11
Vledder kwam de recherchekamer binnen, hing zijn jas aan de kapstok, liep op De Cock toe en wierp kletterend een plastic zak op zijn bureau.
‘Eenzelfde mes,’ sprak hij kort. ‘En de groeten van dokter Rusteloos.’
‘Precies eenzelfde?’
Vledder knikte. ‘Kijk maar: een lemmet van negentieneneenhalve centimeter, eindigend in een scherpe punt. Ook in dit mes Inox – Thiers France. De oude lijkensnijder vroeg of jij er een verzameling van wilde aanleggen.’
De Cock keek naar hem op. ‘Dokter Rusteloos is geen lijkensnijder, maar een patholooganatoom.’ Het klonk bestraffend.
Vledder trok een grijns. ‘Snijdt hij in lijken of niet?’
De Cock liet het onderwerp rusten. Hij pakte de doorzichtige plastic zak op en bekeek het mes.
‘Zaten er vingerafdrukken op?’
Vledder schudde zijn hoofd. ‘Volgens Ben Kreuger moet de dader of daderes bij het hanteren van dat keukenmes leren handschoenen hebben gedragen. Daar heeft hij spoortjes van gevonden.’ De jonge rechercheur ging achter zijn bureau zitten. ‘Ik denk dat Marinus van de Heuvel van zijn eerste foutje heeft geleerd.’
De Cock keek hem schuins aan. ‘Jij meent dat Marinus van de Heuvel ook de moord op Jeanette van Zelhem heeft gepleegd, maar dit keer handschoenen droeg?’
Vledder knikte. ‘Ik heb altijd al vraagtekens gezet bij zijn verhaal dat hij in een daad van paniek dat mes in de rug van Annelies van Haemstede heeft vastgepakt. Hij moet zich achteraf hebben gerealiseerd, dat hij zijn vingerafdrukken op het mes had achtergelaten en heeft toen dat paniekverhaal verzonnen.’ De jonge rechercheur gebaarde voor zich uit. ‘Ben je vergeten dat hij gisteravond door die twee jonge dienders in de Raadhuisstraat is gezien? Besef je. . dat is hemelsbreed niet ver van het souterrain van Jeanette van Zelhem.’
De Cock wreef over zijn kin. ‘Heb je ook een pasklaar motief?’
‘Voor de moord op Jeanette van Zelhem?’
‘Ja.’
Vledder maakte een schouderbeweging. ‘Marinus van de Heuvel moet ons maar vertellen waarom hij haar heeft koudgemaakt.’
De Cock keek een tijdlang peinzend voor zich uit. Hij kon het verstandelijk niet onderbouwen, maar een onberedeneerd gevoel zei hem dat Marinus van de Heuvel niet tot een moord in staat was. Dat die junk weliswaar een niet te peilen gedrag
vertoonde, maar het pure instinct om te doden miste. ‘We moeten Appie Keizer toch maar eens op het spoor van Emile de Boer zetten.’
Vledder knikte. ‘Ik maak dat wel met Appie Keizer in orde. Die Marinus van de Heuvel moet toch boven water komen.’
De Cock trok rimpels in zijn voorhoofd. ‘Hoe zag ze eruit. . ik bedoel, hoe was de lichamelijke conditie van Jeanette van Zelhem?’
‘Ze was dood,’ antwoordde Vledder laconiek. ‘Maar verder zag die Jeanette van Zelhem er prachtig uit. Buiten de steekwond. . gaaf. Ik begrijp best dat ze zoveel mannen kon versieren. Ze had een mooi figuur.’
De Cock plukte aan het puntje van zijn neus. ‘Zal ik jou eens, in plaats van die Marinus van de Heuvel, een andere serieuze verdachte opdienen. . voorschotelen?’
Vledder keek hem wantrouwend aan. ‘Wie?’
‘Harry Devoorde.’
Vledder schoot in de lach. ‘Een bespottelijk idee. . Harry Devoorde in een statig grachtenpand.’
De Cock trok zijn gezicht in een ernstige plooi. ‘Zo bespottelijk is dat niet,’ sprak hij hoofdschuddend. ‘Volgens de nette en hondstrouwe Robert Maasveld was de laatste vlam van Jeanette een vieze, smerige, bijna barbaarse onderwereldfiguur.’
Vledder keek hem ongelovig aan. ‘Harry Devoorde?’
De Cock knikte traag. ‘Harry Devoorde.’
Vledder vond aan de waterkant van de Oude Schans, aan de overzijde van de Montelbaanstoren, nog een plekje om de oude Volkswagen te parkeren. Ze stapten uit en slenterden via de Nieuwe Batavierstraat naar de Nieuwe Uilenburgerstraat.
Vledder blikte opzij. ‘Gaan we vannacht. . in de nanacht. . Harry Devoorde op zijn schuit aan de Amstel arresteren?’
De Cock grijnsde. ‘Op grond waarvan?’
Vledder reageerde verrast. ‘Voor alles. . bijvoorbeeld die bankoverval aan de Pieter Calandlaan.’
De Cock spreidde zijn beide handen. ‘Waar zijn je bewijzen. . je getuigen? Ik heb telefonisch met Dries Zwakenberg, dat is de rechercheur aan bureau Slotervaart, die destijds die bankoverval aan de Pieter Calandlaan heeft behandeld, de zaak nog eens doorgenomen. Ik hoopte dat hij nog wat had, sporen, getuigen, aanwijzingen, zodat wij alsnog tot zijn arrestatie konden overgaan. Maar hij had niets.’ De grijze speurder zuchtte. ‘En wat hebben wij? Annelies van Haemstede is dood. Aan Marinus van de Heuvel heb je niet veel. Eerstens is hij nog steeds voortvluchtig en verder draagt hij slechts kennis uit de tweede hand.’ De Cock zwaaide omhoog naar het gebouw d’Witte Leeuw. ‘Laten we hopen dat Justus van Haemstede over meer directe informatie beschikt. Bovendien ben ik benieuwd hoe hij zijn verhouding met Jeanette van Zelhem aan
ons uitlegt.’
Voor een strakke eikenhouten deur met Justus van Haemstede in sierlijke schrijfletters erop, bleven ze even besluiteloos staan.
Vledder porde De Cock met zijn elleboog. ‘Wat is een maisonnette?’
De grijze speurder lachte. ‘Dat moet je toch niet aan een ouderwetse en uiterst simpele huisje-boompje-beestje-man vragen.’
‘Je weet het niet?’
De Cock knikte nadrukkelijk. ‘Ik weet het wel. Een maisonnette is een etagewoning met een eigen toegang, waarbij woon-en slaapgedeelte boven elkaar liggen.’
‘Is dat zo bijzonder?’
De Cock trok zijn schouders op en belde. Het duurde enkele minuten. Toen werd de deur opengedaan door een beeldschone jonge vrouw. Lang blond golvend haar gleed langs haar slanke hals, over haar ronde schouders en waaierde als een gordijn over haar weelderige boezem. Ze was schaars gekleed en kwam kennelijk juist uit bed. Vanaf net boven de busterand droeg ze een wit vormloos hemd, dat aan de onderzijde reikte tot een nog net toelaatbare grens. Daaronder staken een paar lange welgevormde benen en voeten in roze slippertjes met een pluim.
De Cock slikte even benauwd en uit de borst van Vledder ontsnapte een zucht.
Met haar grote helblauwe ogen keek ze vragend van De Cock naar Vledder en weer terug.
De grijze speurder lichtte zijn hoedje. ‘Mijn. . eh, mijn naam is De Cock,’ sprak hij licht piepend. ‘Met ceeooceekaa.’ Hij duimde opzij. ‘En dat is mijn collega Vledder. Wij zijn rechercheurs van politie, verbonden aan het bureau Warmoesstraat.’
‘Rechercheurs?’
De Cock knikte.
‘Wij kwamen voor de heer Justus van Haemstede, die. . eh, die woont toch hier?’
De jonge vrouw knikte. ‘Justus slaapt nog, denk ik.’
De Cock hield zijn hoofd iets schuin. ‘Wie bent u?’
De jonge vrouw tikte met haar wijsvinger op haar borst. ‘Ik?’
‘Ja.’
‘Ik ben Camilla. . Camilla Verduin.’
‘U. . eh, u woont hier ook?’
Camilla Verduin krulde haar lippen. Haar blauwe ogen lachten ondeugend mee. ‘Niet permanent.’
De Cock bracht zijn liefste glimlach. ‘Wilt u Justus onze komst aankondigen?’ vroeg hij vriendelijk.
Camilla Verduin weifelde even, maar kwam spoedig tot een besluit. ‘Een ogenblikje,’ sprak ze fluisterend. Ze deed de deur
weer dicht. Vledder floot zacht sissend tussen zijn tanden.
‘Eén ding moet mij van het hart. . die Justus van Haemstede heeft smaak. Tjonge, tjonge, wat een meid. . wat een plaatje.
Zou hij met haar getrouwd zijn?’
‘Ik hoop van niet.’
‘Hoezo?’
De Cock gniffelde. ‘Die een wijf trouwt om ’t schoon lijf, verliest het lijf, maar houdt het wijf.’
Vledder keek hem van terzijde aan. ‘Een spreuk van je oude moeder?’
De Cock schudde zijn hoofd. ‘Vader Cats.’
De deur ging weer open. De mooie Camilla Verduin was nu gehuld in een roze peignoir. ‘Gaat u maar mee,’ sprak ze opnieuw fluisterend. ‘Justus staat even onder de douche. Hij komt zo.’
Ze ging de rechercheurs voor via een kleine hal naar een ruim vertrek met een hoogpolig berbertapijt op de vloer, witte wanden en een vijftal diepe witlederen fauteuils, gegroepeerd om een lage ronde tafel met een centimeters dikke glasplaat.
‘Neemt u plaats.’
De Cock aarzelde even. Hij hield niet van die diepe fauteuils, waaruit een man met zijn figuur vaak zo moeilijk overeind kwam. Zacht kreunend liet hij zich in het leer zakken en legde zijn oude hoedje naast zich op het tapijt.
De aanwezigheid van Camilla Verduin had hem een weinig verrast. Hij vroeg zich bezorgd af of hij in haar nabijheid de affaire Jeanette van Zelhem wel ter sprake kon brengen. Hij kende de verhouding niet en wilde per se geen relaties verstoren. Na enige minuten kwam Justus van Haemstede in een blauwe badjas en op blote voeten de kamer binnen. Zijn haar was nog nat. Hij schudde De Cock, die niet overeind kwam, de hand en ging tegenover hem zitten.
‘Al vorderingen gemaakt?’ vroeg hij opgewekt.
De oude rechercheur schudde met een droevig gezicht zijn hoofd. ‘Om heel eerlijk te zijn. . we tasten nog volkomen in het duister. Wij hopen dat u in die duisternis wat licht kunt brengen.’
‘Licht. . inzake de dood van mijn zuster?’
‘Inderdaad.’
‘Ik heb u alles verteld wat ik weet.’
De Cock negeerde de opmerking. ‘Ik wil nog even terugkomen op onze onverwachte ontmoeting op de Christoffel aan de Amstel.’
Op het gezicht van Justus van Haemstede kwam een harde trek. ‘Ik heb u toch verteld waarom ik daar was. . op die oude schuit. . ik wilde voor Annelies postuum nog een rekening vereffenen.’
‘Met Harry Devoorde?’
Justus van Haemstede knikte heftig. ‘Ik heb begrepen dat mijn zus Annelies haar aandeel in de buit van de bankoverval aan de Pieter Calandlaan nooit heeft gekregen.’ Hij ademde diep en liet de lucht langzaam uit zijn longen glippen. ‘Ik treed op als executeur-testamentair. Met andere woorden: ik regel haar nalatenschap.’
De Cock grijnsde. ‘Vreemd,’ sprak hij met een licht sarcasme, ‘dat u nu plotseling namens haar wilt optreden, terwijl u twee jaar lang niet naar haar hebt omgekeken. En ze leefde toch in bittere ellende.’
Justus van Haemstede spreidde zijn handen in een verontschuldigend gebaar. ‘Dat is niet mijn. . dat is niet onze schuld. Annelies hield zich voor de familie verborgen. Wij wisten niet waar zij was. Na mijn bezoek aan haar in het huis van bewaring is er geen enkel contact meer geweest. Wij waren van mening dat zij zich met die Harry Devoorde ergens in het buitenland voor de politie schuilhield.’
‘U. . eh, u kent de reputatie van Harry Devoorde?’
Justus van Haemstede keek verbitterd. ‘Een absolute schurk.’
‘U bent niet bang voor een confrontatie?’
Justus van Haemstede schudde zijn hoofd. ‘Ik ga die niet uit de weg. Begrijpt u mij goed. . het gaat mij niet om het geld. Daar is vermoedelijk toch niet veel meer van over. Het gaat mij om de schofterige manier waarop hij Annelies heeft behandeld.’
‘U eist genoegdoening?’
‘Zoiets.’
De Cock kneep zijn ogen half dicht. ‘Hoe wist u van de Christoffel. . en dat Harry Devoorde op die schuit verbleef?’
‘Iemand belde mij en gaf mij wat informatie.’
‘Anoniem?’
Justus van Haemstede knikte.
‘Dezelfde heldere mannenstem, die mij zei dat Annelies vermoord in een kraakpand lag.’
82