7
Hoe word je avontuurlijker?
Als ik een auto kan repareren, hield Mr. J.L.B. Matekoni zichzelf voor, dan kan ik zeker zoiets simpels als uitvinden of een man geheime afspraakjes heeft met een vrouw. En toch, nu hij daadwerkelijk aan het onderzoek zou beginnen, wist hij opeens niet meer of het wel zo makkelijk zou zijn als hij het zich had voorgesteld. Hij had Mma Ramotswe om advies kunnen vragen, maar ze werd in beslag genomen door de consequenties van Mma Makutsi’s vertrek en hij wilde haar niet nog verder belasten. Wat de garage betreft, Charlie had een week opzegtermijn en zou in die tijd nog blijven werken – hij had niet aangedrongen op een langere termijn, hoewel hij volgens het contract een maand had kunnen eisen. Gelukkig was het een rustige periode – de schoolvakantie, wanneer mensen meestal geen gebreken aan hun auto ontdekten, en gedachten aan een onderhoudsbeurt terzijde werden geschoven – zodat hij elke dag makkelijk een paar uurtjes vrij zou kunnen nemen, mocht dat nodig zijn. De jongste leerjongen was bovendien iets betrouwbaarder dan Charlie en kon routineklusjes inmiddels zelfstandig uitvoeren, en Mr. Polopetsi was een geboren automonteur. Uiteraard ambieerde hij Mma Makutsi’s baan, maar Mr. J.L.B. Matekoni betwijfelde of zijn droom werkelijkheid zou worden. Mma Makutsi had veel tik- en archiefwerk gedaan, en hij kon zich niet voorstellen dat Mr. Polopetsi achter een bureau zou gaan zitten om zich van dergelijke saaie taken te kwijten. Hij wilde de hort op, speurwerk doen, en uit hetgeen Mma Ramotswe over zijn talenten op dit vlak had gezegd, maakte hij op dat ze niet geneigd zou zijn hem belangrijke zaken toe te vertrouwen.
Men kon nog zo zelfverzekerd zijn, maar als je de trap van het President Hotel opliep, op weg naar een ontmoeting met je cliënte om je eerste echte gesprek met haar te voeren, voelde je een zekere nervositeit. Het was een beetje te vergelijken met wat je voelde wanneer je, als stagiair, voor de allereerste keer een motorblok uit elkaar haalde, de verbrandingsmotor ontkoolde en nieuwe zuigerveren plaatste. Zou alles weer in elkaar passen? Zou de motor draaien? Hij keek over zijn schouder naar het plein achter hem. Straatverkopers hadden stalletjes opgezet, vaak niet meer dan omgekeerde kistjes, of een kleedje op het plaveisel, en verkochten hun waren aan voorbijgangers: kammen, haarproducten, snuisterijen, houtsnijwerk voor toeristen. In een hoek van het plein stond een aantal mensen op een kluitje bij een verkoper van traditionele medicijnen, en ze luisterden aandachtig naar de knokige kruidengenezer, die uitleg gaf over de heilzame werking van zijn assortiment boombast en wortels. Hij wist tenminste waar hij het over had, dacht Mr. J.L.B. Matekoni, hij deed tenminste wat hij altijd had gedaan, en deed dat goed, in tegenstelling tot degenen die opeens, als ze al wat ouder waren, besloten dat ze privédetective wilden worden…
Hij bereikte de bovenkant van de trap en liep naar het terras van het hotel, waar het onder de markiezen heerlijk koel was. Hij keek om zich heen; er waren slechts een paar tafeltjes bezet, en hij zag Mma Botumile direct, zittend aan de andere kant, met een kop koffie voor zich. Even bleef hij staan om diep adem te halen. Ze keek op en zag hem, en gebaarde naar de lege stoel aan haar tafeltje.
“Ik zit al een tijdje te wachten, Rra,” zei ze met een blik op haar horloge. “U had gezegd…”
Mr. J.L.B. Matekoni keek op zijn eigen horloge. Hij had gezorgd dat hij stipt op tijd was en had geen reprimande verwacht. Ze had toch elf uur gezegd? Opeens sloeg de twijfel toe.
“Kwart voor elf,” zei ze. “U had kwart voor elf gezegd.”
“Ik dacht dat ik elf uur had gezegd,” hakkelde hij. “Het spijt me, Mma. Ik dacht…”
Ze wuifde zijn verontschuldiging weg. “Het geeft niet,” zei ze. “Waar is Mma Ramotswe?”
“Op kantoor,” antwoordde hij. “Ze heeft mij met deze zaak belast.”
Mma Botumile, die het kopje naar haar lippen had willen brengen, zette het met een klap weer neer. Een beetje koffie gutste over de rand en morste op tafel. “Waarom behandelt zij deze zaak niet?” vroeg ze kil. “Vindt ze mij soms niet belangrijk genoeg voor haar? Is dat het? Nou, er bestaan andere detectives, als u dat maar weet.”
“Nee, die zijn er niet,” zei Mr. J.L.B. Matekoni beleefd. “Het Beste Dames Detectivebureau is het enige bureau. Bij mijn weten zijn er geen andere.”
Mma Botumile verwerkte deze informatie. Ze bekeek Mr. J.L.B. Matekoni aandachtig voordat ze weer sprak. “Ik dacht dat u automonteur was.”
“Dat ben ik ook,” beaamde hij. “Maar daarnaast doe ik detectivewerk.” Hij dacht even na. “Het is nuttig om een gewoon beroep te hebben terwijl men tegelijkertijd onderzoeken doet.” Hij had geen idee waarom dat zo zou zijn, maar het klonk hem heel redelijk in de oren.
“Kent u mijn man?” vroeg Mma Botumile terwijl ze het koffiekopje opnieuw omhoog bracht.
Hij schudde zijn hoofd. “U moet me over hem vertellen,” zei hij. “Daarom wilde ik vandaag met u afspreken. Ik moet meer over hem weten voordat ik kan uitzoeken wat hij doet.”
Een serveerster kwam naar het tafeltje en keek Mr. J.L.B. Matekoni vragend aan. Hij had nog niet nagedacht over wat hij wilde drinken, maar thee leek hem de juiste keuze op een ochtend als deze, want het begon warmer te worden, dat kon je voelen. Hij wilde net bestellen toen Mma Botumile naar de serveerster gebaarde dat ze weg kon gaan. “We hebben niets nodig,” verklaarde ze.
Verbijsterd keek hij de serveerster na. “Ik dacht dat ik…” begon hij.
“Geen tijd,” zei de vrouw. “Dit is een zakelijke ontmoeting. Ik betaal voor uw tijd, neem ik aan. Tweehonderd pula per uur, of iets in die geest?”
Hij wist niet wat hij moest zeggen. Uiteraard zou ze voor het onderzoek moeten betalen, maar hij had nog niet stilgestaan bij de hoogte van het honorarium. Hij was het gewend om geld in rekening te brengen voor reparaties en stelde zich voor dat elke zaak een prijskaartje had, te vergelijken met technisch onderhoud. Uitzoeken wat een ontrouwe echtgenoot uitspookte stond wellicht gelijk aan een volledige onderhoudsbeurt, compleet met olie verversen en aandacht voor de remmen. Een gecompliceerder onderzoek zou waarschijnlijk hetzelfde kosten als het vervangen van een distributieketting. Hij had er nog helemaal niet over nagedacht, maar hij was beslist niet van plan om tweehonderd pula per uur te rekenen voor een gesprek op het terras van het President Hotel.
Mr. J.L.B. Matekoni was een tolerant mens, niet iemand die geneigd was tot wat voor soort animositeit dan ook, maar terwijl hij naar Mma Botumile keek, betrapte hij zichzelf erop dat hij nu al een enorme hekel aan haar had. Hij wist echter ook dat dit gevaarlijk was; als je professioneel was, zorgde je ervoor dat persoonlijke gevoelens geen enkele rol speelden. Hij had Mma Ramotswe er wel eens over horen praten, en hij was het met haar eens geweest. Je mocht je oordeel niet door je eigen gevoelens laten kleuren. Met auto’s was het precies hetzelfde: men moest de beslissing over de toekomst van een auto niet door emoties laten beïnvloeden, ongeacht de band tussen de auto en de eigenaar. Maar dan was er Mma Ramotswes kleine witte bestelbusje; een sprekender voorbeeld van de kijk op een voertuig die nuchter moest zijn, niet vertroebeld door emoties, was haast ondenkbaar. Hij had het busje met kunst- en vliegwerk aan de praat gehouden, terwijl het gezonde verstand zei dat het hoognodig door iets moderners vervangen moest worden, maar Mma Ramotswe wilde er niet van horen. “Ik zie mezelf niet in een nieuwe auto,” zei ze. “Ik ben iemand voor een klein wit bestelbusje. Dat wil ik.”
Hij sloeg zijn ogen neer; Mma Botumile keek hem doordringend aan, en daar kreeg hij het benauwd van. “Vertelt u me eens iets over uw man,” drong hij aan. “Ik wil graag weten wat voor dingen hij leuk vindt om te doen.”
Mma Botumile leunde achterover in haar stoel. “Mijn man heeft geen sterk karakter,” zei ze. “Hij is zo’n man die niet weet wat hij wil. Ik weet natuurlijk heel goed wat hij wil, maar zelf kan hij het niet bedenken.” Ze keek naar Mr. J.L.B. Matekoni alsof ze verwachtte dat hij zou protesteren, maar ging verder toen dat uitbleef. “We zijn nu twintig jaar getrouwd, en dat is lang. We hebben elkaar leren kennen toen we allebei studeerden aan de universiteit van Botswana. Ik heb een bachelor handelskennis gedaan. Mijn man is accountant, en hij heeft een mijnbouwbedrijf. We hebben een huis laten bouwen in de buurt van de westelijke ringweg, niet ver van het Grand Palm Hotel. Het is een erg mooi huis – u heeft het misschien zien liggen vanaf de straat. Het heeft een groot hek, dat zo opengaat, naar twee kanten. Kent u het huis?”
Mr. J.L.B. Matekoni kende het huis inderdaad, en hij had zich vaak afgevraagd wie er nou zo’n soort hek zou laten maken – nu wist hij het.
Hij knikte en wachtte tot ze verder zou gaan, maar ze zei niets, keek hem over de rand van haar koffiekop alleen maar aan.
“En zou u het een gelukkig huwelijk willen noemen?” vroeg hij ten slotte. Hij besefte dat hij de vraag eigenlijk zonder erover na te denken had gesteld. Waar waren die woorden vandaan gekomen? Opeens wist hij het weer: jaren geleden was hij op het Hooggerechtshof in Lobatse geweest om een getuigenverklaring af te leggen inzake een auto-ongeluk, en omdat hij nog niet aan de beurt was, had hij een andere zaak bijgewoond. Hij herinnerde zich dat de advocaat achter zijn tafel had gestaan, tegenover een huilende vrouw in de getuigenbank. En de advocaat had abrupt zijn hoofd opgetild en haar gevraagd: “En zou u het een gelukkig huwelijk willen noemen?” Waarop de vrouw nog veel harder was gaan huilen. Wat een bespottelijke vraag, had hij destijds gedacht, wat bespottelijk om die vraag te stellen aan een snikkende vrouw. Natuurlijk was het geen gelukkig huwelijk. Maar de vraag zelf had zo indrukwekkend geklonken dat hij hem had onthouden, uiteraard zonder te weten dat hij jaren later precies dezelfde woorden zou gebruiken.
In tegenstelling tot die getuige barstte Mma Botumile niet in tranen uit. “Natuurlijk is het een gelukkig huwelijk,” zei ze. “Tot op de dag van vandaag. Of liever, het zou een gelukkig huwelijk kunnen zijn als hij ophield die andere vrouw te ontmoeten.”
“Heeft u er met hem over gepraat?” vroeg Mr. J.L.B. Matekoni.
“Natuurlijk niet,” antwoordde ze smalend. “En bovendien, wat kan ik nou zeggen? Ik weet niets van die vrouw, wie het ook is. Daar moet u achter zien te komen.”
Mr. J.L.B. Matekoni dacht er even over na. “Maar u weet heel zeker dat hij een verhouding heeft met een andere vrouw?”
“Heel zeker,” bevestigde Mma Botumile. “Vrouwen weten dat soort dingen.”
Intuïtie, dacht Mr. J.L.B. Matekoni. Vrouwen beweerden dat ze het hadden en mannen niet, of in elk geval niet genoeg: intuïtie. Toch had hij zich vaak afgevraagd hoe men iets kon weten zonder het daadwerkelijk te horen, of te zien, of zelfs te ruiken. Als men geen kennis verkreeg via de zintuigen, hoe kwam men er dan wel aan? Dat had hij Mma Botumile graag willen vragen, maar het leek hem beter van niet. Ze was geen vrouw, voelde hij, die positief zou reageren als ze werd uitgedaagd.
“Juist,” zei hij vriendelijk. “Maar zeg eens, kunt u me vertellen hoe vrouwen dit soort dingen weten? Ik wil graag geloven dat het zo is, maar hoe gaat dat precies?”
Voor het eerst sinds het begin van hun ontmoeting glimlachte Mma Botumile. “Het is makkelijker om met een andere vrouw over dit soort dingen te praten,” zei ze. “Maar aangezien Mma Ramotswe het zo druk heeft, zal ik met u genoegen moeten nemen, Rra.”
Mr. J.L.B. Matekoni wachtte af.
Mma Botumile liet haar stem dalen. “Mannen verwachten bepaalde dingen van hun vrouw,” zei ze. “En als ze daarmee ophouden, is dat een slecht teken. Elke vrouw weet dit.”
Hij hield zijn adem in.
De vrouw keek hem met een geamuseerde twinkeling in haar ogen aan. “Ja,” zei ze. “Het is altijd een teken dat de man een vriendin heeft.”
Mr. J.L.B. Matekoni wist niet wat hij moest zeggen. Hij staarde met neergeslagen ogen naar het tafeltje, toen naar de vloer. Iemand had op de tafel met suiker geknoeid, een smal streepje van witte korrels, en hij zag dat een colonne mieren, met militaire precisie opgesteld, bezig was de suiker af te voeren, minuscule sjouwers die wankelden onder het gewicht van hun trofee.
“Dat moet u dus gaan uitzoeken, Rra,” besloot Mma Botumile terwijl ze de serveerster wenkte omdat ze wilde betalen. “U moet hem volgen om te achterhalen wie deze dame is. Ik kan u daar op geen enkele manier bij helpen – daarom heb ik uw hulp ingeroepen. Daarom krijgt u tweehonderd pula per uur betaald.”
“Mooi niet,” mompelde Mr. J.L.B. Matekoni.
∗
Hij verliet het President Hotel zonder een duidelijk omlijnd plan, en ook, besefte hij nu, in tweestrijd of hij het hele onderzoek eigenlijk nog wel wilde doen. De ontmoeting met Mma Botumile was niet bevredigend verlopen. Ze had hem geen enkel idee gegeven waar hij de vriendin van haar man eventueel zou kunnen vinden, alleen geopperd dat hij haar man op een dag zou volgen na zijn werk om te zien waar hij naartoe ging. “Hij komt in elk geval niet rechtstreeks naar huis,” zei ze. “Hij beweert dat hij afspraken heeft met cliënten, maar ik geloof hem niet. U wel?” Mr. J.L.B. Matekoni mompelde iets wat ja had kunnen zijn of net zo goed nee. Hij vond het niet prettig om partij te kiezen, terwijl dat, hield hij zichzelf voor, waarschijnlijk wel van privédetectives werd verwacht, net als van bijvoorbeeld advocaten. Mensen betaalden hen ervoor om hun kant te kiezen, wat betekende dat je moest geloven in wat de cliënt wilde. Die gedachte gaf hem een ongemakkelijk gevoel. Stel nou dat je werd ingehuurd door iemand die je onuitstaanbaar vond, of dat je erachter kwam dat je cliënt tegen je loog? Zou je dan moeten doen alsof je de leugens geloofde, of kon je tegen hen zeggen dat je niets met hun onwaarheden te maken wilde hebben?
En terwijl Mr. J.L.B. Matekoni de trap van het President Hotel af liep, kwam er nog een andere gedachte bij hem op. Hij had de echtgenoot van Mma Botumile nooit ontmoet en had geen idee hoe hij eruitzag. Desalniettemin stelde hij zich voor dat hij, wanneer hij de man uiteindelijk zou ontmoeten – als dat tenminste zou gebeuren – waarschijnlijk medelijden met hem zou hebben en hem zelfs sympathiek zou vinden. Als hij zelf getrouwd was met Mma Botumile, die hij zowel onbeleefd als bazig vond, zou hij dan niet elders troost zoeken, in de armen van een fijne, liefhebbende vrouw – iemand zoals Mma Ramotswe? Mma Ramotswe zou een andere man natuurlijk nooit een blik waardig keuren – dat wist Mr. J.L.B. Matekoni. Hij bleef staan. Het was zelfs nooit bij hem opgekomen dat Mma Ramotswe een verhouding zou kunnen hebben met een andere man, maar aan de andere kant dachten veel mensen die op dit punt door hun wederhelft in de steek werden gelaten dat hun dit nooit zou overkomen, terwijl het wel degelijk gebeurde. Er waren, met andere woorden, heel veel mensen die zichzelf zand in de ogen strooiden.
Het was een bijzonder onwelkome gedachte, en hij voelde dat het zweet hem uitbrak terwijl hij daar voor het President Hotel stond, denkend aan het ondenkbare. Hij stelde zich voor dat hij op een avond thuis zou komen en een stropdas zou zien, of iets in die geest, die over de rugleuning van een stoel hing. Hij zag voor zich dat hij de das zou pakken, zou bekijken, en hem dan omhoog zou houden voor Mma Ramotswes gezicht, met de woorden: hoe heb je het kunnen doen, Mma Ramotswe? Hoe is het in de wereld mogelijk? En zij zou er alles aan doen hem niet aan te hoeven kijken en zeggen: eerlijk is eerlijk, Mr. J.L.B. Matekoni, je bent nou niet bepaald een avontuurlijke echtgenoot. Het was belachelijk. Zoiets zou Mma Ramotswe nooit zeggen. Hij had zijn best gedaan om een goede man voor haar te zijn. Hij was nooit vreemdgegaan, en hij had geholpen in het huishouden, zoals van een moderne man werd verwacht. Sterker nog, hij had alles gedaan wat hij kon om modern te zijn, terwijl dat warempel niet makkelijk was geweest.
Opeens voelde Mr. J.L.B. Matekoni zich onverklaarbaar verdrietig. Een man kon natuurlijk zijn best doen modern te zijn – en daar tot op zekere hoogte in slagen – maar het viel niet mee om avontuurlijk te zijn. Vrouwen lazen tegenwoordig tijdschriften waarin flitsende mannen stonden afgebeeld, mannen met glinsterende ogen die poseerden met glimlachende vrouwen, en iedereen vermaakte zich duidelijk kostelijk. De mannen hadden misschien een autosleutel in de hand, of ze leunden zelfs ontspannen tegen een Duitse bolide, en de vrouwen lachten om iets wat de avontuurlijke man had gezegd, een of andere spitsvondige opmerking. Mma Ramotswe kon zich toch zeker niet door dit soort gekunstelde foto’s laten beïnvloeden, hoewel ze dergelijke tijdschriften, die Mma Makutsi aan haar doorspeelde, wel degelijk las. Ze deed alsof ze erom moest lachen, maar als ze die bladen werkelijk zo onzinnig vond, waarom nam ze dan eigenlijk de moeite om ze te lezen?
Mr. J.L.B. Matekoni stond aan de rand van het plein, kijkend naar de stalletjes, diep in gedachten verzonken. Toen stelde hij zichzelf een vraag die, hoewel voor de hand liggend, toch niet zo makkelijk beantwoord kon worden: hoe word je een avontuurlijke echtgenoot?