Hoofdstuk 18
De zon ging onder toen Poirot bij het villaatje kwam dat
officieel Mill Cottage werd genoemd. Hij klopte op de deur en deze
werd zo plotseling geopend, dat hij achteruit deinsde. De boze
jongeman op de drempel staarde hem een ogenblik aan zonder hem te
herkennen. Toen lachte hij kort.
'Hallo,' zei hij, 'daar hebben we de detective! Kom binnen,
monsieur Poirot. Ik ben aan het pakken.'
Poirot nam de uitnodiging aan en ging de kamer in. Die was
eenvoudig, bijna schamel gemeubileerd. En de persoonlijke
eigendommen van Alec Legge namen op dat moment een onevenredige
ruimte in. Boeken, papieren en kledingstukken lagen overal in het
rond, een open koffer stond op de vloer.
'De laatste etappe van een verbroken menage,' zei Alec Legge.
'Sally is er vandoor, dat weet u zeker?'
'Nee, dat wist ik niet.'
Alec lachte weer kort. ik ben blij dat er iets is dat u niet weet.
Ja, ze had genoeg van ons huwelijksleven. Ze gaat haar leven
voortaan verbinden aan dat van die saaie architect.'
"t Spijt me dat te horen,' zei Poirot.
ik zie niet in waarom u dat zou spijten.'
'Het spijt me,' zei Poirot, een paar boeken en een overhemd opzij
schuivend en plaats nemend op een hoek van de canape, 'omdat ik
niet geloof dat ze zo gelukkig met hem zal worden als ze met u is
geweest.'
'Ze is de laatste zes maanden niet bepaald gelukkig met me
geweest.'
'Zes maanden is geen heel leven,' zei Poirot, 'het is
een zeer korte tijd in wat een lang, gelukkig huwelijk kan
zijn.'
'U praat als een dominee, he?'
'Best mogelijk. Mag ik zeggen, meneer Legge, dat als uw vrouw niet
gelukkig is geweest met u, dat waarschijnlijk meer uw schuld is dan
de hare?'
'Dat denkt zij ook. Alles zal wel mijn schuld zijn.'
'Niet alles, maar wel verschillende dingen.'
'O, gooi alle schuld gerust op mij. Ik kan me net zo goed in de
rivier verdrinken, dan ben ik van alles af.'
Poirot keek hem peinzend aan. ik merk tot mijn genoegen, dat u meer
van streek bent over uw eigen moeilijkheden dan over die van de
wereld.'
'De wereld kan stikken,' zei meneer Legge en hij voegde er bitter
aan toe: ik schijn me in alle opzichten als een volmaakte idioot te
hebben aangesteld.'
'Ja,' zei Poirot, 'ik zou zeggen dat uw gedrag eerder onverstandig
dan laakbaar is geweest.'
Alec Legge staarde hem aan. 'Wie heeft u gehuurd om mijn gangen na
te gaan?' vroeg hij. 'Sally?'
'Waarom denkt u dat?'
'Er is officieel niets gebeurd, dus daarom kom ik tot de conclusie
dat u in opdracht van een prive-persoon achter me aanzit.'
'U vergist u,' antwoordde Poirot. ik heb nooit uw gangen nagegaan.
Toen ik hier kwam had ik er geen flauw idee van dat u bestond.'
'Hoe weet u dan dat ik pech heb gehad of me als een idioot heb
aangesteld of wat dan ook?'
'Als gevolg van observatie en nadenken,' zei Poirot. 'Mag ik nog
eens raden en wilt u me dan zeggen of ik het bij het rechte eind
heb?'
'Raad maar zoveel u wilt, maar verwacht niet dat ik meedoe met dat
spelletje,' zei Alec Legge.
ik denk,' zei Poirot, 'dat u enkele jaren geleden belangstelling en
sympathie had voor een bepaalde politieke partij. Zoals zoveel
jongemannen met wetenschappelijke aanleg. In uw beroep worden
dergelijke sympathieen en neigingen natuurlijk met achterdocht
aangezien. Ik geloof niet, dat u zich ernstig gecompromitteerd
heeft, maar ik geloof wel, dat er pressie op u is uitgeoefend om uw
positie te versterken op een wijze, waarop u dat niet wenste te
doen. U trachtte u terug te trekken en werd toen bedreigd. Ik
betwijfel of ik ooit de naam te weten zal komen van die jongeman.
Voor mij zal hij altijd blijven "de man met het
schildpaddenhemd".'
Alec Legge barstte plotseling in lachen uit.
'Dat hemd was werkelijk krankzinnig. Maar ik zag het toen niet als
grappig.'
Hercule Poirot ging voort: 'En met uw gepieker over de toekomst van
de wereld en over uw eigen moeilijkheden zou het, als ik het zo
zeggen mag, elke vrouw vrijwel onmogelijk geworden zijn om gelukkig
met u samen te leven. U hebt uw vrouw niet in vertrouwen genomen.
Dat is jammer voor u, want ik geloof dat uw vrouw een loyale vrouw
is en geheel aan uw kant zou hebben gestaan als ze had beseft hoe
ongelukkig en wanhopig u was. In plaats daarvan is ze u, in uw
nadeel, gaan vergelijken met een vroegere vriend van haar, Michael
Weyman.'
Hij stond op. 'Ais ik u een raad mag geven, meneer Legge, pak dan
zo gauw mogelijk uw boeltje, volg uw vrouw naar Londen en vertel
haar wat u allemaal hebt doorgemaakt.'
'Zo, dus dat raadt u me aan,' zei Legge. 'En wat gaan mijn zaken u
aan?'
'Niets,' zei Hercule Poirot, naar de deur lopend. 'Maar ik heb
altijd gelijk.'
Even bleef het stil. Toen lachte Alec Legge. 'Zal ik u eens wat
zeggen?' zei hij. ik geloof dat ik uw raad zal opvolgen. Een
scheiding is verdraaid kostbaar. En trouwens, als je de vrouw hebt
gekregen die je hebben wilde en als je dan niet in staat bent haar
te houden is dat nogal vernederend, vindt u niet? Ik zal naar haar
flat in Chelsea gaan en als ik daar die Michael aantref zal ik hem
bij die handgebreide paarse das van hem pakken en zijn strot
dichtknijpen. Daar kan ik me nou al op verheugen.'
Zijn gezicht werd plotseling verhelderd door een uiterst innemende
glimlach.
'Mijn excuses voor mijn beroerde humeur,' zei hij, 'en hartelijk
bedankt.'
Hij sloeg Poirot op de schouder met zoveel kracht, dat Poirot
wankelde en bijna viel.
Meneer Legges vriendschap was ongetwijfeld pijnlijker dan zijn
vijandschap.
En waar zal ik nu naar toe gaan, mompelde Poirot toen hij in de
schemering met pijnlijke voeten van Mill Cottage wegwandelde.