Epiloog
De maan scheen neer op het balkon van het hotel aan de voet van de grimmige rotsen van Les Baux. Bowman, die van een glas zat te nippen, trok een wenkbrauw op toen Cecile uit de kamer kwam, over een telefoondraad struikelde en bijna viel. Ze herstelde haar evenwicht en kwam naast hem zitten. 'Vierentwintig uur', zei ze. 'Maar vierentwintig uur. Ik kan het gewoon niet geloven. ' 'Je zou je een bril moeten aanschaffen', merkte Bowman op. 'Ik heb een bril, dank je. ' 'Dan zou je die moeten dragen. ' Bowman legde zijn hand op de hare. 'Per slot van rekening heb je nu de man van je dromen gevonden. ' 'O, houd toch op. ' Ze deed geen poging haar hand weg te halen. 'Hoe is het met dat jonge meisje?' 'Tina ligt in het ziekenhuis van Arles. Over een paar dagen is ze weer hersteld. Haar vader en Madame Zigair zijn daar nu bij haar. De Hobenauts en Tangevecs zitten binnen te dineren. Geen erg feestelijke gelegenheid, zou ik zo denken, maar ik zou toch zeggen dat ze een zeker gevoel van opluchting moeten hebben, denk je ook niet? En Pierre des Jardins zal nu ook wel thuis zitten in Le Grau-du-Roi. ' 'Ik kan het niet geloven. ' Bowman keek haar scherp aan, realiseerde zich toen dat ze maar half naar hem geluisterd had en nu met haar gedachten bij iets heel anders was. 'Hij- hij is je baas!' 'Charles? Ja, hij is mijn baas. Niemand gelooft iets over Charles. Ik ben bij de militaire inlichtingendienst geweest, en ik ben militair attaché in Parijs geweest. Nu doe ik ander werk. ' 'Dat weet ik', zei ze gevoelvol. 'De enige die hier iets van af weet is Pierre, de schipper van de vissersboot. Daarom bleef hij zo koelbloedig. Hem is een zwijgplicht opgelegd. Jou trouwens ook. ' 'Ik weet niet of ik dat wel zo fijn vind. ' 'Je doet wat je gezegd is. Charles, dat kan ik je verzekeren, heeft veel meer in de melk te brokken dan ik. We hebben acht jaar samengewerkt. Sinds een jaar of twee wisten we dat zigeuners van achter het IJzeren Gordijn iets over de grens smokkelden. Wat, wisten we niet. Deze keer waren het nota bene de Russen die ons de tip gaven- maar zelfs zij wisten niet wat er precies gebeurde. ' 'Maar deze Gaiuse Strome... ' 'Onze Chinese vriend in Arles en zo? Wordt tijdelijk door de Franse politie vastgehouden. Hij kreeg te veel door en Charles liet hem op een technisch kleinigheidje inrekenen. Ze zullen hem moeten laten gaan. Diplomatieke onschendbaarheid. Hij heeft het allemaal op poten gezet- hij is de Chinese militaire attaché in Tiranë. 'Tiranë?' 'Albanië. ' Ze grabbelde in haar handtas, haalde haar bril eruit, keek hem scherp aan en zei: 'Maar we hadden opdracht... ' 'We?' 'Lila en ik, we zijn allebei secretaresse op het departement van Marine. We hadden opdracht jullie in het oog te houden. Ze hadden ons gezegd dat een van jullie onder verdenking stond... ' 'Het spijt me. Dat hebben Charles en ik geregeld. Daar zaten we, een goeie vent en een boosdoener. We mochten nooit samen gezien worden. We moesten met elkaar in verbinding kunnen komen. Vriendinnetjes kletsen. Meisjes bellen op naar hun baas op kantoor. Dat was onze enige kans. ' 'Jullie hebben dit allemaal in elkaar gezet?' Ze trok haar hand terug. 'Jullie wisten... ' 'Het spijt me. We moesten het doen. ' 'Je bedoelt... ' 'Ja. ' 'Moedervlek in de vorm van een aardbei.. 'Nogmaals, het spijt me. ' Bowman schudde bewonderend zijn hoofd. 'Maar ik moet zeggen dat ik nog nooit zo'n volledig dossier heb gezien. ' 'Ik walg van je! Ik haat je! Je bent de verachtelijkste... ' 'Ja, ik weet het, en ik zit er niet over in. Waar ik wel over in zit is dat we tot dusver maar twee bruidsmeisjes hebben, en ik zei... ' 'Twee', zei ze vastberaden, 'is meer dan genoeg. ' Bowman stond lachend op, bood haar zijn hand aan en samen liepen ze arm in arm naar de balustrade en keken omlaag. Vrijwel pal onder hen zaten de hertog van Croytor en Lila aan een, onvermijdelijk, volbeladen tafeltje. De hertog scheen aan bijzonder hevige emoties ten prooi te zijn, want ondanks het feit dat hij een malse lamsbout in de hand hield, at hij niet. 'Goeie god', zei hij. 'Goeie god!' Hij keek van een afstand van ongeveer vijftien centimeter scherp naar het gezicht van zijn blonde en lieftallige tafeldame. 'Alleen al bij de gedachte verbleek ik. Ik had je voor eeuwig kwijt kunnen zijn. Dat heb ik nooit geweten. ' 'Charles!' 'Jij bent echt specialiste op het gebied van de Franse keuken?' 'Ja, Charles. ' 'Brochettes de queues de langoustines au beurre blanc?' 'Ja, Charles. ' 'Poulet de la ferme au champagne?' 'Ja, Charles. ' 'Filets de sole Retival?' 'Maar natuurlijk. ' 'Pintadeau aux morilles?' 'Mijn specialiteit. ' 'Lila. Ik hou van je. Trouw met me!' 'O, Charles!' Ze omhelsden elkaar voor de verbaasde ogen van de andere gasten. Het was misschien symbolisch dat op dat moment de lamsbout van de hertog op de grond viel. Nog steeds arm in arm liepen Bowman en Cecile de treden af naar de patio. Bowman zei: 'Laat je niets wijsmaken door Romeo daar beneden. Hij geeft geen donder om de cuisine. Niet voor zover het je vriendin betreft. ' 'De grote fiere hertog is van binnen een bedeesd jongetje?' Bowman knikte. 'Het ouderwetse huwelijksaanzoek is niet bepaald zijn forte. ' 'Het jouwe wel?' Bowman leidde haar naar een tafeltje en bestelde iets te drinken. 'Ik begrijp je niet helemaal. ' 'Een meisje wordt graag ten huwelijk gevraagd', zei ze. 'Aha! Cecile Dubois, wil je met me trouwen?' 'Och, waarom niet?' 'Touché!' Hij hief zijn glas op. 'Op Cecile. ' 'Zeer vereerd, meneer. ' 'Ik bedoel jou niet. Ons tweede kind. ' Ze keken elkaar glimlachend aan, draaiden zich toen om naar het tafeltje naast hen. De hertog en Lila zaten elkaar nog steeds hartstochtelijk in de ogen te kijken, maar desondanks had de hertog zijn evenwicht hervonden. Gebiedend klapte hij in de handen. 'Encore!' riep de hertog.