een handdoek om haar naakte lichaam weer naar de slaapkamer om zich aan te kleden. Ze wilde wanhopig graag een kop koffie maar omdat ze binnen een halfuur op de ambassade moest zijn, zette ze die gedachte met tegenzin van zich af, stelde het huisalarm in en trok de voordeur achter zich dicht. Ze liep naar de hoofdweg en nog geen minuut later zat ze in een taxi.

Voor het eerst sinds ze die ochtend wakker was geworden, kreeg ze de kans om haar gedachten een beetje te ordenen. Ze dacht maar liever niet al te lang na over die nachtmerrie - ze had zo'n vermoeden dat dit niet de laatste keer was dat ze die gezichten in haar slaap zou zien - en concentreerde zich in plaats daarvan op de dag die ze voor de boeg had. Binnen twaalf uur zouden Melissa en zij in het vliegtuig zitten, met tien miljoen dollar aan diamanten, buiten het Mexicaanse luchtruim en onderweg naar een nieuw le­ven. Ze wist dat ze niet op de feiten vooruit moest lopen en dat ze eerst nog een stunt moesten zien uit te halen, of liever gezegd, dat Melissa een stunt moest zien uit te halen, want zelf had ze eigenlijk niet meer dan een klein bijrolletje, al was dat dan, op zijn eigen ma­nier, even belangrijk...

Vlak voor negenen kwam de taxi tot stilstand voor de ambassade. Nadat ze bij de ingang haar pasje had laten zien, werd ze het ge­bouw binnengelaten en omdat ze het kaartje dat Kellerman haar had gegeven uit haar hoofd had geleerd, liep ze rechtstreeks naar zijn kantoor. Wat de andere werknemers van de ambassade betrof, was zij Melissa, en ze moest dus de indruk zien te wekken dat ze hier uitstekend de weg wist. Ze klopte zachtjes op de deur, deed die toen een eindje open en keek of ze Kellerman zag. Hij zat aan zijn bureau en wenkte dat ze kon binnenkomen. 'Sorry dat ik zo laat ben. Ik had me verslapen,' zei ze met een wat verlegen glimlach.

'Kom binnen en doe de deur dicht,' zei hij ruw, maar niet onvrien­delijk.

Ze deed wat haar gezegd was en ging, zonder haar blik ook maar een ogenblik van hem af te wenden, voor zijn bureau zitten. 'Is er iets mis?' vroeg ze. 'Dat kun je wel zeggen, ja.'

Ze wachtte tot hij daar nog iets aan toe zou voegen en toen hij bleef zwijgen, vroeg ze: 'Doyle heeft zeker afgezegd, hè?' 'Misschien zijn wij wel degenen die moeten afzeggen,' zei Keller­man. 'Dat hangt eigenlijk alleen van jou af.' 'Ik snap het niet,' zei ze.

'Weet je nog dat ik je heb verteld over kolonel René Santin, het hoofd van de INCD hier in Mexico City?' 'Ja,' zei Laura.

'We hadden een afspraak hier, vanochtend om acht uur. Maar hij is niet komen opdagen en daarom heb ik het hoofdbureau van de INCD gebeld om te vragen waar hij bleef. Hij was de hele ochtend nog niet op kantoor geweest. Ze dachten dat hij hier zat. Toen be­gon ik me ongerust te maken. Ik heb zijn vrouw gebeld, maar die zei dat hij vannacht niet was thuisgekomen. Ze dacht dat hij had overgewerkt, maar hij is gisteravond minstens een uur eerder dan ik naar huis gegaan. En sindsdien heeft niemand hem meer gezien. Het lijkt wel of hij in het niets is opgegaan.' 'Misschien heeft hij een ongeluk gehad,' zei Laura. 'De INCD heeft navraag gedaan bij alle ziekenhuizen en mortu­aria binnen de gemeentegrenzen, maar dat heeft niets opgeleverd, en dat betekent dat we onder ogen moeten zien dat er een reële mogelijkheid is dat hij is ontvoerd - of zelfs vermoord - en dat zijn lijk is gedumpt op een plek waar het niet snel gevonden zal wor­den.'

'Ik begrijp nog steeds niet wat dat met mij te maken heeft,' zei Laura.

'Ik moest hem gisteravond wel de waarheid over Melissa vertel­len. Ik had geen keus. Hij weet dat jij haar niet bent, en als ze hém hebben ontvoerd, is het vrijwel zeker dat het kartel daarachter zit. Mexico City is hun territorium. Het is heel goed mogelijk dat ze hem martelen en wie weet, wat iemand allemaal vertelt om de marteling te laten ophouden, al is het maar voor een paar secon­den?'

'Dus misschien heeft hij ze de waarheid verteld over Operatie Schaakmat,' zei Laura zachtjes. Er klonk weerzin in haar stem toen ze dacht aan wat kolonel Santin misschien was overkomen. 'Het zou best kunnen en dat betekent dat je leven gevaar loopt als je je straks aan de afspraak met Doyle houdt.' 'Maar als ze weten dat het doorgestoken kaart is, zullen ze toch wel afzeggen?' zei ze.

'Zodat ze hun kans verspelen om die diskette in handen te krij­gen? De namen daarop zouden hun de overhand geven als het ooit tot een machtsstrijd komt met de andere kartels en omdat er zoveel voor hen op het spel staat, zullen ze het risico misschien toch nemen. Bovendien weten we nog helemaal niet zeker dat Santin in handen van het kartel is gevallen en als dat niet het geval is, komt Doyle vanochtend gewoon opdagen, zonder dat hij ook maar iets vermoedt. Daarom zei ik daarnet dat het nu aan jou is om te beslissen of je hiermee door wilt gaan of niet. Ik zou er alle begrip voor hebben als je wilt kappen.' 'Ik ga niet op het laatste moment terugdeinzen,' zei ze. Kellerman stond op en liep om zijn bureau heen, pakte de doos met sigaretten en hield haar die voor. 'We zullen je voorzien van een zendertje, zodat we kunnen meeluisteren. Bij elk teken van onraad kunnen we dan onmiddellijk ingrijpen.' 'En wat als hij dat zendertje opmerkt?' vroeg ze. Een zendertje! Dat was wel het laatste waar ze behoefte aan had. Doyle zou zowel Melissa als haarzelf erbij kunnen lappen door iets te zeggen waar­uit bleek dat Melissa gisteren op het onderduikadres was geweest. Maar ach, er kon van alles gebeuren en zo belangrijk was het niet. 'Tenzij hij al weet dat het doorgestoken kaart is, heeft hij geen re­den om je te fouilleren,' zei Kellerman. 'Daarom kun je maar be­ter een zendertje meenemen.'

'Ik ken Doyle natuurlijk niet zo goed als jij, maar ik zou zo denken dat hij zich heus niet in de buurt van dat hotel zal wagen als hij al weet dat Melissa dood is. En wat als hij wel besluit me te fouille­ren? Als ik dat niet toesta, krijgt hij argwaan en dan gaat de hele deal niet door, en als hij dat zendertje vindt, word ik ook nog eens vermoord. Denk je nou echt dat je die kamer kunt bereiken voor­dat hij de trekker overhaalt?'

'We kunnen het draadje zo verbergen dat hij het nooit vindt,' zei Kellerman.

'Hij weet heus wel waar hij zoiets moet zoeken. Zet het maar uit je hoofd, Tom. Geen zendertje.' Voor hij kon tegenspreken, stak ze haar hand op. 'Laat ik het anders zeggen. Als je erop staat dat ik een zendertje meeneem, gooi ik het weg zodra ik in het hotel ben en als je dat niet bevalt, kunnen we de hele zaak ook alsnog afbla­zen.'

'Oké, geen zendertje dan. Nou goed?'

'Ik probeer alleen maar goed op mezelf te passen. Ik ben degene die straks alle risico's loopt.'

Kellerman haalde een verzegelde envelop uit de brandkast in de muur en deed die daarna zorgvuldig weer op slot. Met de brief­opener sneed hij de envelop open en haalde er een diskette uit. 'Hier is het allemaal om begonnen,' zei hij terwijl hij het schijfje omhooghield. 'De naam van alle agenten van de drugsbestrijding en iedere informant in Mexico en Colombia. Hij is gisteravond per diplomatieke post aangekomen uit Washington.' 'Hadden jullie niet gewoon een diskette met valse namen kunnen maken? Wat als Doyle toch weet te ontkomen?' 'De INCD heeft al agenten rondom het hotel geposteerd en zodra jij met de diamanten naar buiten komt, wordt hij opgepakt,' zei Kellerman. 'Natuurlijk hadden we hem liever een lijst met verzon­nen namen gegeven, maar voor hij met de diamanten over de brug komt, zal Doyle die lijst heel zorgvuldig controleren en we kunnen er rustig van uitgaan dat hij al verschillende agenten op die lijst kent, en dat hij hun namen als eerste zal naslaan om de authentici­teit van het document te verifiëren. We weten alleen niet wie dat zijn. Als ze niet op de diskette staan, gaat de deal niet door, en als hij die diskette niet bij zich heeft als hij wordt opgepakt, lukt het ons nooit om een veroordeling uitgesproken te krijgen. Dan komt hij weer op vrije voeten en dat betekent dat Operatie Schaakmat is mislukt. Dit is ook niet ideaal, maar we hebben weinig keus.' 'Hoe weet ik of die diamanten echt zijn?'

'We hebben een plaatselijke juwelier ingehuurd als taxateur. Hij heeft wel eens eerder voor ons gewerkt. Hij zal de kwaliteit van de diamanten controleren en checken of ze werkelijk tien miljoen dollar waard zijn. Hij zit op je te wachten in een auto naast het ho­tel. Bel hem maar zodra je contact hebt gelegd met Doyle. Dit is zijn nummer.'

'Daar heb je eerder helemaal niets over gezegd,' zei Laura terwijl ze het papiertje aannam.

'Het leek me niet van belang. Wat maakt het uit? Melissa wist ook niet veel van diamanten en dus maakt het je dekmantel er alleen maar geloofwaardiger op. Zodra hij je heeft verzekerd dat de dia­manten authentiek zijn, gaat hij weer weg, zodat Doyle en jij de deal kunnen afronden.' Kellerman overhandigde haar een tweede envelop. 'Dat is het geld voor de juwelier. Betaal hem voordat hij weggaat.'

Laura stopte de envelop in haar tasje. 'Hoe lang duurt het voordat ik van hieruit bij het hotel ben?' 'Hooguit tien minuten,' zei hij.

'Kan ik dan misschien snel nog een kop koffie krijgen? Ik heb

vanochtend nog geen kans gezien om koffie te zetten. Ik had zo'n haast.'

'Dat valt wel te regelen, denk ik,' zei hij en hij pakte de telefoon. 'Denk je dat Doyle op komt dagen?' vroeg Laura. 'Ik zou het niet weten,' zei hij terwijl hij zijn hand over het mond­stuk legde. 'Het enige wat we kunnen doen is lokaas neerleggen en hopen dat hij in de val trapt. De rest gaat buiten ons om.'

Met behulp van een afstandsbediening opende Doyle het hek aan de voet van de afrit naar de ondergrondse parkeergarage onder het Mex-Freightgebouw en reed in zijn Mercedes naar de onder­ste van de twee verdiepingen. Op de twee BMW's van de gebroe­ders Salcido na was die volkomen leeg. Hij parkeerde zijn wagen naast de hunne, zette de motor af en stapte uit. Hij drukte op de liftknop en toen de deuren openschoven, stapte hij in en haalde een magneetkaart door de gleuf onder het bedieningspaneel. De deuren schoven weer dicht en hij werd snel naar het penthouse van Juan Salcido gebracht.

Hij stapte een gang met blauw tapijt in waar Garcia al stond te wachten om hem naar de lounge te brengen. Juan en Ramon Sal­cido zaten naast elkaar op een grote sofa tegenover de deur. Pe­raya zat aan de ronde bar in de hoek van het zaaltje. 'Ah, Doyle,' zei Ramon Salcido. 'Kom binnen.' En na die woorden knipte hij met zijn vingers naar Peraya, die een koffertje van de bar tilde en dat op het koffietafeltje voor de twee gebroeders neerzette. Salci­do maakte de twee sloten open en tilde het deksel op. Er lagen twee fluwelen zakken in, die allebei met een veter waren dichtge­bonden. 'Vijftienhonderd kleine, geslepen diamanten per zakje,' zei hij tegen Doyle. 'Totaal gewicht: zeshonderd gram. Totale waarde: tien miljoen dollar. Dat was toch wat je met Wade had af­gesproken?' 'Ja,' zei Doyle.

Salcido deed het deksel weer dicht en schoof het koffertje over de tafel naar hem toe. 'Persoonlijk zou ik er de voorkeur aan hebben gegeven als Peraya of Garcia met je mee was gegaan naar dat ho­tel. Per slot van rekening vormt tien miljoen dollar in niet-traceerbare diamanten voor een groot aantal mensen een ernstige verlei­ding.'

'Als u me niet vertrouwt, doet u het dan zelf,' zei Doyle. 'Buiten mijn naaste familie vertrouw ik helemaal niemand, Doyle. Je hebt inmiddels lang genoeg voor me gewerkt om dat te weten.

Maar Juan heeft alle vertrouwen in je en ik heb alle vertrouwen in zijn oordeel.'

'Maar in mijn loyaliteit heeft u niet zo veel vertrouwen,' zei Doyle kil.

'Als het erop aankomt, hebben we allemaal zo onze prijs, Doyle. Je hebt in de loop der jaren voldoende mensen omgekocht om dat te weten.'

'Maar ik weet ook dat sommige mensen niet te koop zijn,' zei Doy­le.

'Alleen omdat we niet bereid waren het bedrag dat ze zichzelf waard vonden, op tafel te leggen. IJdelheid en gulzigheid gaan al­tijd hand in hand.'

'Argwaan en angst ook,' zei Doyle, en na die woorden pakte hij het koffertje, en liep naar de deur.

'Doyle,' riep Juan Salcido hem na. 'Als je klaar bent, kom dan met­een met die diskette hierheen. We blijven hier op je wachten. Garcia, breng hem even naar de deur.'

Garcia liep achter hem aan de gang in. 'Je weet dat hij je alleen maar probeerde op te naaien,' zei Garcia terwijl hij naast Doyle kwam lopen, die nu met lange passen naar de lift beende. Doyle bleef met een ruk staan. 'Je weet net zo goed als ik dat hij dat letterlijk meende, woord voor woord. Ik werk nu al vier jaar voor het kartel en in al die tijd heb ik hem nooit ook maar enige re­den gegeven om aan mijn loyaliteit te twijfelen. Ik heb hem gehol­pen met het witwassen van miljoenen dollars aan contant geld en daarbij is er nog nooit ook maar één enkele luizige dollar verloren gegaan. En nou word ik zó behandeld. Dat hoef ik niet te nemen. Niet van hém, en van niemand niet. Iemand zou die vent eens een lesje moeten leren.'

'Je gaat toch geen stomme dingen uithalen, hè?' zei Garcia, en toen Doyle zijn hand naar de liftknop wilde brengen, greep hij zijn chef bij de arm.

'Denk maar niet dat ik niet in de verleiding word gebracht,' grauw­de die, en toen zag hij dat Peraya inmiddels ook de lounge uit was komen lopen en nu bij de deur stond, met zijn handen op zijn rug. Hoeveel had de man gehoord? Alles wat hij had gehoord, zou hij onmiddellijk doorbrieven aan Juan en Ramon Salcido. Plotseling voelde Doyle een golf van angst in zich opkomen. Hij had met die laatste opmerking helemaal niets bedoeld. Het was gewoon iets dat hij had gezegd in een opwelling van machteloze woede. Hij zou nooit iets doen dat het kartel schade zou berokkenen. Om de scha­de zoveel mogelijk te beperken, begon hij te grinniken en gaf Garcia een klopje op diens arm. 'Let maar niet op mij, hoor. Ik moest gewoon even stoom afblazen.'

Hij nam de lift naar de garage, stapte in zijn auto en reed de oprit naar buiten op, waar hij met zijn afstandsbediening het hek liet openschuiven. Toen hij links afsloeg naar de República de Vene­zuela, in de richting van het Canada Hotel, maakte een wagen ver­derop in de straat zich los van de stoeprand en begon hem op dis­crete afstand te volgen.

Melissa was die ochtend vroeg opgestaan en na een snel ontbijt met een broodje en een kop koffie had ze kort na halfacht het ho­tel verlaten en was in haar huurwagen naar Chapultepec Park ge­reden, waar ze haar wagen binnen gezichtsafstand van Doyles rui­me bungalow had geparkeerd. Daar had ze een uur staan wachten voordat ze Doyles Mercedes door de poort naar buiten zag schie­ten en ze hem was gevolgd naar het Mex-Freightgebouw, waar ze weer was blijven wachten tot hij de garage uit kwam rijden, en ze opnieuw de achtervolging inzette.

Om vooral geen risico's te lopen liet ze voortdurend twee wagens tussen haar en Doyle in rijden - niet dat die haar herkend zou heb­ben met haar blonde pruik en haar donkere bril op. Toen ze bleven staan voor een stoplicht twee straten van het hotel, toetste ze zijn nummer in op haar mobiele telefoon.

'Doyle, met Melissa Wade,' zei ze en ze zorgde ervoor dat er een angstige toon in haar stem lag.

'Wat is er?' vroeg Doyle dringend en ze hoorde hem vloeken toen het licht op groen sprong en de taxi achter hem begon te toeteren omdat hij niet optrok.

'Waar zit je?' vroeg ze terwijl de wagen vóór haar optrok en ze op het gaspedaal drukte.

'Ik ben net voorbij de kruising van Donceles en Brasil...' 'Niet doorrijden!' schreeuwde ze in de hoorn. 'Misschien hebben ze je nog niet gezien!'

'Waar heb je het over?' vroeg Doyle onzeker. 'Wie zal me niet zien en waarom niet? Wat is er verdomme aan de hand, Wade?' 'Niet doorrijden!'

Doyle gaf een harde ruk aan het stuur en zette zijn wagen langs de kant van de weg. De taxichauffeur achter hem moest hard op zijn rem trappen en voordat hij weer doorreed, stak de man zijn mid­delvinger op. Melissa reed langs hem heen en sloeg de eerstvol­gende zijstraat in, waar ze haar wagen wel parkeerde, maar de mo­tor liet draaien. Hij zat nu aandachtig naar haar te luisteren en ze wist dat hij niet verder zou rijden tot ze had uitgelegd wat er aan de hand was.

'Oké, ik ben langs de kant van de weg gaan staan,' zei Doyle. 'Wat is er aan de hand, verdomme?'

'Ik ben net langs het hotel gereden en zag Tom Kellerman in een auto zonder politiemerktekenen zitten, vlak bij de ingang. Ik heb ook een agent van de INCD in een taxi zien zitten. Er moeten er nog meer in de buurt zijn. We zijn verraden, Doyle.' 'Maar hóe dan, goddomme?' zei Doyle.

'Ik hoopte nou juist dat jij dat aan mij kon vertellen,' zei ze op niet

minder scherpe toon.

'Wat moet dat nou weer betekenen?'

'Dat iemand van het kartel ze heeft getipt.'

'Dat kan niet!'

'Nou, ik ga er niet over zitten discussiëren. Waarschijnlijk is er al een aanhoudingsbevel uitgevaardigd, dus ik ga ervandoor nu het nog kan. De deal gaat niet door, Doyle.' 'Wacht even!' schreeuwde Doyle.

Ze had hem in het nauw gedreven en nu was hij aan haar genade overgeleverd. Niet dat ze het hem makkelijk zou maken. Dit was het moment van haar triomf en ze zou er alles uithalen wat er maar uit te halen viel. 'Wie wist er van onze afspraak?' 'De Salcido's natuurlijk, Garcia, Peraya en ikzelf.' Een korte stilte. 'Meer niet. Alleen wij vijven, maar dat wist je natuurlijk al.' 'Ik weet alleen maar wat jij me verteld hebt,' zei ze. 'Verder wist niemand ervan. Op mijn erewoord.' 'Jouw woord is op dit ogenblik voor mij helemaal niets waard, Doyle. Ik zorg dat ik snel het land uit kom en als het stof weer wat is neergedaald, vind ik wel een andere koper.' 'Wade - Melissa - wacht even,' zei Doyle wanhopig. 'Niet ophan­gen. We kunnen er nog wel iets aan doen. Laten we er tenminste even over praten, alsjeblieft!' 'Zestig seconden, Doyle. Brand maar los.'

'Oké, dus de politie zit ons op de hielen. Dat zal ik niet betwisten. En ik zal ook niet ontkennen dat ze misschien een tip hebben ge­had van... tja, van iemand binnen het kartel. Maar dat wil nog niet zeggen dat de deal niet door kan gaan. Er valt altijd wel iets te...' 'Ik blijf hier niet in Mexico City rondhangen terwijl jij je afspraken omgooit om een geschikt moment te vinden voor een nieuwe af­spraak,' viel ze hem nijdig in de rede. 'Of we doen het nu meteen, maar dan op een andere plek, of ik zoek wel een andere koper. Ik weet zeker dat me dat niet al te veel moeite zal kosten. Per slot van rekening staan de namen van het grootste deel van jullie verklik­kers ook op die diskette. Dat alleen al zal de prijs op de open markt fors opdrijven.'

'Oké, dat is dan duidelijk. Waar wil je afspreken?'

'Ik heb er nog niet eens over nagedacht. Een stille plek. Jij kent

deze stad heel wat beter dan ik. Stel maar iets voor.'

'Er is een grote parkeergarage aan de Avenue Juarez, een paar

straten voorbij het Monument voor de Revolutie, tegenover het

gebouw van de Nationale Loterij.'

'Welke verdieping?'

'Eh, doe maar de tweede.'

'Het is nu negen uur tweeënveertig. We spreken af om kwart over tien. Als je er dan niet bent, gaat de deal niet door, en als ik daar ie­mand anders zie ook niet. En het spreekt vanzelf dat je dit voor je houdt tot we tot zaken zijn gekomen en ieder zijns weegs is ge­gaan. Tot je erachter bent wie er met de DEA onder één hoedje speelt, kun je niemand vertrouwen - zelfs de Salcido's niet.' 'Kwart over tien. Zorg dat je niet te laat komt.' De verbinding werd verbroken.

Melissa zette de telefoon uit en glimlachte. Ze had Doyle in de val gelokt en alles was precies volgens plan verlopen. Maar voordat ze hem hielp om de strop nog wat strakker om zijn nek te leggen, moest ze eerst Laura nog opzoeken in het hotel. Ze gaf gas en reed voorzichtig naar het eind van het straatje, waar ze zag dat Doyles wagen niet langer langs de weg stond. Ze draaide de República de Brasil op en reed snel naar het niet ver daarvandaan gelegen ho­tel.

Toen de taxi voor het Canada Hotel tot stilstand kwam, herinner­de Laura zich wat Kellerman had gezegd voordat ze het ambassa­degebouw had verlaten. Denk eraan dat Doyle vast en zeker door zijn eigen mensen in de gaten wordt gehouden en als die ook maar één ogenblik vermoeden dat er iets niet in de haak is, halen ze hem zonder enige aarzeling terug. Het is van het grootste belang dat we het verrassingselement niet verliezen, zodat hij niets in de gaten heeft als hij met die diskette het hotel uit loopt. Maar hij zou het hotel niet verlaten met die diskette op zak. In fei­te zou hij niet eens in het hotel komen opdagen. En terwijl zij als lokaas in het hotel zat, zou Melissa de deal met Doyle afronden op een andere plek zonder dat de autoriteiten er iets van zouden mer­ken. En als ze eenmaal achter de waarheid kwamen, zouden Me­lissa en zij zich allang uit de voeten hebben gemaakt - mét de dia­manten.

Nadat ze had afgerekend met de chauffeur stapte Laura uit en liep het hotel binnen. Ze wist dat de INCD de lobby liet bewaken en daarom was het van groot belang dat ze de schijn bleef ophouden. De kamer die Doyle had geboekt, bevond zich op de derde ver­dieping. Ze stapte in de lift en toen de deuren opengingen, stapte ze de gang in, die volkomen leeg bleek te zijn. Ze liep de trap af naar de daaronder gelegen verdieping. Ze gaf een korte, felle klop op de deur, die vrijwel onmiddellijk werd geopend. Melissa greep haar bij de arm en trok haar snel de kamer in. 'Santin is verdwenen,' zei Laura toen haar zus de deur weer dicht had gedaan.

'Santin is dood,' zei Melissa en toen ze de plotseling onzekere uit­drukking op Laura's gezicht zag, voegde ze daaraan toe: 'Nee, ik had er niks mee te maken.' 'Hoe weet je dan dat hij dood is?' 'Ik heb zo mijn bronnen,' zei Melissa. 'Hoe komt het dan dat de DEA het nog niet weet?' 'Waarschijnlijk zijn mijn bronnen beter dan die van hen. Maar ze komen er snel genoeg achter, hoor.' 'Hij wist dat ik hier ben,' zei Laura. 'Van wie had hij dat gehoord?'

'Van Tom,' zei Laura, en om Kellerman niet af te vallen, zei ze haastig: 'Maar hij had geen keus. Als het kartel Santin heeft gekid­napt, zullen ze hem net zo lang martelen tot hij alles vertelt en hem dan... vermoorden, en de deal gaat dan ook niet door. Dat denkt Tom in ieder geval.'

'Ik heb uit betrouwbare bron dat het een schone moordaanslag was,' zei Melissa. 'Maak je maar geen zorgen. Het kartel weet ner­gens van.'

'Dus de deal gaat door?' vroeg Laura.

'Ja hoor. Ik heb Doyle net nog gesproken. We worden rijk, zusje,' zei Melissa met een brede grijns. 'Wauw!' riep Laura en ze vielen elkaar in de armen. Melissa maakte zich echter snel weer los. 'We hebben straks nog ruim de tijd om het te vieren,' zei ze. 'Waar is de diskette?'

Laura haalde hem uit haar tasje en gaf hem aan Melissa, die haar laptopcomputer op het bed legde en hem aanzette. Ze duwde de floppy in een van de twee diskdrives en nadat ze even op de eerste bladzijden had gekeken om te controleren of het wel het juiste do­cument was, schoof ze een lege diskette in de tweede diskdrive en maakte een kopie van het oorspronkelijke document. Voordat ze de eerste diskette weer uit de computer haalde en die teruggaf aan Laura, maakte ze echter nog een tweede kopie. 'Je zei dat je maar één kopie zou maken, om die aan Doyle te ge­ven.'

'De tweede kopie is mijn... sorry, ónze verzekeringspolis,' zei Me­lissa. 'Als de DEA eenmaal in de gaten krijgt wat er aan de hand is, zal het ze niet lang kosten om erachter te komen dat ik betrokken was bij de aanslag op het onderduikadres en dan komen ze achter me aan. Daarom heb ik vanochtend een brief aan de ambassade gepost. Hij is gericht aan Tom en die zal hem binnen een paar da­gen wel in handen krijgen. Ik heb hem geschreven dat de diskette naar het Colombiaanse kartel van Cali wordt gestuurd als ons iets overkomt. Vergeleken bij de manier waarop die jongens wraak ne­men, zijn de Salcido's maar een heel duf stelletje. Iedere verklik­ker op die lijst zou geëxecuteerd worden. Zonder uitzondering.' 'Dat is toch bluf, hè?'

'Aan bluf doe ik niet, zusje, en dat weet de DEA maar al te goed. Daarom zullen ze mijn dreigement ook wel serieus moeten ne­men.' In een poging om Laura gerust te stellen lachte Melissa haar vriendelijk toe. 'Als ze ons met rust laten, hoeven ze zich nergens druk om te maken. Ik neem gewoon wat extra voorzorgsmaatre­gelen. Gewoon, om op alles voorbereid te zijn. Meer niet.' 'Je hebt het hier nooit eerder over gehad.'

'Omdat ik het niet zo gepland had. Als we er alleen maar vandoor waren gegaan met de diamanten van het kartel zouden de autori­teiten daar heus niet lang wakker van hebben gelegen. Maar door de gebeurtenissen van de afgelopen dagen is dat allemaal veran­derd. We moeten ons aanpassen, zusje, en ons ervan verzekeren dat we de DEA te allen tijde een stapje vóór blijven, want anders krijgen ze ons te pakken. Ik weet niet hoe jij erover denkt, maar ik heb absoluut geen zin om de rest van mijn leven weg te rotten in een Mexicaanse gevangenis.'

'Ik ook niet,' zei Laura en daarna wees ze op de oorspronkelijke diskette, die nu op het bed lag. 'Is dat het schijfje dat je aan Doyle gaat geven?' Melissa knikte. 'En daar zit dus een valstrik in?' Melissa pakte de diskette op. 'Je zet geen "valstrikken" op een floppy, zusje. Zoiets heet een virus. Straks krijgt Doyle de verras­sing van zijn leven.' 'Zij allemaal toch zeker?'

'Dat kun je wel zeggen, ja,' zei Melissa terwijl ze de diskette in haar zak stopte en naar de deur liep. 'Je kunt maar beter weer naar de derde verdieping gaan, voordat iemand in de gaten krijgt dat je daar niet bent.'

'Hoe lang moet ik in die kamer blijven wachten?'

'Hoogstens een halfuur. De INCD laat je waarschijnlijk al eerder

weggaan als ze doorkrijgen dat Doyle niet komt opdagen.'

'En jij komt me vanmiddag dus ophalen?' zei Laura.

'Ja. Rond een uur of een - op zijn laatst halftwee.' Zorg dat je

klaarstaat, zusje. We gaan rechtstreeks naar het vliegveld.'

'Doe ik.'

Melissa sloeg nog even haar armen om haar heen en deed toen de deur open. 'Nou, vooruit jij. Ik zie je straks.' 'Veel geluk, Melissa.'

'Ach, met dit hier heb ik dat helemaal niet nodig,' zei Melissa en ze tikte op de diskette in haar zak.

Meteen nadat Laura de kamer uit was gelopen, werd de deur ach­ter haar in het slot geduwd. Terwijl ze de trap naar de derde ver­dieping opliep, besefte ze dat ze nu alleen maar hoefde te wach­ten...

Het was al kwart over tien toen Melissa vanaf de belangrijkste ver­keersader door het centrum - de Paseo de la Reforma - de Ave­nue Juarez op draaide en naar de niet ver daarvandaan gelegen parkeergarage reed - die trouwens minder dicht bij het gebouw van de Nationale Loterij lag dan Doyle had beweerd. Toen ze een kaartje uit de machine bij de ingang haalde, ging de slagboom au­tomatisch omhoog, en ze reed naar de tweede verdieping, waar in­middels al een stuk of zes wagens geparkeerd stonden, waaronder ook Doyles Mercedes met zijn ondoorzichtige ruiten. Om te kij­ken of daar geen mensen in zaten, reed ze even langs de andere wagens.

Ze maakte zich echter veel drukker over het risico dat ze herkend zou worden door iemand die hier toevallig ook moest zijn, dan over het gevaar dat Doyle vuil spel zou spelen. Die gedachte was tot nu toe nog niet eens bij haar opgekomen en ze zette hem ook onmiddellijk weer van zich af. Doyle was uit hetzelfde hout gesne­den als Juan Salcido; beide mannen hielden altijd woord. Voorzo­ver ze wist, had geen van beiden ooit een belofte verbroken of zich niet aan een afspraak gehouden. Het was een erecode die op de een of andere manier een anachronisme leek in hun gewelddadige wereld vol drugs en dood.

Ze parkeerde de wagen twee parkeervakken naast de Mercedes en zette de motor af. Een ogenblik later schoof het raampje in het rechterportier van de Mercedes omlaag en gaf Doyle haar een kort knikje. Ze pakte een grote sporttas van de achterbank, stapte uit en nadat ze zorgvuldig om zich heen had gekeken, liep ze naar de Mercedes toe. 'Achterbank,' zei Doyle.

Ze deed het portier open en stapte in. Doyle drukte op een knop en het zijraampje schoof weer dicht.

Hij keek op zijn horloge. 'Je bent te laat.' Het was achttien minu­ten over tien.

'Ik mag te laat komen,' zei ze. 'Ik heb de spelregels gemaakt.' 'Heb je de diskette meegenomen?' vroeg Doyle. Ze haalde hem uit haar zak, maar toen Doyle hem uit haar hand wilde plukken, trok ze die snel terug. 'Jij de diamanten, ik de dis­kette. Zo kunnen we tegelijkertijd kijken of de geleverde goede­ren wel deugdelijk zijn. Of heb je daar soms bezwaar tegen?' Doyle zei niets, maar pakte het koffertje dat samen met een laptop op de stoel naast hem lag, haalde er twee fluwelen zakken uit en gaf die aan haar. Zij gaf hem de diskette en haalde een elektroni­sche diamanttester uit de tas.

'Als dit doorgestoken kaart is, ga je eraan,' zei Doyle terwijl hij haar in de achteruitkijkspiegel strak aankeek. 'Je haalt me de woorden uit de mond,' zei ze en trok de Smith & Wesson uit de verborgen holster, die achter in haar spijkerbroek zat en legde die binnen handbereik naast haar op de achterbank. 'Laten we dan maar snel verdergaan,' zei Doyle, en hij zette de computer aan.

'Geen probleem,' zei ze en ze maakte een van de zakjes open om te zien wat erin zat.

Laura klopte zachtjes op Kellermans deur. Geen reactie. Dat ver­baasde haar - ze hadden gezegd dat hij in zijn kantoor op haar zat te wachten. Ze keek om de hoek van de deur en zag dat hij aan zijn bureau zat en met zijn handen achter zijn hoofd naar een punt ergens op de muur tegenover hem zat te staren. 'Tom?' zei ze. Zonder zijn hoofd ook maar iets te bewegen, keek hij haar aan.

'Kom maar binnen,' zei hij met holle stem. Ze deed de deur achter zich dicht en ging zitten. 'Nadat Santin de afgelopen nacht is ver­dwenen, had ik eigenlijk wel kunnen weten dat Doyle vandaag niet zou komen opdagen. Ik heb toen al tegen je gezegd dat het kartel daar vermoedelijk wel de hand in zou hebben en ik had ge­lijk. Hij moet ze hebben verraden wat ik hem op het onderduik­adres in vertrouwen had verteld. Ik weet dat hij de martelingen waarschijnlijk zo lang als menselijkerwijs maar mogelijk is, heeft verdragen, maar dat is nu maar een schrale troost. Zo'n kans als deze krijgen we nooit meer. Zo'n kans krijg je maar eens in je le­ven. En we hebben het verknoeid.'

'Dat kun je jezelf niet kwalijk nemen, Tom.' Nee, het was mijn schuld, zei ze vol bitterheid tegen zichzelf. Melissa en ik, zusters in de misdaad. Het is onze schuld. Ze nam het zichzelf erg kwalijk dat ze hem dit had aangedaan.

'Probeer dat de hoge heren in Washington maar eens wijs te ma­ken. Die houden niet van losse eindjes. Dat staat niet goed in hun rapporten aan het Congres. En als hoogste agent hier in het veld zal ik ook de meeste stront over me heen krijgen nu Operatie Schaakmat is mislukt.'

'Maar dat is niet eerlijk,' zei ze terwijl ze een sigaret uit de doos op zijn bureau pakte.

'Misschien niet, maar zo werkt het. Het was de belangrijkste deal die de DEA de afgelopen twaalf maanden heeft georganiseerd. Melissa en ik hebben niet alleen toestemming moeten zien te krij­gen van onze onmiddellijke superieuren, maar ook van een groep hoge adviseurs van het Witte Huis, want zoals ik je al heb verteld, heeft de president in het geheim afgesproken met de Mexicaanse regering dat Doyle na zijn arrestatie zou worden uitgeleverd. Het Witte Huis heeft erg zijn best gedaan om ons ter wille te zijn en in ruil daarvoor wilden ze de verzekering dat er niets mis kon gaan. Die verzekering moest ik ze dus wel geven en dat was een van de belangrijkste redenen waarom ik je te elfder ure nog heb gevraagd of je ons te hulp wilde komen. Nu de deal is mislukt, moet het Wit­te Huis een zondebok hebben, zodat ze zelf alle betrokkenheid kunnen ontkennen. En het is niet moeilijk te raden wie die zonde­bok zal worden.'

'Ik... ik had geen idee,' stamelde ze. Dit was de bedoeling niet. Me­lissa had nooit gezegd dat hij zou moeten opdraaien voor hun be­drog.

'Waarom zou je ook?' zei hij mismoedig. 'Je staat er verder hele­maal buiten. Je had hier eigenlijk helemaal niet bij betrokken mo­gen worden. Maar ik moet daar wel aan toevoegen dat we zonder jouw hulp nooit zover zouden zijn gekomen als we ondanks alles toch gekomen zijn. Dat zal ik nooit vergeten.' Toen de telefoon ging, boog hij zich voorover en griste de hoorn van de haak. Zonder zijn ogen ook maar een ogenblik van Laura's gezicht af te wenden luisterde hij naar wat de beller te zeggen had. 'Ik kom eraan,' zei hij en hij hing op. 'Santins lijk is gevonden... in een greppel ergens aan de rand van de stad. Zoals het me werd be­schreven, klinkt het als een professionele aanslag: één nekschot. Het vreemde is echter dat niets erop wijst dat hij is gemarteld. Dat roept weer een hoop nieuwe vragen op.' Hij trok zijn jas aan en klopte even op zijn jaszak om te zien of zijn autosleutels erin za­ten. 'Ik neem aan dat dit het begin is van het onderzoek naar het mislukken van Operatie Schaakmat.' 'Wat wil je dat ik doe?' vroeg ze.

'Ga maar naar huis. Maar eerst kun je me beter die diskette terug­geven. Stel je voor dat we de diskette ook nog zouden kwijtraken. Dat kunnen we nou even niet hebben.' Ze haalde de diskette uit haar jaszak, en gaf hem terug. Daarna pakte ze ook haar porte­feuille, en gaf hem het geld terug dat ze eerder op de dag van hem had gekregen om de taxateur te betalen. Hij stopte alles in de safe in de muur. 'Ik had je graag een lift gegeven, maar ik moet precies de andere kant op.'

'Ik denk dat het me nog wel lukt om een taxi te bellen,' zei ze, maar het nauwverholen sarcasme ging vergezeld van een glimlach. 'Kom, dan breng ik je wel even naar de voordeur.' Ze gingen naar de lobby en liepen van daaruit het parkeerterrein achter het gebouw op. Hij bleef naast zijn auto staan en viste de sleutels uit zijn broekzak. 'Ik denk niet dat ik kans zie om vóór vanavond nog langs te komen, maar op weg naar huis kom ik even langs. Goed?'

'Dat zou leuk zijn,' zei ze zonder enige uitdrukking in haar stem. 'Dat klinkt niet echt wild enthousiast,' zei hij goedmoedig. Ze glimlachte maar een beetje. Wat kon ze anders doen? Ze wist dat ze hem nooit meer terug zou zien en dat deed haar al verdriet genoeg. Maar wat het ondraaglijk maakte, was dat hij nooit zou weten hoeveel ze om hem gaf. En met dat verraad, aan hem en aan haar eigen gevoelens, zou ze de rest van haar leven moeten zien te leven. Nóg meer schuldgevoelens. Nóg meer verdriet. Het scherpe geluid van de claxon deed haar opschrikken en ze deed een paar stappen naar achteren, zodat hij achteruit het par­keervak uit kon rijden. Hij zwaaide even en reed toen naar de slag­boom, die snel door de bewaker omhoog werd geklapt. De wagen draaide de rijweg op en verdween uit het zicht. Ze zette haar zon­nebril op. Niemand mocht haar tranen zien.