'Je gedraagt je bewonderenswaardig
beheerst, lieverd.' Rafe minderde vaart toen we de volgende steile
helling naderden. We waren op weg naar Hindleep. Conrad en Isobel
waren die morgen teruggekomen uit Londen en hadden ons op de thee
gevraagd. Na afloop zouden we Isobel meenemen naar Shottestone.
'Denk je dat Isobel het leuk zal vinden?' vroeg ik. 'Van ons,
bedoel ik?'
'Dat heb je me al eerder gevraagd. Natuurlijk zal ze blij zijn. Zij
was degene die het als eerste heeft geopperd. Niet dat ik er zelf
niet aan had gedacht natuurlijk,' voegde hij er snel aan toe. 'Wat
ik bedoel is dat Isobel de eerste was die dit hardop zei.'
Dit was een geruststelling. Als ik me geen zorgen maakte over
Dimpsie, geld, Siggy (die depressief leek te worden door het gebrek
aan bewegingsvrijheid) en of ik wel was opgewassen tegen mijn taken
als vrouw van Rafe en uiteindelijk de grote mevrouw van
Shottestone, dan maakte ik me wel zorgen dat Isobel jaloers zou
zijn omdat ze haar plaats voor het voetlicht met mij moest delen.
Ik draaide de ring aan mijn vinger rond. Hij was van Rafe's
grootmoeder geweest en had sinds haar dood in een kluis op de bank
gelegen tot Rafe een bruid zou kiezen. Hij was oogverblindend mooi
en het kostbaarste - feitelijk het enige waardevolle - cadeau dat
ik ooit had gekregen, maar hij was veel te groot. We zouden er
volgende week mee naar de juwelier in Newcastle gaan om hem kleiner
te laten maken. Intussen wilde Rafe graag dat ik hem droeg. Om
ervoor te zorgen dat hij niet van mijn vinger gleed droeg ik er een
andere ring van mezelf voor. De ring met chryso- lietjes, waarvoor
ik op een rommelmarkt een pond had betaald, leek belachelijk klein
naast de enorme, vierkant geslepen diamant die voortdurend naar de
binnenkant van mijn hand draaide.'Toch,' zei Rafe, 'denk ik dat ik
het haar liever zelf wil vertellen, als je het niet erg vindt.
Wanneer er geen horden mensen bij zijn.'
'O. Ja. Net wat je wilt.' Ik zweeg even en dacht na. Toen zei ik:
'Ik weet dat het mij niets aangaat, maar vind je het niet een
beetje vreemd dat Isobel nooit op Hindleep bij Conrad blijft
logeren? Evelyn heeft er vermoedelijk niets op tegen, want ze
protesteert ook niet wanneer ze samen naar Londen gaan.'
'Isobel mag zich meestal heel onafhankelijk opstellen - ze kan soms
ronduit een wilde meid zijn - maar ze weet dat ze ervoor moet
zorgen dat er niet over haar wordt geroddeld.'
'Je bedoelt dat ze niet bij Conrad blijft slapen om wat de mensen
ervan zullen zeggen?' Ik kon mijn verbazing niet verbergen.
'Liefje, je bent vergeten hoe men op het platteland is. Iedereen
weet alles van elkaar, en wat ze niet weten verzinnen ze wel.'
'Onvoorstelbaar! Maar ik begrijp nog steeds niet waarom je je dan
anders moet gedragen.'
'Tja, weet je, als lid van een vooraanstaande familie - ik bedoel
alleen vooraanstaand in dit deel van Northumberland, denk niet dat
ik me veel verbeeld - heb je nu eenmaal een verplichting om de
conventies in acht te nemen.' 'O.'
'De mensen kijken tegen ons op en op een bepaalde manier horen wij
het goede voorbeeld te geven.'
Ik besefte onmiddellijk dat ik nooit een toonbeeld van goed gedrag
zou kunnen zijn, zelfs al zou ik met de prins van Wales
trouwen.
'Dat is ook de reden, liefje, dat ik graag wil dat je op zondag
eens mee naar de kerk gaat. Het ziet er beter uit als je daar al
een paar keer bent geweest voordat het huwelijk wordt
aangekondigd.'
Dit werd op een heel luchtige toon gezegd, alsof geen zinnig mens
ertegen kon protesteren.
'Maar ik ga nooit naar een kerk!'
'Geeft niet. De dominee zal er geen enkel probleem mee hebben.
Bovendien is hij veel te bang voor Evelyn.'
'Maar ik dacht dat we voor de burgerlijke stand gingen
trouwen...'Rafe zuchtte. 'Ik weet dat we dat allebei het liefste
zouden doen. Maar Evelyn wil er niet van horen. Ze zegt dat het
eruit zou zien alsof we ons voor je schamen. En dat' - hij draaide
zijn hoofd even opzij om me aan te kijken - 'is zeer beslist niet
het geval.'
Ik staarde voor me uit om dit alles tot me door te laten
dringen.
'O, en nu we het er toch over hebben, Evelyn vindt het beter als we
de receptie op Shottestone houden. Jullie huis is erg gezellig,
maar het zou wel te klein zijn. Ik neem aan dat Dimpsie daar geen
bezwaar tegen zal hebben?'
'Helemaal niet. Ik denk dat ze alleen maar opgelucht zal zijn. Maar
het wordt toch zeker geen erg grote trouwerij, he?'
'Evelyn gaat uit van ongeveer driehonderdvijftig gasten.'
'Driehonderd...' Toen Buster de paniek in mijn stem hoorde, begon
hij te blaffen. 'Stil, Buster!' Ik greep zijn poot nog steviger
vast. 'Rafe! Ik ken helemaal geen driehonderd mensen. In elk geval
niet goed genoeg om hen voor mijn bruiloft uit te nodigen. Het
gezelschap telt ongeveer vijfenzestig mensen, maar dat zijn niet
allemaal goede vrienden. Ik denk dat ik niet meer dan dertig mensen
ken die niet verbaasd zouden zijn als ze werden gevraagd.'
'Het geeft niet, liefje,' zei Rafe sussend. 'De meeste gasten
zullen vrienden van mijn ouders zijn, families die we altijd hebben
gekend. En onze pachters, uiteraard, maar voor hen zal geen plaats
zijn in de kerk. Ze zullen de dienst in de gemeentezaal moeten
volgen, via luidsprekers. Jij zult uiteraard al je vrienden en
vriendinnen kunnen uitnodigen, en Dimpsie die van haar, maar de
grootste moot zal bestaan uit de hotemetoten uit het graafschap.
Dat is natuurlijk stomvervelend, maar ze zullen een uitnodiging
verwachten.'
'Maar mijn vader kan zich zoiets echt niet veroorloven.'
'Nee liefje, maar maak je daarover geen zorgen. Het zal allemaal
uit het familiekapitaal worden betaald. Dat gebeurt heel vaak
wanneer de familie van de bruid niet zo welgesteld is als die van
de bruidegom.'
Ik besefte dat hij het wat afstandelijk probeerde te benaderen, om
mijn gevoelens te sparen. 'Je bedoelt dat Kingsley alles zal
betalen?''Wat maakt het uit wie er betaalt, zolang wij maar gaan
trouwen. Je moet je er gewoon niets van aantrekken. Niemand zal het
weten, behalve jouw en mijn ouders.'
'Ik heb echt geen last van valse schaamte, als je dat soms bedoelt.
Daar ben ik altijd veel te arm voor geweest. Maar zal zoiets geen
belachelijke hoeveelheid geld kosten? Ik neem aan dat ze toch
allemaal iets te eten en te drinken moeten hebben.'
'Breek je daar het hoofd maar niet over. Evelyn zal alles regelen.
Uiteraard in overleg met Dimpsie,' voegde hij eraan toe.
Ik zag al voor me wat dit overleg zou inhouden. Dimpsie zou net
zoveel idee hebben van het organiseren van een trouwerij als van
het in elkaar zetten van een atoombom.
'Kunnen we niet doen wat jij eerst zei: gewoon ergens gaan trouwen
en het na afloop aan iedereen vertellen? Dat zou een hoop geld en
moeite schelen.'
'Ja, maar dat heb ik gezegd voor ik er goed over had nagedacht. Nu
ik het met mijn moeder heb besproken, besef ik dat het zou lijken
alsof er iets heimelijks aan was, alsof er iets niet helemaal...
comme il faut aan ons huwelijk was. Ik ben heel trots op je,
liefje. Ik wil dat de hele wereld jou beeldschoon naar het altaar
zal zien lopen.'
'Dat is bijzonder aardig van je. Maar die hele wereld kan mij geen
fluit schelen.'
'Natuurlijk niet. Mij ook niet. Maar je houdt ook rekening met je
moeder. En misschien ook een beetje met die van mij.'
Hier viel niets tegenin te brengen.
'Lieverd.' Rafe kneep in mijn knie. 'Als je soms twijfels hebt, is
dit het moment om het te zeggen. Ik kan niet voorwenden dat ik er
niet volledig kapot van zou zijn, want mijn liefde voor jou heeft
me mijn moed teruggegeven... heeft gemaakt dat ik weer hoop
kreeg... dat ik mezelf terugkreeg. Ik verwacht niet dat jij net
zoveel van mij houdt als ik van jou, maar ik wil dat jij net zo
gelukkig wordt als ik.'
Als hij zo praatte, voelde ik me alsof ik bereid was me omwille van
hem in stukjes te laten hakken. Ik legde mijn hand op de zijne. 'Ik
houd echt van je.'
'En je wilt met me trouwen?'
'Hoor eens, Rafe, dat heb ik toch gezegd?'
'Geen spijt?'
'Nee.'
'Als je niet eerlijk tegenover me kunt zijn, zou het een vreselijke
vergissing zijn.'
'Natuurlijk wil ik met je trouwen.'
'Dan is het goed. Ik zou je willen kussen, maar ik moet mijn
aandacht bij de weg houden. Hier is de brug. Wees maar niet bang.
Ik zal er heel voorzichtig overheen rijden. Je bent echt veilig,
liefste.'
Ik deed mijn ogen dicht en sloot mijn vingers over de diamant, die
weer naar mijn handpalm was gedraaid. Het was niet meer dan
begrijpelijk dat Rafe en Evelyn een echt feest wilden om deze
belangrijke rite de passage te vieren. Eeuwenlang waren er
doopfeesten en bals en verjaardagen en trouwerijen op Shottestone
gehouden. Zo hadden ze dat altijd gedaan. Dus moest ik me aanpassen
en meedoen.
'Ziezo! Dat viel niet tegen, he?'
Ik deed mijn ogen open. Er was pas een week verstreken sinds ons
eerste bezoek aan Hindleep, maar er hadden al grote veranderingen
plaatsgevonden. Op de binnenplaats wemelde het van de mensen en
vrachtwagens en stapels planken, buizen en stenen. Tegen een muur
was een steiger van twee verdiepingen hoog opgericht, en ze werkten
nu aan de derde.
'Grote hemel!' zei Rafe. 'Het is geweldig wat je met geld kunt
bereiken. Ik zit al twee maanden op Banks, onze aannemer, te
wachten tot hij de dakgoot van de stal komt repareren, en...' Hij
zweeg even en riep toen nijdig uit: 'Daar heb je Banks, verdomme!
Na alle klandizie die we hem de afgelopen dertig jaar hebben
gegund, had ik toch een beetje loyaliteit verwacht...'
Hij zette de motor af en stapte uit de auto. Toen Banks hem zag,
keek hij schaapachtig en verdween haastig door een poort. Ik liep
naar Rafe, die met gefronste wenkbrauwen en over elkaar geslagen
armen naar alle activiteiten om hem heen keek. Zijn frons werd
dieper. 'Is dat niet de auto van dame Gloria?' Hij wees naar een
gele sportauto met enorme koplampen.
'Ja, mooi he? Wat leuk dat ze er is. Ik mag haar graag. Jij
ook?'
'Graag mogen is misschien te sterk uitgedrukt. Ze is waarschijnlijk
een genie, maar ik moet bekennen dat ik niet muzikaal ben. En je
zult het met me eens zijn dat haar manieren te wensen
overlaten.'
'Eigenlijk bewonder ik haar wel, zoals ze zich niets van andermans
mening aantrekt. Golly vindt alleen haar werk van belang. Ze is een
heel eerlijk mens. Ik zou nooit zo ongeremd kunnen zijn.'
'Ik ben blij dat te horen,' zei hij droog. 'Ik verheug me erop de
rest van mijn leven in jouw gezelschap door te brengen, maar het
idee dat onze conversaties zullen worden overstemd door een
arsenaal aan oorverdovende lichaamsgeluiden, is niet erg
aantrekkelijk.'
Ik besefte dat Rafe nog steeds boos was om Banks, dus besloot ik
verder niets over Golly te zeggen. 'Laten we naar binnen gaan.'
De voordeur was van alle afbladderende verf ontdaan en in een mooie
kleur donkerrood geschilderd, wat prachtig bij de grijze stenen
muren paste. Hij was voorzien van een grote ijzeren klopper, een
Medusahoofd omringd door kronkelende slangen. We maakten er
energiek gebruik van, maar niemand hoorde ons boven het lawaai van
de machines en het getimmer op de metalen buizen van de steigers
uit, dus duwden we de deur open en stapten naar binnen.
Isobel stond in haar eentje bij de grote ramen met haar armen over
elkaar geslagen en een somber gezicht. Zodra ze ons zag rende ze
naar ons toe en sloeg haar armen om Rafe's hals. 'Ik heb aldoor
maar op je gewacht. Ik miste je zo erg... Marigold!' Ze kuste me.
'Hoera! Je bent geen invalide meer! Vanaf het moment dat we terug
waren hebben we lopen zwoegen om alles te regelen. Ik wilde dat
jullie dit zouden zien. Is het niet geweldig?'
Ze maakte een weids gebaar met haar arm. De muren van de salon
waren schoongemaakt en de gaten in het stucwerk waren opgevuld. De
muur van de schouw, die in betrekkelijk goede staat was geweest,
was diep saffierblauw geglazuurd; een man in overal stond met zijn
rug naar ons toe met een kwastje een patroon te schilderen dat op
de kalk was aangebracht. Ik liep erheen om het van dichtbij te
bekijken.
'Dat is heel mooi,' zei ik tegen de man. 'Heeft u dat
getekend?'
'Nee meisje, ik ben maar een gewone schilder. Meneer Lerner heeft
iemand uit Londen laten komen om dat te doen.' Het patroon bestond
uit bladeren en varens en wuivende stengels, van de plint tot aan
het plafond. Tussen het gebladerte bevonden zich vogels en
eekhoorns en op de grond waren fazanten, konijnen, vossen en
muizen. Boven de takken vloog een vlucht ganzen, of misschien waren
het zwanen. 'De kroonlijst moet met bladgoud worden aangezet,' zei
de schilder. 'Kosten noch moeite worden gespaard.'
'Het is erg mooi! U zult het vast fijn vinden om zoiets te
doen.'
De schilder tuitte zijn lippen en keek met een scheef hoofd naar de
eekhoorn die hij in tinten roestbruin en grijs schilderde. 'Ik vind
het allemaal een beetje ouderwets, net als die bankjes. Ik ben meer
iemand van gebroken wit.'
Ik bekeek de verfoeide 'bankjes' die aan weerszijden van de haard
stonden. Het waren lange, lage divans, oosters van stijl en met
rode zijde bekleed, en met ronde kussens met franje als
armleuningen. Er stond er nog een, met groen fluweel bekleed, voor
het raam, zodat je liggend naar het adembenemende uitzicht kon
kijken. De vloer was geschuurd en geboend en met Perzische tapijten
bekleed.
'Wat vind je ervan?' Isobel kwam naar me toe en haakte haar arm
door de mijne. Ze droeg een amberkleurig wollen pakje met een kort
jasje dat asymmetrisch sloot en een wijde rok die met satijnen
zigzagband was geappliqueerd. Haar haar was kortgeknipt in een
jongensachtig model met pieken.
'Beeldschoon.' Ik betastte de mouw. De wol was zo zacht als de
vacht van een konijn.
'O, dit? Dit is Tonio Cellini, lieverd. Kost me zo ongeveer mijn
hele kledinggeld van een jaar. Behalve dat Conrad het natuurlijk
heeft betaald. Maar ik bedoelde de inrichting.'
'Betoverend. Nu zal de binnenkant van het huis bij de buitenkant
passen.'
'Wacht maar eens tot je de rest zult zien. Deze pijp, die ze hebben
moeten aanbrengen om het plafond te stutten' - ze wees naar een
pilaar van misschien een halve meter doorsnee in het midden van de
kamer - 'zal worden vermomd als eikenboom met vergulde bladeren en
een zilveren stam en er zal warme lucht door worden geleid om de
kamer te verwarmen, zodat er geen radiatoren hoeven te komen.
Rafe.' Ze wenkte haar broer die met zijn handen in zijn zakken had
rondgelopen om alle veranderingen te bekijken. Hij kwam naar ons
toe. 'Wat vind je ervan?'
'Het is heel... ingenieus.'
'Bedoel je dat je het niet mooi vindt?'
'Dat heb ik niet gezegd. Het is alleen wat' - hij beschreef cirkels
met zijn handen - 'veel meer versierd dan ik gewend ben. Ik houd
van vroeg-Georgiaans.'
'Hij zegt dat hij een man van gebroken wit is,' zei ik op gedempte
toon, en wees naar de schilder. 'Betekent dit dat mannen maar een
ding mooi vinden? Wat saai voor ze.' Ik glimlachte om te laten zien
dat ik plaagde.
'Ik laat mijn sekse niet kleineren door zo'n grietje als jij,'
antwoordde Rafe. 'Pas op, juffrouw Savage, anders neem ik
wraak.'
Isobel staarde naar mij en toen naar hem. Het kon haar niet zijn
ontgaan dat zijn stem zowel flirtziek klonk als ook iets van een
be- zittersair liet doorschemeren.
'Wat vind je van mijn nieuwe coupe?' vroeg ze hem, op enigszins
uitdagende toon.
Rafe bekeek haar en draaide haar toen rond zodat hij ook de
achterkant kon zien. 'Heel chic. Hoogst modieus, ongetwijfeld. Maar
je weet dat ik een conservatieve smaak heb. Ik vond het mooier
zoals het eerst was.'
'Vanbinnen ben ik nog steeds dezelfde als eerst. Er is niets wat
dat kan veranderen.'
'O mooi, jullie zijn er.' Golly kwam binnen met een dienblad vol
theespullen, gevolgd door Conrad die ons verwelkomde met een van
zijn sierlijke buiginkjes. Ze droeg zoals gewoonlijk haar bruine
ketelpak. 'Marigold! Zonder krukken! En wat een mooi been is het!
Net zo mooi als het andere.' Ze zette het dienblad op een tafel en
kuste me hartelijk, deed een stap in de richting van Rafe alsof ze
hem ook wilde kussen, maar bedacht zich toen. 'Fritz brengt de
cake. Ik rammel.' Ze liet zich op de divan naast de haard vallen en
greep de zilveren theepot. 'Ik heb sinds gisteren niet gegeten. De
melk was vanmorgen zuur en er zaten mieren in de broodtrommel.'
'Je zou een kok of kokkin moeten hebben,' zei Conrad.
'Lieve jongen, ik eet slechts drie keer per dag. Wat zou zo iemand
de rest van de tijd moeten doen? Bovendien zou ik een beetje de
kriebels krijgen als ik de hele tijd iemand om me heen had die zich
met alles bemoeide.'
'Fritz is geen bemoeial. Hij maakt zich nuttig met van alles en nog
wat.'
'Fritz is een uitzondering. Je bent een bofferd. Jij boft ook
altijd! Maar misschien mag ik 'm een poosje van je lenen? Alleen
voor de tijd dat ik bezig ben mijn nieuwe opera te schrijven?'
'Beslist niet. Ik heb hem zelf nodig. Ik wist niet dat je eraan was
begonnen.'
'Mijn opera, bedoel je? O, ik heb alleen nog maar wat muzikale
thema's opgeschreven. Ik ben nog op zoek naar een verhaal. Iets wat
een beetje fris en tijdloos is, maar met een hedendaagse
ondergrond. Geen Shakespeare of Goethe of dat soort grote jongens.
Die komen me de neus uit. Ik wil iets wat charmant lijkt maar wat
toch een diepere betekenis heeft. Misschien een middeleeuws
sprookje of zo. Wat vind je van de Mort d'Arthur?'
'Een vreselijk idee. We hebben allemaal nog onze buik vol van
Camelot.' Hij keek mij aan. 'Is je been beter?'
'Ja, dank je.'
'Dus je gaat meteen weer terug naar Londen.' Hij klonk alsof hij me
graag kwijt wilde.
'O... eh, nee... er zijn plannen... er moeten allerlei beslissingen
worden genomen.'Hij kneep zijn ogen een eindje dicht maar vroeg
niet verder. In plaats daarvan draaide hij zich om en keek met een
enigszins gepijnigde blik hoe Golly de thee inschonk en op het
dienblad morste. Conrad zag er beslist net zo normaal uit als ieder
ander, vond ik, toen hij de theepot van haar overnam en de kopjes
verder inschonk. Hij gaf mij er een. Het was een heel mooi kopje,
heel dun zachtgeel porselein met vogeltjes erop geschilderd. Nee,
hij leek niet geestesziek. Zijn ogen draaiden niet heen en weer,
hij had geen schuim rond zijn mondhoeken en er zat geen stro in
zijn haar. Zijn kleren waren niet wanordelijk, integendeel, ze
waren netjes en modieus en hij wekte de indruk angstaanjagend
intelligent te zijn. Maar vermoedelijk heeft krankzinnigheid vele
vermommingen.
Fritz kwam binnen met de cake. Hij werd vergezeld door Buster, die
ons allen luidruchtig begroette, alsof hij ons in geen weken had
gezien. 'U staat toe, ik breng binnen die kleine hond?' vroeg hij
aan Rafe. 'Hij was eenzaam in die auto en hij blaffen.'
'Hij zal het nooit leren als hij altijd zijn zin krijgt,' zei Rafe.
'Maar het was heel aardig van je om hem op te halen. Ik hoop alleen
dat hij niet iedereen tot last is.'
'Nee hoor. Wij houden van die dieren. Hoe gaat het met je been,
Marigold?'
'Veel beter. Dank je.'
'Laten wij die thee drinken.' Hij pakte een kopje.
'Kom, Marigold,' zei Isobel. 'Kom eens naast me zitten.' Ze trok me
omlaag op een van de divans. 'Ik wil alle roddels van de laatste
tijd horen. Is het waar wat mevrouw Capstick over Tom vertelt, en
over een femme fatale die Marcia Dinges heet?'
'Isobel!' zei Rafe berispend. 'Wees alsjeblieft een beetje
fijngevoelig!'
'O lieve help,' lachte ze. 'Is dit een pijnlijk onderwerp?' Hoewel
ik probeerde neutraal te kijken, moest ze toch iets in mijn gezicht
hebben gelezen, want ze zei op zachtere toon: 'Je vader is heel
aantrekkelijk voor vrouwen. Kan hij het helpen dat ze aan zijn
voeten liggen? En persoonlijk' - ze liet haar stem dalen zodat
niemand anders het kon horen - 'heb ik liever een ontrouwe
echtgenoot dan een saaie.'
Isobel had het altijd al voor mijn vader opgenomen. In sommige
opzichten leken ze wel op elkaar, vooral in hun overtuiging dat de
regels van maatschappelijk verkeer niet op hen van toepassing
waren.'Dimpsie zou moeten inzien dat Toms escapades niets met
liefde te maken hebben,' ging Isobel verder. 'Hij grijpt gewoon de
buitenkansjes die zich voor hem voordoen. Welke man zou dat niet
doen?'
'Zo is het wel genoeg, Isobel.' Rafe klonk boos. Ik zocht iets om
haar af te leiden.
'Ik vind dit hier erg leuk geworden,' zei ik, wijzend naar de nis
rond de schouw. Aan weerskanten van de haard was een spar van bijna
twee meter in een emmer zand gezet. Aan het eind van elke tak zat
een kaars. In de kamer stonden geimproviseerde boekenkasten van
planken met bakstenen, en tussen de boeken lagen stenen,
dennenappels, vogelnestjes, eieren en veren. Kennelijk deed Fritz
naast zijn vele andere interesses ook aan natuurstudie. Ik kon me
niet voorstellen dat Conrad zich om zulke dingen bekommerde.
'Ik begrijp niet waarom iedereen zoveel ophef maakt over seks,' zei
Golly. 'Ik heb ooit een vriendje gehad en we hebben het een paar
keer geprobeerd. Ik vond het een ramp voor mijn knieen, en na
afloop had ik altijd pijn in mijn keel.'
Isobel schoot schaterend in de lach, wat ze vergeefs met een
hoestbui probeerde te camoufleren.
'Ik heb hier een charmante volkssprookje van Northumber- land.'
Fritz haalde een gehavend notitieboekje tevoorschijn. 'Deze heet De
ring en de vis. Het is liefdesverhaal. Zal ik het lezen voor
u?'
Het was een ingewikkeld verhaal over een knappe prins en een mooi
boerenmeisje dat niet kon praten. Ze waren vreselijk verliefd op
elkaar, maar de koning had bezwaar tegen het boerenmeisje als
schoondochter, vanwege haar klasse en haar handicap, en hij dwong
haar een reeks proeven af te leggen in het gezelschap van
welbespraakte prinsessen met blauw bloed. Nadat het boerenmeisje,
geholpen door haar superieure intelligentie en een magische
zingende taart, al haar concurrentes had verslagen, verklaarde de
koning dat iedere deelneemster die hem zijn eigen diamanten ring
zou terugbezorgen, de bruid van de prins zou worden. Daarna wierp
hij de ring vanaf de kantelen van zijn paleis in de zee. De
prinsessen keerden woedend terug naar hun eigen koninkrijk en het
boerenmeisje werd kokkin. Ze vond de ring bij het klaarmaken van
een reusachtige kabeljauw, gaf hem aan de koning, en het jonge paar
trouwde en leefde nog lang en gelukkig.
'Ik wou dat ze aan het eind haar spraakvermogen had teruggekregen,'
zei ik. 'Het moet een heel frustrerend huwelijk zijn geweest als je
alleen maar via een taart kunt communiceren.'
'Die prins was een ongelofelijke sukkel,' vond Isobel. 'Waarom is
hij er niet gewoon met het meisje van zijn dromen vandoor gegaan,
om haar al die ellende te besparen?'
'Misschien hechtte hij belang aan zijn erfenis,' zei Conrad.
'O, poeh! Dat soort belangen kan me gestolen worden.'
Ik kreeg de indruk dat Isobel met deze opmerking ergens op doelde,
misschien dat Conrad meteen met haar zou moeten trouwen.
Conrad glimlachte vaag. 'Misschien verwachtte het boerenmeisje een
kroon en een jurk die van goud was gesponnen, en wilde de prins
haar niet teleurstellen. Niet alle vrouwen hebben zo weinig
wereldse behoeften als jij, mijn lieve Isobel.'
Isobel probeerde te lachen, maar door de manier waarop ze zich uit
het gesprek terugtrok, vermoedde ik dat deze steek raak was
geweest.
'Dat is het!' Golly, die met een vinger tegen haar voorhoofd
gedrukt had zitten peinzen, ging nu rechtop zitten. 'Dat is het
verhaal voor mijn nieuwe opera. Een verhaal over bovennatuurlijke
romantiek met bovennatuurlijke elementen, en toch met universele
thema's. De triomf van de eeuwige deugden, waarheid... De ring en
de vis. Of De vis en de ring... Nog beter.'
'Vind je die titel niet een beetje veel op een andere beroemde
operacyclus lijken?' vroeg Conrad.
'O ja. Daar had ik niet aan gedacht. Goed, ik bedenk wel iets. De
taart en de vis.'
'Dat wordt niks. Is het bovendien niet lastig om een opera te maken
waarin de vrouwelijke hoofdrolspeler niet kan praten?'
Golly fronste haar wenkbrauwen. 'Hm. Ik moet erkennen dat dat een
klein... Hier moet ik even over nadenken.' Enkele ogenblikken was
ze in gedachten verzonken. Toen viel haar oog op mij.
'Ik weet het! Ik zal echt prachtige muziek schrijven waar de heldin
op kan dansen. Het zal een opera-ballet worden met een vleugje
barok en rococo, als een hommage aan Rameau en aan de vroege
achttiende eeuw. Maar het zal tegelijkertijd verblindend
compromisloos en oorspronkelijk zijn. Er moet een koor zijn en een
corps de ballet, en die mensen moeten op een dreigende manier over
het toneel heen en weer springen, met zwaarden en zo... Ja, een
zwaarddans lijkt me wel iets.' Ze stond op en knipte met haar
vingers, waarmee ze Buster liet schrikken, die net in slaap was
gevallen, voldaan na alle stukjes taart die Fritz hem steels had
gevoerd. 'Pen en papier! Ik moet snel een paar ideeen
opschrijven!'
'In de bibliotheek,' zei Conrad. 'Daar vind je alles wat je nodig
hebt op mijn bureau. Maar haal mijn papieren alsjeblieft niet door
elkaar.'
Golly liep weg, met ogen die straalden van inspiratie.
'Buster, af! Ga liggen!' zei Rafe. 'Dus dat is nu genialiteit. Een
groots werk dat wordt geschapen uit een onmogelijk
kinderverhaaltje. Over een aantal jaren zullen we de mensen kunnen
vertellen dat wij aanwezig waren bij het ontstaan ervan.' Hij sprak
minzaam, maar ik vermoedde dat hij het belachelijk vond.
'Bedenk wel wat Goethe heeft gezegd,' zei Conrad.
We keken hem allemaal niet-begrijpend aan.
'Grof vertaald. In de muziek vindt de waardigheid van de kunst een
uiterste expressie. Er is geen onderwerp dat niet van waarde kan
zijn.'
Ik vond dit een interessant idee. 'Je bedoelt dat het niet uitmaakt
hoe saai of onnozel iets is, omdat muziek het altijd op een hoger
plan tilt?'
'Precies.' Conrad stond abrupt op en liep naar de piano. Ik vroeg
me af of hij boos was op Rafe, vanwege diens gebrek aan waardering
voor zijn oude vriendin. Hij speelde. De muziek begon vriendelijk
en aardig, en ging toen over in mineur en werd intens treurig, om
ten slotte bulderend en kwaad te worden. Ik bedacht hoe geweldig
het voor Isobel was getrouwd te zijn met iemand die zo prachtig
speelde, maar ze luisterde niet. In plaats daarvan vertelde ze Rafe
over haar uitstapje naar Londen. Ik hoorde flarden
van zinnen als 'tien verdiepingen hoog en met een eigen lift' en
'een doodlopend zijstraatje van Bond Street'.
Fritz bood me nog een stuk cake aan.
'Nee, dank je, ik plof bijna.' Ik gebaarde met mijn handen naar
mijn buik.
'Wat heeft dat verdomme te...?' Isobel staarde me aan, ze staarde
vooral naar mijn handen, met een uitdrukking van verbijstering die
snel in ontreddering overging.
Ik zag dat de diamant zich aan mijn vinger had gedraaid zodat hij
aan de buitenkant zat en schitterde in het licht van de haard.
Haar mondhoeken waren van woede vertrokken en ze balde haar
vuisten. Ze keek naar Rafe. 'Je... je hebt het gedaan... zonder mij
iets te vertellen...'
'Isobel!' Rafe keek verschrikt. 'Doe niet zo idioot... Buster, als
je niet meteen ophoudt met blaffen, zet ik je weer in de auto!'
'Heb... je... haar... ten... huwelijk gevraagd?' vroeg ze met
angstaanjagende nadruk.
'Ja, ik heb haar gevraagd.' Rafe's gezicht stond streng. 'En
gelukkig voor mij heeft Marigold ja gezegd.'
'Natuurlijk heeft ze ja gezegd.'
Haar minachting kwetste me en maakte me boos. Het was absoluut niet
bij voorbaat zeker geweest dat ik het huwelijksaanzoek van haar
broer met beide handen zou aangrijpen. Als ik alleen van mijn eigen
belang was uitgegaan... Ik voelde een brok in mijn keel.
Fritz pakte het dienblad op en liep snel naar de deur. 'Geen
opwinding, goede mensen. Ik gaan om drinken te halen.'
'Isobel! Zwijg! Je moet verder niets zeggen!' zei Rafe
waarschuwend.
Ze sprong op, met tranen in haar ogen. 'Jij... jij... dwaas!'
Daarna vluchtte ze, eerst naar de deur die naar de hal leidde, maar
Fritz en het dienblad versperden haar de weg. Ze snelde naar de
bibliotheek maar herinnerde zich dat Golly daar zat. Ze stampte met
haar voet van woede voor ze een van de deuren naar het balkon
openduwde en naar buiten holde om bij de borstwering te blijven
staan, met gebogen hoofd en schokkende schouders.
'Het spijt me vreselijk, liefste.' Rafe stond op en kwam naar me
toe. Hij legde zijn hand op mijn schouder. 'Trek het je niet aan.
Je weet hoe Isobel is. Het gaat zo weer over. Ik kan maar beter
even naar haar toe gaan...'
Maar het was niet snel over. Rafe had de balkondeuren achter zich
dichtgedaan en ik zag hen lange tijd met elkaar praten en naar
elkaar gebaren tegen de achtergrond van de heuvels en de snel
donkerder wordende lucht. Ik werd me ervan bewust dat Conrad iets
speelde wat me zo bekend voorkwam dat ik even dacht dat het deuntje
alleen maar in mijn hoofd zat. Toen herkende ik Odile's pas de deux
met de prins, uit de derde akte van het Zwanenmeer. Ik keek naar
Conrad. Hij keek naar mij met een koude, zelfs vijandige blik. Ik
voelde me vreselijk ellendig.
Isobel en Rafe kwamen weer binnen, zij met een verslagen gezicht,
hij bekommerd. Ze liep meteen naar me toe.
'Het spijt me.' Haar gezicht stond berouwvol. 'Het was de schok. Ik
had het niet zo snel verwacht.' Haar mond trilde als die van een
klein kind. 'Er is niemand van wie ik liever zou...' Ze haalde
opeens beverig adem, als in een snik. 'Je zult toch wel lief voor
hem zijn, he?'
'Zo lief als ik maar kan.' Ik glimlachte. 'We zullen waarschijnlijk
nog in geen eeuwigheid trouwen, in elk geval pas ver na jullie. En
jullie trouwerij zal veel grootser zijn. Hij zal die van ons verre
overtreffen.'
'O, wat dat betreft...' Ze sloeg haar arm om mijn middel en drukte
me even tegen zich aan. 'Je bent een engel, dat je me
vergeeft.'
'Telefoon, Conrad.' Golly kwam de bibliotheek uit gehold, zwaaiend
met een blocnote. 'Presto pronto. Ik moet mijn librettoschrijver te
pakken zien te krijgen. Er valt geen ogenblik te verliezen. Ik heb
de hoofdthema's geschetst maar ik moet geen dingen halsoverkop
doen. Hij kan een geweldige lastpak zijn maar hij is echt briljant
- waar zei je dat de telefoon was?'
'Ik zei niets.' Conrad voltooide zijn frase, deed de klep dicht en
stond op. 'Die is er niet.'
'Maar lieve jongen! Dat meen je toch zeker niet?'
'Ze moeten gaten in de rotsen boren voor waterleidingbuizen en
telefoon- en elektriciteitskabels. Zulke dingen gebeuren niet van
de ene dag op de andere.'
'Ja, dat begrijp ik, maar toch... heel onhandig... Dank je wel,
Conrad, voor een gezellige... Ik moet direct een telefoon gaan
zoeken... Tot ziens, lieverds.' Ze wierp ons een handkus toe en
rende naar buiten. Even later hoorde ik door de openstaande deur
het geraas van een auto die werd gestart en met grote snelheid
wegreed. Ik dacht aan de brug en huiverde.
'En nu iets drinken!' Fritz was met een dienblad met glazen
binnengekomen. 'En de kalmeringspillen, Conrad, denk eraan dat je
die moet nemen omdat de goede dokter het zegt. Verdammt! Het tocht
in de huis!' Hij ging de voordeur dichtdoen.
Isobel keek verbaasd. 'Ik wist niet dat je pillen moest slikken,
Conrad!'
Conrad trok zijn wenkbrauwen op. 'Ach, nou ja. We weten nog niet
alles wat er over elkaar te weten valt.' Hij haalde een rood doosje
uit zijn zak, nam er een enorme blauwe pil uit en slikte die net zo
gemakkelijk door alsof het een kruimel was.
Isobel keek naar Rafe. Hij trok zijn wenkbrauwen even op. Zij
haalde bijna onmerkbaar haar schouders op.
Ik keek achterdochtig naar Conrads gezicht. Ik stond dichter bij
hem dan de anderen. De pil was zonder de geringste beweging van
zijn hals naar binnen gegaan. Onze blikken kruisten elkaar. Hij
moet de vraag in mijn ogen hebben gelezen, want in een snelle
beweging had hij ook het pillendoosje ingeslikt. Hij strekte zijn
vingers en vouwde zijn hand open om te laten zien dat die leeg was,
dus begreep ik dat het een truc was geweest.
'Ik denk,' zei Conrad, 'dat ik wat frisse lucht moet hebben. En
misschien een eindje wandelen.'
Hij deed de openslaande deuren open, liep het balkon op en sprong
op de balustrade.
'Conrad!' riep Isobel. 'Kijk uit!'
Hij spreidde zijn armen wijd als een koorddanser en rende over de
smalle richel.
'Hij is gek geworden!' riep Rafe. 'Het is minstens honderd meter
diep! Dit wordt zijn dood!''Laat iemand hem vastpakken!' gilde
Isobel.
De angst maakte ons onmachtig. We zagen hem, onder gesmoorde kreten
en gekreun, heen en weer wiegen, naar voren, naar achteren, en weer
naar voren. Iemand - misschien was ik het wel - gilde als een
fluitketel die begint te koken toen Conrad zijn handen in de lucht
gooide, hoog opsprong en rechtstandig in de door sterren verlichte
ruimte stortte.
'Dat was vreselijk kinderachtig en onverantwoordelijk handelen,'
zei Rafe, toen we over de bochtige weg naar beneden reden. 'En het
had afschuwelijke gevolgen kunnen hebben.'
Isobel giechelde. 'Ik vond het wel grappig.'
'Maar je was wel heel erg geschrokken.'
'Ja, maar dat duurde niet lang. Maak er niet zo'n heisa over.'
Isobel zat op de passagiersplaats naast hem. Ze boog zich naar hem
over en legde een hand op zijn schouder. 'Ik heb er niets aan
overgehouden.'
'Maar shock is slecht voor mensen. Je had wel flauw kunnen vallen.
Of zelfs een hartaanval kunnen krijgen.'
'Doe niet zo gek, lieverd. Ik ben drieentwintig en zo gezond als
een vis.'
Ik was er vrij zeker van dat ik had gegild toen Conrad van het
balkon sprong, maar daarna was ik als versteend geweest. Isobel had
gejammerd en haar gezicht tegen de borst van Rafe gedrukt, die zijn
armen om haar heen had geslagen. Fritz was het balkon op gesneld en
keek over de balustrade, gevolgd door Buster, die de algehele
stemming van opwinding had opgepikt en opgetogen was geweest dat
hij onbelemmerd naar de opkomende maan had mogen blaffen. Ik had
geen idee hoe lang we roerloos in een staat van versteende
ontzetting bleven staan, tot een stem achter ons zei: 'Er is geen
reden om zo verslagen te zijn. Zoals jullie zien ben ik
ongedeerd.'
'Conrad!' Isobel had haar hoofd van Rafe's trui opgeheven. Haar
gezicht was bleek, haar ogen betraand. 'Wat heb jij ver...? Ik
begrijp het niet...' Ze had een stap naar hem toe gedaan en
wankelde toen even. Rafe had haar bij de arm gegrepen. 'Laat maar,
het gaat wel.' Ze had beverig geglimlacht. 'Jij rotzak! Dat was
weer zo'n truc van je. Hoe heb je dit gedaan? Vertel me nou niet
dat je vleugels hebt gekregen!'
Conrad trok zijn wenkbrauwen op en beet op zijn lip, alsof hij een
lachje moest verbergen. 'Tja, dat is helaas niet het geval. Het
spijt me oprecht als ik jullie te erg heb laten schrikken. Ik kon
de verleiding niet weerstaan.'
'Je hebt ons zo ongeveer dood laten schrikken!' Rafe deed geen
moeite zijn woede te verbergen. 'Je had echt een beetje
consideratie moeten opbrengen met mijn zusje...'
Isobel stak haar hand op om hem het zwijgen op te leggen. 'Geeft
niet, lieverd. Ik voel me prima. Maak alsjeblieft geen scene.' Ze
keek haar verloofde vrolijk aan. 'Conrad, het was heel slecht van
je, maar het past wel bij je. Ik moet beslist weten hoe je dit hebt
gedaan.'
'Zoals altijd waar het illusie betreft, is de eenvoud van de
oplossing het geheim voor succes. Op de verdieping beneden, naast
de keuken, is een platform dat uit de berghelling is gehakt. Dat
ligt slechts drie of vier meter onder het balkon en het is een
beetje groter. Ik ben erop gesprongen en ben daarvandaan weer naar
binnen gegaan.' Hij spreidde zijn handen, met een quasi-serieus
gezicht. 'Het was belachelijk gemakkelijk' - hij lachte opeens -
'maar het effect moet dramatisch zijn geweest.'
'Wat ben je toch slecht!' Isobel haakte haar arm door de zijne en
glimlachte naar hem op.
'Het was krankzinnig!' Rafe was nog steeds woedend. 'Je had in het
donker wel mis kunnen springen, of je been kunnen breken!'
'O nee.' Conrad glimlachte. 'Als kind ben ik van huis weggelopen en
bij een circus gegaan. Ik moet erkennen dat dat niet erg origineel
was. Ik heb maar acht weken met het gezelschap rondgetrokken voor
mijn oom me vond, maar in die tijd heb ik leren koorddansen en ook
hoe ik moet vallen zonder iets te breken.'
'Zal ik nog wat champagne halen?' Fritz was ons van het balkon naar
binnen gevolgd en glimlachte naar ons allemaal. Kennelijk was hij
van de grap op de hoogte geweest.
'Nee, dank je.' Rafe kon zich er niet toe brengen te glimlachen.
'We moeten zo langzamerhand weer naar huis. Mijn moeder verwacht
ons voor het avondeten. Bovendien moet ik helder blijven voor die
weg. Buster! Hou onmiddellijk op met dat geblaf!'
Buster had van onze onoplettendheid gebruikgemaakt om de cake op te
eten. We namen in een wat gespannen sfeer afscheid.
'Marigold, blijf je bij ons eten?' vroeg Rafe terwijl we een steile
bocht omlaag namen.
'Nee, dank je. Ik denk dat ik beter naar huis kan gaan.'
'Waarvoor moet jij in 's hemelsnaam terug naar huis?' vroeg
Isobel.
'Ik wil een beetje vroeg naar bed. Ik begin morgen met een nieuwe
baan.'
'Bedoel je dat je niet meer in de praktijk werkt?' vroeg Rafe. 'Dat
heb je me niet verteld.'
'Daar blijf ik mee doorgaan. Maar mijn baantje als receptioniste is
alleen maar als tegenprestatie bedoeld omdat ik weer thuis mag
wonen.'
'Bedoel je dat je geen salaris krijgt?' Rafe klonk geschokt. 'Ik
wil niets lelijks van je vader zeggen, maar is dat wel
redelijk?'
'Misschien niet. Maar we zitten nu eenmaal wat krap, en daarom heb
ik een baantje aangenomen als serveerster in de Singing Swan. Ik
begin morgenmiddag. Mevrouw Peevis is een lief oud mens en ze heeft
hard hulp nodig omdat ze problemen heeft met haar heupen. Ze staat
op de wachtlijst voor een operatie...'
'Ik wist niet dat Dimpsie en jij er zo moeilijk voor stonden,' viel
Rafe me in de rede. 'Het spijt me. Ik heb daar niet aan gedacht. We
zullen je een toelage uit het familiekapitaal toekennen. Het is
echt niet nodig dat jij zo moet zwoegen, Marigold. Waarom heb je
niets gezegd?'
'Doe niet zo stom, Rafe,' zei Isobel. 'Je kunt niet verwachten dat
Marigold zegt dat ze bereid is met je te trouwen en je in een adem
door om geld gaat vragen. Een vrouw heeft haar trots op dat gebied.
Conrad heeft me gewoon een chequeboek gestuurd, zonder er een woord
aan vuil te maken.''O ja?' Rafe klonk geweldig boos. 'Nou, dan
heeft hij op dit gebied kennelijk meer ervaring dan ik.' Hij
schakelde terug toen we de oprit van Dumbola Lodge in draaiden.
'Hoe dan ook, Mari- gold, ik zal morgen een afzonderlijke rekening
voor je openen en dan kun je er over drie of vier dagen geld van
opnemen. Tot die tijd...'
'Dat is bijzonder aardig van je.' Ik boog me naar voren en rook de
eau de toilette die hij altijd op had en die me deed denken aan de
enige keer dat we samen naar bed waren geweest. 'Maar ik vind het
helemaal niet erg om te moeten zwoegen en ik kan echt geen geld van
je aannemen voordat...' Ik wilde zeggen voordat we getrouwd zijn,
maar ik voelde me nog steeds een beetje opgelaten om dit te zeggen
waar Isobel bij was. 'Nog niet, in elk geval.'
'Ik sta erop.'
'En ik sta erop dit af te slaan. Maar natuurlijk wel hartelijk dank
voor het aanbod.'
'Doe niet zo gek. Je wordt mijn vrouw. Het is puur eigenbelang om
jou niet van honger te zien omkomen.'
'Nu ik de macht over mijn been weer terug heb, zal ik heus niet van
honger omkomen. Ik heb mevrouw Peevis al verteld dat ik het doe. Ze
was zo opgelucht dat ze bijna begon te huilen. De Singing Swan
heeft vorig jaar met verlies gedraaid, en als alles dit jaar niet
beter gaat, zal ze de zaak moeten sluiten. Op haar leeftijd zal ze
geen ander werk weten te vinden...'
'Ja, nou, dat is dan jammer voor haar, maar dat betekent nog niet
dat jij je moet opofferen. Daar hebben we de bijstand voor.'
'Het is geen opoffering. Het lijkt me leuk om te doen. Ik heb me
vreselijk verveeld omdat ik niets te doen had.'
'Het spijt me dat je je hebt verveeld.' Rafe klonk een beetje
gepikeerd, hoewel dat toch moeilijk zijn schuld kon zijn geweest.
'Als je wilt, kun je met me meegaan om de boeren te bezoeken. En we
kunnen in Newcastle gaan winkelen wanneer je maar wilt. Ik heb me
laten vertellen dat er binnenkort een leuk toneelstuk wordt
opgevoerd.'
'Dat lijkt me erg gezellig. Maar ik heb ook behoefte aan een
uitdaging. Dat ben ik altijd gewend geweest. Hard werken. Ik vind
het vervelend om niets te doen.'
'Wat Rafe eigenlijk bedoelt' - Isobel klonk geamuseerd - 'is dat
hij het voor de toekomstige mevrouw Preston geen pas vindt geven
als haar pachters en ondergeschikten haar in de plaatselijke kroeg
met muts en schortje zien rondrennen.'
'Ik geloof niet dat dat er iets mee te maken heeft. Of wel,
Rafe?'
Rafe dacht even na voor hij zei: 'Ik besef terdege dat het
snobistisch en ouderwets moet klinken, vooral in de oren van iemand
die zoals jij het bestaan van een bohemienne heeft geleid, maar ik
vind het inderdaad ongepast als jij als serveerster gaat
werken.'
Rafe stopte voor het huis. Ik vroeg me af wat ik moest zeggen. En
wat het nog tien keer zo moeilijk maakte, was dat onze eerste ruzie
in het bijzijn van een derde partij plaatsvond. Toen ik ten slotte
sprak, was ik niet in staat te voorkomen dat er een toon van
opstandigheid in mijn stem doorklonk. 'Wat word ik dan geacht met
mijn tijd te doen? Hoe dient de toekomstige mevrouw Preston zich te
gedragen?'
'Net als mammie, natuurlijk,' zei Isobel. 'Je moet gaan
bloemschikken en diners organiseren en goede daden verrichten voor
de behoeftigen. Je moet uiteraard de nieuwste romans lezen en in
Londen naar kunsttentoonstellingen gaan, en af en toe naar opera of
toneel, maar je moet niet al te intellectueel worden, dat is saai.
Je mag je handen vuil maken aan tuinieren en aan honden. En aan
paarden, als je daarvan houdt...'
'Isobel, hou op,' beval Rafe. 'Je slaat expres onzin uit. Ik besef
terdege dat de tijden zijn veranderd en dat Marigold een
onafhankelijke, zelfstandige jonge vrouw is, en dat respecteer ik
ten volle. Ik beschouw het als vanzelfsprekend dat ze nog iets
anders wil doen naast het mijn vrouw zijn.'
Mijn moreel steeg aanzienlijk toen ik dit hoorde. 'O Rafe.' Ik
leunde naar voren om mijn hand op zijn schouder te leggen, maar ik
kwam tot de ontdekking dat die van Isobel er al lag. 'Ik ben erg
blij dat je daar begrip voor hebt.'
'Ik ben geen Victoriaanse patriarch. Ik verwacht heus niet dat jij
de hele dag thuis duimen zult zitten draaien tot ik thuiskom. Ik
weet dat je rusteloos en... verveeld zou zijn. Er zijn zat dingen
die je zou kunnen doen. Lid worden van het bestuur van een van de
plaatselijke theaters, bijvoorbeeld. Je zou fondsen in kunnen
zamelen om ze draaiende te houden en je zou op Shottestone feestjes
kunnen geven voor de acteurs en regisseurs. Je zou wat plaatselijke
cultuur kunnen organiseren. Misschien iets Glyndebourne- achtigs
zelfs. Dat lijkt me heel voldoeninggevend.'
Mijn hoop verdampte snel. Een krankzinnig ogenblik had ik gedacht
dat hij ging zeggen dat ik de hele week in Londen kon dansen, en de
weekends en de periodes tussen de tournees in Nor- thumberland door
zou kunnen brengen. Fondsen bijeenbrengen voor theaters, om andere
mensen daar te laten zingen en dansen! Dat zou net zoiets zijn als
eten neerzetten net buiten het bereik van een geketende
gevangene.
Buster begon verwijtend te janken toen ik zijn poot van mijn knie
haalde. 'Ik moest maar eens naar binnen gaan.'
'Ik bel je morgen nog wel.' Ik hoorde de spanning in zijn stem.
'Doe mijn groeten aan Dimpsie.'
'En ook die van mij,' zei Isobel.
Ik sprong uit de auto. 'Dag.' Ik zwaaide door het raampje naar hen
terwijl Rafe het omlaag draaide, en ik sprintte naar het portiek.
Sinds we verloofd waren hadden we elkaar steeds ten afscheid
gekust, maar het onaangename gevoel dat er een ruzie op komst was
weerhield me er nu van. Ik vond dat Rafe er verbijsterd uitzag toen
hij wegreed, en ik voelde mijn geweten ongemakkelijk prikken. Het
maangezicht van de staande klok was afnemend. Het keek somber.
'Hallo liefje.' Dimpsie was in de keuken bezig. 'Heb je het
gezellig gehad? Ik heb toch zo'n interessante middag gehad. Ik ben
naar de familie O'Shaunessy geweest. Nan was er niet, alleen Jode
en de baby. Ik had nog wat dingen uit het winkeltje meegenomen en
hij leek daar erg blij mee. Ik heb de baby gevoed en verschoond
terwijl Jode thee zette, en hij vertelde me hoeveel zorgen hij zich
maakt omdat Nan geen belangstelling heeft voor het kind. Daarna
zaten we zo'n beetje over ditjes en datjes te praten, en toen
vertelde ik dat ik van plan was een nieuwe groentetuin aan te
leggen omdat de tuin die we nu hebben te veel in de schaduw ligt
zodat niets het er goed doet. Hij zei dat de grond bij zijn caravan
te stenig is om groenten te kunnen verbouwen, dus nou gaat hij hier
een nieuw stuk omspitten en dan komt hij dat twee keer per week
verzorgen, als dank omdat hij er zelf dingen mag kweken. Is dat
geen geweldig plan?'
'Schitterend!' Ik had weinig vertrouwen in Dimpsies
groentetuintjes, aangezien die meestal na de eerste weken hopeloos
overwoekerd raakten en last kregen van knolvoet, wortelvlieg of wat
dan ook. Maar ik was blij dat ze weer enthousiast was over
iets.
We nuttigden een armzalig maal van wat restjes geroosterd brood en
schraapten de potjes marmelade en marmite leeg. Siggy kreeg de
inhoud van een verroest blikje vruchten op sap.
'Stel je eens voor, lieverd,' zei Dimpsie, 'als je met Rafe
getrouwd bent zul je iedere dag het heerlijke eten van mevrouw Cap-
stick op tafel krijgen.' Ze legde haar stukje toast neer en keek me
plechtig aan. 'Er gaat geen minuut voorbij dat ik God niet dank
voor jouw huwelijk. Je zult erg gelukkig worden. En ik ook, omdat
ik jou altijd in de buurt zal hebben. Ik was doodsbang voor alle
eenzaamheid. Dat mag ik nu toch wel bekennen, he? Zonder een
veeleisende moeder te lijken? Dat Rafe en jij verliefd op elkaar
zijn geworden heeft mij weer de kracht geschonken het leven onder
ogen te zien.'
Ik sliep die nacht slecht. Toen de hemel lichter begon te worden,
besloot ik dat ik mevrouw Peevis zou zeggen dat ik die baan bij
nader inzien niet aan kon nemen. Ik dommelde weer in, met het
opgeluchte gevoel dat er een besluit was genomen, maar na wat een
paar seconden leek werd ik door mijn moeder wakker geschud.
'Rafe is aan de telefoon. Hij zegt dat hij de hele nacht aan jou
heeft liggen denken. Is dat niet romantisch?'
Ik liep langzaam naar beneden.
'Goeiemorgen, liefste.' Rafe klonk opgewekt. 'Je klinkt slaperig.
Heb ik je wakker gemaakt?'
'Hoe laat is het?''Acht uur. Vreselijk vroeg. Maar ik heb nog eens
diep nagedacht over ons gesprek van gisteren. Over dat jij in de
Singing Swan als serveerster wilt werken. En ik besefte, toen ik er
goed over nadacht, dat mijn houding heel reactionair en snobistisch
moet hebben geleken. Ik kan niet verdragen dat er iets van
onenigheid tussen ons zal bestaan. Wil je me vergeven, liefste? Ik
vind het heel bewonderenswaardig dat jij zo vastbesloten bent in
het levensonderhoud van Dimpsie en jou te voorzien. Je hebt mijn
zegen om die baan te nemen.'
'O Rafe!' Ik voelde een overweldigende dankbaarheid. 'Ik zag er zo
vreselijk tegenop om mijn hulp aan die arme mevrouw Peevis af te
moeten zeggen. Ze was zo blij toen ik zei dat ik bereid was het te
doen. Dank je wel!'
'Je hoeft mij niet te bedanken, lieverd. Jij bent degene die zere
voeten zal krijgen. Het spijt me dat ik je uit je slaap heb
gehaald. Ik vond het een vreselijke gedachte dat we boos op elkaar
zouden zijn.'
'Daar ben ik blij om. Ik was er ook verdrietig over.'
'Heb je zin om vanavond samen ergens te gaan eten? We zouden naar
The Castle in Carlisle kunnen gaan.'
'Dat lijkt me erg leuk.'
'Ik hou van je, Marigold.'
'O mooi. Ik hou ook van jou.'
Ik hoorde de telefoon rinkelen toen ik de voordeur binnenkwam.
'Hallo Marigold. Ik kan niet lang aan de lijn blijven. Ik sta in de
telefooncel op de hoek van Maxwell en ik heb maar een paar muntjes.
Hoe gaat het met je voet?'
'Lizzie! Wat fantastisch om jou te spreken. Een beetje stijf nog,
maar het is heerlijk om dat smerige gips kwijt te zijn.' Ik
manoeuvreerde de telefoon zo dat ik in mijn vaders stoel kon
zitten. Siggy sprong op mijn knie. Sinds mijn vader was vertrokken
mocht Siggy zich vrij door het huis bewegen, en daar had hij een
iets beter humeur van gekregen. 'Wat hebben jullie gedaan?'
'We zijn begonnen met de repetities voor The Prince of the Pa-
godas.'
'Wie gaat Belle Rose dansen?'
'Sylvia Starkey, de ex van Sebastian. Ze zal er niks van
terechtbrengen, als je het mij vraagt. Technisch is ze wel goed,
maar ze komt altijd chagrijnig en sikkeneurig over.'
Ik probeerde niet blij te zijn dat Lizzie dacht dat Sylvia hopeloos
zou zijn. Dit was natuurlijk heel laag-bij-de-grondse jaloezie van
me, omdat ik nu zelf die rol niet kon dansen.
'Ik denk eerlijk gezegd dat Sebastian zijn greep een beetje begint
te verliezen,' ging Lizzie verder. 'Het probleem is dat de
Russische tournee is afgezegd vanwege de een of andere diplomatieke
rel, en Freddy en Alex zijn door blessures allebei minstens zes
weken uit de roulatie. Heb ik je over Mariana verteld? Haar
knieoperatie heeft uitgebreide artrose aan het licht gebracht,
zodat haar carriere nu afgelopen is.'
'Nee! Wat vreselijk!' Dit speet me oprecht. 'Volgens mij is ze
amper dertig.''Negenentwintig. Wat een pech, he? En er wordt
beweerd dat de man die The Prince of the Pagodas zou sponsoren,
door een hartaanval dood is neergevallen voordat hij op de
stippellijn had getekend. Sebastian loopt in elk geval de hele tijd
met een gezicht als een oorwurm rond. Ik zou voor geen goud in
Cynthia's onderbroek willen staan.'
'Welke Cynthia?'
'O hemel, heb ik je dat nog niet verteld? Ze is net bij het corps
gekomen. Heel knap en spijkerhard. Sebastian neukt met haar, maar
ze is nog lang niet goed genoeg voor een grote rol.'
Ik herinnerde me hoe het was om met Sebastian naar bed te gaan, en
ik voelde me onpasselijk worden. In dit geval was er van jaloezie
geen sprake. Niets, zelfs niet het aanbod van een glansrol bij het
beste gezelschap ter wereld, zou mij hebben kunnen overhalen me nog
een keer door hem aan te laten raken. Ik vond het vreselijk dat ik
me met zoveel minachting door hem had laten behandelen. 'Nog nieuws
van Miko?'
Een korte stilte. 'Ik geloof geen ogenblik dat het waar is, maar ik
heb geruchten gehoord dat hij in gesprek is met een Russische...
Valentina Zus of Zo.'
'O.' Ik begreep dat alles in kannen en kruiken was maar dat Liz-
zie probeerde het me voorzichtig te vertellen. Onder de huidige
omstandigheden kon dit alles eigenlijk niets uitmaken, maar ik
voelde toch wat afgunst. 'Wat dans jij?'
'Moet je dat nog vragen? Achterste rij, natuurlijk, en daar mag ik
nog blij mee zijn.' Lizzie overdreef, zoals gewoonlijk. 'Maar ik
heb helemaal geen zin daarover te praten,' ging ze verder. 'Vertel
me eens wat jij allemaal doet.'
'Nou eh... Ik heb vorige week een baantje gevonden als serveerster
in de dorpskroeg. Ik werk van twee tot zes. Er komen meestal
vriendelijke mensen eten en ze geven vaak een goede fooi. Maar hoe
vergaat het jou in Maxwell Street?'
'Goed. Nancy en Sorel kregen op een gegeven moment slaande ruzie en
toen is Sorel opgekrast en nu hebben we een houthakker in haar
kamer.'
'Een houthakker?'
'Hij is officieel houtvester, maar ik weet het verschil niet.
Sylvia
Starkey is op zoek naar een nieuw onderkomen en Nancy en ik moesten
er niet aan denken haar bij ons in huis te hebben, dus hebben we
binnen de troep niets verteld en een advertentie in de krant gezet.
En daar heeft Nils op gereageerd. Hij komt uit Zweden. Hij wilde
ergens in Londen kunnen logeren wanneer hij overkomt voor zijn
vriendin, die als accountant in de City werkt. Hij is heel schoon
en netjes, vreselijk opgewekt, en hij weet helemaal niets van
dansen. De volmaakte huisgenoot. Hoe gaat het met Rafe en jou? Is
hij nog steeds afstandelijk en broederlijk?'
'Nee... eh... eh.' Ik aarzelde.
'Je bent toch niet zo vals dat je me niets wilt vertellen?'
'Nou ja, we hebben de liefde bedreven en... en ik ga met hem
trouwen.'
Een kreet vanaf de andere kant van de lijn. 'Marigold! Dat meen je
niet!'
'Ik ben volmaakt serieus. Evelyn geeft volgende week een borrel om
onze verloving te vieren.'
'Maar in je brief zei je nog dat Rafe je nauwelijks over de wang
had gestreeld. Wat heeft deze plotselinge stroom van hartstocht
doen uitbreken?'
'Ik weet het. Ik geloof dat we het ons opeens realiseerden... Ik
moet bekennen dat het nog een beetje onwerkelijk voelt.'
'Wat heerlijk romantisch! Toe, vraag me alsjeblieft voor je
trouwerij!'
'Ik hoopte dat je bruidsmeisje zou willen zijn.'
'Liefje, natuurlijk wil ik dat! Graag! O, wat enig! Een echte
ouderwetse bruiloft. Hoeveel bruidsmeisjes zullen er in totaal
zijn?'
'Vier kleintjes, plus Isobel en jij.'
'Verdorie! Dat klinkt chic! Heb je al bedacht hoe onze jurken eruit
zullen zien?'
'Evelyn denkt aan lichtblauwe satin duchesse met guirlandes van
groene en witte bloemen.'
Het bleef even stil. Ik stelde me voor hoe Lizzie tegen de glazen
wand van de telefooncel leunde en dit verwerkte. 'Ze zal je
schoonmoeder worden, dus heeft ze er natuurlijk belang bij. Maar je
laat haar toch zeker niet je hele trouwerij dicteren, he?'
'De ouders van Rafe betalen alles: jouw jurk, mijn jurk, de
bloemen, het eten, de champagne, iedere kruimel taart, iedere
korrel rijst. Mijn ouders hebben geen rooie cent. Evelyn regelt de
mooiste, chicste trouwerij van de wereld. Ik heb er begrip voor.
Het is niet alleen maar om op te scheppen of zo, maar ze is gewoon
heel perfectionistisch ingesteld. En het zal echt schitterend
zijn.'
Weer een stilte. 'Ik kan me voorstellen hoe moeilijk het voor jou
moet zijn,' zei Lizzie ten slotte. 'Maar Evelyn overlegt toch zeker
wel met jou?'
'Ze gelooft dat ze alles met mij overlegt. Ze vraagt me wat ik van
dit of van dat vind, en voor ik antwoord kan geven vertelt ze me
wat ik ervan moet vinden en waarom, en vermoedelijk heeft ze
gelijk. Ze heeft een paar meter ivoorkleurige pointe de Venise
kant, die ze jaren geleden voor Isobels trouwjurk had gekocht en
waarvan ze vindt dat die perfect voor mij geschikt is. Hoe kan ik
zoiets afwijzen zonder lomp of ondankbaar te lijken?'
'Het bevalt me niks, als ik dit zo hoor. Niet die kant, hoor, dat
lijkt me prachtig, maar wat vindt Isobel van dit alles?'
'Ik moet bekennen dat het bloed me naar het hoofd steeg toen Evelyn
dit zei. Maar het schijnt dat Isobel niet in de kerk zal trouwen
omdat Conrad joods is. Ik ben zo onnozel dat ik daar echt niet aan
had gedacht.'
'O lieve help! Nu begrijp ik het. Het is een grote warboel van
emoties: teleurstelling, compensatie, dankbaarheid, verplichting -
voor eeuwig en altijd, amen.'
'En je moet wel bedenken dat ik de nodige tijd onder Evelyns dak
zal wonen. Dus is het niet zo slim om een slechte start te
maken.'
'Marigold! Dit is het recept voor een ramp!'
'Alles wordt nog gecompliceerder door het feit dat het Dower House,
dat het enige andere royale huis op het landgoed is, op lange
termijn is verhuurd. Alle andere huizen zijn boerderijen en die
zijn niet groots genoeg. Bovendien hebben er al generaties lang
pachters in gewoond. Die kun je niet zomaar vragen hun biezen te
pakken.''Waarom kopen jullie niet iets wat niet op het landgoed
staat?'
'Het schijnt dat mensen als de Prestons geen huizen kopen. Ik heb
begrepen dat dat tamelijk vulgair is.' Lizzie giechelde, en ik
moest onwillekeurig ook lachen. 'Ik weet dat dit gek klinkt, maar
zo kijken zij ertegenaan.'
'Hm. Ik denk dat dat de deur dichtdoet. Maar voel jij echt niet
iets van een beetje wrok?'
'Ik ben me ervan bewust dat ik niets in te brengen heb bij dit
huwelijk, geen chique familie, geen grond, geen bruidsschat. Evelyn
is reuze lief voor me en ze zegt aldoor dat ik voor haar als een
dochter ben en dat ze weet dat ik Rafe gelukkig zal maken en dat ik
een goede vrouw voor hem zal zijn. Ik hoop maar dat dat zo zal
zijn.'
'Je hebt je toch niet bedacht, he?'
'Nee...'
'Marigold?' Dit klonk streng. Toen ik geen antwoord gaf, zei
Lizzie: 'Natuurlijk weet ik wat het is. Je houdt van die man, maar
je houdt nog meer van dansen.'
Ik voelde een felle steek, vlak onder mijn ribbenkast. 'O
Lizzie!'
'En je voelt je schuldig omdat je ambities hebt. Je beschuldigt
jezelf ervan dat je een koud kreng bent en je kunt jezelf er niet
toe brengen Rafe en zijn ouders en jouw ouders teleur te stellen.
Dus ga je al dat talent en al die jaren van oefenen weggooien om
het andere mensen naar de zin te maken.'
'Heb een beetje begrip. Wat zou jij doen als je in mijn schoenen
stond?'
'Ik zou hem vragen nog even te wachten. Als hij van je houdt... O
verdorie, daar heb je de piepjes... We kunnen elk moment worden
verbroken. Beloof me dat je zult schrijven en me alles zult
vertellen...'
'Dat zal ik doen. Tot ziens, lieve Lizzie, en dank je wel voor het
bellen...' Een zoemend geluid vertelde me dat ik tegen een dode
lijn sprak.
In de afgelopen week was ik om half zeven opgestaan om voor het
ontbijt het huis uit te glippen. Het was tegenwoordig om zeven uur
licht. Het vroor nog om deze tijd, de bladeren van de varens zaten
onder de rijp en de dode bladeren van vorig jaar knerpten onder
mijn voeten als fijn porselein. Maar de bomen begonnen groen te
worden en de vogels waren aan het nestelen. Het was mijn plan om
iedere dag een eindje verder te rennen. Mijn gewrichten voelden nu
al soepeler aan en mijn spieren leken sterker. Ik nam altijd het
pad dat een paar honderd meter bij onze oprit vandaan begon en dat
door het bos omhoog kronkelde tot aan de voet van de rots waarop
Hindleep was gebouwd.
Terwijl ik in een regelmatig ritme jogde, kwam de muziek van
Benjamin Britten, uit de tweede akte van The Prince of the Pago-
das in mijn gedachten en ik probeerde me de volgorde van de stappen
voor de pas de deux van Belle Rose en de salamander te herinneren.
Tegen de tijd dat ik de plek bereikte waar de bomen dichter bijeen
groeiden en het pad verdween, was ik altijd buiten adem en
doorweekt van het zweet.
Het was daarom met een gevoel van overwegend ergernis dat ik, toen
ik hijgend aankwam op de kleine, open plek waar het bladerdak een
aarzelende straal zonlicht doorliet, daar Conrad zag.
Zijn verbazing moet nog groter zijn geweest dan de mijne. Hij
bevond zich immers op het terrein van zijn eigen huis.
'Hallo,' zei hij, terwijl hij zich als eerste herstelde. 'Wat doe
jij hier?'
Ik zette mijn handen op mijn heupen en liet mijn hoofd naar voren
hangen om mijn ademhaling tot bedaren te brengen. Er ging een halve
minuut voorbij voor ik iets uit kon brengen. 'Ik probeer... weer
in... conditie... te komen. En jij...?'
'Ik was op zoek naar een speciaal korstmos. Die heet Teloschis- tes
flavicans. Kijk.'
Hij wees naar een tak vlak boven zijn hoofd. Ik probeerde met mijn
mouw de zweetdruppels van mijn voorhoofd te vegen, zodat ik de
kleine goudgele plukjes kon zien.
'Heel... mooi. Zijn die dingen in... het huis... dan van jou? Die
veren en stenen, bedoel ik. Ik dacht dat ze van... Fritz zouden
zijn.'
'O ja? Hoe dat zo?'
Hij nam me onderzoekend op. Ik werd me bewust van mijn armoedige
maillot, van de vale kleur grijs van mijn roze omslagvest dat ik
per ongeluk samen met een zwarte panty had gewassen, en van de
zweetdruppels die aan het puntje van mijn neus hingen. Hij droeg
een rode sjaal die hij in zijn jas met de astrakan kraag had
gestopt. Zijn gezicht was bleek van de kou en zijn haar en baard
leken zwarter dan ooit. Zijn ogen fonkelden als gitten. Hij haalde
een zakdoek uit zijn zak en gaf die aan mij. Ik drukte de zachte
witte vouwen tegen mijn gezicht. De zakdoek rook vaag naar
potlooddozen.
'Ik weet het niet. Je leek me daar te... te werelds voor.' Ik kon
moeilijk te materialistisch zeggen, hoewel dat wel dichter bij de
waarheid was geweest.
'Je bedoelt te verwend en te decadent. Jij denkt zeker dat ik
alleen uit gouden kopjes drink en dineer met gebraden
paradijsvogels.'
'O nee.' Ik schudde mijn hoofd en kreeg daar meteen spijt van, want
mijn neus begon te lopen. Ik was genoodzaakt in zijn zakdoek te
snuiten.
'Daar klopt dus niets van. Er wordt algemeen verondersteld dat zij
die geld hebben noodzakelijkerwijs dienaren van de Mammon zijn. In
werkelijkheid is het tegenovergestelde vaak waar.'
Conrad raapte een sparappel op, bekeek deze van dichtbij en stopte
hem toen in zijn zak. 'Heb je wel eens gehoord van Epicu- rus, de
Griekse filosoof?'
'Eh... was die niet heel kieskeurig met wat hij at?''Dat Epicurus
een hedonist was, is een algemeen verbreid misverstand. Hij
propageerde daarentegen een eenvoudig leven waarin je van simpele
dingen moest genieten teneinde geluk te vinden in een onvolmaakte
wereld. Hij verklaarde dat een tuin, een handje vijgen, een
voorraad kaas en wat vrienden voldoende moest zijn om een tevreden
leven te leiden. Dat lijkt me heel zinnig.'
Ik stelde me dit charmante tafereel voor en zag onmiddellijk waar
de problemen zaten. 'Ik denk niet dat jij vaak boodschappen doet,
anders zou je wel weten dat vijgen in Engeland afgrijselijk duur
zijn,' zei ik vergoelijkend. 'En wat het weer betreft...'
Conrad keek me opeens scherp aan. Of dit was omdat ik het had
gewaagd het met hem oneens te zijn of vanwege mijn hevige gesnuif,
wist ik niet. Hij deed zijn ogen even dicht, alsof hij zijn
gedachten opnieuw moest ordenen, en zei toen: 'De hal is klaar en
de zitkamer bijna. Kom even kijken.'
'Dat zou ik erg leuk vinden, maar ik moet weer terug. Ik werk bij
mijn vader als receptioniste. Hij is de huisarts en het spreekuur
begint om negen uur.'
'Kom dan daarna.'
'Ik werk 's middags in het plaatselijke eethuis.'
'Vanavond dan?'
'Dan heb ik met Rafe afgesproken.'
Mijn gezicht, dat net iets was afgekoeld, werd weer warm voor het
geval dat hij dacht dat ik smoesjes verzon. Sinds ons laatste
bezoek, toen Conrad de ontvangst had verlevendigd door van het
balkon te springen, had Isobel ons op Hindleep uitgenodigd voor de
borrel, de thee en zelfs het eten, maar Rafe was vastbesloten
geweest in zijn weigering. Ik schreef dit toe aan een combinatie
van factoren: zijn ergernis over het inpikken van zijn werklieden,
de overal aanwezige bohemiensfeer, en bovenal zijn afkeuring van
Conrad als de minnaar van zijn zusje.
'Juist ja.' Hij drong niet verder aan maar staarde omhoog naar de
lucht die tussen de takken te zien was. 'Wat beschouw jij als de
drijfveren voor iemands daden?' vroeg hij, terwijl hij naar boven
bleef staren. 'Welke principes moeten een rol spelen bij het proces
van besluitvorming?'
Ik wipte van de ene voet op de andere. Het zweet begon af te koelen
op mijn lichaam en de kille lucht werd voelbaar. 'Eh... dat weet ik
echt niet.''Ik neem aan dat je toch wel enig idee hebt van het
verschil tussen goed en kwaad?'
'Ja, maar soms doet een mens de dingen toch verkeerd.'
'En waarom dan wel?'
Ik dacht diep na. 'Omdat het gemakkelijker is. Omdat er iets is wat
je zo graag wilt dat je bereid bent ervoor te liegen en te
bedriegen en te stelen.'
'Dus je zegt dat een mens zich eigenlijk door eerlijkheid moet
laten leiden. Door waarachtigheid.'
'Ja, natuurlijk.'
'Maar zelf ga je niet altijd bij de waarheid te rade?'
'Daar sta ik niet alleen in.' Ik begon boos te worden. 'Iedereen
sjoemelt met de waarheid.'
'Maakt dat het dan juist?'
'Nee. Het maakt het menselijk.'
'Is het redelijk om de ethiek uit het oog te verliezen wanneer deze
niet gelegen komt?'
'Nee! Ik weet zeker dat het fout is om iets na te streven wat tegen
je geweten in gaat.'
'Dan zal de waarheid dus onze gids moeten zijn. We dienen er in
alle situaties naar te streven ons altijd aan de waarheid en niets
dan de waarheid te houden, zoals wij die zien.'
'Zeker. Dat wil zeggen... tenzij de waarheid iemand anders zou
kunnen kwetsen.'
'Tja.' Hij wendde zijn blik af van de boomtoppen en keek me aan met
die typerende blik van hem die tot in de krochten van mijn geest
leek door te dringen maar die mij niets vertelde over wat hij
dacht. 'Dus dan lieg je uit mededogen.'
'Doet iedereen dat niet zo af en toe?'
'Zeg eens, juffrouw Marigold Savage, stelt u het op prijs dat
anderen u uit de goedheid van hun hart misleiden?'
'Nou, ik zou het niet leuk vinden als mensen akelige dingen zeiden
over de vorm van mijn neus of het lage niveau van mijn grappen.
Maar als het iets belangrijks was, zou ik natuurlijk graag willen
dat ze eerlijk tegenover me waren.'
We bleven elkaar nog even aankijken tot ik werd gedwongen
nog wat te poetsen en te snuiten. De watervloed uit mijn porien en
uit mijn neus stelden me in het nadeel bij deze discussie, zo
voelde het. Conrads toon was neutraal, maar ik had het gevoel dat
er meer achter zijn vragen school dan een vage behoefte aan een
lichte filosofische gedachtewisseling op de vroege morgen.
Opeens glimlachte hij. 'Ik heb vanmorgen een sneeuwhaas gezien.'
Zijn ogen waren nu zachter en er ging zowaar iets vriendelijks van
hem uit. Plotselinge stemmingswisselingen leken typerend voor hem
te zijn. Ik kwam in de verleiding hem naar onze ontmoeting in de
trein te vragen, maar ik besloot bij nader inzien dat onze
verstandhouding te nieuw en te broos was om in de waagschaal te
stellen.
'Zijn die anders dan gewone hazen?'
'Ze hebben kortere oren en een kortere staart. Maar het voornaamste
verschil is hun witte vacht in de winter. Prachtige dieren.'
'Ik zou er best wel eens een willen zien.'
'Houd je van bloemen? Natuurlijk,' voegde hij eraan toe, zonder mij
een kans te geven te antwoorden. 'Alle vrouwen houden van bloemen.'
Hij schoof zijn mouwen omhoog en spreidde zijn vingers om te laten
zien dat ze leeg waren, streek met een hand over de andere en stak
een klein boeketje naar me uit.
Ik pakte het aan. De bloemen en blaadjes waren nat van kristallen
smeltend ijs. 'Dank je wel. Dit is beeldschoon.'
'Je kent waarschijnlijk viooltje, sleutelbloem en bosanemoon. Maar
dit witte bloemetje ken je misschien niet. Ik heb het opgezocht en
het is een voorjaarsklokje. Leuk he? En maak nu maar gauw dat je
wegkomt, voor die afspraak met je vader.'
Mijn waardigheid was al zo aangetast dat ik niet protesteerde dat
ik als een stout kind werd weggestuurd. Ik stopte zijn zakdoek in
mijn mouw, draaide me om en begon omlaag te hollen.
'Kom een volgende keer wat vroeger,' riep hij me na. 'Misschien
krijg je de haas dan te zien.'
'Wat mooi.' Dimpsie pakte het vaasje waar ik het boeketje in had
gezet aan en hield het onder haar neus. 'Mmm. Verrukkelijke
geur.'We genoten van gebakken champignons en tomaten, de vruchten
van mijn werk in de Singing Swan.
'Die heb ik van Conrad gekregen.'
'Echt? Wanneer?'
'Ongeveer drie kwartier geleden. Ik kwam hem toevallig tegen in het
bos.'
'Wat romantisch! Maar aangezien jullie allebei met iemand anders
verloofd zijn, was het dat natuurlijk niet,' voegde ze er snel aan
toe.
'Nee. Ik geloof dat het eigenlijk meer een soort les was.'
'Een les? Over wat?'
'O... over gebraden paradijsvogels.'
Maar toen Dimpsie erop aandrong me nader te verklaren, zei ik dat
ik me moest haasten omdat ik anders te laat kwam.
'Wat vind je ervan?' Ik kwam in Dumbola Lodge de trap af en draaide
in de hal rond om me door mijn moeder te laten inspecteren.
'Je ziet er vreselijk elegant uit. Rafe zal het prachtig
vinden.'
De jurk was van roomkleurige bedrukte zijde met een ronde geplooide
kraag en een lange rij kleine, met zijde beklede knoopjes tot aan
het middel, in de stijl die prinses Diana zo in zwang had gebracht.
Het was iets heel anders dan wat ik meestal droeg, maar ik had het
gekozen met Evelyns smaak in gedachten.
'Ik hoop het. Ik heb nooit eerder honderd pond aan een jurk
uitgegeven. Of aan wat dan ook. Ik voel me vreselijk decadent, en
ik moet zeggen dat dat een zalig gevoel is. Je vindt het echt niet
raar dat ik hem ervoor heb laten betalen?'
Dit was natuurlijk een vraag waarop slechts een antwoord mogelijk
was. Wat Dimpsie er ook van vond, ze zou mijn plezier niet willen
bederven. Ik moest denken aan mijn gesprek met Conrad, enkele dagen
geleden. Maar we maakten ons toch zeker allemaal schuldig aan
zeggen wat we dachten dat mensen wilden horen?
'Natuurlijk niet! Hij wordt toch zeker je man, zeg!'
Ik stak mijn voet naar voren, zodat Dimpsie mijn zwarte suede
schoenen met martelend hoge hakken kon bewonderen. Het was Dimpsies
idee geweest om onze zilveren vorken naar de lommerd te brengen
zodat ik ze kon kopen. Ik was ervan overtuigd dat ik de vorken
binnenkort weer in kon lossen met het geld dat ik in de Singing
Swan verdiende.
'Schitterend!' zei ze.
Ik probeerde mijn voeten te bewegen, maar mijn tenen zaten dicht
opeen gepropt. Madame zou een beroerte hebben gekregen als ze dit
had gezien, maar aangezien het ernaar uitzag dat ik het dansen
voorgoed moest opgeven, maakte dit toch zeker niets uit? Dimpsie
droeg een zwartfluwelen jurk die bijna kaal was aan de ellebogen,
maar hij maakte dat haar huid stralend leek en dat haar mooie,
grote, zachtmoedige ogen goed uitkwamen.
Jode O'Shaunessy kwam de hal binnen. Hij was zo groot dat iedere
ruimte waarin hij zich bevond leek te krimpen. Hij was de hele
middag bezig geweest de nieuwe groentetuin om te spitten en na
donker had hij in de garage de messen van de grasmaaier geslepen en
de snoeischaar geolied. Harrison Ford O'Shaunessy lag zoet te
slapen in zijn kistje in de keuken.
'Ziezo, dat is gebeurd. Reken maar dat-ie loopt als een zonnetje
wanneer je 't gras weer gaat maaien... O, maar wat zie je er mooi
uit!'
Ondanks de littekens en de woeste blik in zijn ogen leek Jode's
gezicht bijna zacht toen hij verlegen naar mijn moeder glimlachte.
Er waren al twee keukenstoelen onder hem bezweken, maar als hij de
baby voedde en verschoonde waren zijn handen teder en behoedzaam.
Niet dat hij in ons huis vaak de kans kreeg, want het kleinste
piepje van Harrison Ford trok Dimpsie onmiddellijk naar zijn
kistje, alsof ze er met strak elastiek aan vastzat.
'Dan ga ik maar weer eens.' Jode knikte, en stootte prompt zijn
hoofd tegen de lantaarn die aan het plafond hing, waardoor het
licht wild heen en weer slingerde. 'Tot morgen, Dimpsie.'
Ik werd me ervan bewust dat de atmosfeer in de hal vervuld was van
een kloppende opwinding die werd veroorzaakt door buitelende
feromonen. Het gezicht van de maan op de staande klok leek een
wellustige grijns te vertonen.
'Alleen als dat je echt uitkomt.'
'Jawel. Tien uur.'
'Hij neemt me mee naar een paar wevers die hij kent en die alleen
plantaardige kleurstoffen gebruiken,' verklaarde ze toen hij was
vertrokken met een dreun van de voordeur die het hele huis deed
schudden. 'Ik dacht dat ze mogelijke kandidaten voor het winkeltje
konden zijn. Het is heel aardig van hem om dit te doen.'
Toen we helemaal klaar waren stapten we in haar Mini en reden
weg.
'Ik hoop dat we niet te laat zijn,' zei ik, toen we op Shottestone
een plekje zochten om te parkeren en de oprijlaan vol bleek te
staan met grote en dure auto's.
Dimpsie zette de Mini knarsend in de achteruit. 'Hoever kan ik nog
tot die auto... O verdorie! Nou ja, daar heb je bumpers voor.'
We wiebelden naar het huis, voorovergebogen op hakken die als
stelten voelden, waarbij onze zorgvuldig gekapte haren als zeilen
omhoog stonden in de straffe bries. Spendlove hielp me uit mijn...
uit Bobbies jas.
'Veel geluk, juffrouw Marigold,' fluisterde hij met een knipoog.
Dit was een kleine troost.
Evelyn kwam de hal in. Ze zag er schitterend uit in donkergrijs. De
Preston-parels, drie schitterende strengen met aan de zijkant een
enorme sluiting van in cabochon geslepen robijnen en smaragden,
vormden haar enige sieraad. 'Marigold! Lieverd! Ben je daar! En
Dimpsie, wat fijn dat je er bent.' Ze omhelsde ons beiden.
Toen we de salon binnengingen, daalde het geroezemoes even toen de
gasten reikhalzend opkeken om de outsider die langs alle favorieten
was geslopen om de echtelijke jackpot in de wacht te slepen, eens
kritisch te bekijken. Het was een beetje als het eerste opkomen op
het toneel. Ik maakte me zo lang als ik kon en zette mijn
Odile-glimlach op, stralend maar met iets sluws erin, gewoon voor
het geval er mensen aanwezig waren die graag kritiek wilden
leveren.
'Je ziet er beeldschoon uit, liefje.' Evelyn pakte mijn arm vast.
'Rafe had helemaal gelijk toen hij zei dat we op je goede smaak
konden vertrouwen.'
Het beviel me niets, zo duidelijk te horen te krijgen dat mijn
uiterlijk tussen hen een punt van discussie was geweest.
'Marigold.' De aartsdeken keek op, even bleek en schilferig als
altijd. 'Mijn gelukwensen. Ik denk dat ik als oude vriend dit
voorrecht mag opeisen.'
Hij drukte zijn kille lippen op mijn wang. Twee ontmoetingen,
waarbij hij steeds chagrijnig en kleinzielig was geweest, konden
niet direct voor vriendschappelijk doorgaan, maar als Odile was ik
bereid vals en schijnheilig te zijn. Toen lady Pruefroy haar witte
snor langs mijn gezicht schraapte, vertrok ik geen spier.
Er volgden nog meer van dit soort ontmoetingen. Bunty kwam naar me
toe om felicitaties te mompelen. Haar mond glimlachte, maar haar
ogen stonden vol verdriet. Rafe stond aan de andere kant van de
kamer gelukwensen in ontvangst te nemen. Zodra hij me zag kwam hij
naar me toe. Zijn gezicht straalde van bewondering. 'Prachtige
jurk, lieverd. Ik wist dat je iets moois zou bedenken.'
'Dank je.'
'Hallo Bunty.'
Hij gaf haar een oppervlakkige kus. Bunty werd rood, behalve het
puntje van haar neus, dat wit bleef.
Duncan Vardy, de expert in Oudnoors, kwam naar me toe. Zijn grote
tanden blonken, zijn gevlekte das zat gedraaid tot onder zijn
oor.
'He hallo, Marigold! Geweldig nieuws is dat, van jullie
verloving.'
'Dank u. Hoe gaat het met uw boek?'
Hij leek blij te zijn dat ik het me herinnerde. 'Het boek begint
lekker op te schieten. Ik schrijf over Aegir, de Noorse god van de
zee. Hij woonde op de bodem van de oceaan met zijn vrouw en negen
dochters, de golfmaagden. Vuur was uiteraard niet praktisch, dus
werd zijn huis verlicht door bergen goud.'
Duncan was een oprechte enthousiasteling en ik luisterde graag naar
hem. Ik dronk nog een glas champagne en begon me weer vrolijk te
voelen. Toen Isobel naar ons toe kwam, kuste ik haar en zei dat ze
eruitzag als een magisch wezen uit het bos. Haar elfachtige kapsel
en haar strakke jurk met panterprint, met een lange mouw en een
blote schouder die me aan Tarzan deed denken, brachten deze
opmerking teweeg.
'O ja?' zei ze koel. 'Jij ziet eruit als een kruising van lady Di
en een gouvernante. Precies wat mammie mooi vindt. Je begint je rol
al aardig te leren.'
Voor ik kon besluiten hoe ik zou reageren, zei Duncan op nerveuze
toon: 'Jullie zien er allebei ravissant uit. Ik zal nog wat
champagne voor jullie halen.' Hij griste me het glas uit de hand,
hoewel het nog lang niet leeg was, en ging er snel vandoor, de
lafaard.
Ik probeerde onbekommerd te doen. 'Waar is Conrad?'
Isobel keek misprijzend. 'Hij heeft Fritz gestuurd met de boodschap
dat hij misschien niet kan komen. Het schijnt dat hij onverwacht
bezoek heeft gekregen. Ik heb tegen Fritz gezegd dat hij hem moest
zeggen dat hij moet komen omdat ik het hem anders nooit zal
vergeven, en dat hij zijn bezoek maar mee moet brengen als hij dat
niet kwijt kan. Kun je je voorstellen hoe iedereen zal kletsen en
ginnegappen als hij niet komt opdagen?'
'Misschien denken ze dat hij naar Duitsland terug moest. Of naar
Londen of zo.'
'Daar blijkt nou maar weer uit hoe slecht je ze kent.' Isobels toon
was misprijzend. 'Ik veracht hen allemaal, en dat weten ze, dus
zullen ze het heerlijk vinden om mij zo te zien afgaan.'
Isobel keek kwaad om zich heen, met een blik vol weerzin, voor ze
naar de hal keek. Haar profiel, dat van een wraakzuchtige godin,
smolt snel tot stralende voldoening. 'Daar is hij!'
Ik ving een glimp van Conrads donkere hoofd op voordat Isobel, die
snel naar hem toe liep, mijn zicht belemmerde.
'Zo Marigold!' De aartsdeken dook naast me op. 'Je bent bijzonder
fortuinlijk geweest het hart van zo'n achtenswaardige jongeman te
veroveren.' Hij grijnsde weerzinwekkend. 'Een bevoorrechte positie
brengt uiteraard verplichtingen met zich mee. Mijn advies aan jou'
- de aartsdeken liet zijn kin dalen om nog indrukwekkender van
onder zijn dikke, schilferende wenkbrauwen op me neer te kunnen
kijken - 'is je boeken terzijde te leggen en je toe te leggen op
het bestuderen van hoe je je nieuwe privileges het best kunt
aanwenden in dienst aan hen die in minder fortuinlijke
omstandigheden verkeren.'
Conrad was met Isobel de salon binnengekomen. Hij draaide zich
opzij om iets tegen de man naast hem te kunnen zeggen. Toen ik zag
wie het was, begon alles om me heen te draaien. Ik vroeg me af of
ik soms hallucineerde.
'Nederigheid,' dreunde de aartsdeken, 'is een zeldzame deugd.
Kennis blaast op, zoals het Goede Boek zegt, maar liefdadigheid
verheft.'
Met zijn vijandige ogen en kromme neus leek Sebastian Lenoir net
een uitermate slechtgehumeurde roofvogel. Hij keek heerszuchtig om
zich heen tot zijn blik op mij bleef rusten. Hij begon naar me toe
te lopen met zijn gebruikelijke panterachtige tred, waarbij hij
recht voor zich uit bleef kijken, alsof Evelyns gasten slechts vuil
onder zijn schoenen vormden.
Rafe stond met Ronald Dunderave te praten. Ik wierp hem blikken vol
wanhoop toe. Kennelijk was mijn gezicht heel welsprekend, want hij
begon naar mijn kant van de kamer te lopen. Maar Sebastian was er
eerder. Voor ik een vermoeden had van wat hij van plan was te doen,
greep Sebastian me stevig vast, dwong me op mijn tenen te gaan
staan en kuste me lang en hard op de lippen. Iedereen om ons heen
keek verbijsterd bij zulk gedrag op een cocktailparty in de
provincie. Ik was al even onthutst. Zoiets had hij nooit eerder
gedaan. In vroeger tijden groette hij me over het algemeen slechts
door met een vinger naar een stoel te wijzen terwijl hij afmaakte
waar hij op dat moment mee bezig was.
'Goedenavond.' Het gezicht en de houding van Rafe wezen erop dat
hij uitermate beledigd was. 'Ik ben Rafe Preston. Ik geloof niet
dat we al kennis hebben gemaakt.'
Sebastian haalde zijn zakdoek tevoorschijn en veegde mijn
lippenstift van zijn mond. 'Ik ben Sebastian Lenoir. Ik bied mijn
verontschuldigingen aan omdat ik zomaar op uw feestje kom
binnenvallen, maar ik hoop dat mijn band met Marigold als excuus
mag gelden.' Niet-begrijpende blikken alom. Sebastian glimlachte
ijzig. 'Misschien heeft ze u nog niet verteld dat wij verloofd
zijn?'