'Je gedraagt je bewonderenswaardig beheerst, lieverd.' Rafe minderde vaart toen we de volgende steile helling naderden. We waren op weg naar Hindleep. Conrad en Isobel waren die morgen teruggekomen uit Londen en hadden ons op de thee gevraagd. Na afloop zouden we Isobel meenemen naar Shottestone.
'Denk je dat Isobel het leuk zal vinden?' vroeg ik. 'Van ons, bedoel ik?'
'Dat heb je me al eerder gevraagd. Natuurlijk zal ze blij zijn. Zij was degene die het als eerste heeft geopperd. Niet dat ik er zelf niet aan had gedacht natuurlijk,' voegde hij er snel aan toe. 'Wat ik bedoel is dat Isobel de eerste was die dit hardop zei.'
Dit was een geruststelling. Als ik me geen zorgen maakte over Dimpsie, geld, Siggy (die depressief leek te worden door het gebrek aan bewegingsvrijheid) en of ik wel was opgewassen tegen mijn taken als vrouw van Rafe en uiteindelijk de grote mevrouw van Shottestone, dan maakte ik me wel zorgen dat Isobel jaloers zou zijn omdat ze haar plaats voor het voetlicht met mij moest delen. Ik draaide de ring aan mijn vinger rond. Hij was van Rafe's grootmoeder geweest en had sinds haar dood in een kluis op de bank gelegen tot Rafe een bruid zou kiezen. Hij was oogverblindend mooi en het kostbaarste - feitelijk het enige waardevolle - cadeau dat ik ooit had gekregen, maar hij was veel te groot. We zouden er volgende week mee naar de juwelier in Newcastle gaan om hem kleiner te laten maken. Intussen wilde Rafe graag dat ik hem droeg. Om ervoor te zorgen dat hij niet van mijn vinger gleed droeg ik er een andere ring van mezelf voor. De ring met chryso- lietjes, waarvoor ik op een rommelmarkt een pond had betaald, leek belachelijk klein naast de enorme, vierkant geslepen diamant die voortdurend naar de binnenkant van mijn hand draaide.'Toch,' zei Rafe, 'denk ik dat ik het haar liever zelf wil vertellen, als je het niet erg vindt. Wanneer er geen horden mensen bij zijn.'
'O. Ja. Net wat je wilt.' Ik zweeg even en dacht na. Toen zei ik: 'Ik weet dat het mij niets aangaat, maar vind je het niet een beetje vreemd dat Isobel nooit op Hindleep bij Conrad blijft logeren? Evelyn heeft er vermoedelijk niets op tegen, want ze protesteert ook niet wanneer ze samen naar Londen gaan.'
'Isobel mag zich meestal heel onafhankelijk opstellen - ze kan soms ronduit een wilde meid zijn - maar ze weet dat ze ervoor moet zorgen dat er niet over haar wordt geroddeld.'
'Je bedoelt dat ze niet bij Conrad blijft slapen om wat de mensen ervan zullen zeggen?' Ik kon mijn verbazing niet verbergen.
'Liefje, je bent vergeten hoe men op het platteland is. Iedereen weet alles van elkaar, en wat ze niet weten verzinnen ze wel.'
'Onvoorstelbaar! Maar ik begrijp nog steeds niet waarom je je dan anders moet gedragen.'
'Tja, weet je, als lid van een vooraanstaande familie - ik bedoel alleen vooraanstaand in dit deel van Northumberland, denk niet dat ik me veel verbeeld - heb je nu eenmaal een verplichting om de conventies in acht te nemen.' 'O.'
'De mensen kijken tegen ons op en op een bepaalde manier horen wij het goede voorbeeld te geven.'
Ik besefte onmiddellijk dat ik nooit een toonbeeld van goed gedrag zou kunnen zijn, zelfs al zou ik met de prins van Wales trouwen.
'Dat is ook de reden, liefje, dat ik graag wil dat je op zondag eens mee naar de kerk gaat. Het ziet er beter uit als je daar al een paar keer bent geweest voordat het huwelijk wordt aangekondigd.'
Dit werd op een heel luchtige toon gezegd, alsof geen zinnig mens ertegen kon protesteren.
'Maar ik ga nooit naar een kerk!'
'Geeft niet. De dominee zal er geen enkel probleem mee hebben. Bovendien is hij veel te bang voor Evelyn.'
'Maar ik dacht dat we voor de burgerlijke stand gingen trouwen...'Rafe zuchtte. 'Ik weet dat we dat allebei het liefste zouden doen. Maar Evelyn wil er niet van horen. Ze zegt dat het eruit zou zien alsof we ons voor je schamen. En dat' - hij draaide zijn hoofd even opzij om me aan te kijken - 'is zeer beslist niet het geval.'
Ik staarde voor me uit om dit alles tot me door te laten dringen.
'O, en nu we het er toch over hebben, Evelyn vindt het beter als we de receptie op Shottestone houden. Jullie huis is erg gezellig, maar het zou wel te klein zijn. Ik neem aan dat Dimpsie daar geen bezwaar tegen zal hebben?'
'Helemaal niet. Ik denk dat ze alleen maar opgelucht zal zijn. Maar het wordt toch zeker geen erg grote trouwerij, he?'
'Evelyn gaat uit van ongeveer driehonderdvijftig gasten.'
'Driehonderd...' Toen Buster de paniek in mijn stem hoorde, begon hij te blaffen. 'Stil, Buster!' Ik greep zijn poot nog steviger vast. 'Rafe! Ik ken helemaal geen driehonderd mensen. In elk geval niet goed genoeg om hen voor mijn bruiloft uit te nodigen. Het gezelschap telt ongeveer vijfenzestig mensen, maar dat zijn niet allemaal goede vrienden. Ik denk dat ik niet meer dan dertig mensen ken die niet verbaasd zouden zijn als ze werden gevraagd.'
'Het geeft niet, liefje,' zei Rafe sussend. 'De meeste gasten zullen vrienden van mijn ouders zijn, families die we altijd hebben gekend. En onze pachters, uiteraard, maar voor hen zal geen plaats zijn in de kerk. Ze zullen de dienst in de gemeentezaal moeten volgen, via luidsprekers. Jij zult uiteraard al je vrienden en vriendinnen kunnen uitnodigen, en Dimpsie die van haar, maar de grootste moot zal bestaan uit de hotemetoten uit het graafschap. Dat is natuurlijk stomvervelend, maar ze zullen een uitnodiging verwachten.'
'Maar mijn vader kan zich zoiets echt niet veroorloven.'
'Nee liefje, maar maak je daarover geen zorgen. Het zal allemaal uit het familiekapitaal worden betaald. Dat gebeurt heel vaak wanneer de familie van de bruid niet zo welgesteld is als die van de bruidegom.'
Ik besefte dat hij het wat afstandelijk probeerde te benaderen, om mijn gevoelens te sparen. 'Je bedoelt dat Kingsley alles zal betalen?''Wat maakt het uit wie er betaalt, zolang wij maar gaan trouwen. Je moet je er gewoon niets van aantrekken. Niemand zal het weten, behalve jouw en mijn ouders.'
'Ik heb echt geen last van valse schaamte, als je dat soms bedoelt. Daar ben ik altijd veel te arm voor geweest. Maar zal zoiets geen belachelijke hoeveelheid geld kosten? Ik neem aan dat ze toch allemaal iets te eten en te drinken moeten hebben.'
'Breek je daar het hoofd maar niet over. Evelyn zal alles regelen. Uiteraard in overleg met Dimpsie,' voegde hij eraan toe.
Ik zag al voor me wat dit overleg zou inhouden. Dimpsie zou net zoveel idee hebben van het organiseren van een trouwerij als van het in elkaar zetten van een atoombom.
'Kunnen we niet doen wat jij eerst zei: gewoon ergens gaan trouwen en het na afloop aan iedereen vertellen? Dat zou een hoop geld en moeite schelen.'
'Ja, maar dat heb ik gezegd voor ik er goed over had nagedacht. Nu ik het met mijn moeder heb besproken, besef ik dat het zou lijken alsof er iets heimelijks aan was, alsof er iets niet helemaal... comme il faut aan ons huwelijk was. Ik ben heel trots op je, liefje. Ik wil dat de hele wereld jou beeldschoon naar het altaar zal zien lopen.'
'Dat is bijzonder aardig van je. Maar die hele wereld kan mij geen fluit schelen.'
'Natuurlijk niet. Mij ook niet. Maar je houdt ook rekening met je moeder. En misschien ook een beetje met die van mij.'
Hier viel niets tegenin te brengen.
'Lieverd.' Rafe kneep in mijn knie. 'Als je soms twijfels hebt, is dit het moment om het te zeggen. Ik kan niet voorwenden dat ik er niet volledig kapot van zou zijn, want mijn liefde voor jou heeft me mijn moed teruggegeven... heeft gemaakt dat ik weer hoop kreeg... dat ik mezelf terugkreeg. Ik verwacht niet dat jij net zoveel van mij houdt als ik van jou, maar ik wil dat jij net zo gelukkig wordt als ik.'
Als hij zo praatte, voelde ik me alsof ik bereid was me omwille van hem in stukjes te laten hakken. Ik legde mijn hand op de zijne. 'Ik houd echt van je.'
'En je wilt met me trouwen?'
'Hoor eens, Rafe, dat heb ik toch gezegd?'
'Geen spijt?'
'Nee.'
'Als je niet eerlijk tegenover me kunt zijn, zou het een vreselijke vergissing zijn.'
'Natuurlijk wil ik met je trouwen.'
'Dan is het goed. Ik zou je willen kussen, maar ik moet mijn aandacht bij de weg houden. Hier is de brug. Wees maar niet bang. Ik zal er heel voorzichtig overheen rijden. Je bent echt veilig, liefste.'
Ik deed mijn ogen dicht en sloot mijn vingers over de diamant, die weer naar mijn handpalm was gedraaid. Het was niet meer dan begrijpelijk dat Rafe en Evelyn een echt feest wilden om deze belangrijke rite de passage te vieren. Eeuwenlang waren er doopfeesten en bals en verjaardagen en trouwerijen op Shottestone gehouden. Zo hadden ze dat altijd gedaan. Dus moest ik me aanpassen en meedoen.
'Ziezo! Dat viel niet tegen, he?'
Ik deed mijn ogen open. Er was pas een week verstreken sinds ons eerste bezoek aan Hindleep, maar er hadden al grote veranderingen plaatsgevonden. Op de binnenplaats wemelde het van de mensen en vrachtwagens en stapels planken, buizen en stenen. Tegen een muur was een steiger van twee verdiepingen hoog opgericht, en ze werkten nu aan de derde.
'Grote hemel!' zei Rafe. 'Het is geweldig wat je met geld kunt bereiken. Ik zit al twee maanden op Banks, onze aannemer, te wachten tot hij de dakgoot van de stal komt repareren, en...' Hij zweeg even en riep toen nijdig uit: 'Daar heb je Banks, verdomme! Na alle klandizie die we hem de afgelopen dertig jaar hebben gegund, had ik toch een beetje loyaliteit verwacht...'
Hij zette de motor af en stapte uit de auto. Toen Banks hem zag, keek hij schaapachtig en verdween haastig door een poort. Ik liep naar Rafe, die met gefronste wenkbrauwen en over elkaar geslagen armen naar alle activiteiten om hem heen keek. Zijn frons werd dieper. 'Is dat niet de auto van dame Gloria?' Hij wees naar een gele sportauto met enorme koplampen.
'Ja, mooi he? Wat leuk dat ze er is. Ik mag haar graag. Jij ook?'
'Graag mogen is misschien te sterk uitgedrukt. Ze is waarschijnlijk een genie, maar ik moet bekennen dat ik niet muzikaal ben. En je zult het met me eens zijn dat haar manieren te wensen overlaten.'
'Eigenlijk bewonder ik haar wel, zoals ze zich niets van andermans mening aantrekt. Golly vindt alleen haar werk van belang. Ze is een heel eerlijk mens. Ik zou nooit zo ongeremd kunnen zijn.'
'Ik ben blij dat te horen,' zei hij droog. 'Ik verheug me erop de rest van mijn leven in jouw gezelschap door te brengen, maar het idee dat onze conversaties zullen worden overstemd door een arsenaal aan oorverdovende lichaamsgeluiden, is niet erg aantrekkelijk.'
Ik besefte dat Rafe nog steeds boos was om Banks, dus besloot ik verder niets over Golly te zeggen. 'Laten we naar binnen gaan.'
De voordeur was van alle afbladderende verf ontdaan en in een mooie kleur donkerrood geschilderd, wat prachtig bij de grijze stenen muren paste. Hij was voorzien van een grote ijzeren klopper, een Medusahoofd omringd door kronkelende slangen. We maakten er energiek gebruik van, maar niemand hoorde ons boven het lawaai van de machines en het getimmer op de metalen buizen van de steigers uit, dus duwden we de deur open en stapten naar binnen.
Isobel stond in haar eentje bij de grote ramen met haar armen over elkaar geslagen en een somber gezicht. Zodra ze ons zag rende ze naar ons toe en sloeg haar armen om Rafe's hals. 'Ik heb aldoor maar op je gewacht. Ik miste je zo erg... Marigold!' Ze kuste me. 'Hoera! Je bent geen invalide meer! Vanaf het moment dat we terug waren hebben we lopen zwoegen om alles te regelen. Ik wilde dat jullie dit zouden zien. Is het niet geweldig?'
Ze maakte een weids gebaar met haar arm. De muren van de salon waren schoongemaakt en de gaten in het stucwerk waren opgevuld. De muur van de schouw, die in betrekkelijk goede staat was geweest, was diep saffierblauw geglazuurd; een man in overal stond met zijn rug naar ons toe met een kwastje een patroon te schilderen dat op de kalk was aangebracht. Ik liep erheen om het van dichtbij te bekijken.
'Dat is heel mooi,' zei ik tegen de man. 'Heeft u dat getekend?'
'Nee meisje, ik ben maar een gewone schilder. Meneer Lerner heeft iemand uit Londen laten komen om dat te doen.' Het patroon bestond uit bladeren en varens en wuivende stengels, van de plint tot aan het plafond. Tussen het gebladerte bevonden zich vogels en eekhoorns en op de grond waren fazanten, konijnen, vossen en muizen. Boven de takken vloog een vlucht ganzen, of misschien waren het zwanen. 'De kroonlijst moet met bladgoud worden aangezet,' zei de schilder. 'Kosten noch moeite worden gespaard.'
'Het is erg mooi! U zult het vast fijn vinden om zoiets te doen.'
De schilder tuitte zijn lippen en keek met een scheef hoofd naar de eekhoorn die hij in tinten roestbruin en grijs schilderde. 'Ik vind het allemaal een beetje ouderwets, net als die bankjes. Ik ben meer iemand van gebroken wit.'
Ik bekeek de verfoeide 'bankjes' die aan weerszijden van de haard stonden. Het waren lange, lage divans, oosters van stijl en met rode zijde bekleed, en met ronde kussens met franje als armleuningen. Er stond er nog een, met groen fluweel bekleed, voor het raam, zodat je liggend naar het adembenemende uitzicht kon kijken. De vloer was geschuurd en geboend en met Perzische tapijten bekleed.
'Wat vind je ervan?' Isobel kwam naar me toe en haakte haar arm door de mijne. Ze droeg een amberkleurig wollen pakje met een kort jasje dat asymmetrisch sloot en een wijde rok die met satijnen zigzagband was geappliqueerd. Haar haar was kortgeknipt in een jongensachtig model met pieken.
'Beeldschoon.' Ik betastte de mouw. De wol was zo zacht als de vacht van een konijn.
'O, dit? Dit is Tonio Cellini, lieverd. Kost me zo ongeveer mijn hele kledinggeld van een jaar. Behalve dat Conrad het natuurlijk heeft betaald. Maar ik bedoelde de inrichting.'
'Betoverend. Nu zal de binnenkant van het huis bij de buitenkant passen.'
'Wacht maar eens tot je de rest zult zien. Deze pijp, die ze hebben moeten aanbrengen om het plafond te stutten' - ze wees naar een pilaar van misschien een halve meter doorsnee in het midden van de kamer - 'zal worden vermomd als eikenboom met vergulde bladeren en een zilveren stam en er zal warme lucht door worden geleid om de kamer te verwarmen, zodat er geen radiatoren hoeven te komen. Rafe.' Ze wenkte haar broer die met zijn handen in zijn zakken had rondgelopen om alle veranderingen te bekijken. Hij kwam naar ons toe. 'Wat vind je ervan?'
'Het is heel... ingenieus.'
'Bedoel je dat je het niet mooi vindt?'
'Dat heb ik niet gezegd. Het is alleen wat' - hij beschreef cirkels met zijn handen - 'veel meer versierd dan ik gewend ben. Ik houd van vroeg-Georgiaans.'
'Hij zegt dat hij een man van gebroken wit is,' zei ik op gedempte toon, en wees naar de schilder. 'Betekent dit dat mannen maar een ding mooi vinden? Wat saai voor ze.' Ik glimlachte om te laten zien dat ik plaagde.
'Ik laat mijn sekse niet kleineren door zo'n grietje als jij,' antwoordde Rafe. 'Pas op, juffrouw Savage, anders neem ik wraak.'
Isobel staarde naar mij en toen naar hem. Het kon haar niet zijn ontgaan dat zijn stem zowel flirtziek klonk als ook iets van een be- zittersair liet doorschemeren.
'Wat vind je van mijn nieuwe coupe?' vroeg ze hem, op enigszins uitdagende toon.
Rafe bekeek haar en draaide haar toen rond zodat hij ook de achterkant kon zien. 'Heel chic. Hoogst modieus, ongetwijfeld. Maar je weet dat ik een conservatieve smaak heb. Ik vond het mooier zoals het eerst was.'
'Vanbinnen ben ik nog steeds dezelfde als eerst. Er is niets wat dat kan veranderen.'
'O mooi, jullie zijn er.' Golly kwam binnen met een dienblad vol theespullen, gevolgd door Conrad die ons verwelkomde met een van zijn sierlijke buiginkjes. Ze droeg zoals gewoonlijk haar bruine ketelpak. 'Marigold! Zonder krukken! En wat een mooi been is het! Net zo mooi als het andere.' Ze zette het dienblad op een tafel en kuste me hartelijk, deed een stap in de richting van Rafe alsof ze hem ook wilde kussen, maar bedacht zich toen. 'Fritz brengt de cake. Ik rammel.' Ze liet zich op de divan naast de haard vallen en greep de zilveren theepot. 'Ik heb sinds gisteren niet gegeten. De melk was vanmorgen zuur en er zaten mieren in de broodtrommel.'
'Je zou een kok of kokkin moeten hebben,' zei Conrad.
'Lieve jongen, ik eet slechts drie keer per dag. Wat zou zo iemand de rest van de tijd moeten doen? Bovendien zou ik een beetje de kriebels krijgen als ik de hele tijd iemand om me heen had die zich met alles bemoeide.'
'Fritz is geen bemoeial. Hij maakt zich nuttig met van alles en nog wat.'
'Fritz is een uitzondering. Je bent een bofferd. Jij boft ook altijd! Maar misschien mag ik 'm een poosje van je lenen? Alleen voor de tijd dat ik bezig ben mijn nieuwe opera te schrijven?'
'Beslist niet. Ik heb hem zelf nodig. Ik wist niet dat je eraan was begonnen.'
'Mijn opera, bedoel je? O, ik heb alleen nog maar wat muzikale thema's opgeschreven. Ik ben nog op zoek naar een verhaal. Iets wat een beetje fris en tijdloos is, maar met een hedendaagse ondergrond. Geen Shakespeare of Goethe of dat soort grote jongens. Die komen me de neus uit. Ik wil iets wat charmant lijkt maar wat toch een diepere betekenis heeft. Misschien een middeleeuws sprookje of zo. Wat vind je van de Mort d'Arthur?'
'Een vreselijk idee. We hebben allemaal nog onze buik vol van Camelot.' Hij keek mij aan. 'Is je been beter?'
'Ja, dank je.'
'Dus je gaat meteen weer terug naar Londen.' Hij klonk alsof hij me graag kwijt wilde.
'O... eh, nee... er zijn plannen... er moeten allerlei beslissingen worden genomen.'Hij kneep zijn ogen een eindje dicht maar vroeg niet verder. In plaats daarvan draaide hij zich om en keek met een enigszins gepijnigde blik hoe Golly de thee inschonk en op het dienblad morste. Conrad zag er beslist net zo normaal uit als ieder ander, vond ik, toen hij de theepot van haar overnam en de kopjes verder inschonk. Hij gaf mij er een. Het was een heel mooi kopje, heel dun zachtgeel porselein met vogeltjes erop geschilderd. Nee, hij leek niet geestesziek. Zijn ogen draaiden niet heen en weer, hij had geen schuim rond zijn mondhoeken en er zat geen stro in zijn haar. Zijn kleren waren niet wanordelijk, integendeel, ze waren netjes en modieus en hij wekte de indruk angstaanjagend intelligent te zijn. Maar vermoedelijk heeft krankzinnigheid vele vermommingen.
Fritz kwam binnen met de cake. Hij werd vergezeld door Buster, die ons allen luidruchtig begroette, alsof hij ons in geen weken had gezien. 'U staat toe, ik breng binnen die kleine hond?' vroeg hij aan Rafe. 'Hij was eenzaam in die auto en hij blaffen.'
'Hij zal het nooit leren als hij altijd zijn zin krijgt,' zei Rafe. 'Maar het was heel aardig van je om hem op te halen. Ik hoop alleen dat hij niet iedereen tot last is.'
'Nee hoor. Wij houden van die dieren. Hoe gaat het met je been, Marigold?'
'Veel beter. Dank je.'
'Laten wij die thee drinken.' Hij pakte een kopje.
'Kom, Marigold,' zei Isobel. 'Kom eens naast me zitten.' Ze trok me omlaag op een van de divans. 'Ik wil alle roddels van de laatste tijd horen. Is het waar wat mevrouw Capstick over Tom vertelt, en over een femme fatale die Marcia Dinges heet?'
'Isobel!' zei Rafe berispend. 'Wees alsjeblieft een beetje fijngevoelig!'
'O lieve help,' lachte ze. 'Is dit een pijnlijk onderwerp?' Hoewel ik probeerde neutraal te kijken, moest ze toch iets in mijn gezicht hebben gelezen, want ze zei op zachtere toon: 'Je vader is heel aantrekkelijk voor vrouwen. Kan hij het helpen dat ze aan zijn voeten liggen? En persoonlijk' - ze liet haar stem dalen zodat niemand anders het kon horen - 'heb ik liever een ontrouwe echtgenoot dan een saaie.'
Isobel had het altijd al voor mijn vader opgenomen. In sommige opzichten leken ze wel op elkaar, vooral in hun overtuiging dat de regels van maatschappelijk verkeer niet op hen van toepassing waren.'Dimpsie zou moeten inzien dat Toms escapades niets met liefde te maken hebben,' ging Isobel verder. 'Hij grijpt gewoon de buitenkansjes die zich voor hem voordoen. Welke man zou dat niet doen?'
'Zo is het wel genoeg, Isobel.' Rafe klonk boos. Ik zocht iets om haar af te leiden.
'Ik vind dit hier erg leuk geworden,' zei ik, wijzend naar de nis rond de schouw. Aan weerskanten van de haard was een spar van bijna twee meter in een emmer zand gezet. Aan het eind van elke tak zat een kaars. In de kamer stonden geimproviseerde boekenkasten van planken met bakstenen, en tussen de boeken lagen stenen, dennenappels, vogelnestjes, eieren en veren. Kennelijk deed Fritz naast zijn vele andere interesses ook aan natuurstudie. Ik kon me niet voorstellen dat Conrad zich om zulke dingen bekommerde.
'Ik begrijp niet waarom iedereen zoveel ophef maakt over seks,' zei Golly. 'Ik heb ooit een vriendje gehad en we hebben het een paar keer geprobeerd. Ik vond het een ramp voor mijn knieen, en na afloop had ik altijd pijn in mijn keel.'
Isobel schoot schaterend in de lach, wat ze vergeefs met een hoestbui probeerde te camoufleren.
'Ik heb hier een charmante volkssprookje van Northumber- land.' Fritz haalde een gehavend notitieboekje tevoorschijn. 'Deze heet De ring en de vis. Het is liefdesverhaal. Zal ik het lezen voor u?'
Het was een ingewikkeld verhaal over een knappe prins en een mooi boerenmeisje dat niet kon praten. Ze waren vreselijk verliefd op elkaar, maar de koning had bezwaar tegen het boerenmeisje als schoondochter, vanwege haar klasse en haar handicap, en hij dwong haar een reeks proeven af te leggen in het gezelschap van welbespraakte prinsessen met blauw bloed. Nadat het boerenmeisje, geholpen door haar superieure intelligentie en een magische zingende taart, al haar concurrentes had verslagen, verklaarde de koning dat iedere deelneemster die hem zijn eigen diamanten ring zou terugbezorgen, de bruid van de prins zou worden. Daarna wierp hij de ring vanaf de kantelen van zijn paleis in de zee. De prinsessen keerden woedend terug naar hun eigen koninkrijk en het boerenmeisje werd kokkin. Ze vond de ring bij het klaarmaken van een reusachtige kabeljauw, gaf hem aan de koning, en het jonge paar trouwde en leefde nog lang en gelukkig.
'Ik wou dat ze aan het eind haar spraakvermogen had teruggekregen,' zei ik. 'Het moet een heel frustrerend huwelijk zijn geweest als je alleen maar via een taart kunt communiceren.'
'Die prins was een ongelofelijke sukkel,' vond Isobel. 'Waarom is hij er niet gewoon met het meisje van zijn dromen vandoor gegaan, om haar al die ellende te besparen?'
'Misschien hechtte hij belang aan zijn erfenis,' zei Conrad.
'O, poeh! Dat soort belangen kan me gestolen worden.'
Ik kreeg de indruk dat Isobel met deze opmerking ergens op doelde, misschien dat Conrad meteen met haar zou moeten trouwen.
Conrad glimlachte vaag. 'Misschien verwachtte het boerenmeisje een kroon en een jurk die van goud was gesponnen, en wilde de prins haar niet teleurstellen. Niet alle vrouwen hebben zo weinig wereldse behoeften als jij, mijn lieve Isobel.'
Isobel probeerde te lachen, maar door de manier waarop ze zich uit het gesprek terugtrok, vermoedde ik dat deze steek raak was geweest.
'Dat is het!' Golly, die met een vinger tegen haar voorhoofd gedrukt had zitten peinzen, ging nu rechtop zitten. 'Dat is het verhaal voor mijn nieuwe opera. Een verhaal over bovennatuurlijke romantiek met bovennatuurlijke elementen, en toch met universele thema's. De triomf van de eeuwige deugden, waarheid... De ring en de vis. Of De vis en de ring... Nog beter.'
'Vind je die titel niet een beetje veel op een andere beroemde operacyclus lijken?' vroeg Conrad.
'O ja. Daar had ik niet aan gedacht. Goed, ik bedenk wel iets. De taart en de vis.'
'Dat wordt niks. Is het bovendien niet lastig om een opera te maken waarin de vrouwelijke hoofdrolspeler niet kan praten?'
Golly fronste haar wenkbrauwen. 'Hm. Ik moet erkennen dat dat een klein... Hier moet ik even over nadenken.' Enkele ogenblikken was ze in gedachten verzonken. Toen viel haar oog op mij.
'Ik weet het! Ik zal echt prachtige muziek schrijven waar de heldin op kan dansen. Het zal een opera-ballet worden met een vleugje barok en rococo, als een hommage aan Rameau en aan de vroege achttiende eeuw. Maar het zal tegelijkertijd verblindend compromisloos en oorspronkelijk zijn. Er moet een koor zijn en een corps de ballet, en die mensen moeten op een dreigende manier over het toneel heen en weer springen, met zwaarden en zo... Ja, een zwaarddans lijkt me wel iets.' Ze stond op en knipte met haar vingers, waarmee ze Buster liet schrikken, die net in slaap was gevallen, voldaan na alle stukjes taart die Fritz hem steels had gevoerd. 'Pen en papier! Ik moet snel een paar ideeen opschrijven!'
'In de bibliotheek,' zei Conrad. 'Daar vind je alles wat je nodig hebt op mijn bureau. Maar haal mijn papieren alsjeblieft niet door elkaar.'
Golly liep weg, met ogen die straalden van inspiratie.
'Buster, af! Ga liggen!' zei Rafe. 'Dus dat is nu genialiteit. Een groots werk dat wordt geschapen uit een onmogelijk kinderverhaaltje. Over een aantal jaren zullen we de mensen kunnen vertellen dat wij aanwezig waren bij het ontstaan ervan.' Hij sprak minzaam, maar ik vermoedde dat hij het belachelijk vond.
'Bedenk wel wat Goethe heeft gezegd,' zei Conrad.
We keken hem allemaal niet-begrijpend aan.
'Grof vertaald. In de muziek vindt de waardigheid van de kunst een uiterste expressie. Er is geen onderwerp dat niet van waarde kan zijn.'
Ik vond dit een interessant idee. 'Je bedoelt dat het niet uitmaakt hoe saai of onnozel iets is, omdat muziek het altijd op een hoger plan tilt?'
'Precies.' Conrad stond abrupt op en liep naar de piano. Ik vroeg me af of hij boos was op Rafe, vanwege diens gebrek aan waardering voor zijn oude vriendin. Hij speelde. De muziek begon vriendelijk en aardig, en ging toen over in mineur en werd intens treurig, om ten slotte bulderend en kwaad te worden. Ik bedacht hoe geweldig het voor Isobel was getrouwd te zijn met iemand die zo prachtig speelde, maar ze luisterde niet. In plaats daarvan vertelde ze Rafe over haar uitstapje naar Londen. Ik hoorde flarden
van zinnen als 'tien verdiepingen hoog en met een eigen lift' en 'een doodlopend zijstraatje van Bond Street'.
Fritz bood me nog een stuk cake aan.
'Nee, dank je, ik plof bijna.' Ik gebaarde met mijn handen naar mijn buik.
'Wat heeft dat verdomme te...?' Isobel staarde me aan, ze staarde vooral naar mijn handen, met een uitdrukking van verbijstering die snel in ontreddering overging.
Ik zag dat de diamant zich aan mijn vinger had gedraaid zodat hij aan de buitenkant zat en schitterde in het licht van de haard.
Haar mondhoeken waren van woede vertrokken en ze balde haar vuisten. Ze keek naar Rafe. 'Je... je hebt het gedaan... zonder mij iets te vertellen...'
'Isobel!' Rafe keek verschrikt. 'Doe niet zo idioot... Buster, als je niet meteen ophoudt met blaffen, zet ik je weer in de auto!'
'Heb... je... haar... ten... huwelijk gevraagd?' vroeg ze met angstaanjagende nadruk.
'Ja, ik heb haar gevraagd.' Rafe's gezicht stond streng. 'En gelukkig voor mij heeft Marigold ja gezegd.'
'Natuurlijk heeft ze ja gezegd.'
Haar minachting kwetste me en maakte me boos. Het was absoluut niet bij voorbaat zeker geweest dat ik het huwelijksaanzoek van haar broer met beide handen zou aangrijpen. Als ik alleen van mijn eigen belang was uitgegaan... Ik voelde een brok in mijn keel.
Fritz pakte het dienblad op en liep snel naar de deur. 'Geen opwinding, goede mensen. Ik gaan om drinken te halen.'
'Isobel! Zwijg! Je moet verder niets zeggen!' zei Rafe waarschuwend.
Ze sprong op, met tranen in haar ogen. 'Jij... jij... dwaas!'
Daarna vluchtte ze, eerst naar de deur die naar de hal leidde, maar Fritz en het dienblad versperden haar de weg. Ze snelde naar de bibliotheek maar herinnerde zich dat Golly daar zat. Ze stampte met haar voet van woede voor ze een van de deuren naar het balkon openduwde en naar buiten holde om bij de borstwering te blijven staan, met gebogen hoofd en schokkende schouders.
'Het spijt me vreselijk, liefste.' Rafe stond op en kwam naar me toe. Hij legde zijn hand op mijn schouder. 'Trek het je niet aan. Je weet hoe Isobel is. Het gaat zo weer over. Ik kan maar beter even naar haar toe gaan...'
Maar het was niet snel over. Rafe had de balkondeuren achter zich dichtgedaan en ik zag hen lange tijd met elkaar praten en naar elkaar gebaren tegen de achtergrond van de heuvels en de snel donkerder wordende lucht. Ik werd me ervan bewust dat Conrad iets speelde wat me zo bekend voorkwam dat ik even dacht dat het deuntje alleen maar in mijn hoofd zat. Toen herkende ik Odile's pas de deux met de prins, uit de derde akte van het Zwanenmeer. Ik keek naar Conrad. Hij keek naar mij met een koude, zelfs vijandige blik. Ik voelde me vreselijk ellendig.
Isobel en Rafe kwamen weer binnen, zij met een verslagen gezicht, hij bekommerd. Ze liep meteen naar me toe.
'Het spijt me.' Haar gezicht stond berouwvol. 'Het was de schok. Ik had het niet zo snel verwacht.' Haar mond trilde als die van een klein kind. 'Er is niemand van wie ik liever zou...' Ze haalde opeens beverig adem, als in een snik. 'Je zult toch wel lief voor hem zijn, he?'
'Zo lief als ik maar kan.' Ik glimlachte. 'We zullen waarschijnlijk nog in geen eeuwigheid trouwen, in elk geval pas ver na jullie. En jullie trouwerij zal veel grootser zijn. Hij zal die van ons verre overtreffen.'
'O, wat dat betreft...' Ze sloeg haar arm om mijn middel en drukte me even tegen zich aan. 'Je bent een engel, dat je me vergeeft.'
'Telefoon, Conrad.' Golly kwam de bibliotheek uit gehold, zwaaiend met een blocnote. 'Presto pronto. Ik moet mijn librettoschrijver te pakken zien te krijgen. Er valt geen ogenblik te verliezen. Ik heb de hoofdthema's geschetst maar ik moet geen dingen halsoverkop doen. Hij kan een geweldige lastpak zijn maar hij is echt briljant - waar zei je dat de telefoon was?'
'Ik zei niets.' Conrad voltooide zijn frase, deed de klep dicht en stond op. 'Die is er niet.'
'Maar lieve jongen! Dat meen je toch zeker niet?'
'Ze moeten gaten in de rotsen boren voor waterleidingbuizen en telefoon- en elektriciteitskabels. Zulke dingen gebeuren niet van de ene dag op de andere.'
'Ja, dat begrijp ik, maar toch... heel onhandig... Dank je wel, Conrad, voor een gezellige... Ik moet direct een telefoon gaan zoeken... Tot ziens, lieverds.' Ze wierp ons een handkus toe en rende naar buiten. Even later hoorde ik door de openstaande deur het geraas van een auto die werd gestart en met grote snelheid wegreed. Ik dacht aan de brug en huiverde.
'En nu iets drinken!' Fritz was met een dienblad met glazen binnengekomen. 'En de kalmeringspillen, Conrad, denk eraan dat je die moet nemen omdat de goede dokter het zegt. Verdammt! Het tocht in de huis!' Hij ging de voordeur dichtdoen.
Isobel keek verbaasd. 'Ik wist niet dat je pillen moest slikken, Conrad!'
Conrad trok zijn wenkbrauwen op. 'Ach, nou ja. We weten nog niet alles wat er over elkaar te weten valt.' Hij haalde een rood doosje uit zijn zak, nam er een enorme blauwe pil uit en slikte die net zo gemakkelijk door alsof het een kruimel was.
Isobel keek naar Rafe. Hij trok zijn wenkbrauwen even op. Zij haalde bijna onmerkbaar haar schouders op.
Ik keek achterdochtig naar Conrads gezicht. Ik stond dichter bij hem dan de anderen. De pil was zonder de geringste beweging van zijn hals naar binnen gegaan. Onze blikken kruisten elkaar. Hij moet de vraag in mijn ogen hebben gelezen, want in een snelle beweging had hij ook het pillendoosje ingeslikt. Hij strekte zijn vingers en vouwde zijn hand open om te laten zien dat die leeg was, dus begreep ik dat het een truc was geweest.
'Ik denk,' zei Conrad, 'dat ik wat frisse lucht moet hebben. En misschien een eindje wandelen.'
Hij deed de openslaande deuren open, liep het balkon op en sprong op de balustrade.
'Conrad!' riep Isobel. 'Kijk uit!'
Hij spreidde zijn armen wijd als een koorddanser en rende over de smalle richel.
'Hij is gek geworden!' riep Rafe. 'Het is minstens honderd meter diep! Dit wordt zijn dood!''Laat iemand hem vastpakken!' gilde Isobel.
De angst maakte ons onmachtig. We zagen hem, onder gesmoorde kreten en gekreun, heen en weer wiegen, naar voren, naar achteren, en weer naar voren. Iemand - misschien was ik het wel - gilde als een fluitketel die begint te koken toen Conrad zijn handen in de lucht gooide, hoog opsprong en rechtstandig in de door sterren verlichte ruimte stortte.

'Dat was vreselijk kinderachtig en onverantwoordelijk handelen,' zei Rafe, toen we over de bochtige weg naar beneden reden. 'En het had afschuwelijke gevolgen kunnen hebben.'
Isobel giechelde. 'Ik vond het wel grappig.'
'Maar je was wel heel erg geschrokken.'
'Ja, maar dat duurde niet lang. Maak er niet zo'n heisa over.' Isobel zat op de passagiersplaats naast hem. Ze boog zich naar hem over en legde een hand op zijn schouder. 'Ik heb er niets aan overgehouden.'
'Maar shock is slecht voor mensen. Je had wel flauw kunnen vallen. Of zelfs een hartaanval kunnen krijgen.'
'Doe niet zo gek, lieverd. Ik ben drieentwintig en zo gezond als een vis.'
Ik was er vrij zeker van dat ik had gegild toen Conrad van het balkon sprong, maar daarna was ik als versteend geweest. Isobel had gejammerd en haar gezicht tegen de borst van Rafe gedrukt, die zijn armen om haar heen had geslagen. Fritz was het balkon op gesneld en keek over de balustrade, gevolgd door Buster, die de algehele stemming van opwinding had opgepikt en opgetogen was geweest dat hij onbelemmerd naar de opkomende maan had mogen blaffen. Ik had geen idee hoe lang we roerloos in een staat van versteende ontzetting bleven staan, tot een stem achter ons zei: 'Er is geen reden om zo verslagen te zijn. Zoals jullie zien ben ik ongedeerd.'
'Conrad!' Isobel had haar hoofd van Rafe's trui opgeheven. Haar gezicht was bleek, haar ogen betraand. 'Wat heb jij ver...? Ik begrijp het niet...' Ze had een stap naar hem toe gedaan en wankelde toen even. Rafe had haar bij de arm gegrepen. 'Laat maar, het gaat wel.' Ze had beverig geglimlacht. 'Jij rotzak! Dat was weer zo'n truc van je. Hoe heb je dit gedaan? Vertel me nou niet dat je vleugels hebt gekregen!'
Conrad trok zijn wenkbrauwen op en beet op zijn lip, alsof hij een lachje moest verbergen. 'Tja, dat is helaas niet het geval. Het spijt me oprecht als ik jullie te erg heb laten schrikken. Ik kon de verleiding niet weerstaan.'
'Je hebt ons zo ongeveer dood laten schrikken!' Rafe deed geen moeite zijn woede te verbergen. 'Je had echt een beetje consideratie moeten opbrengen met mijn zusje...'
Isobel stak haar hand op om hem het zwijgen op te leggen. 'Geeft niet, lieverd. Ik voel me prima. Maak alsjeblieft geen scene.' Ze keek haar verloofde vrolijk aan. 'Conrad, het was heel slecht van je, maar het past wel bij je. Ik moet beslist weten hoe je dit hebt gedaan.'
'Zoals altijd waar het illusie betreft, is de eenvoud van de oplossing het geheim voor succes. Op de verdieping beneden, naast de keuken, is een platform dat uit de berghelling is gehakt. Dat ligt slechts drie of vier meter onder het balkon en het is een beetje groter. Ik ben erop gesprongen en ben daarvandaan weer naar binnen gegaan.' Hij spreidde zijn handen, met een quasi-serieus gezicht. 'Het was belachelijk gemakkelijk' - hij lachte opeens - 'maar het effect moet dramatisch zijn geweest.'
'Wat ben je toch slecht!' Isobel haakte haar arm door de zijne en glimlachte naar hem op.
'Het was krankzinnig!' Rafe was nog steeds woedend. 'Je had in het donker wel mis kunnen springen, of je been kunnen breken!'
'O nee.' Conrad glimlachte. 'Als kind ben ik van huis weggelopen en bij een circus gegaan. Ik moet erkennen dat dat niet erg origineel was. Ik heb maar acht weken met het gezelschap rondgetrokken voor mijn oom me vond, maar in die tijd heb ik leren koorddansen en ook hoe ik moet vallen zonder iets te breken.'
'Zal ik nog wat champagne halen?' Fritz was ons van het balkon naar binnen gevolgd en glimlachte naar ons allemaal. Kennelijk was hij van de grap op de hoogte geweest.
'Nee, dank je.' Rafe kon zich er niet toe brengen te glimlachen. 'We moeten zo langzamerhand weer naar huis. Mijn moeder verwacht ons voor het avondeten. Bovendien moet ik helder blijven voor die weg. Buster! Hou onmiddellijk op met dat geblaf!'
Buster had van onze onoplettendheid gebruikgemaakt om de cake op te eten. We namen in een wat gespannen sfeer afscheid.
'Marigold, blijf je bij ons eten?' vroeg Rafe terwijl we een steile bocht omlaag namen.
'Nee, dank je. Ik denk dat ik beter naar huis kan gaan.'
'Waarvoor moet jij in 's hemelsnaam terug naar huis?' vroeg Isobel.
'Ik wil een beetje vroeg naar bed. Ik begin morgen met een nieuwe baan.'
'Bedoel je dat je niet meer in de praktijk werkt?' vroeg Rafe. 'Dat heb je me niet verteld.'
'Daar blijf ik mee doorgaan. Maar mijn baantje als receptioniste is alleen maar als tegenprestatie bedoeld omdat ik weer thuis mag wonen.'
'Bedoel je dat je geen salaris krijgt?' Rafe klonk geschokt. 'Ik wil niets lelijks van je vader zeggen, maar is dat wel redelijk?'
'Misschien niet. Maar we zitten nu eenmaal wat krap, en daarom heb ik een baantje aangenomen als serveerster in de Singing Swan. Ik begin morgenmiddag. Mevrouw Peevis is een lief oud mens en ze heeft hard hulp nodig omdat ze problemen heeft met haar heupen. Ze staat op de wachtlijst voor een operatie...'
'Ik wist niet dat Dimpsie en jij er zo moeilijk voor stonden,' viel Rafe me in de rede. 'Het spijt me. Ik heb daar niet aan gedacht. We zullen je een toelage uit het familiekapitaal toekennen. Het is echt niet nodig dat jij zo moet zwoegen, Marigold. Waarom heb je niets gezegd?'
'Doe niet zo stom, Rafe,' zei Isobel. 'Je kunt niet verwachten dat Marigold zegt dat ze bereid is met je te trouwen en je in een adem door om geld gaat vragen. Een vrouw heeft haar trots op dat gebied. Conrad heeft me gewoon een chequeboek gestuurd, zonder er een woord aan vuil te maken.''O ja?' Rafe klonk geweldig boos. 'Nou, dan heeft hij op dit gebied kennelijk meer ervaring dan ik.' Hij schakelde terug toen we de oprit van Dumbola Lodge in draaiden. 'Hoe dan ook, Mari- gold, ik zal morgen een afzonderlijke rekening voor je openen en dan kun je er over drie of vier dagen geld van opnemen. Tot die tijd...'
'Dat is bijzonder aardig van je.' Ik boog me naar voren en rook de eau de toilette die hij altijd op had en die me deed denken aan de enige keer dat we samen naar bed waren geweest. 'Maar ik vind het helemaal niet erg om te moeten zwoegen en ik kan echt geen geld van je aannemen voordat...' Ik wilde zeggen voordat we getrouwd zijn, maar ik voelde me nog steeds een beetje opgelaten om dit te zeggen waar Isobel bij was. 'Nog niet, in elk geval.'
'Ik sta erop.'
'En ik sta erop dit af te slaan. Maar natuurlijk wel hartelijk dank voor het aanbod.'
'Doe niet zo gek. Je wordt mijn vrouw. Het is puur eigenbelang om jou niet van honger te zien omkomen.'
'Nu ik de macht over mijn been weer terug heb, zal ik heus niet van honger omkomen. Ik heb mevrouw Peevis al verteld dat ik het doe. Ze was zo opgelucht dat ze bijna begon te huilen. De Singing Swan heeft vorig jaar met verlies gedraaid, en als alles dit jaar niet beter gaat, zal ze de zaak moeten sluiten. Op haar leeftijd zal ze geen ander werk weten te vinden...'
'Ja, nou, dat is dan jammer voor haar, maar dat betekent nog niet dat jij je moet opofferen. Daar hebben we de bijstand voor.'
'Het is geen opoffering. Het lijkt me leuk om te doen. Ik heb me vreselijk verveeld omdat ik niets te doen had.'
'Het spijt me dat je je hebt verveeld.' Rafe klonk een beetje gepikeerd, hoewel dat toch moeilijk zijn schuld kon zijn geweest. 'Als je wilt, kun je met me meegaan om de boeren te bezoeken. En we kunnen in Newcastle gaan winkelen wanneer je maar wilt. Ik heb me laten vertellen dat er binnenkort een leuk toneelstuk wordt opgevoerd.'
'Dat lijkt me erg gezellig. Maar ik heb ook behoefte aan een uitdaging. Dat ben ik altijd gewend geweest. Hard werken. Ik vind het vervelend om niets te doen.'
'Wat Rafe eigenlijk bedoelt' - Isobel klonk geamuseerd - 'is dat hij het voor de toekomstige mevrouw Preston geen pas vindt geven als haar pachters en ondergeschikten haar in de plaatselijke kroeg met muts en schortje zien rondrennen.'
'Ik geloof niet dat dat er iets mee te maken heeft. Of wel, Rafe?'
Rafe dacht even na voor hij zei: 'Ik besef terdege dat het snobistisch en ouderwets moet klinken, vooral in de oren van iemand die zoals jij het bestaan van een bohemienne heeft geleid, maar ik vind het inderdaad ongepast als jij als serveerster gaat werken.'
Rafe stopte voor het huis. Ik vroeg me af wat ik moest zeggen. En wat het nog tien keer zo moeilijk maakte, was dat onze eerste ruzie in het bijzijn van een derde partij plaatsvond. Toen ik ten slotte sprak, was ik niet in staat te voorkomen dat er een toon van opstandigheid in mijn stem doorklonk. 'Wat word ik dan geacht met mijn tijd te doen? Hoe dient de toekomstige mevrouw Preston zich te gedragen?'
'Net als mammie, natuurlijk,' zei Isobel. 'Je moet gaan bloemschikken en diners organiseren en goede daden verrichten voor de behoeftigen. Je moet uiteraard de nieuwste romans lezen en in Londen naar kunsttentoonstellingen gaan, en af en toe naar opera of toneel, maar je moet niet al te intellectueel worden, dat is saai. Je mag je handen vuil maken aan tuinieren en aan honden. En aan paarden, als je daarvan houdt...'
'Isobel, hou op,' beval Rafe. 'Je slaat expres onzin uit. Ik besef terdege dat de tijden zijn veranderd en dat Marigold een onafhankelijke, zelfstandige jonge vrouw is, en dat respecteer ik ten volle. Ik beschouw het als vanzelfsprekend dat ze nog iets anders wil doen naast het mijn vrouw zijn.'
Mijn moreel steeg aanzienlijk toen ik dit hoorde. 'O Rafe.' Ik leunde naar voren om mijn hand op zijn schouder te leggen, maar ik kwam tot de ontdekking dat die van Isobel er al lag. 'Ik ben erg blij dat je daar begrip voor hebt.'
'Ik ben geen Victoriaanse patriarch. Ik verwacht heus niet dat jij de hele dag thuis duimen zult zitten draaien tot ik thuiskom. Ik weet dat je rusteloos en... verveeld zou zijn. Er zijn zat dingen die je zou kunnen doen. Lid worden van het bestuur van een van de plaatselijke theaters, bijvoorbeeld. Je zou fondsen in kunnen zamelen om ze draaiende te houden en je zou op Shottestone feestjes kunnen geven voor de acteurs en regisseurs. Je zou wat plaatselijke cultuur kunnen organiseren. Misschien iets Glyndebourne- achtigs zelfs. Dat lijkt me heel voldoeninggevend.'
Mijn hoop verdampte snel. Een krankzinnig ogenblik had ik gedacht dat hij ging zeggen dat ik de hele week in Londen kon dansen, en de weekends en de periodes tussen de tournees in Nor- thumberland door zou kunnen brengen. Fondsen bijeenbrengen voor theaters, om andere mensen daar te laten zingen en dansen! Dat zou net zoiets zijn als eten neerzetten net buiten het bereik van een geketende gevangene.
Buster begon verwijtend te janken toen ik zijn poot van mijn knie haalde. 'Ik moest maar eens naar binnen gaan.'
'Ik bel je morgen nog wel.' Ik hoorde de spanning in zijn stem. 'Doe mijn groeten aan Dimpsie.'
'En ook die van mij,' zei Isobel.
Ik sprong uit de auto. 'Dag.' Ik zwaaide door het raampje naar hen terwijl Rafe het omlaag draaide, en ik sprintte naar het portiek. Sinds we verloofd waren hadden we elkaar steeds ten afscheid gekust, maar het onaangename gevoel dat er een ruzie op komst was weerhield me er nu van. Ik vond dat Rafe er verbijsterd uitzag toen hij wegreed, en ik voelde mijn geweten ongemakkelijk prikken. Het maangezicht van de staande klok was afnemend. Het keek somber.
'Hallo liefje.' Dimpsie was in de keuken bezig. 'Heb je het gezellig gehad? Ik heb toch zo'n interessante middag gehad. Ik ben naar de familie O'Shaunessy geweest. Nan was er niet, alleen Jode en de baby. Ik had nog wat dingen uit het winkeltje meegenomen en hij leek daar erg blij mee. Ik heb de baby gevoed en verschoond terwijl Jode thee zette, en hij vertelde me hoeveel zorgen hij zich maakt omdat Nan geen belangstelling heeft voor het kind. Daarna zaten we zo'n beetje over ditjes en datjes te praten, en toen vertelde ik dat ik van plan was een nieuwe groentetuin aan te leggen omdat de tuin die we nu hebben te veel in de schaduw ligt zodat niets het er goed doet. Hij zei dat de grond bij zijn caravan te stenig is om groenten te kunnen verbouwen, dus nou gaat hij hier een nieuw stuk omspitten en dan komt hij dat twee keer per week verzorgen, als dank omdat hij er zelf dingen mag kweken. Is dat geen geweldig plan?'
'Schitterend!' Ik had weinig vertrouwen in Dimpsies groentetuintjes, aangezien die meestal na de eerste weken hopeloos overwoekerd raakten en last kregen van knolvoet, wortelvlieg of wat dan ook. Maar ik was blij dat ze weer enthousiast was over iets.
We nuttigden een armzalig maal van wat restjes geroosterd brood en schraapten de potjes marmelade en marmite leeg. Siggy kreeg de inhoud van een verroest blikje vruchten op sap.
'Stel je eens voor, lieverd,' zei Dimpsie, 'als je met Rafe getrouwd bent zul je iedere dag het heerlijke eten van mevrouw Cap- stick op tafel krijgen.' Ze legde haar stukje toast neer en keek me plechtig aan. 'Er gaat geen minuut voorbij dat ik God niet dank voor jouw huwelijk. Je zult erg gelukkig worden. En ik ook, omdat ik jou altijd in de buurt zal hebben. Ik was doodsbang voor alle eenzaamheid. Dat mag ik nu toch wel bekennen, he? Zonder een veeleisende moeder te lijken? Dat Rafe en jij verliefd op elkaar zijn geworden heeft mij weer de kracht geschonken het leven onder ogen te zien.'
Ik sliep die nacht slecht. Toen de hemel lichter begon te worden, besloot ik dat ik mevrouw Peevis zou zeggen dat ik die baan bij nader inzien niet aan kon nemen. Ik dommelde weer in, met het opgeluchte gevoel dat er een besluit was genomen, maar na wat een paar seconden leek werd ik door mijn moeder wakker geschud.
'Rafe is aan de telefoon. Hij zegt dat hij de hele nacht aan jou heeft liggen denken. Is dat niet romantisch?'
Ik liep langzaam naar beneden.
'Goeiemorgen, liefste.' Rafe klonk opgewekt. 'Je klinkt slaperig. Heb ik je wakker gemaakt?'
'Hoe laat is het?''Acht uur. Vreselijk vroeg. Maar ik heb nog eens diep nagedacht over ons gesprek van gisteren. Over dat jij in de Singing Swan als serveerster wilt werken. En ik besefte, toen ik er goed over nadacht, dat mijn houding heel reactionair en snobistisch moet hebben geleken. Ik kan niet verdragen dat er iets van onenigheid tussen ons zal bestaan. Wil je me vergeven, liefste? Ik vind het heel bewonderenswaardig dat jij zo vastbesloten bent in het levensonderhoud van Dimpsie en jou te voorzien. Je hebt mijn zegen om die baan te nemen.'
'O Rafe!' Ik voelde een overweldigende dankbaarheid. 'Ik zag er zo vreselijk tegenop om mijn hulp aan die arme mevrouw Peevis af te moeten zeggen. Ze was zo blij toen ik zei dat ik bereid was het te doen. Dank je wel!'
'Je hoeft mij niet te bedanken, lieverd. Jij bent degene die zere voeten zal krijgen. Het spijt me dat ik je uit je slaap heb gehaald. Ik vond het een vreselijke gedachte dat we boos op elkaar zouden zijn.'
'Daar ben ik blij om. Ik was er ook verdrietig over.'
'Heb je zin om vanavond samen ergens te gaan eten? We zouden naar The Castle in Carlisle kunnen gaan.'
'Dat lijkt me erg leuk.'
'Ik hou van je, Marigold.'
'O mooi. Ik hou ook van jou.'

Ik hoorde de telefoon rinkelen toen ik de voordeur binnenkwam.
'Hallo Marigold. Ik kan niet lang aan de lijn blijven. Ik sta in de telefooncel op de hoek van Maxwell en ik heb maar een paar muntjes. Hoe gaat het met je voet?'
'Lizzie! Wat fantastisch om jou te spreken. Een beetje stijf nog, maar het is heerlijk om dat smerige gips kwijt te zijn.' Ik manoeuvreerde de telefoon zo dat ik in mijn vaders stoel kon zitten. Siggy sprong op mijn knie. Sinds mijn vader was vertrokken mocht Siggy zich vrij door het huis bewegen, en daar had hij een iets beter humeur van gekregen. 'Wat hebben jullie gedaan?'
'We zijn begonnen met de repetities voor The Prince of the Pa- godas.'
'Wie gaat Belle Rose dansen?'
'Sylvia Starkey, de ex van Sebastian. Ze zal er niks van terechtbrengen, als je het mij vraagt. Technisch is ze wel goed, maar ze komt altijd chagrijnig en sikkeneurig over.'
Ik probeerde niet blij te zijn dat Lizzie dacht dat Sylvia hopeloos zou zijn. Dit was natuurlijk heel laag-bij-de-grondse jaloezie van me, omdat ik nu zelf die rol niet kon dansen.
'Ik denk eerlijk gezegd dat Sebastian zijn greep een beetje begint te verliezen,' ging Lizzie verder. 'Het probleem is dat de Russische tournee is afgezegd vanwege de een of andere diplomatieke rel, en Freddy en Alex zijn door blessures allebei minstens zes weken uit de roulatie. Heb ik je over Mariana verteld? Haar knieoperatie heeft uitgebreide artrose aan het licht gebracht, zodat haar carriere nu afgelopen is.'
'Nee! Wat vreselijk!' Dit speet me oprecht. 'Volgens mij is ze amper dertig.''Negenentwintig. Wat een pech, he? En er wordt beweerd dat de man die The Prince of the Pagodas zou sponsoren, door een hartaanval dood is neergevallen voordat hij op de stippellijn had getekend. Sebastian loopt in elk geval de hele tijd met een gezicht als een oorwurm rond. Ik zou voor geen goud in Cynthia's onderbroek willen staan.'
'Welke Cynthia?'
'O hemel, heb ik je dat nog niet verteld? Ze is net bij het corps gekomen. Heel knap en spijkerhard. Sebastian neukt met haar, maar ze is nog lang niet goed genoeg voor een grote rol.'
Ik herinnerde me hoe het was om met Sebastian naar bed te gaan, en ik voelde me onpasselijk worden. In dit geval was er van jaloezie geen sprake. Niets, zelfs niet het aanbod van een glansrol bij het beste gezelschap ter wereld, zou mij hebben kunnen overhalen me nog een keer door hem aan te laten raken. Ik vond het vreselijk dat ik me met zoveel minachting door hem had laten behandelen. 'Nog nieuws van Miko?'
Een korte stilte. 'Ik geloof geen ogenblik dat het waar is, maar ik heb geruchten gehoord dat hij in gesprek is met een Russische... Valentina Zus of Zo.'
'O.' Ik begreep dat alles in kannen en kruiken was maar dat Liz- zie probeerde het me voorzichtig te vertellen. Onder de huidige omstandigheden kon dit alles eigenlijk niets uitmaken, maar ik voelde toch wat afgunst. 'Wat dans jij?'
'Moet je dat nog vragen? Achterste rij, natuurlijk, en daar mag ik nog blij mee zijn.' Lizzie overdreef, zoals gewoonlijk. 'Maar ik heb helemaal geen zin daarover te praten,' ging ze verder. 'Vertel me eens wat jij allemaal doet.'
'Nou eh... Ik heb vorige week een baantje gevonden als serveerster in de dorpskroeg. Ik werk van twee tot zes. Er komen meestal vriendelijke mensen eten en ze geven vaak een goede fooi. Maar hoe vergaat het jou in Maxwell Street?'
'Goed. Nancy en Sorel kregen op een gegeven moment slaande ruzie en toen is Sorel opgekrast en nu hebben we een houthakker in haar kamer.'
'Een houthakker?'
'Hij is officieel houtvester, maar ik weet het verschil niet. Sylvia
Starkey is op zoek naar een nieuw onderkomen en Nancy en ik moesten er niet aan denken haar bij ons in huis te hebben, dus hebben we binnen de troep niets verteld en een advertentie in de krant gezet. En daar heeft Nils op gereageerd. Hij komt uit Zweden. Hij wilde ergens in Londen kunnen logeren wanneer hij overkomt voor zijn vriendin, die als accountant in de City werkt. Hij is heel schoon en netjes, vreselijk opgewekt, en hij weet helemaal niets van dansen. De volmaakte huisgenoot. Hoe gaat het met Rafe en jou? Is hij nog steeds afstandelijk en broederlijk?'
'Nee... eh... eh.' Ik aarzelde.
'Je bent toch niet zo vals dat je me niets wilt vertellen?'
'Nou ja, we hebben de liefde bedreven en... en ik ga met hem trouwen.'
Een kreet vanaf de andere kant van de lijn. 'Marigold! Dat meen je niet!'
'Ik ben volmaakt serieus. Evelyn geeft volgende week een borrel om onze verloving te vieren.'
'Maar in je brief zei je nog dat Rafe je nauwelijks over de wang had gestreeld. Wat heeft deze plotselinge stroom van hartstocht doen uitbreken?'
'Ik weet het. Ik geloof dat we het ons opeens realiseerden... Ik moet bekennen dat het nog een beetje onwerkelijk voelt.'
'Wat heerlijk romantisch! Toe, vraag me alsjeblieft voor je trouwerij!'
'Ik hoopte dat je bruidsmeisje zou willen zijn.'
'Liefje, natuurlijk wil ik dat! Graag! O, wat enig! Een echte ouderwetse bruiloft. Hoeveel bruidsmeisjes zullen er in totaal zijn?'
'Vier kleintjes, plus Isobel en jij.'
'Verdorie! Dat klinkt chic! Heb je al bedacht hoe onze jurken eruit zullen zien?'
'Evelyn denkt aan lichtblauwe satin duchesse met guirlandes van groene en witte bloemen.'
Het bleef even stil. Ik stelde me voor hoe Lizzie tegen de glazen wand van de telefooncel leunde en dit verwerkte. 'Ze zal je schoonmoeder worden, dus heeft ze er natuurlijk belang bij. Maar je laat haar toch zeker niet je hele trouwerij dicteren, he?'
'De ouders van Rafe betalen alles: jouw jurk, mijn jurk, de bloemen, het eten, de champagne, iedere kruimel taart, iedere korrel rijst. Mijn ouders hebben geen rooie cent. Evelyn regelt de mooiste, chicste trouwerij van de wereld. Ik heb er begrip voor. Het is niet alleen maar om op te scheppen of zo, maar ze is gewoon heel perfectionistisch ingesteld. En het zal echt schitterend zijn.'
Weer een stilte. 'Ik kan me voorstellen hoe moeilijk het voor jou moet zijn,' zei Lizzie ten slotte. 'Maar Evelyn overlegt toch zeker wel met jou?'
'Ze gelooft dat ze alles met mij overlegt. Ze vraagt me wat ik van dit of van dat vind, en voor ik antwoord kan geven vertelt ze me wat ik ervan moet vinden en waarom, en vermoedelijk heeft ze gelijk. Ze heeft een paar meter ivoorkleurige pointe de Venise kant, die ze jaren geleden voor Isobels trouwjurk had gekocht en waarvan ze vindt dat die perfect voor mij geschikt is. Hoe kan ik zoiets afwijzen zonder lomp of ondankbaar te lijken?'
'Het bevalt me niks, als ik dit zo hoor. Niet die kant, hoor, dat lijkt me prachtig, maar wat vindt Isobel van dit alles?'
'Ik moet bekennen dat het bloed me naar het hoofd steeg toen Evelyn dit zei. Maar het schijnt dat Isobel niet in de kerk zal trouwen omdat Conrad joods is. Ik ben zo onnozel dat ik daar echt niet aan had gedacht.'
'O lieve help! Nu begrijp ik het. Het is een grote warboel van emoties: teleurstelling, compensatie, dankbaarheid, verplichting - voor eeuwig en altijd, amen.'
'En je moet wel bedenken dat ik de nodige tijd onder Evelyns dak zal wonen. Dus is het niet zo slim om een slechte start te maken.'
'Marigold! Dit is het recept voor een ramp!'
'Alles wordt nog gecompliceerder door het feit dat het Dower House, dat het enige andere royale huis op het landgoed is, op lange termijn is verhuurd. Alle andere huizen zijn boerderijen en die zijn niet groots genoeg. Bovendien hebben er al generaties lang pachters in gewoond. Die kun je niet zomaar vragen hun biezen te pakken.''Waarom kopen jullie niet iets wat niet op het landgoed staat?'
'Het schijnt dat mensen als de Prestons geen huizen kopen. Ik heb begrepen dat dat tamelijk vulgair is.' Lizzie giechelde, en ik moest onwillekeurig ook lachen. 'Ik weet dat dit gek klinkt, maar zo kijken zij ertegenaan.'
'Hm. Ik denk dat dat de deur dichtdoet. Maar voel jij echt niet iets van een beetje wrok?'
'Ik ben me ervan bewust dat ik niets in te brengen heb bij dit huwelijk, geen chique familie, geen grond, geen bruidsschat. Evelyn is reuze lief voor me en ze zegt aldoor dat ik voor haar als een dochter ben en dat ze weet dat ik Rafe gelukkig zal maken en dat ik een goede vrouw voor hem zal zijn. Ik hoop maar dat dat zo zal zijn.'
'Je hebt je toch niet bedacht, he?'
'Nee...'
'Marigold?' Dit klonk streng. Toen ik geen antwoord gaf, zei Lizzie: 'Natuurlijk weet ik wat het is. Je houdt van die man, maar je houdt nog meer van dansen.'
Ik voelde een felle steek, vlak onder mijn ribbenkast. 'O Lizzie!'
'En je voelt je schuldig omdat je ambities hebt. Je beschuldigt jezelf ervan dat je een koud kreng bent en je kunt jezelf er niet toe brengen Rafe en zijn ouders en jouw ouders teleur te stellen. Dus ga je al dat talent en al die jaren van oefenen weggooien om het andere mensen naar de zin te maken.'
'Heb een beetje begrip. Wat zou jij doen als je in mijn schoenen stond?'
'Ik zou hem vragen nog even te wachten. Als hij van je houdt... O verdorie, daar heb je de piepjes... We kunnen elk moment worden verbroken. Beloof me dat je zult schrijven en me alles zult vertellen...'
'Dat zal ik doen. Tot ziens, lieve Lizzie, en dank je wel voor het bellen...' Een zoemend geluid vertelde me dat ik tegen een dode lijn sprak.

In de afgelopen week was ik om half zeven opgestaan om voor het ontbijt het huis uit te glippen. Het was tegenwoordig om zeven uur licht. Het vroor nog om deze tijd, de bladeren van de varens zaten onder de rijp en de dode bladeren van vorig jaar knerpten onder mijn voeten als fijn porselein. Maar de bomen begonnen groen te worden en de vogels waren aan het nestelen. Het was mijn plan om iedere dag een eindje verder te rennen. Mijn gewrichten voelden nu al soepeler aan en mijn spieren leken sterker. Ik nam altijd het pad dat een paar honderd meter bij onze oprit vandaan begon en dat door het bos omhoog kronkelde tot aan de voet van de rots waarop Hindleep was gebouwd.
Terwijl ik in een regelmatig ritme jogde, kwam de muziek van Benjamin Britten, uit de tweede akte van The Prince of the Pago- das in mijn gedachten en ik probeerde me de volgorde van de stappen voor de pas de deux van Belle Rose en de salamander te herinneren. Tegen de tijd dat ik de plek bereikte waar de bomen dichter bijeen groeiden en het pad verdween, was ik altijd buiten adem en doorweekt van het zweet.
Het was daarom met een gevoel van overwegend ergernis dat ik, toen ik hijgend aankwam op de kleine, open plek waar het bladerdak een aarzelende straal zonlicht doorliet, daar Conrad zag.
Zijn verbazing moet nog groter zijn geweest dan de mijne. Hij bevond zich immers op het terrein van zijn eigen huis.
'Hallo,' zei hij, terwijl hij zich als eerste herstelde. 'Wat doe jij hier?'
Ik zette mijn handen op mijn heupen en liet mijn hoofd naar voren hangen om mijn ademhaling tot bedaren te brengen. Er ging een halve minuut voorbij voor ik iets uit kon brengen. 'Ik probeer... weer in... conditie... te komen. En jij...?'
'Ik was op zoek naar een speciaal korstmos. Die heet Teloschis- tes flavicans. Kijk.'
Hij wees naar een tak vlak boven zijn hoofd. Ik probeerde met mijn mouw de zweetdruppels van mijn voorhoofd te vegen, zodat ik de kleine goudgele plukjes kon zien.
'Heel... mooi. Zijn die dingen in... het huis... dan van jou? Die veren en stenen, bedoel ik. Ik dacht dat ze van... Fritz zouden zijn.'
'O ja? Hoe dat zo?'
Hij nam me onderzoekend op. Ik werd me bewust van mijn armoedige maillot, van de vale kleur grijs van mijn roze omslagvest dat ik per ongeluk samen met een zwarte panty had gewassen, en van de zweetdruppels die aan het puntje van mijn neus hingen. Hij droeg een rode sjaal die hij in zijn jas met de astrakan kraag had gestopt. Zijn gezicht was bleek van de kou en zijn haar en baard leken zwarter dan ooit. Zijn ogen fonkelden als gitten. Hij haalde een zakdoek uit zijn zak en gaf die aan mij. Ik drukte de zachte witte vouwen tegen mijn gezicht. De zakdoek rook vaag naar potlooddozen.
'Ik weet het niet. Je leek me daar te... te werelds voor.' Ik kon moeilijk te materialistisch zeggen, hoewel dat wel dichter bij de waarheid was geweest.
'Je bedoelt te verwend en te decadent. Jij denkt zeker dat ik alleen uit gouden kopjes drink en dineer met gebraden paradijsvogels.'
'O nee.' Ik schudde mijn hoofd en kreeg daar meteen spijt van, want mijn neus begon te lopen. Ik was genoodzaakt in zijn zakdoek te snuiten.
'Daar klopt dus niets van. Er wordt algemeen verondersteld dat zij die geld hebben noodzakelijkerwijs dienaren van de Mammon zijn. In werkelijkheid is het tegenovergestelde vaak waar.'
Conrad raapte een sparappel op, bekeek deze van dichtbij en stopte hem toen in zijn zak. 'Heb je wel eens gehoord van Epicu- rus, de Griekse filosoof?'
'Eh... was die niet heel kieskeurig met wat hij at?''Dat Epicurus een hedonist was, is een algemeen verbreid misverstand. Hij propageerde daarentegen een eenvoudig leven waarin je van simpele dingen moest genieten teneinde geluk te vinden in een onvolmaakte wereld. Hij verklaarde dat een tuin, een handje vijgen, een voorraad kaas en wat vrienden voldoende moest zijn om een tevreden leven te leiden. Dat lijkt me heel zinnig.'
Ik stelde me dit charmante tafereel voor en zag onmiddellijk waar de problemen zaten. 'Ik denk niet dat jij vaak boodschappen doet, anders zou je wel weten dat vijgen in Engeland afgrijselijk duur zijn,' zei ik vergoelijkend. 'En wat het weer betreft...'
Conrad keek me opeens scherp aan. Of dit was omdat ik het had gewaagd het met hem oneens te zijn of vanwege mijn hevige gesnuif, wist ik niet. Hij deed zijn ogen even dicht, alsof hij zijn gedachten opnieuw moest ordenen, en zei toen: 'De hal is klaar en de zitkamer bijna. Kom even kijken.'
'Dat zou ik erg leuk vinden, maar ik moet weer terug. Ik werk bij mijn vader als receptioniste. Hij is de huisarts en het spreekuur begint om negen uur.'
'Kom dan daarna.'
'Ik werk 's middags in het plaatselijke eethuis.'
'Vanavond dan?'
'Dan heb ik met Rafe afgesproken.'
Mijn gezicht, dat net iets was afgekoeld, werd weer warm voor het geval dat hij dacht dat ik smoesjes verzon. Sinds ons laatste bezoek, toen Conrad de ontvangst had verlevendigd door van het balkon te springen, had Isobel ons op Hindleep uitgenodigd voor de borrel, de thee en zelfs het eten, maar Rafe was vastbesloten geweest in zijn weigering. Ik schreef dit toe aan een combinatie van factoren: zijn ergernis over het inpikken van zijn werklieden, de overal aanwezige bohemiensfeer, en bovenal zijn afkeuring van Conrad als de minnaar van zijn zusje.
'Juist ja.' Hij drong niet verder aan maar staarde omhoog naar de lucht die tussen de takken te zien was. 'Wat beschouw jij als de drijfveren voor iemands daden?' vroeg hij, terwijl hij naar boven bleef staren. 'Welke principes moeten een rol spelen bij het proces van besluitvorming?'
Ik wipte van de ene voet op de andere. Het zweet begon af te koelen op mijn lichaam en de kille lucht werd voelbaar. 'Eh... dat weet ik echt niet.''Ik neem aan dat je toch wel enig idee hebt van het verschil tussen goed en kwaad?'
'Ja, maar soms doet een mens de dingen toch verkeerd.'
'En waarom dan wel?'
Ik dacht diep na. 'Omdat het gemakkelijker is. Omdat er iets is wat je zo graag wilt dat je bereid bent ervoor te liegen en te bedriegen en te stelen.'
'Dus je zegt dat een mens zich eigenlijk door eerlijkheid moet laten leiden. Door waarachtigheid.'
'Ja, natuurlijk.'
'Maar zelf ga je niet altijd bij de waarheid te rade?'
'Daar sta ik niet alleen in.' Ik begon boos te worden. 'Iedereen sjoemelt met de waarheid.'
'Maakt dat het dan juist?'
'Nee. Het maakt het menselijk.'
'Is het redelijk om de ethiek uit het oog te verliezen wanneer deze niet gelegen komt?'
'Nee! Ik weet zeker dat het fout is om iets na te streven wat tegen je geweten in gaat.'
'Dan zal de waarheid dus onze gids moeten zijn. We dienen er in alle situaties naar te streven ons altijd aan de waarheid en niets dan de waarheid te houden, zoals wij die zien.'
'Zeker. Dat wil zeggen... tenzij de waarheid iemand anders zou kunnen kwetsen.'
'Tja.' Hij wendde zijn blik af van de boomtoppen en keek me aan met die typerende blik van hem die tot in de krochten van mijn geest leek door te dringen maar die mij niets vertelde over wat hij dacht. 'Dus dan lieg je uit mededogen.'
'Doet iedereen dat niet zo af en toe?'
'Zeg eens, juffrouw Marigold Savage, stelt u het op prijs dat anderen u uit de goedheid van hun hart misleiden?'
'Nou, ik zou het niet leuk vinden als mensen akelige dingen zeiden over de vorm van mijn neus of het lage niveau van mijn grappen. Maar als het iets belangrijks was, zou ik natuurlijk graag willen dat ze eerlijk tegenover me waren.'
We bleven elkaar nog even aankijken tot ik werd gedwongen
nog wat te poetsen en te snuiten. De watervloed uit mijn porien en uit mijn neus stelden me in het nadeel bij deze discussie, zo voelde het. Conrads toon was neutraal, maar ik had het gevoel dat er meer achter zijn vragen school dan een vage behoefte aan een lichte filosofische gedachtewisseling op de vroege morgen.
Opeens glimlachte hij. 'Ik heb vanmorgen een sneeuwhaas gezien.' Zijn ogen waren nu zachter en er ging zowaar iets vriendelijks van hem uit. Plotselinge stemmingswisselingen leken typerend voor hem te zijn. Ik kwam in de verleiding hem naar onze ontmoeting in de trein te vragen, maar ik besloot bij nader inzien dat onze verstandhouding te nieuw en te broos was om in de waagschaal te stellen.
'Zijn die anders dan gewone hazen?'
'Ze hebben kortere oren en een kortere staart. Maar het voornaamste verschil is hun witte vacht in de winter. Prachtige dieren.'
'Ik zou er best wel eens een willen zien.'
'Houd je van bloemen? Natuurlijk,' voegde hij eraan toe, zonder mij een kans te geven te antwoorden. 'Alle vrouwen houden van bloemen.' Hij schoof zijn mouwen omhoog en spreidde zijn vingers om te laten zien dat ze leeg waren, streek met een hand over de andere en stak een klein boeketje naar me uit.
Ik pakte het aan. De bloemen en blaadjes waren nat van kristallen smeltend ijs. 'Dank je wel. Dit is beeldschoon.'
'Je kent waarschijnlijk viooltje, sleutelbloem en bosanemoon. Maar dit witte bloemetje ken je misschien niet. Ik heb het opgezocht en het is een voorjaarsklokje. Leuk he? En maak nu maar gauw dat je wegkomt, voor die afspraak met je vader.'
Mijn waardigheid was al zo aangetast dat ik niet protesteerde dat ik als een stout kind werd weggestuurd. Ik stopte zijn zakdoek in mijn mouw, draaide me om en begon omlaag te hollen.
'Kom een volgende keer wat vroeger,' riep hij me na. 'Misschien krijg je de haas dan te zien.'
'Wat mooi.' Dimpsie pakte het vaasje waar ik het boeketje in had gezet aan en hield het onder haar neus. 'Mmm. Verrukkelijke geur.'We genoten van gebakken champignons en tomaten, de vruchten van mijn werk in de Singing Swan.
'Die heb ik van Conrad gekregen.'
'Echt? Wanneer?'
'Ongeveer drie kwartier geleden. Ik kwam hem toevallig tegen in het bos.'
'Wat romantisch! Maar aangezien jullie allebei met iemand anders verloofd zijn, was het dat natuurlijk niet,' voegde ze er snel aan toe.
'Nee. Ik geloof dat het eigenlijk meer een soort les was.'
'Een les? Over wat?'
'O... over gebraden paradijsvogels.'
Maar toen Dimpsie erop aandrong me nader te verklaren, zei ik dat ik me moest haasten omdat ik anders te laat kwam.

'Wat vind je ervan?' Ik kwam in Dumbola Lodge de trap af en draaide in de hal rond om me door mijn moeder te laten inspecteren.
'Je ziet er vreselijk elegant uit. Rafe zal het prachtig vinden.'
De jurk was van roomkleurige bedrukte zijde met een ronde geplooide kraag en een lange rij kleine, met zijde beklede knoopjes tot aan het middel, in de stijl die prinses Diana zo in zwang had gebracht. Het was iets heel anders dan wat ik meestal droeg, maar ik had het gekozen met Evelyns smaak in gedachten.
'Ik hoop het. Ik heb nooit eerder honderd pond aan een jurk uitgegeven. Of aan wat dan ook. Ik voel me vreselijk decadent, en ik moet zeggen dat dat een zalig gevoel is. Je vindt het echt niet raar dat ik hem ervoor heb laten betalen?'
Dit was natuurlijk een vraag waarop slechts een antwoord mogelijk was. Wat Dimpsie er ook van vond, ze zou mijn plezier niet willen bederven. Ik moest denken aan mijn gesprek met Conrad, enkele dagen geleden. Maar we maakten ons toch zeker allemaal schuldig aan zeggen wat we dachten dat mensen wilden horen?
'Natuurlijk niet! Hij wordt toch zeker je man, zeg!'
Ik stak mijn voet naar voren, zodat Dimpsie mijn zwarte suede schoenen met martelend hoge hakken kon bewonderen. Het was Dimpsies idee geweest om onze zilveren vorken naar de lommerd te brengen zodat ik ze kon kopen. Ik was ervan overtuigd dat ik de vorken binnenkort weer in kon lossen met het geld dat ik in de Singing Swan verdiende.
'Schitterend!' zei ze.
Ik probeerde mijn voeten te bewegen, maar mijn tenen zaten dicht opeen gepropt. Madame zou een beroerte hebben gekregen als ze dit had gezien, maar aangezien het ernaar uitzag dat ik het dansen voorgoed moest opgeven, maakte dit toch zeker niets uit? Dimpsie droeg een zwartfluwelen jurk die bijna kaal was aan de ellebogen, maar hij maakte dat haar huid stralend leek en dat haar mooie, grote, zachtmoedige ogen goed uitkwamen.
Jode O'Shaunessy kwam de hal binnen. Hij was zo groot dat iedere ruimte waarin hij zich bevond leek te krimpen. Hij was de hele middag bezig geweest de nieuwe groentetuin om te spitten en na donker had hij in de garage de messen van de grasmaaier geslepen en de snoeischaar geolied. Harrison Ford O'Shaunessy lag zoet te slapen in zijn kistje in de keuken.
'Ziezo, dat is gebeurd. Reken maar dat-ie loopt als een zonnetje wanneer je 't gras weer gaat maaien... O, maar wat zie je er mooi uit!'
Ondanks de littekens en de woeste blik in zijn ogen leek Jode's gezicht bijna zacht toen hij verlegen naar mijn moeder glimlachte. Er waren al twee keukenstoelen onder hem bezweken, maar als hij de baby voedde en verschoonde waren zijn handen teder en behoedzaam. Niet dat hij in ons huis vaak de kans kreeg, want het kleinste piepje van Harrison Ford trok Dimpsie onmiddellijk naar zijn kistje, alsof ze er met strak elastiek aan vastzat.
'Dan ga ik maar weer eens.' Jode knikte, en stootte prompt zijn hoofd tegen de lantaarn die aan het plafond hing, waardoor het licht wild heen en weer slingerde. 'Tot morgen, Dimpsie.'
Ik werd me ervan bewust dat de atmosfeer in de hal vervuld was van een kloppende opwinding die werd veroorzaakt door buitelende feromonen. Het gezicht van de maan op de staande klok leek een wellustige grijns te vertonen.
'Alleen als dat je echt uitkomt.'
'Jawel. Tien uur.'
'Hij neemt me mee naar een paar wevers die hij kent en die alleen plantaardige kleurstoffen gebruiken,' verklaarde ze toen hij was vertrokken met een dreun van de voordeur die het hele huis deed schudden. 'Ik dacht dat ze mogelijke kandidaten voor het winkeltje konden zijn. Het is heel aardig van hem om dit te doen.'
Toen we helemaal klaar waren stapten we in haar Mini en reden weg.
'Ik hoop dat we niet te laat zijn,' zei ik, toen we op Shottestone een plekje zochten om te parkeren en de oprijlaan vol bleek te staan met grote en dure auto's.
Dimpsie zette de Mini knarsend in de achteruit. 'Hoever kan ik nog tot die auto... O verdorie! Nou ja, daar heb je bumpers voor.'
We wiebelden naar het huis, voorovergebogen op hakken die als stelten voelden, waarbij onze zorgvuldig gekapte haren als zeilen omhoog stonden in de straffe bries. Spendlove hielp me uit mijn... uit Bobbies jas.
'Veel geluk, juffrouw Marigold,' fluisterde hij met een knipoog. Dit was een kleine troost.
Evelyn kwam de hal in. Ze zag er schitterend uit in donkergrijs. De Preston-parels, drie schitterende strengen met aan de zijkant een enorme sluiting van in cabochon geslepen robijnen en smaragden, vormden haar enige sieraad. 'Marigold! Lieverd! Ben je daar! En Dimpsie, wat fijn dat je er bent.' Ze omhelsde ons beiden.
Toen we de salon binnengingen, daalde het geroezemoes even toen de gasten reikhalzend opkeken om de outsider die langs alle favorieten was geslopen om de echtelijke jackpot in de wacht te slepen, eens kritisch te bekijken. Het was een beetje als het eerste opkomen op het toneel. Ik maakte me zo lang als ik kon en zette mijn Odile-glimlach op, stralend maar met iets sluws erin, gewoon voor het geval er mensen aanwezig waren die graag kritiek wilden leveren.
'Je ziet er beeldschoon uit, liefje.' Evelyn pakte mijn arm vast. 'Rafe had helemaal gelijk toen hij zei dat we op je goede smaak konden vertrouwen.'
Het beviel me niets, zo duidelijk te horen te krijgen dat mijn uiterlijk tussen hen een punt van discussie was geweest.
'Marigold.' De aartsdeken keek op, even bleek en schilferig als altijd. 'Mijn gelukwensen. Ik denk dat ik als oude vriend dit voorrecht mag opeisen.'
Hij drukte zijn kille lippen op mijn wang. Twee ontmoetingen, waarbij hij steeds chagrijnig en kleinzielig was geweest, konden niet direct voor vriendschappelijk doorgaan, maar als Odile was ik bereid vals en schijnheilig te zijn. Toen lady Pruefroy haar witte snor langs mijn gezicht schraapte, vertrok ik geen spier.
Er volgden nog meer van dit soort ontmoetingen. Bunty kwam naar me toe om felicitaties te mompelen. Haar mond glimlachte, maar haar ogen stonden vol verdriet. Rafe stond aan de andere kant van de kamer gelukwensen in ontvangst te nemen. Zodra hij me zag kwam hij naar me toe. Zijn gezicht straalde van bewondering. 'Prachtige jurk, lieverd. Ik wist dat je iets moois zou bedenken.'
'Dank je.'
'Hallo Bunty.'
Hij gaf haar een oppervlakkige kus. Bunty werd rood, behalve het puntje van haar neus, dat wit bleef.
Duncan Vardy, de expert in Oudnoors, kwam naar me toe. Zijn grote tanden blonken, zijn gevlekte das zat gedraaid tot onder zijn oor.
'He hallo, Marigold! Geweldig nieuws is dat, van jullie verloving.'
'Dank u. Hoe gaat het met uw boek?'
Hij leek blij te zijn dat ik het me herinnerde. 'Het boek begint lekker op te schieten. Ik schrijf over Aegir, de Noorse god van de zee. Hij woonde op de bodem van de oceaan met zijn vrouw en negen dochters, de golfmaagden. Vuur was uiteraard niet praktisch, dus werd zijn huis verlicht door bergen goud.'
Duncan was een oprechte enthousiasteling en ik luisterde graag naar hem. Ik dronk nog een glas champagne en begon me weer vrolijk te voelen. Toen Isobel naar ons toe kwam, kuste ik haar en zei dat ze eruitzag als een magisch wezen uit het bos. Haar elfachtige kapsel en haar strakke jurk met panterprint, met een lange mouw en een blote schouder die me aan Tarzan deed denken, brachten deze opmerking teweeg.
'O ja?' zei ze koel. 'Jij ziet eruit als een kruising van lady Di en een gouvernante. Precies wat mammie mooi vindt. Je begint je rol al aardig te leren.'
Voor ik kon besluiten hoe ik zou reageren, zei Duncan op nerveuze toon: 'Jullie zien er allebei ravissant uit. Ik zal nog wat champagne voor jullie halen.' Hij griste me het glas uit de hand, hoewel het nog lang niet leeg was, en ging er snel vandoor, de lafaard.
Ik probeerde onbekommerd te doen. 'Waar is Conrad?'
Isobel keek misprijzend. 'Hij heeft Fritz gestuurd met de boodschap dat hij misschien niet kan komen. Het schijnt dat hij onverwacht bezoek heeft gekregen. Ik heb tegen Fritz gezegd dat hij hem moest zeggen dat hij moet komen omdat ik het hem anders nooit zal vergeven, en dat hij zijn bezoek maar mee moet brengen als hij dat niet kwijt kan. Kun je je voorstellen hoe iedereen zal kletsen en ginnegappen als hij niet komt opdagen?'
'Misschien denken ze dat hij naar Duitsland terug moest. Of naar Londen of zo.'
'Daar blijkt nou maar weer uit hoe slecht je ze kent.' Isobels toon was misprijzend. 'Ik veracht hen allemaal, en dat weten ze, dus zullen ze het heerlijk vinden om mij zo te zien afgaan.'
Isobel keek kwaad om zich heen, met een blik vol weerzin, voor ze naar de hal keek. Haar profiel, dat van een wraakzuchtige godin, smolt snel tot stralende voldoening. 'Daar is hij!'
Ik ving een glimp van Conrads donkere hoofd op voordat Isobel, die snel naar hem toe liep, mijn zicht belemmerde.
'Zo Marigold!' De aartsdeken dook naast me op. 'Je bent bijzonder fortuinlijk geweest het hart van zo'n achtenswaardige jongeman te veroveren.' Hij grijnsde weerzinwekkend. 'Een bevoorrechte positie brengt uiteraard verplichtingen met zich mee. Mijn advies aan jou' - de aartsdeken liet zijn kin dalen om nog indrukwekkender van onder zijn dikke, schilferende wenkbrauwen op me neer te kunnen kijken - 'is je boeken terzijde te leggen en je toe te leggen op het bestuderen van hoe je je nieuwe privileges het best kunt aanwenden in dienst aan hen die in minder fortuinlijke omstandigheden verkeren.'
Conrad was met Isobel de salon binnengekomen. Hij draaide zich opzij om iets tegen de man naast hem te kunnen zeggen. Toen ik zag wie het was, begon alles om me heen te draaien. Ik vroeg me af of ik soms hallucineerde.
'Nederigheid,' dreunde de aartsdeken, 'is een zeldzame deugd.
Kennis blaast op, zoals het Goede Boek zegt, maar liefdadigheid verheft.'
Met zijn vijandige ogen en kromme neus leek Sebastian Lenoir net een uitermate slechtgehumeurde roofvogel. Hij keek heerszuchtig om zich heen tot zijn blik op mij bleef rusten. Hij begon naar me toe te lopen met zijn gebruikelijke panterachtige tred, waarbij hij recht voor zich uit bleef kijken, alsof Evelyns gasten slechts vuil onder zijn schoenen vormden.
Rafe stond met Ronald Dunderave te praten. Ik wierp hem blikken vol wanhoop toe. Kennelijk was mijn gezicht heel welsprekend, want hij begon naar mijn kant van de kamer te lopen. Maar Sebastian was er eerder. Voor ik een vermoeden had van wat hij van plan was te doen, greep Sebastian me stevig vast, dwong me op mijn tenen te gaan staan en kuste me lang en hard op de lippen. Iedereen om ons heen keek verbijsterd bij zulk gedrag op een cocktailparty in de provincie. Ik was al even onthutst. Zoiets had hij nooit eerder gedaan. In vroeger tijden groette hij me over het algemeen slechts door met een vinger naar een stoel te wijzen terwijl hij afmaakte waar hij op dat moment mee bezig was.
'Goedenavond.' Het gezicht en de houding van Rafe wezen erop dat hij uitermate beledigd was. 'Ik ben Rafe Preston. Ik geloof niet dat we al kennis hebben gemaakt.'
Sebastian haalde zijn zakdoek tevoorschijn en veegde mijn lippenstift van zijn mond. 'Ik ben Sebastian Lenoir. Ik bied mijn verontschuldigingen aan omdat ik zomaar op uw feestje kom binnenvallen, maar ik hoop dat mijn band met Marigold als excuus mag gelden.' Niet-begrijpende blikken alom. Sebastian glimlachte ijzig. 'Misschien heeft ze u nog niet verteld dat wij verloofd zijn?'