4

Woensdag

'Weet je zeker dat je dit wilt?'

'Nee,' zei Laura ronduit. Ze zat in haar eigen huiskamer, tegen­over Kellerman. 'Nee,' herhaalde ze, 'dat weet ik helemaal niet ze­ker, maar als ik het niet doe, is al Mels harde werk voor niets ge­weest.'

'Die eerlijkheid stel ik op prijs,' zei Kellerman. 'Ik ben blij dat u van mening bent veranderd. We zijn u werkelijk heel dankbaar.' 'Aan die dankbaarheid van u heb ik geen behoefte. Ik doe dit niet voor u en al evenmin voor de DEA. Ik doe dit voor Melissa. Ik be­sef nu hoe belangrijk deze operatie voor haar geweest moet zijn. Ze heeft er duidelijk een hoop tijd en inspanning aan besteed om zover te komen en ik weet dat ze gewild zou hebben dat ik haar werk afmaakte.' Laura haalde een sigaret uit het pakje op het klei­ne koffietafeltje naast haar en stak hem op. 'Dus wat gaat er nu ge­beuren?'

'Melissa en ik waren van plan om vanmiddag terug te vliegen naar Mexico. Dat weet Doyle ook, dus het is van het grootste belang dat we ons aan de planning houden. Ik heb alle relevante reisdocu­menten in het hotel liggen. Het enige wat u nodig zult hebben, is Melissa's paspoort. Waarschijnlijk zit dat ergens in haar tas.' 'Ik denk van wel,' zei Laura. 'Ik heb nog niet de tijd gehad om daarin te kijken. Eén ding tegelijk.' 'Als u wilt dat ik het even doe...'

'Nee,' viel Laura hem in de rede. Melissa zat in de logeerkamer en luisterde mee via een koptelefoon. 'Bedankt, maar vroeg of laat zal ik toch haar spullen eens moeten opruimen.' 'Wat doet u met uw werk?'

'Ik heb Raquel wel moeten vertellen wat er aan de hand is. Ik heb haar gevraagd om niets te zeggen tot het nieuws van Mels dood volgende week officieel bekendgemaakt wordt. De anderen krijgen gewoon te horen dat ik onverwacht weg moest wegens per­soonlijke omstandigheden. Raquel heeft beloofd om de komende dagen zoveel mogelijk patiënten op te vangen als ze maar kan en met de rest wordt een nieuwe afspraak gemaakt. Dat is geen pro­bleem.'

'U weet dat u voor uw vertrek uw haar zult moeten laten knip­pen?'

'Ik heb al een afspraak gemaakt. Ik neem wel een recente foto van Melissa mee, zodat ik het op de juiste lengte kan laten knippen. Mijn haar is een centimeter of vijf langer dan dat van haar. Het verbaast me trouwens dat u dat is opgevallen. Melissa zei dat...' Ze hield abrupt op en vloekte zichzelf in stilte uit omdat ze zo ar­geloos was geweest. Ze voelde zich in zijn gezelschap zo op haar gemak dat ze bijna haar mond voorbij had gepraat. Het was de eerste keer dat ze dat zichzelf toegaf en ze werd er ineens heel ner­veus van. Dat betekende dat ze nog meer op haar hoede moest zijn als hij in de buurt was. Hij zat haar nu aan te kijken en wachtte tot ze haar zin zou afmaken. 'Dat was gewoon iets wat Melissa vaak zei over mannen - dat er dingen zijn aan vrouwen die hun gewoon niet opvallen. Zoals hun kleren, of een bepaalde haardracht. Klei­ne dingen, die een andere vrouw onmiddellijk zouden opvallen.' 'Ik denk dat daar wel een kern van waarheid in zit. Het viel me nu ook alleen maar op omdat ik op zoek was naar specifieke verschil­len tussen u tweeën.' Langzaam leunde hij weer achterover in zijn stoel. 'Ik neem aan dat ik niets over het hoofd heb gezien?' 'Niets wat iemand anders dan Melissa of mij zou opvallen. Zelfs onze ouders wisten ons niet altijd uit elkaar te houden, vooral toen we nog kinderen waren en vaak precies dezelfde kleren aan had­den. Ik vond het nooit erg hinderlijk om precies eender gekleed te gaan, maar Melissa vond het vreselijk. Toen we zes jaar waren, is ze er uiteindelijk tegen in opstand gekomen. Ik neem aan dat haar ei­gen identiteit gewoon net iets eerder tot ontwikkeling is gekomen dan de mijne.' Laura duwde haar sigaret uit in het asbakje naast haar. 'En als u me nu wilt excuseren? Ik heb nog een hoop te doen. Hoe laat spreken we af op het vliegveld?' 'Ik kom u wel ophalen,' zei Kellerman.

'Nee, dank u wel, maar ik ga er liever op eigen houtje naar toe. Dat zou Melissa per slot van rekening toch ook gedaan hebben.' 'Daar hebt u gelijk in. Het vliegtuig vertrekt om drie uur vanmid­dag. American Airlines. Zullen we om één uur afspreken bij de incheckbalie?'

'Ik zal er zijn - of liever gezegd, Melissa zal er zijn.'

'Als u me voor die tijd nog nodig mocht hebben, dan hebt u mijn

nummer,' zei Kellerman.

Laura liet hem uit. Zodra ze de deur achter hem dicht had gedaan, leunde ze tegen de wand en blies haar ingehouden adem uit. Daar­na legde ze haar hoofd in haar nek en kneep haar ogen stijf dicht. Als ze nog eens zo'n vergissing maakte, zou dat haar duur te staan kunnen komen. Ze moest hem op een afstand houden. Dat was de enige manier waarop ze zich hier doorheen kon slaan. 'Niet goed, maar in elk geval heb je geen ernstige schade aange­richt. Je wist je snel te herstellen.'

'Dat had niet nodig moeten zijn,' zei Laura bitter. Ze sloeg haar ogen op en keek haar zuster, die inmiddels uit de logeerkamer was gekomen, strak aan.

'Je bent toch niet verliefd op hem aan het worden?' 'Nee hoor!' zei Laura snel. 'Gewoon een verspreking. Meer niet.' 'Hé, ik ben het, je zusje,' zei Melissa op scherpe toon. 'Ik ken je be­ter dan wie dan ook, en ik zie heel goed wat er aan de hand is.' 'Er is helemaal niets aan de hand!'

'O nee? Normaal kost je het in het gezelschap van onbekende mannen al moeite om twee woorden achter elkaar te zeggen en nu zit je Tom ineens uitgebreid te vertellen over je kinderjaren. De vorige keer dat je zo deed, had je Jefferson net ontmoet en liep je rond met sterretjes in je ogen.'

'Je overdrijft. Ja, ik geef het toe, Tom is een knappe vent, maar dat wil nog niet zeggen dat ik me tot hem aangetrokken voel. Denk je nou werkelijk dat ik mijn kansen om voor eens en altijd van al dat gedoe hier verlost te zijn, ga verspelen voor de een of andere vent? Als dat zo is, dan ken je me heel wat minder goed dan je denkt.' 'Ik hoop maar dat je gelijk hebt.'

Laura zag haar de logeerkamer binnenlopen. Het was niets voor haar om zich door Melissa zo in de verdediging te laten brengen. Maar het was óók niets voor haar om te liegen...

Een halfuur vóór haar afspraak met Kellerman arriveerde Laura op het New Yorkse vliegveld JFK. Ze was gekleed in spijkerbroek, een ruimvallende sweater en een petje van de New York Knicks dat Melissa haar net voordat ze het huis verliet had gegeven. Haar zus ging vrijwel nooit ergens heen zonder dat ding. Ze keek of ze Kellerman al bij de balie zag staan, maar toen ze hem niet zag, be­sloot ze even buiten te gaan staan en nog een sigaretje te roken.

Waar ben je nou eigenlijk mee bezig? Hoe vaak had ze zich dat de afgelopen uren nou al afgevraagd? Tot ze Tom Kellerman had ont­moet was alles van een leien dakje gegaan. Het was liefde op het eerste gezicht geweest, in elk geval van haar kant, en ze had die liefde moeten verbergen achter een masker van verdriet. Ze had gedacht dat dat haar aardig gelukt was, maar Melissa had haar on­middellijk doorgehad. Wilde dat zeggen dat Kellerman het ook had gemerkt? Om de een of andere reden dacht ze van niet. Per slot van rekening kende Melissa haar beter dan wie dan ook. Maar ze maakte zich er wel zorgen over. Waarom had ze zo gemakkelijk haar gevoelens laten blijken, en dan uitgerekend nú? Het zou heel makkelijk zijn om het af te doen als zenuwen - of onzekerheid over wat er verder nog komen ging - maar ze wist dat het dieper ging. Ze was altijd al de meest emotionele van de twee geweest. Hoewel Melissa extraverter was, had die haar werkelijke gevoe­lens altijd weten te maskeren achter haar opgeruimde en hartelij­ke manier van doen. Laura onttrok haar emoties aan het zicht door steeds verder in haar schulp te kruipen. Maar als ze iemand ontmoette met wie ze zich op haar gemak voelde, had ze de nei­ging om ineens een stuk minder verlegen te worden, en dan waren haar gevoelens duidelijk te zien. Alleen met woorden wist ze zich dan nog te wapenen, maar dat betekende weer dat ze te veel ging praten.

Kruip terug in je schulp en blijf daar. Laat hem niet dichterbij ko­men. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar als ze dat niet deed, zou ze alles kunnen bederven. Ze kon nu niet meer te­rug. Ze zat er net zo diep in als haar zusje. Als Melissa gepakt werd, zou zij ook de dans niet ontspringen. En dat betekende de gevan­genis. Is dat niet voldoende reden om afstand van hem te nemen nu het nog kan?

'Daar zult u mee moeten stoppen, weet u - in elk geval in het openbaar.'

Laura draaide zich met een ruk om en zag dat Kellerman vlak ach­ter haar stond, dicht bij de ingang van het terminalgebouw. 'Neemt u me niet kwalijk. Ik was met mijn gedachten mijlenver weg,' sta­melde ze en ze deed verwoed haar best om haar zelfbeheersing te hervinden. 'Wat zei u?'

'Dat u zodra we in Mexico City zijn, in het openbaar zult moeten stoppen met roken,' zei Kellerman en hij wees naar haar sigaret. 'Melissa rookte niet.'

'Vertel mij wat. Daar zat ze me altijd over aan mijn kop te zeuren,'

zei Laura. Ze gooide haar peukje op de grond en trapte het uit met de hak van haar schoen. 'En toch heeft het niets uitgehaald.' Kellerman overhandigde haar Melissa's ticket. 'Zullen we gaan in­checken?'

'Ja hoor,' zei Laura en ze trok het petje van de Knicks over haar voorhoofd.

'Dus u bent ook al een fan van de Knicks, net als Melissa?' zei Kel­lerman terwijl ze door de hal liepen.

'Nee, dit petje is van Melissa. Ik heb het in haar tas gevonden en ik weet dat ze het vaak op had.'

Ze kwamen bij de balie en Kellerman wenkte naar haar dat ze voor kon gaan. 'Na jou... Melissa.'

Laura aarzelde even, maar deed toen een stap naar voren en legde haar ticket, en Melissa's paspoort, op de balie.

Tijdens haar vorige bezoek aan New York, toen ze de foto voor haar valse pas had laten maken, had Melissa haar uiterlijk slechts op één punt veranderd. Ze had haar haar opgestoken, er een strak netje omheen gedaan en er een blonde, in een pagemodel geknip­te pruik overheen getrokken. Die pruik had sindsdien in een la in Laura's logeerkamer liggen wachten tot ze het land zou verlaten. Ze had kunnen zweren dat ze die bij haar handbagage had gestopt, maar toen ze er op weg naar het vliegveld even in had gekeken, was het tot haar doorgedrongen dat de pruik er niet in zat. Geluk­kig had ze nog tijd om hem even op te halen, maar het maakte haar wel nijdig dat ze zo'n beginnersfout kon maken. Begon ze soms overmoedig te worden?

Ze vroeg zich dat nog steeds af toen ze de wagen voor de praktijk tot stilstand bracht. Ze keek op haar horloge. Het was al zeven uur. Ze wist dat Laura en Raquel de praktijk normaal om halfzes slo­ten. De voordeur was dicht en de gordijnen voor het raam van de wachtkamer ook. Het leek donker te zijn in het gebouw. Ze stapte uit, stak haastig de straat over en liep het steegje naast het gebouw binnen. Het raam op de begane grond was donker. Dat was Raquels kantoor. Hoewel ze er nu wel zeker van was dat Raquel al weg was, liep ze toch heel stilletjes de metalen trap op naar Laura's appartement op de tweede verdieping. Ze deed de deur open, en sloop de hal door, de logeerkamer in en naar de ladenkast naast het raam. Ze tuurde even naar buiten en zag dat het steegje nog steeds leeg was. Ze wilde echter geen enkel risico ne­men en daarom stak ze haar arm uit om het gordijn dicht te trek­ken. Daarbij stootte ze echter een porseleinen beeldje om dat van de kast af rolde en met een klap op de houten vloer terechtkwam, zodat de stilte ruw werd verstoord. Haar ogen gingen naar de open deur en om vooral toch maar geen enkel geluid te maken bleef ze een paar seconden lang doodstil en met ingehouden adem staan. Toen grinnikte ze zachtjes. Ongelooflijk, wat was ze toch nerveus! Ze trok de bovenste la open, haalde de blonde pruik eruit en liep snel naar de deur.

'Wie is daar?' riep een stem vanuit de hal.

Melissa's hart sloeg een tel over. Het was Raquel! Ze drukte zich tegen de muur en tuurde toen heel voorzichtig om de hoek van de deuropening.

'Ik weet dat er iemand is,' riep Raquel. 'En ik ben gewapend, dus kom naar buiten!'

Melissa kon niet weten of Raquel nou blufte of niet. Laura had een

pistool. Waarom zou Raquel er dan ook niet een hebben? Hier in

deze buurt was dat geen overbodige luxe. Ze dacht er even aan om

zich uit te geven voor Laura, maar zette dat idee snel van zich af.

Er was een andere mogelijkheid...

'Raquel, ben jij dat?' riep ze, zonder zich te bewegen.

'Wie is daar?'

'Melissa. Ik kom naar buiten. En, in godsnaam, niet schieten, hè?' Stilte. 'Raquel, heb je me gehoord? Ik ben het. Melissa!' 'Melissa is dood.'

'Nee hoor. Ik ben niet dood. Ik kom de kamer uit met mijn handen omhoog. Niet schieten!' Een ogenblik later baadde de hal ineens in het licht. Ze propte de blonde pruik onder haar spijkerjasje, rits­te dat dicht en stapte daarna de hal binnen, met haar handen om­hoog.

Raquels ogen werden groot van verbazing en ongeloof. 'Ik geloof het niet. Laura zei dat je... dat je dood was.' 'Als dat ding per ongeluk afgaat, ben ik dat ook,' zei Melissa met een knikje naar de Ruger 9 mm die Raquel in haar hand hield. Raquel liet het wapen zakken. 'En dat auto-ongeluk dan? Laura zei dat je lichaam alleen maar te identificeren viel aan de hand van je gebit.'

'Zoals ik al zei, Raquel: het is een lang verhaal. Het is allemaal doorgestoken kaart. Maar maak je geen zorgen - de DEA weet er­van.'

'En is Laura er ook bij betrokken?'

'Dat moest wel. Anders zou de hele opzet mislukken,' zei Melissa.

Ze wees naar de open deur van de woonkamer. 'Zullen we even gaan zitten? Ik zal je alles vertellen wat ik je mag onthullen, maar er is een heleboel dat voorlopig nog geheim moet blijven.' Toen Raquel haar hand uitstak om het licht in de woonkamer aan te doen, greep Melissa met beide handen haar hoofd vast en gaf er een harde ruk aan, zodat ze haar nek brak. De Ruger viel met een harde bons op de vloer en Melissa liet Raquels dode lichaam be­hoedzaam op het kleed zakken. Ze wist dat ze nu spijt zou moeten hebben, en zich zelfs schuldig moest voelen, over wat ze zojuist had gedaan, maar op dit moment voelde ze helemaal niets. Was ze in de loop der jaren werkelijk zo hard geworden dat de dood van anderen haar onverschillig liet? Ze dacht er even over na, maar toen ze niet snel tot een antwoord wist te komen, zette ze die vraag weer van zich af. Ze voelde Raquels pols. Geen hartslag meer. Ze wilde het pistool oppakken, maar bedacht zich nog net op tijd. Ze kon zich nu geen verdere vergissingen meer veroorloven. Ze liep verder naar Laura's kamer en zocht net zolang in haar kleerkast tot ze een paar handschoenen had gevonden. Nadat ze die had aangetrokken, liep ze weer naar de hal om te beslissen wat ze nú ging doen. Zou ze proberen het op een ongeluk te laten lij­ken? Van de trap gevallen of zo? De eerste mogelijkheid die haar te binnen schoot, was de metalen buitentrap. Nee. De kans dat ze ontdekt zou worden, was daar veel te groot. De trap naar de prak­tijk? Ja, dat was een heel wat beter idee. De deur stond nog steeds open. Ze stak haar armen onder Raquels oksels en sleepte het li­chaam over het kleed tot ze bij de trap kwam. Daar tilde ze het recht overeind, zette het met de voeten op de bovenste trede en liet het voorover vallen. Zonder enige emotie keek ze toe hoe het naar beneden rolde en in een verwrongen houding aan de voet van de trap bleef liggen. Ze pakte de Ruger, liep naar beneden en leg­de hem in de open brandkast in Raquels kantoortje, sloeg de deur dicht en gaf een draai aan het cijferslot. Daarna liep ze weer naar Laura's flat, deed de deur achter zich op slot en trok Laura's hand­schoenen weer uit. Ze legde ze terug waar ze ze had gevonden en liep toen het huis uit. Nadat ze de voordeur achter zich op slot had gedaan en de kraag van haar spijkerjasje hoog had opgetrokken tegen de kille avondlucht, liep ze haastig naar haar auto.

Laura had het grootste deel van de vlucht in het dossier zitten le­zen dat Kellerman haar kort nadat ze aan boord waren gegaan, had gegeven. Er zaten foto's en korte levensbeschrijvingen in van de andere DEA-agenten die op de Amerikaanse ambassade in Mexico waren gestationeerd. Hij had haar verteld dat ze hadden besloten tot er de volgende week een persverklaring zou worden uitgegeven, niemand daar iets te vertellen over Melissa's dood. Wat hen betrof, was zij gewoon Melissa. Hij had eraan toegevoegd dat het niet waarschijnlijk was dat ze een van de agenten zouden ontmoeten - met uitzondering van Bill Walker, zijn assistent en Melissa's directe chef. Melissa en hij, zo had hij daar heel behoed­zaam aan toegevoegd, hadden zo nu en dan een verschil van me­ning. Maar Laura wist dat Melissa een enorme hekel aan de man had en hem als een risico voor de DEA-operaties in Mexico be­schouwde. Zijn incompetentie had al verschillende inheemse agenten het leven gekost. Hij wist echter resultaten te behalen, en dat was het enige waar het in Washington om ging. Laura wist ook dat Melissa vermoedde dat Kellerman al net zo over Walker dacht als zij.

'Waarom konden ze niet met elkaar overweg?' vroeg Laura. Niet om hem in verlegenheid te brengen, maar gewoon omdat ze wilde weten hoe hij op die vraag zou reageren.

Als Kellerman door haar vraag verrast werd, dan liet hij dat niet blijken. In plaats daarvan zei hij kalm: 'Het was gewoon een kwes­tie van botsende persoonlijkheden. Bill kan koppig zijn, en Melis­sa ook - zoals je heel goed weet. Het was volkomen te verwachten dat de vonken eraf zouden vliegen als ze het niet met elkaar eens waren. Maar daar was niets mis mee. Ze zeiden wat ze op hun hart hadden en ik heb hen beiden daar altijd om gerespecteerd.' 'En wat als ik Walker ontmoet? Hoe moet ik me dan tegenover hem opstellen?' Ze zag zijn blik snel even naar het donker aan de andere kant van het raampje gaan. Hij had duidelijk geen zin om daar iets over te zeggen. 'Het kan me niet schelen als ze elkaar niet konden luchten of zien,' vervolgde ze, 'maar ik moet wel weten waar ik aan toe ben. Hoe kan ik me anders met enige kans op wel­slagen voor Melissa uitgeven? Tenzij je van plan bent hem de waarheid te zeggen?'

'Nee,' zei Kellerman kort. Hij bleef nog even naar buiten kijken en zei toen: 'Ik denk dat je zou kunnen zeggen dat ze elkaar verdroe­gen, Gespannen beleefdheid, dat is waarschijnlijk de beste om­schrijving. Niet dat er ook maar iemand was die zich daardoor voor de gek liet houden. Het was inmiddels al zo erg dat ik Melis­sa rechtstreeks aan mij liet rapporteren en niet aan Bill. Het was niet de ordentelijke gang van zaken, maar het was de enige manier om de vrede te bewaren.'

'Heb je er nooit iets aan gedaan?'

'Laten we het er maar op houden dat Bill op de kandidatenlijst staat voor een overplaatsing naar Washington. Hij weet het trou­wens zelf nog niet - en zoals de zaken er nu voor staan, blijft hij misschien wel gewoon in Mexico.' 'Je klinkt bijna teleurgesteld.'

'Werkelijk?' zei Kellerman met een vage glimlach. 'Ik denk dat ik zo wel genoeg heb gezegd. Zullen we het daar maar op houden?' 'Maak je geen zorgen. Ik zal er niets over zeggen We hebben el­kaar nog nooit ontmoet en toch heb ik al een hekel aan die man. Als dat nodig mocht blijken, zal het me geen enkele moeite kosten om mijn rol te spelen.'

Kellerman wees naar de massa lichtjes aan de horizon. Het waren net miljoenen diamanten op een zwartfluwelen lap. 'Welkom in Mexico City. Met zijn tweeëntwintig miljoen inwoners wordt het als de grootste stad ter wereld beschouwd.' 'Dat geloof ik graag,' zei Laura vol ontzag. Voor zover het oog reikte, was de grond onder hen nu bezaaid met lichtjes. De lampjes die aangaven dat ze hun veiligheidsriemen om moes­ten doen, lichtten op en een paar seconden later kondigde de ge­zagvoerder aan dat ze gingen landen op het vliegveld Benito Juarez en dat de temperatuur op de grond een aangename twaalf graden Celsius was. Laura schrok zich wild toen ze zag hoe laag de grote 747 over de daken van de huizen scheerde, maar de gezag­voerder voerde een perfecte landing uit. Toen het vliegtuig tot stil­stand was gekomen, maakte Kellerman zijn veiligheidsgordel los, haalde hun handbagage uit het kastje boven hen en gaf Laura haar tas aan. Daarna liep hij voor haar uit naar de uitgang. Geïmpo­neerd zag Laura hoe groot het vliegveld was. Het was bijna een stad op zich. Nadat ze door de paspoortcontrole waren, haalde Kellerman een wagentje voor hun bagage en bij de douane druk­ten ze allebei op de groene knop. Geen van beiden werd aange­houden.

'Ik rijd wel voor je uit naar Melissa's huis in San Angel,' zei Kel­lerman toen ze in de aankomsthal van de terminal stonden. 'Jij rijdt achter me aan in haar wagen.' 'Weet je waar die geparkeerd staat?' vroeg Laura. 'Ja. De ambassade beschikt over gereserveerde parkeervakken. Die gebruiken we voor...'

'Wat is er?' vroeg Laura toen zijn stem langzaam wegstierf, en toen ze zijn blik volgde, zag ze dat die nu gericht was op een gestalte in een zwart uniform, die op hen af kwam lopen.

'Dat is een chauffeur van de ambassade. Hij heet Pedro. Melissa noemde hem altijd Ped,' zei hij tegen Laura. 'Maar wat voert die hier uit? Ik heb niet gevraagd of we opgehaald konden worden.' Goedenavond, meneer,' zei de chauffeur tegen Kellerman. Hij lachte Laura vriendelijk toe en tikte aan zijn pet. 'Agent Wade.' 'Hallo, Ped,' zei Laura.

'Wat doe jij hier, Pedro?' vroeg Kellerman. 'Ik heb niet gevraagd om opgehaald te worden.'

'Agent Walker heeft me gestuurd, meneer,' zei de chauffeur. 'Wat is er dan allemaal aan de hand?' vroeg Kellerman. 'Dat weet ik niet, meneer. Ik heb opdracht gekregen om u beiden naar de ambassade te rijden zodra u door de douane zou zijn. Als u me uw autosleutels wilt geven, laat ik uw wagens wel naar de am­bassade rijden.'

Ze gaven hem de autosleutels en terwijl Pedro hun wagentje naar de uitgang duwde, zorgde Kellerman dat hij en Laura wat achter­bleven. 'Ik weet niet wat er aan de hand is, maar kennelijk maakt Bill zich zorgen, en dat is niets voor hem. Je zult het spelletje voor­lopig even mee moeten spelen. Laat mij het woord maar doen.' 'Het zou niets voor Melissa zijn geweest om de hele tijd haar mond te houden,' zei Laura.

Kellerman bleef met een ruk staan en keek haar recht in de ogen. 'Dan doe je maar of je moe bent, of je zegt dat je je niet lekker voelt. Ik wil niet dat je jezelf zodra je daar aankomt, verraadt door voor je beurt te praten. Eigenlijk was ik Bill liever alleen gaan op­zoeken, maar je weet de weg niet naar het huis van Melissa, dus ik kan je niet alleen laten gaan.'

'Wat denk je dat ik allemaal ga zeggen? Ik weet heus wel wanneer ik mijn mond dicht moet houden. Alsjeblieft zeg, je mag er wel van uitgaan dat ik over een béétje intelligentie beschik.' 'Dat standje heb ik wel verdiend, denk ik. Neem me niet kwalijk. Het was niet neerbuigend bedoeld. Ik maak me gewoon zorgen. Dit is niets voor Bill.'

'Er is maar één manier om daarachter te komen,' zei Laura. Pedro had de koffers al in de achterbak van de zwarte Mercedes geladen en stond nu op hen te wachten bij het open achterportier. Laura stapte als eerste in, gevolgd door Kellerman. Het portier werd achter hen dichtgeslagen.

Kellerman liet het geluiddichte schot tussen de achterbank en de voorstoelen neer, nam toen de autotelefoon op en toetste het nummer van Walkers toestel in. Al na de eerste piep werd er op­genomen. 'Met Tom, Bill. Wat is er aan de hand?' 'Dat zeg ik liever niet over de telefoon.'

'De lijn is beveiligd,' bracht Kellerman hem in herinnering.

'Veilig of niet, ik zeg het je liever pas als je hier bent.'

'Duidelijk. We hebben net het vliegveld verlaten. Als het niet al te

druk is, zijn we er over een halfuur.'

'Prima. Dan praat ik je wel even bij.'

Kellerman legde de hoorn neer en zag de onzekerheid op Laura's gezicht. Hij wilde iets geruststellends zeggen, maar wist niet eens de woorden te vinden om zichzelf gerust te stellen.

Vijfendertig minuten later kwam de wagen tot stilstand voor het smeedijzeren hek van de Amerikaanse ambassade - een onaan­trekkelijk, log en hoekig gebouw dat in het niet viel bij de majes­tueuze splendeur en ranke lijnen van het Sheraton Maria Isobel Hotel dat hoog oprees tegen de onbewolkte nachtelijke hemel. Nadat hun identiteitsbewijzen gecontroleerd waren, gaf de wacht­post met een handgebaar te kennen dat ze konden doorrijden. Ze stopten voor een zijdeur en Kellerman en Laura stapten snel uit. Met een magneetkaart maakte Kellerman het slot open, en toen hij de deur openduwde, zag Laura daarachter een trap. Snel liep hij voor haar uit naar beneden, waar ze op een tweede deur stuitten. Hij haalde zijn magneetkaart weer door het slot en nu kwamen ze in een verlaten gang met zwart-witte tegels die werd verlicht door felle tl-buizen. Hij liep naar een van de deuren in de gang en klop­te voor hij naar binnen liep.

De man die opstond van achter zijn bureau was voor in de dertig en erg dik, met een huid die leek te glimmen van het vet en dito haar. Het was de eerste keer in haar leven dat Laura Wade Bill Walker te zien kreeg, maar ze begreep onmiddellijk waarom Me­lissa zo'n weerzin tegen hem koesterde. Snel ging zijn blik naar Laura. 'Hallo, Melissa,' zei hij quasi-achteloos. 'Billy,' zei Laura kortaf. Vanuit haar ooghoeken zag ze dat Keller­man haar, voordat hij zich in een van de twee stoelen voor Bills bu­reau liet zakken, een korte blik toewierp en onmiddellijk reali­seerde ze zich wat ze had gedaan. Als ze hem wilde treiteren, noemde Melissa hem altijd 'Billy'. Maar dat had haar zus haar ver­teld; van Kellerman had ze dat nooit te horen gekregen. Verdom­me! dacht ze. Kellerman had gelijk: ze moest gewoon haar mond houden. Ze ging zitten.

'Oké, wat is er allemaal aan de hand?' vroeg Kellerman.

'Tot dusverre is het alleen nog maar een gerucht, maar het is af­komstig van Benitez, en dat is een van onze betrouwbaarste VI's.' VI was DEA-jargon voor 'vertrouwelijk informant'. Walker keek Laura even aan. 'Ik weet dat hij een van jouw mensen is, maar toen hij hoorde dat je het land uit was, wilde hij ook wel met mij praten.' 'Wanneer was dat?' vroeg Kellerman.

'Hij heeft eerder op de avond gebeld. Een uur geleden ben ik hem gaan opzoeken. Op de gebruikelijke plek. Hij heeft me verteld dat er een gerucht gaat over Hector Lacamara.' 'De hoofdaccountant van het kartel?' vroeg Kellerman. 'Precies. Er wordt beweerd dat hij vijftig miljoen dollar van de Ca­ribische bankrekeningen van het kartel heeft laten overboeken naar een rekening die niet te traceren valt, waarschijnlijk ook er­gens in het Caribische gebied. En nu is hij ervandoor met zijn nieu­we vriendin.' Walker zweeg even en keek op het velletje papier dat hij voor zich op zijn bureau had liggen. 'Carmen López, een nacht­clubzangeres van drieëntwintig jaar die hij vorig jaar heeft ont­moet. Ze hadden een vlucht naar Puerto Rico geboekt die eerder deze avond vertrok - dat hebben we kunnen opmaken uit de pas­sagierslijst. Ze hebben het vliegtuig echter niet weten te bereiken. Volgens Benitez zijn ze aangehouden door een beambte die op de loonlijst van het kartel staat. Lacamara is in paniek geraakt en ze zijn de terminal uitgerend, met alleen hun handbagage bij zich. Zoals ik al zei: het is niet meer dan een gerucht, maar wat we wél zeker weten, is dat Lacamara vanmiddag om één uur zijn kantoor heeft verlaten om te gaan lunchen en daarna niet meer is terugge­keerd. Eerder op de avond is Doyle op bezoek gegaan bij Lacamara's vrouw en daar ongeveer twintig minuten gebleven. En nog iets... Oscar Silva, de andere partner van de accountantsmaat­schap, is vanavond om halfzes van zijn werk naar huis gegaan - maar daar is hij nooit aangekomen. Hoewel hun maatschap alle zakelijke rekeningen van de Salcido's in beheer had, waren Laca­mara en Silva de enigen die bij de witwasoperaties betrokken wa­ren. En dat wil zeggen dat Silva hier ook wel eens vanaf zou kun­nen weten.'

Het was even stil. Toen zei Laura: 'Daar ben ik nog niet zo zeker van. Waarom zou hij eerst uren gewacht hebben voordat hij er­vandoor ging? Waarom is hij niet samen met Lacamara gevlucht? Het lijkt me wel een heel groot risico als er zo veel op het spel staat.'

Kellerman, die zich aanvankelijk rotgeschrokken was dat Laura haar mening durfde te geven, merkte dat hij het met haar eens was.

'Melissa heeft gelijk. Ik ben eerder geneigd te denken dat hij on­derweg in een hinderlaag is gelopen. Waarschijnlijk hebben Doy­les zware jongens hem meegenomen om hem eens grondig aan de tand te voelen. En als dat het geval is, dan is er volgens mij weinig hoop voor hem. Zelfs als hij onschuldig is, zullen ze hem toch straf­fen omdat Lacamara vlak onder zijn neus zoveel geld heeft weten te verduisteren. Nee, Lacamara, op hém moeten we nu al onze aandacht richten. Als we die eerder vinden dan de moordenaars van het kartel, zou hij een belangrijke getuige kunnen zijn in een toekomstige rechtszaak tegen de Salcido's.' 'Daar heb ik al aan gedacht,' zei Walker triomfantelijk. 'Ik heb al contact opgenomen met de INCD en die hebben een aanhou­dingsbevel doen uitgaan voor zowel Lacamara als voor Silva.' 'Waarom zou Lacamara tegen het kartel getuigen?' vroeg Laura. 'Zou jij willen samenwerken met de autoriteiten als je vijftig mil­joen dollar op een geheime bankrekening in het Caribische gebied had staan? Wat heb je hem te bieden? Ontslag van rechtsvervol­ging? Een nieuwe identiteit in het kader van het Witness Protection Program? Zo aanlokkelijk is dat toch niet?' Kellerman wist zijn glimlach nog net te bedwingen. Het was net of hij Melissa hoorde. Een scherpzinnige meid. Ze legde onmiddel­lijk de vinger op de zere plek, en als er ergens een addertje onder het gras zat, had ze dat onmiddellijk door. Als hij niet beter had ge­weten, zou hij bijna gaan denken dat Melissa haar had gecoacht. Het was een aangenaam gevoel. Hij hoopte alleen maar dat ze niet overmoedig zou worden. Om de een of andere reden dacht hij echter dat dat wel mee zou vallen. Melissa was altijd heel brutaal en zelfverzekerd geweest. Laura was veel voorzichtiger en dacht veel meer na voordat ze iets deed.

Kellerman stond op en nadat hij even door het vertrek had geijs­beerd, bleef hij voor Walkers bureau staan. 'Als we ook maar eni­ge kans hebben om Lacamara te pakken te krijgen, moeten we die grijpen. Koste wat kost. Laat je mensen maar rondvertellen dat de DEA Lacamara het geld zal laten houden als hij bereid is om te getuigen tegen de Salcido's.'

'Je weet net zo goed als ik dat Braithwaite dat nooit goed zal vin­den,' zei Walker vol ongeloof.

'Geef dat nou maar door, dan bekommer ik me wel om Braithwai­te. Dat is mijn werk. Als we Lacamara in handen willen krijgen, zal de directeur een paar serieuze concessies moeten doen om zijn vertrouwen te winnen, maar als we Lacamara en Doyle zover we­ten te krijgen dat ze als getuige willen optreden, hebben we de Sal­cido's in de tang, want die twee zijn respectievelijk hun hoogste boekhouder en het hoofd van de gewapende tak van hun organi­satie. Met een beetje geluk weten we het hele kartel te elimineren en dat is wel een paar concessies waard. Als Braithwaite het niet met me eens is, vlieg ik onmiddellijk terug naar Washington om mijn ontslag in te dienen.'

'Oké, ik zorg er wel voor dat de hele onderwereld het morgenoch­tend weet,' zei Walker.

'Zorg dat het vannacht al bekend is,' zei Kellerman. 'Des te eerder het Lacamara ter ore komt, des te beter.'

'Dan gaan we er dus wel vanuit dat hij zal happen,' merkte Laura op.

'Inderdaad. Maar wat hebben we daarbij te verliezen?' zei Keller­man.

'De kans is groot dat de huurmoordenaars van het kartel hem eer­der vinden dan wij,' zei Walker.

'Dat bevalt me nou zo aan jou, Bill. Je bent altijd zo'n optimist,' zei Kellerman.

Walker merkte dat Laura glimlachte toen ze zag hoe vervelend hij die opmerking vond. 'Het is waar,' zei hij in de verdediging ge­drongen. 'Zij hebben veel meer mankracht tot hun beschikking dan wij. Anders zouden we nu niet zo in het nauw zijn gedreven.' Kellerman gebaarde naar de telefoon naast Kellermans elleboog. 'Vraag eens of onze auto's al hierheen zijn gebracht.' Walker drukte een paar toetsen in, zei iets en legde toen snel de hoorn neer. 'Ze staan achter het gebouw. Pedro heeft de sleutels.' 'Dan ga ik naar huis. Zeg maar tegen de officier van dienst dat hij het me onmiddellijk moet melden als er zich vannacht nog nieuwe ontwikkelingen voordoen. Ik kom morgenochtend vroeg weer hierheen. Melissa, ga je mee?' Kellerman hield de deur voor haar open, knikte toen Walker 'Goedenacht Tom' zei, en trok de deur achter haar dicht. Zodra ze buiten gehoorsafstand waren, legde hij zijn hand licht op haar arm. 'Hoe wist je dat Melissa hem Billy noemde?'

Die vraag had Laura wel verwacht en ze had haar antwoord al klaar. 'Dat wist ik niet, maar ik heb een vriend in New York, die Bill Johnson heet, een studiegenoot van me die ook tandarts is geworden, en die noem ik altijd Billy. Ik heb er niet eens over na­gedacht en Walker gewoon ook zo aangesproken.' Ze had inderdaad een studiegenoot gehad die Bill Johnson heette en die was nu inderdaad gevestigd als tandarts in New York, er­gens in een buitenwijk, geloofde ze. Maar sinds haar afstuderen had ze de man niet meer gezien en ze had hem nooit Billy ge­noemd. Ze liepen naar het parkeerterrein achter de ambassade. Pedro, die daar tegen de afrastering geleund stond, trapte zijn si­garet uit en kwam haastig naar hen toe gelopen om hun de sleutels te geven. Zodra hij weg was, zei Laura tegen Kellerman: 'Ik weet dat je me hebt gezegd dat ik mijn mond moest houden als we bij Walker waren, maar ik had het gevoel dat ik toch ook iets moest zeggen.'

'Je hebt het geweldig gedaan,' zei Kellerman. 'Walker had hele­maal geen argwaan.'

'Dat verbaast me niets,' zei Laura met onverholen minachting. 'Ik kan niet geloven dat Braithwaite hem promotie heeft laten maken terwijl Melissa aan de beurt was.'

'Een heleboel andere mensen vonden dat ook heel vreemd,' zei Kellerman en met die woorden overhandigde hij haar de sleutels van Melissa's wagen. 'We gaan naar Melissa's huis. Ik rijd wel voor je uit. Het is ongeveer twintig minuten hiervandaan. Daarna ga ik zelf ook maar eens op huis aan. We hebben morgen een lange dag voor de boeg.'