14

De Cock had moeie voeten. De pijn kroop van zijn tenen over zijn wreef langs zijn enkels omhoog. Daar leek het alsof duizend kleine duiveltjes met even zovele spelden geniepig in zijn kuiten prikten. Het stemde hem uiterst droevig. Hij wist wat die pijn betekende. Telkens wanneer een onderzoek slecht verliep, wanneer hij het onbehaaglijke gevoel had steeds verder van de oplossing weg te drijven, gaven zijn voeten acte de présence en speelden de duiveltjes hun satanische spel.

Met een verwrongen gezicht tilde hij zijn benen omhoog en legde ze voorzichtig op een punt van zijn bureau. Een zucht van

verlichting ontsnapte aan zijn mond.

 Vledder keek hem bezorgd aan. Hij kende het beruchte kwaaltje van zijn oudere collega.‘Is het weer zover?’

De Cock antwoordde niet, maar kneep met duim en wijsvinger zachtjes in zijn kuiten. Soms hielp het. Hij keek even op.

‘Heb je al wat van Appie Keizer gehoord?’

Vledder schudde zijn hoofd. ‘Ik heb hem het adres van Emile de Boer gegeven en een persoonsbeschrijving. Ik heb hem ook verteld hoe Marinus van de Heuvel er ongeveer uitziet.’ Hij zweeg even en dacht na. ‘Die jongen zal toch dagelijks zijn stuff moeten hebben en als hij zich voor ons verborgen wil houden, dan zal hij vermoedelijk niet de moed opbrengen om zelf naar de pillenbrug* (* Een beruchte plek in Amsterdam waar drugs worden verhandeld.) te gaan.’

De Cock gebaarde achteloos. ‘Hij kan zich ook in een of ander kraakpand ophouden waar hij via andere verslaafden aan zijn shotjes komt. De meeste verslaafden handelen ook. Het is in Amsterdam niet moeilijk om aan drugs te komen.’ Hij trok zijn mond in een wrange grijns.‘De handel is zo open, zo onbedekt, dat men het spul ook in een supermarkt kan aanbieden.  in de reclame.’Het klonk cynisch.

Vledder lachte. ‘Wie weet? Misschien komt het nog eens zover. De roep om legalisering van de drugs begint steeds luider te klinken.’

De Cock wreef nog eens over zijn pijnlijke kuiten. ‘Laat onze burgemeester je niet horen. Dan ben je morgen buiten dienst gesteld. Hij is fel tegen legalisering gekant.’

Vledder reageerde niet. Het onderwerp scheen hem niet verder te interesseren. Boven zijn linkerwenkbrauw verscheen een denkrimpel. ‘Er bestaat wel degelijk een lijn tussen de beide vermoorde vrouwen,’ sprak hij plotseling van onderwerp veranderend.

De Cock keek hem fronsend aan. ‘Je bedoelt tussen Annelies van Haemstede en Jeanette van Zelhem?’

Vledder knikte nadrukkelijk.‘Die lijn is Harry Devoorde. Met Annelies van Haemstede pleegde hij een bankoverval en met Jeanette van Zelhem was hij het van plan te doen.’

De Cock tuitte zijn lippen.‘Als Jeanette van Zelhem inderdaad de nieuwe vriendin was met wie hij weer wat aandurfde. Maar daarover hebben wij geen enkele zekerheid. Bovendien moet je je dan afvragen wat er mis ging. Voor de moord op Annelies had Harry Devoorde ,een redelijk motief. . ze stond op het punt hem te verraden.’

Vledder maakte een heftige armbeweging.‘Dat motief kan toch ook voor Jeanette van Zelhem gelden? Misschien bestonden er al ver uitgewerkte plannen en besloot Jeanette om uiteindelijk toch niet mee te doen. . of misschien wilde ze met die plannen wel naar de politie stappen!’

De Cock trok een bedenkelijk gezicht. ‘Dat motief overtuigt mij niet. Het beramen van een bankoverval is in ons land nog steeds niet strafbaar. Als er plannen voor een bankoverval waren en Jeanette dreigde die te verraden, dan liep Harry Devoorde geen enkel risico, geen enkel gevaar.’

 Hij grinnikte. ‘Hij zou hoogstens zijn plannen moeten wijzigen en naar een andere partner moeten omzien.’ 

De oude rechercheur schudde zijn hoofd. ‘Dat is naar mijn gevoel geen moord waard. Zelfs niet voor Harry Devoorde.’

Er werd zachtjes op de deur van de recherchekamer geklopt. De Cock tilde haastig zijn benen van zijn bureau en Vledder riep: ‘Binnen!’

De deur ging langzaam open en in de deuropening verscheen een waarlijk beeldschone vrouw. Lang, blond golvend haar gleed langs haar slanke hals en waaierde als een gordijn over de brede schouderflappen van haar modieuze regenmantel met capuchon. Op haar korte zeegroene laarsjes zweefde ze naderbij.

De Cock kwam verrast overeind. De boze duiveltjes in zijn kuiten waren spoorslags verdwenen. ‘Camilla Verduin,’ lispelde hij. ‘Wat een genoegen.’

Ze bleef voor hem staan. Haar gezicht stond ernstig. ‘Mag ik een momentje van uw tijd?’

De Cock bracht zijn beste glimlach. ‘Een momentje lijkt mij te kort.’ Hij zwaaide zwierig naar de stoel naast zijn bureau. ‘Kom er gezellig bij zitten.’

De manier waarop Camilla Verduin bezit van de zetel nam, getuigde van groot raffinement. Ze knoopte haar groene regenmantel los, onthulde een strakke trui, sloeg haar slanke benen over elkaar en trok een kort rokje iets dichter naar haar knieën.

De Cock volgde haar bewegingen ademloos. ‘U hebt een probleem?’ vroeg hij belangstellend.

Camilla Verduin knikte. ‘Mijn probleem heet Justus.’

De Cock veinsde onbegrip. ‘Hoe kan Justus voor u een probleem zijn?’

Camilla Verduin weifelde even. ‘Justus. . heeft Justus een crimineel verleden?’

De Cock fronste zijn wenkbrauwen. ‘Waarom vraagt u dat?’

Camilla Verduin toonde verbazing. ‘U kwam vanmorgen toch niet voor niets naar de Nieuwe Uilenburgerstraat?’

De Cock keek haar schuins aan. ‘Heeft Justus u niet verteld waarom wij hem een bezoek brachten?’

Camilla Verduin schudde haar hoofd. ‘Ik ben niet meer terug geweest. Ik heb Justus na vanmorgen niet meer gezien.’

‘U hebt ons gesprek met Justus toch kunnen volgen. . althans het begin?’

Op het gezicht van Camilla Verduin kwam een norse trek. ‘Ik ben geen luistervink.’

Het klonk bits.

‘Maar wel nieuwsgierig.’

Camilla Verduin verschoof iets op haar stoel. ‘Ik ga al geruime tijd met Justus om. Ik ben heel erg op hem gesteld. Ik zou onze verhouding ook graag willen voortzetten, misschien zelfs uitbouwen, tot een huwelijk. Maar ik ben bang.’

‘Waarvoor?’

Camilla Verduin zuchtte diep. ‘Ik wil niet betrokken worden bij affaires, die. . eh, die het daglicht niet kunnen velen.’

De Cock keek haar quasi verwonderd aan.‘Heeft Justus dergelijke affaires?’

Camilla Verduin maakte een wanhopig gebaar. ‘Dat weet ik niet.’

‘U vermoedt het?’

Camilla Verduin frunnikte aan de zoom van haar rokje. ‘Justus is de laatste tijd zichzelf niet. Hij is in de war, overstuur.’

‘Heeft dat misschien iets te maken met de plotselinge dood van zijn zuster?’

Camilla Verduin schudde haar hoofd. ‘Hij was dat al voor die tijd. Voordat Annelies werd vermoord was hij al somber, terneergeslagen. Ook terughoudend ten opzichte van mij.’

De Cock keek haar onderzoekend aan. ‘Hoe. . eh, hoe bedoelt u dat?’

Camilla Verduin vouwde haar handen ineen. ‘Als ik hem wil aanhalen. . liefkozen. . dan. . eh, dan stoot hij mij af. Het is dan alsof hij met zichzelf worstelt. . een soort innerlijke tweestrijd voert. Ik heb al een paar keer geprobeerd om hem tot een gesprek te verleiden, maar dat ontwijkt hij. Ook op rechtstreekse vragen gaat hij niet in. Ik heb het gevoel dat ik tegen een muur bots.’

De Cock hief zijn handen op. ‘Misschien is zijn liefde voor u wat bekoeld.’

Camilla Verduin schudde geprikkeld haar hoofd. ‘Naar mijn gevoel is dat niet zo. Integendeel, ik heb de innerlijke zekerheid dat Justus juist steeds meer van mij is gaan houden.’ Er blonken tranen in haar blauwe ogen. ‘Dat klinkt misschien vreemd, niet rationeel. Maar liefde is niet rationeel. . dat is gevoel. . dat is emotie.’ Ze plukte een minuscuul zakdoekje uit de mouw van haar regenmantel en droogde haar tranen.

De Cock liet haar even begaan. Na een korte onderbreking vroeg hij: ‘Hoe kwam u op de gedachte dat het afwijkend gedrag van Justus van Haemstede mogelijk iets te maken zou hebben met een crimineel verleden?’

‘Door uw bezoek.’

‘Alleen door dat?’

‘Ja. Recherche en misdaad zijn voor mij zaken die nauw met elkaar zijn verbonden.’

De Cock knikte instemmend. ‘Hebt u de naam Harry Devoorde wel eens horen noemen?’

‘Ja.’

‘In welk verband?’

Camilla Verduin reageerde plotseling heftig. ‘In geen enkel verband,’ sprak ze fel. Ze zweeg even en veranderde van toon. ‘Ik val zelf moeizaam in slaap. Dat had ik al als kind. Schaapjes tellen. . u kent dat wel. Justus draait zich om en is vertrokken. Al kort nadat hij is ingeslapen, begint hij te praten. . kreten, flarden van gesprekken, namen.’ Ze keek met een bleek gezicht naar De Cock op. ‘Die. . eh, die jonge vrouw, die vermoord in haar souterrain werd gevonden. . heette die Jeanette?’

De oude rechercheur zweeg.

Camilla Verduin boog zich iets naar hem toe. ‘Heette die Jeanette?’

De Cock knikte traag voor zich uit. ‘Jeanette,’ gaf hij aarzelend toe.

Camilla Verduin sloot even haar ogen. ‘En wie is Martha. .Martha Overdijk?’

De Cock trok zijn schouders op. ‘Nooit van gehoord.’

Camilla Verduin ademde diep. ‘Laatst noemde Justus die naam. . en hij werd gillend wakker.’