15. Een domme fout
‘Daar is-ie!’ roept Edwin uit.
‘De boot is losgekomen. Het water is gestegen. We moeten maken dat we ernaartoe zwemmen.’
‘Da's een heel eind.’ Edwin trekt een bedenkelijk gezicht.
‘Ik kan sneller zwemmen dan jij. Als jij hier blijft, kom ik met de boot zo terug en pik ik jou en Tor bij het steigertje weer op.’
Edwin begrijpt dat dit de beste oplossing is.
In de verte zien ze dat Vera op het kajuitdak druk in de weer is. Wat ze precies doet, is op deze afstand niet te zien. Het lijkt wel of ze aan het gooien is. De twee vrienden staan het even aan te kijken. Dan zien ze ineens dat de boot stilligt.
‘Ik ga!’ zegt Peter en duikt vanaf het steigertje in het water.
Met forse slagen zwemt hij richting de boot. Toch is het nog een heel eind. Als Peter een eind onderweg is, merkt hij dat hij moe begint te worden en doet het wat rustiger aan.
Het duurt iets langer dan verwacht, maar uiteindelijk klimt hij toch op het achterdek. Hij wordt verwelkomd door een dolgelukkige Vera.
Snel maakt hij het touw om de boomtak weer los en start de motor.
‘Dat heb je slim gedaan, Vera.’
Peter duwt de gashandel naar voren en draait het stuur.
Enkele minuten later ligt de Albatros tegen het steigertje bij het eiland en stapt ook Edwin aan boord.
‘Zullen we dan nu maar naar de jachthaven bij ons dorp varen?’ zegt Peter.
Ondertussen hebben ze elkaar heel wat te vertellen.
Als ze vlak bij de jachthaven van hun dorp zijn zegt Edwin ineens: ‘Het fototoestel! Waar heb je het fototoestel?’
Peter voelt geschrokken om zijn hals. Da's waar ook. Dat had hij om zijn hals hangen toen hij de kelder indook. Hij heeft een aantal foto's gemaakt en toen ... Hij moet even goed nadenken. Hij heeft hem het laatst in z'n hand gehad toen hij een grote koffer ontdekte. Hij heeft het toestel samen met de waterdichte zak naast de koffer gelegd om met twee handen de koffer te openen. Dat lukte niet en toen was er dat gerommel aan de buitendeur. Toen is hij de kelder in gevlucht en heeft helemaal niet meer aan de camera gedacht. Er is ook zoveel gebeurd.
‘O!’ Hij durft het bijna niet te zeggen. ’Ik ben bang dat, eh ... dat-ie ... nog in de griendkeet ligt.’
‘Wat?’ zegt Vera. ‘O nee hè! Ligt-ie nog in het hok van die kerel? Ik moet 'm wel terug hebben.’
Dat is nu ook wat! Dan zullen ze terug moeten, met het gevaar dat ze die kerel op het eiland nog eens tegen het lijf lopen. Ze hebben er op dit moment niet de moed voor.
Peter kijkt eens schuw naar Edwin. Wat zou die ervan denken?
Edwin kijkt naar Peter. Wat moeten we nu doen?
Dan hakt Peter de knoop door. ‘We gaan eerst de gasfles omwisselen en nieuw beltegoed op de telefoon zetten. We slapen vannacht in de haven en we willen morgen toch weer de Biesbosch in varen. Dan kunnen we langs het eiland gaan en de camera pakken.’
‘Dan kunnen we nu ook niet de foto's thuis bekijken op de computer’, zegt Edwin.
Peter zegt niets. Hij voelt zich schuldig. Wat is hij toch suf geweest. Dom dom dom! Maar er is nu niets aan te doen. Hij zal zelf zorgen dat Vera haar fototoestel terugkrijgt.
‘Morgen ga ik het toestel zelf voor je halen, Veer!’
‘Ik hoop het ...’
Peter legt de Albatros weer netjes op z'n eigen plekje tegen de steiger in de jachthaven bij hun dorp.
‘Zullen we eerst maar wat gaan eten?’ stelt Edwin voor. ‘Mijn maag begint een beetje te rammelen.’
Dat vinden de anderen een goed idee.
‘We kunnen vanavond wel iets warms halen’, vindt Vera. ‘Dan hoeven we niet zelf te koken.’
Na het eten opent Peter een luikje onder de bank op het achterdek. Hij koppelt de lege gasfles die eronder zit los en tilt hem eruit. Ze sluiten de kajuit en stappen op de steiger.
Peter en Edwin dragen de gasfles tussen zich in. Vera neemt Tim en Tor aan de riem. Een eindje verder aan de haven zit een bedrijf waar scheepsmaterialen worden verkocht.
‘Daar haalt m'n vader ook altijd de gasflessen’, zegt Peter.
Als een halfuur later de nieuwe gasfles op de Albatros is aangesloten, stappen ze opnieuw van boord en lopen naar het dorp. Het is een aardig stukje lopen naar de winkelstraat, maar het is nog steeds prachtig weer.
‘In de kantoorboekhandel kun je wel beltegoed kopen’, weet Vera.
‘Dan gaan we daar naartoe.’
Vera wacht buiten de winkel met Tim en Tor. In de winkel staan nog een paar mensen bij de toonbank. Edwin kijkt om zich heen. Zijn oog valt op een stapel kranten. Hé, het Nieuwsblad is er al. Maar wat staat daar nu met grote letters op de voorkant? ‘Brutale inbreker nog steeds actief in de streek.’ Zou dat ... denkt hij ... zou dat die kerel van de griendkeet zijn? De kans is best groot. Eigenlijk weet hij het bijna zeker. Maar hij kan het niet bewijzen ... zeker nu het fototoestel nog in de griendkeet ligt. O, wat jammer nu toch. Maar ze kunnen toch ook wel zonder foto's naar de politie gaan?
Edwin trekt Peter aan zijn shirt. Die kijkt verbaasd om. Edwin wijst naar de stapel kranten. Peter komt dichterbij en zet grote ogen op.
‘Dat moet 'm zijn’, fluistert hij.
‘Weet je ...’ begint Edwin.
‘Waarmee kan ik jullie helpen?’ klinkt het achter de toonbank.
De jongens draaien zich verschrikt om.
‘O eh ... ik wilde graag nieuw beltegoed op m'n telefoon.’
Edwin loopt naar de toonbank en haalt een portemonnee uit zijn broekzak.
‘Hoeveel wil je hebben?’
Even later staan ze weer buiten.
Peter heeft een exemplaar van het gratis weekblad meegenomen en alle drie lezen ze het artikel.
‘Weet je,’ begint Edwin opnieuw, ‘ik stond net te denken: We kunnen nu ook naar de politie gaan met wat we weten.’
‘Ja, dat kunnen we beter doen’, zegt Vera.
Peter krabbelt achter zijn oor en zegt dan langzaam: ‘Dat kunnen we wel doen, maar als we het nu eens mis hebben? We weten het niet zeker en hebben helemaal geen bewijs ... door mijn schuld’, voegt hij er beteuterd aan toe.
‘Dat is zo, ja. We slaan natuurlijk een enorme flater als blijkt dat we het mis hebben.’
‘Het kan ook nog een dag wachten. Morgen hebben we wel foto's’, meent Peter stellig.
‘Ik kan morgen snel nog wat andere foto's nemen, want ik wil weten wat er in die koffer zit.’
‘Maar als die kerel dan weer komt?’ vraagt Vera onzeker.
‘We moeten het morgen slimmer aanpakken. We gaan vanavond een plan maken. Akkoord?’