4. LEVENSLESSEN

'Als jij en ik studiegenoten worden,' zei dokter Weller toen we de volgende dag het ziekenhuis verlieten, 'moet je me maar Jack noemen. "Dokter Weller" is te formeel als we hier eenmaal de deur uit zijn,' zei hij en gebaarde met zijn hoofd naar het ziekenhuis.

'Jack?'

'Dat is mijn naam. O, mijn echte naam is Jackson Marcus Weller en dat zet ik ook op mijn naambordje. Ik ben vernoemd naar mijn overgrootvader van moederskant. Maar ik ben liever gewoon Jack, vooral voor mensen die ik bewonder en voor mensen van wie ik hoop dat ze mij bewonderen,' zei hij. Toen legde hij zijn hand om mijn middel om me naar rechts te dirigeren. 'Mijn flat is maar een paar blokken die kant op,' zei hij. 'Je vindt het toch niet erg om te lopen?'

'Nee.' Zijn hand lag nog op mijn heup, zijn vingers duwden dwingend.

'Ik heb een auto, maar die gebruik ik zelden. Autorijden is zo'n gedoe in de stad. Ik loop liever of ik neem het openbaar vervoer.' Hij trok zijn hand terug toen we weer begonnen te lopen.

'Ben je in New Orleans opgegroeid?' vroeg ik.

'Opgegroeid?' Hij glimlachte en lachte toen. 'De meeste van mijn familieleden en vrienden vinden van niet. Omdat ik dokter word vinden ze dat ik eruit moet zien als een oude man en me zo ook moet gedragen en voelen. Wie vertrouwt er tegenwoordig nog een jonge dokter? In bijna alle andere beroepen is jeugd een voordeel, maar in de geneeskunde...' Hij weifelde en draaide zich naar me toe. 'Mijn vroegere kamergenoot verft zelfs zijn haar grijs. Kun je dat geloven?'

Ik schudde mijn hoofd.

Hij keek me even aan en ontspande zijn mond, met een medelijdende blik in zijn ogen. 'Eigenlijk heb ik medelijden met je. Voor een vrouw is het twee keer zo moeilijk om dokter te worden. Je moet twee keer zo goed zijn. Maar,' zei hij met een knipoog, 'ik denk dat je misschien net genoeg lef hebt. Nou,' zei hij, terwijl hij zijn hand ophield, met de palm naar me toe, 'vertel me verder niets over jezelf. Laat me raden.'

We liepen door, in een langzamer tempo. Het was niet meer zo vochtig als de vorige dag. De zon stond zo laag dat de oostelijke hemel donkerblauw was en de aanzwellende wolken er melkwit uitzagen. In het zuiden sleepte een eenmotorig vliegtuigje een doek dat reclame maakte voor een diner met jazzmuziek in de Franse wijk. We konden de bus met veel lawaai horen langsgaan voorbij de palmen achter ons. De vogels kwetterden luidruchtig. Ik stelde me voor dat ze vol nieuwtjes zaten die ze tijdens de indrukwekkende hitte en vochtigheid als eikels hadden opgeslagen. Nu het koeler was en ze weer in staat waren te keuvelen, deden ze dat non-stop.

De straatlantaarns flikkerden, want het was nog niet zo donker dat ze al volop brandden. Door de lagere vochtigheid leek de geur vrij te komen van de camelia's, bananenbomen en magnolia's die langs en achter de spitsge- piekte hekken van de huizen groeiden waar we langskwamen toen we over het trottoir kuierden dat in New Orleans banquette wordt genoemd. De meeste banquettes waren vijftig tot negentig centimeter hoog, voornamelijk om het water uit de huizen te weren. Aan de overkant zag ik drie meisjes van de gemengde Tulane-zomerschool lopen giechelen, terwijl twee jongens in een cabriolet langzaam achter hen aan reden en probeerden hun aandacht te trekken.

'Jij bent geen enig kind en je bent niet verwend. Dat is zeker,' begon Jack Weller.

'Ik heb tweelingbroers, ze zijn twaalf.'

'Uh-huh.'

'Maar ik ben wel verwend,' gaf ik toe.

'Tuurlijk. Alle verwende jonge vrouwen gaan graag voor bijna noppes als hulpverpleegkundige werken en zijn bereid te redderen voor zieke mensen,' merkte hij op. Hij keek me nogmaals aan. 'Jij bent niet verwend.'

'Ik ben wel verwend, maar ik ben vastberaden,' antwoordde ik.

Hij lachte. 'Dat mag ik wel. Je komt uit een welgestelde familie, heb ik gelijk?'

'Ja. Maar heb je dat echt geraden of heb je Sophie ondervraagd?' kaatste ik terug.

Hij lachte weer. 'Je bent een pienter meisje. Goed. Ik geef toe dat ik Sophie een paar vragen heb gesteld. Deze kant op,' zei hij, terwijl hij mijn hand greep en een zijstraat insloeg naar een flatgebouw met een overhangend dak dat in het midden was doorgezakt. De grijsgestucte muren vertoonden heel wat gaten en scheuren en de voordeur schreeuwde om een lik verf of beits. 'Ik wil je erop voorbereiden,' zei hij, toen we de ingang naderen, 'dat ik maar een studio heb. Iemand uit het tuindistrict zal dat wel niet veel soeps vinden, stel ik me zo voor.'

'Ik ben verwend, maar ik ben geen snob,' zei ik.

Hij glimlachte weer breed en opende de deur. We kwamen via een kleine vestibule in een halletje, waarvan de muren verbleekt en vlekkerig waren. Aan de donkerbruine tegelvloer ontbrak hier en daar een stukje. Het enige meubilair was een gammel tafeltje met een ovale spiegel in een dofwitte lijst erboven. Het rook er naar garnalengumbo.

'Met de trap gaat het sneller dan met de lift,' zei hij, met een gebaar van zijn hoofd naar de trap. Ik klom achter hem aan drie trappen op: oude, versleten treden die bij elke stap klagend kreunden. 'Ik heb tenminste uitzicht,' zei hij, toen hij zijn sleutel in het slot-stak.

Ik had een kleine flat met goedkoop meubilair verwacht, maar ik was niet voorbereid op de troep. De deur gaf direct toegang tot de zitslaapkamer. De bank rechts lag vol boeken en kranten, en ook op de grond lagen boeken en kranten. Er stond ook een koffiekopje, met nog wat koffie erin; op het bord ernaast was een restje pasta aangekoekt. Op de vensterbank lag een dikke laag stof en het kleed was hier en daar tot de draad versleten.

ik heb me vanmorgen verslapen en ik heb geen tijd gehad om de rommel van gisteravond op te ruimen,' legde hij uit. 'Verder is het best gezellig.'

Gezellig? dacht ik. Je zou hier gemakkelijk last van claustrofobie kunnen krijgen. Wij hadden kasten die groter waren dan Jacks flat. De zitslaapkamer had maar één smal raam en de kamer zelf was nauwelijks groot genoeg voor de bank, het bed, een tafel en twee stoelen. Door een deuropening zag ik een piepklein keukentje met een stapel borden in de gootsteen en een kleine prullenbak die zo vol was dat de doos van de kant-en-klaar pizza eruit hing.

Jack scharrelde rond, haalde rommel van de bank, de stoelen en de koffietafel.

'Geef me even de tijd,' vroeg hij. Hij droeg de borden naar de keuken en kwam toen haastig terug om het bed recht te trekken. 'Vrijgezellen,' zei hij met een empathisch schouderophalen. 'Zo leven we nu eenmaal, maar je kent nog geen echte vrijgezellen, veronderstel ik,' zei hij. Toen ik geen antwoord gaf, bleef hij staan en keek naar me. 'Of wel?'

'Wat? O, nee.' Ik kon er niet over uit dat zijn flat zo smerig was. Een arts zou hygiëne toch belangrijk moeten vinden, dacht ik.

'Ik ben niet als sloddervos opgevoed, als je dat soms denkt,' zei hij, alsof hij mijn gedachten las. 'Wacht maar tot jij co-assistent bent. Dan zul je merken hoe weinig tijd je voor jezelf hebt. Anders dan jij heb ik een bescheiden achtergrond. Mijn vader werkte op boortorens in Beaumont en werd zo dikwijls naar huis gestuurd dat ik dacht dat hij rijk was en maar een paar maanden per jaar hoefde te werken. Een medische opleiding is nogal kostbaar, weet je,' voegde hij eraan toe.

'Hoe ben je rondgekomen?' vroeg ik, terwijl ik me schuldig voelde dat ik hem zo snel had veroordeeld.

'Mijn grootmoeder heeft me wat geld nagelaten. Toen ze dat aanvankelijk aan me naliet, was het nog iets waard, maar door de inflatie werd het een stuk minder en de kosten van de medische opleiding stegen, dus moest ik geld lenen. Ik zit tot hier in de schulden,' zei hij en hield zijn hand een paar centimeter boven zijn hoofd. 'Het is een geweldig voordeel als je een medische opleiding kunt volgen en niet over geld hoeft in te zitten,' zei hij. 'Maar om dokter te worden heb je meer dan enkel geld nodig. Het is alleen...' Hij stopte met opruimen en staarde naar me, terwijl hij langzaam zijn hoofd schudde.

'Wat?' vroeg ik, bezorgd.

'Je bent eigenlijk veel te charmant.'

'Wat?'

'Lijkt zonde,' voegde hij eraan toe. 'Je zou eigenlijk de vrouw van een dokter moeten zijn, overladen met juwelen en bont, en je bezig houden met het geven van avondjes en aan liefdadigheid doen,' zei hij en lachte toen. 'Geintje. Hoewel de enige vrouwelijke dokters die ik heb gekend, zo lelijk waren dat de bacillen spontaan op de vlucht sloegen.' Hij streek het bed glad, waar een eenvoudige lichtblauwe quilt op lag, en twee kussens. 'Wil je soms iets kouds drinken? Ik heb sinaasappelsap, tonic en New Orleans' bier.'

Ik staarde naar de keuken. Die zag eruit of ze besmet was.

Er kwam een vrolijke glimlach op zijn gezicht. 'Ik zal het glas eerst afwassen, dat beloof ik,' zei hij.

'Sinaasappelsap graag,' zei ik.

'Geweldig. Ga zitten waar je maar wilt. Ga maar op het bed zitten als je wilt,' zei hij en ging mijn sap halen. Ik ging op de bank zitten en begon de medische boeken door te snuffelen.

'Ik weet dat het nog veel te vroeg is, maar heb je er al aan gedacht waarin je je wilt specialiseren?' vroeg hij vanuit de keuken.

'Ik dacht aan kindergeneeskunde.'

'Dat is een goeie,' zei hij, toen hij terugkwam met sap voor mij en een glas bier voor zichzelf. 'Zeker voor een vrouw. Moeders vinden het gemakkelijker om te gaan met een vrouw.'

'Dat was niet waarom ik eraan dacht,' zei ik met iets van irritatie in mijn stem. 'Vrouwen kunnen heel goede chirurgen worden, goede cardiologen, goede-'

'Oké, oké. Het spijt me. Ik ben geen mannelijke chauvinist, ik ben gewoon praktisch,' zei hij en gaf me mijn glas sap. Hij kwam naast me op de bank zitten. 'Heb je al trek?'

Ik had wel trek gehad, maar de aanblik van de kamer was op mijn maag geslagen en had me mijn eetlust ontnomen.

'Nog niet,' zei ik. Ik dacht dat ik maar beter een tijdje met hem kon studeren en me dan verontschuldigen en naar huis gaan, waar Milly wel een paar lekkere kliekjes voor me had.

'Ik ben toevallig een aardig goede kok, hoor. Al die scheikunde,' zei hij met een glimlach. Hij keek naar me en liet zijn ogen toen langzaam omlaag gaan, als onzichtbare vingers over mijn gezicht, langs mijn hals en over mijn borsten. 'Ik wed dat een prachtig meisje als jij vast heel wat vriendjes heeft,

ja?'

'Nee.'

'Nee? Ik dacht dat meisjes tegenwoordig seksueel veel vrijer waren en mannen veroverden zoals jongens dat met meisjes deden toen ik nog op de middelbare school zat,' zei hij.

'Ik heb altijd belangrijker dingen aan mijn hoofd gehad, hoewel ik dit jaar wel een poos verkering heb gehad.'

'Wat is er gebeurd? Ik wil niet persoonlijk worden. Ik ben gewoon nieuwsgierig naar jonge mensen van tegenwoordig,' zei hij.

'Laten we maar zeggen dat ik niet zo aan onze relatie gehecht was als ik had gedacht,' zei ik.

'O-o. Ik geloof dat ik weet wat je bedoelt. Was hij je eerste vaste vriendje?' vroeg hij met een wulpse glimlach.

'Ja, maar zoals ik al zei, het heeft niet lang geduurd.'

'Dat snap ik.' Hij knikte, met zijn kin tussen zijn rechterwijsvinger en zijn duim. Hij gaf me het gevoel of hij een dokter was in de romantiek en ik naar hem toe was gekomen om mijn liefdeleven te laten nakijken.

'Wat moet je vanavond leren?' vroeg ik, want ik voelde me wat onbehaaglijk onder zo'n intens kritische blik.

'Hmmm.' Hij dacht even na, dook toen onder de bank en haalde een studieboek te voorschijn. 'Ik weet een toepasselijk onderwerp. Op het spreekuur hadden we vandaag een vrouwelijke patiënte die leed aan dyspareunie. Ik denk niet datje weet wat dat is,' zei hij, terwijl hij het boek doorbladerde.

Ik schudde mijn hoofd.

'Een andere term is vaginisme, ook wel bekend als wittebroodsblessure,'

zei hij, terwijl zijn glimlach zich verbreedde. 'Genoeg hints?'

Ik voelde hoe ik verbleekte.

'Kom, kom. Iemand die dokter wil worden moet zich op zijn gemak voelen met elk aspect van de menselijke anatomie. Onze patiënte,' zei hij, terwijl hij er gemakkelijk bij ging zitten, 'was een negentienjarig meisje dat pas was getrouwd. Je begrijpt nu toch wat dyspareunie is, niet?'

'Ik geloof van wel,' zei ik. Mijn hart begon te bonzen, maar ik had het gevoel of mijn longen niet langer werkten.

'Pijnlijke of moeizame coïtus,' dreunde hij op. 'Je moet er geen moeite mee hebben welk aspect van het menselijk lichaam dan ook te bespreken,' herhaalde hij. 'Of van onze normale functies.'

'Heb ik ook niet,' hield ik vol. Ik voelde mijn ruggegraat koud en hard worden en ik ging abrupt rechtop zitten.

'Goed. Dyspareunie mag dan het onderwerp van grapjes zijn in achter-buurten en kroegen, maar voor ons, artsen, is het gewoon een medisch probleem dat we moeten oplossen, een soort lijden waar we een eind aan moeten maken,' verklaarde hij met de toewijding en autoriteit van iemand die al tientallen jaren deel uitmaakt van de medische wereld. 'Dat begrijp je toch wel?'

'Natuurlijk.' Diep van binnen wilde ik dat hij een ander onderwerp had gekozen, maar ik wilde hem niet laten zien dat dit onderwerp me in verwarring bracht. Dat was precies wat hij verwachtte en dan ging hij me vertellen hoe mijn houding het feit illustreerde waarom het voor een vrouw zo moeilijk was om dokter te worden.

'Laten we dan maar doorgaan.' Hij boog zich naar voren. 'De patiënte nam me in vertrouwen toen dr. Bardot de onderzoekkamer had verlaten. Ze voelde zich meer op haar gemak toen ze met een jonger iemand kon praten. Ze zei dat ze was verkracht toen ze twaalf was.'

'Verkracht! Wat afschuwelijk.'

'Ja, en daar had ze ernstige psychische schade door opgelopen.' Hij gaf me het studieboek en stond op. Hij begon heen en weer te lopen als een leraar van de medische opleiding die een betoog hield. 'Het was belangrijk dat ik dat wist, want dyspareunie kan worden veroorzaakt door psychogene spasmen. Sla pagina 819 maar op, rechts bovenaan.' Dat deed ik snel en keek toen weer naar hem op.

Hij zweeg even en sloot zijn ogen, terwijl hij zijn gezicht vertrok toen hij zich iets probeerde te herinneren. 'Als dyspareunie niet ter plekke door iets wordt veroorzaakt, of als symptomen ter plekke in het niet vallen bij nerveuze symptomen, wijst dat erop dat de patiënte een psychisch afweer-mechanisme heeft ontwikkeld.' Hij opende zijn ogen en keek vol verwachting op me neer.

Ik las de eerste regels. 'Dat klopt,' zei ik.

'Goed. Laten we doorgaan. De afweer kan gericht zijn tegen seks en gemeenschap in het algemeen. Als mogelijkheden worden genoemd: overmatig egotisme, onkunde met de anatomie en fysiologie van de geslachtsorganen, angst voor zwangerschap, afkeer van de partner, mogelijk door een vorige verhouding of iets wat na het huwelijk is ontdekt. Ik geloof dat er staat dat zelfs halitose aan een dergelijke afkeer ten grondslag kan liggen, niet?'

'Wat?'

'Slechte adem,' zei hij. 'Je weet wel. Je ligt met iemand in bed, en dan draait hij zich naar je om en-'

'O.' Ik las verder en keek naar hem op. 'Ja.'

'Dus wat je daar tussen de regels door leest, is dat vóór iemand met een ander trouwt, ze hem heel goed moet kennen. Ze moeten het eerst een paar keer proberen, vind je niet?'

'Ik geloof niet dat dat noodzakelijk de onvermijdelijke conclusie is,' zei ik snel.

Hij lachte. 'Nou, laten we jou eens als geval bekijken,' zei hij en kwam op de bank zitten. 'Als ik goed heb geluisterd naar wat jij me over je vriendje en jezelf hebt verteld, neem ik aan dat je nooit echt met hem hebt gevrijd. Waar?'

'Ik wil niet over mijn persoonlijk leven praten,' zei ik.

'Je moet zuiver objectief worden, zelfs over jezelf, als je een goede dokter wilt worden. Daarom zeg ik dat sommige mensen er psychisch domweg niet op voorbereid zijn om arts te worden. Ze mogen dan intelligent zijn - de beste van de klas - maar als ze de psychische kloof niet kunnen overbrug-gen-'

'Ik kan de psychische kloof heus wel aan,' beet ik hem toe.

'Prima. Dan heb je er dus geen moeite mee over jezelf te praten. Je bent een mens, toch? Elke reactie die jij hebt, hebben andere mensen ook, mensen die je gaat onderzoeken en behandelen. Als een man je aanraakt, reageert je lichaam precies zoals het lichaam van elke andere vrouw die door een man wordt aangeraakt,' zei hij en haalde zijn schouders op. 'Dat begrijp je toch wel?'

'Ja, maar...'

'Dus. Laten we doorgaan. Het is veel beter datje deze problemen uitwerkt met echte mensen dan dat je alleen regels uit een studieboek opdreunt. Misschien ben je wel frigide,' zei hij en knikte overtuigd.

'Wat?'

'Dat is een medische term voor het onvermogen van de vrouw om normaal plezier te beleven aan seksuele gemeenschap. Het staat precies zo

in het studieboek, onder aan de bladzij, aan de rechterkant.' Hij wees met zijn rechterwijsvinger de passage aan.

Mijn ogen gingen langs de pagina en ik las het precies zoals hij het had opgedreund. Toen keek ik op en schudde mijn hoofd. 'Dat is mijn probleem niet. Ik heb niet eens een probleem. Ik vind gewoon niet-'

'Laten we ons nog niet aan een diagnose wagen,' zei hij, terwijl hij zijn hand ophief. 'Goed? Misschien moeten we je wel doorverwijzen naar een psychiater.'

'Wat?' Ik begon te lachen, maar hij schudde zijn hoofd.

'Een van de belangrijkste dingen die je als medisch student leert, is wanneer te herkennen dat het probleem van je patiënt je bekwaamheid te boven gaat en er een specialist bij moet komen. Artsen brengen zichzelf en hun patiënten in de problemen als ze dat niet herkennen,' voegde hij eraan toe. 'Volg je me nog? Het is niet mijn bedoeling om te snel te gaan.'

'Ik volg je. Ik zie alleen niet hoe ik je help studeren door over mezelf te praten en waarom ik mijn verkering heb verbroken.'

'O, maar dat doe je wel, omdat het een situatie is waarmee ik vertrouwd moet raken. Zoals ik al zei hadden we dit geval net vandaag en ik weet zeker dat dr. Bardot me er morgenvroeg over gaat overhoren. Dus,' ging hij verder, terwijl hij er gemakkelijk bij ging zitten en zijn armen over elkaar sloeg, 'je hebt nooit met je vriendje geslapen. Is dat juist?'

'Ja.'

'Heb je ooit met iemand anders geslapen?' Ik werd nog roder en haatte mezelf erom. 'Ik vraag je dit puur als arts, niet als journalist van een roddelrubriek.' voegde hij eraan toe.

'Nee.'

'Aha!' zei hij en om zijn mond verscheen een wrede, arrogante glimlach. 'Je hebt er vast genoeg gelegenheid voor gehad, dus wat hield je tegen?'

'Ik slaap niet met jan en alleman en ik stel geen prijs op seks alleen om de seks. Voor mij moet het deel uitmaken van iets groters, iets...'

'Wat?' drong hij aan.

'Magisch. Liefde. En lach niet,' zei ik streng.

'Ik ga niet lachen, maar misschien verdedig je het alleen maar voor jezelf, maak je smoesjes voor je diepliggende angst, je frigiditeit.'

'Ik ben niet frigide,' hield ik vol en wipte praktisch op de bank op en neer om dat te benadrukken.

'Klap jij niet dicht als een man je aanraakt?' vroeg hij. Ik staarde hem alleen maar aan. 'Dat doe je wel, hè?'

'Nee. Néé!' beklemtoonde ik.

'De dame protesteert iets te veel, dunkt me,' zei hij met een spottende glimlach.

'Jij kunt iemand dol maken, zeg,' zei ik.

'Dat doe ik niet expres. Kijk, ik ben dokter en jij wilt dokter worden. Er is niets wat ik niet weet over je fysiologie, en door wat ik al van je weet, meen ik veilig te kunnen zeggen dat je aardig op de hoogte bent. Een beetje kennis kan echter gevaarlijk zijn.'

'Wat bedoel je daar nou weer mee?'

'Misschien omdat je zo intelligent bent, ben je je te veel bewust van wat er gebeurt en daardoor raak je de magie kwijt waarvan je zegt dat je die zo graag wilt. Misschien ben je gedoemd die nooit te vinden. Als jij aan het menselijk hart denkt, denk je misschien alleen maar aan ventrikels en slagaders.'

Ik voelde hoe ik een brok in mijn keel kreeg en hoe de tranen onder mijn oogleden prikten.

'Raak ik een gevoelige snaar? Als dat zo is, analyseer ik je probleem aardig goed,' zei hij.

'Ik heb geen probleem,' antwoordde ik, maar niet zo overtuigend als tevoren.

Hij stak zijn hand uit naar de mijne. Ik begon mijn hand terug te trekken.

'Ontspan je,' zei hij. 'Ik zal je geen pijn doen.'

Hij gaf me het gevoel dat ik een klein meisje was dat naar de dokter moest. Ik liet hem mijn hand vasthouden. Hij begon met zijn vingers de rug van mijn handen te strelen.

'Laten we dit samen doornemen,' stelde hij voor, terwijl hij dichter naar me toeschoof. 'Ik wed dat je je eerste zoen nog levendig herinnert, niet?'

Dat was waar. Freddy Mainiero en ik waren naar de film geweest en hij had me een nachtzoen gegeven. Ik was pas twaalf. Het was niet meer dan een vluchtig aanraken van mijn lippen, maar het gaf me een huivering van opwinding langs mijn rug en ik rende naar mijn kamer om mezelf in de spiegel te bekijken. Mijn gezicht was vuurrood en mijn hart bonkte zo wild dat ik dacht dat het uit mijn borst zou springen. Ik had altijd gedacht dat mijn eerste zoen lang en romantisch zou zijn, zoals ik dat in de bioscoop had gezien, maar hierna kon ik me niet voorstellen dat ik een van die zinnelijke, lange zoenen zou overleven.

'Vertel er eens over,' vroeg Jack Weller. Hij zat maar een paar centimeter bij me vandaan, zijn eigen mond werd zachter, zijn ogen schitterden belangstellend.

'Het was niets bijzonders. Gewoon een kusje.'

'Je hebt je in zo'n omstandigheid dus veilig gevoeld, bij een zo eenvoudige en onschuldige ervaring, maar alleen met een jongeman, ergens met gedempt licht en zachte muziek... wanneer zijn hand je schouder beroert.' Hij legde zijn hand licht op mijn schouder en ik kromp in elkaar.

'Ontspan je. Rustig maar. Ik weet precies wat ik doe.'

Zijn vingers kropen naar mijn hals en toen omlaag langs mijn sleutelbeen. 'Je weet alles van erogene zones, veronderstel ik,' fluisterde hij.

'Ik heb seksuele activiteit niet uitvoerig bestudeerd,' antwoordde ik.

Hij glimlachte en knikte. 'Je kunt niet bang zijn voor je eigen lichaam en hoe het reageert. Die gevoelens zijn niet meer dan natuurlijk.'

'Ik zeg je nogmaals, ik ben niet bang.'

'Eigenlijk bof je dat jij en ik elkaar hebben ontmoet. Ik kan je helpen dit probleem te overwinnen, zodat je zeker weet dat je een normaal, actief seksleven zult hebben. Dat is heel belangrijk wanneer je gaat trouwen,' ging hij verder. Terwijl hij sprak, vonden zijn vingers de knoopjes van mijn blouse en maakten die los. 'Ontspan je. Doe je ogen dicht en ga er gemakkelijk bij zitten. Je hebt een prachtig gezonde huid.'

Mijn hart bonsde. Zijn vingers gleden mijn blouse in, gingen langs de bovenkant van mijn b.h. en in de spleet tussen mijn borsten, toen hij zich vooroverboog en mijn hals kuste.

'Je hart gaat sneller slaan, waardoor er meer bloed in je huid komt. Het is net als op een deur kloppen. Je moet niet bang zijn om open te doen, Pearl. Vooruit.'

'Wacht,' zei ik, maar zijn handen gingen onder mijn armen door en achter me langs, waar hij met de snelle vaardigheid van een chirurg mijn b.h. losmaakte en rap zijn vingers onder het elastiek liet glijden, waardoor hij hem van mijn borsten schoof.

'Ja,' zei hij, terwijl hij zijn lippen omlaagbracht naar mijn ontblote tepel. 'Pearl..., Pearl,' mompelde hij, wat opwindende rillinkjes langs mijn ruggegraat veroorzaakte, terwijl zijn hand mijn dij zocht en streelde. 'Het gaat allemaal prima; het is allemaal zoals het hoort. Probeer je te ontspannen.'

Mijn hoofd tolde. Hij was zo snel gegaan en het was zo aangenaam. Ik kon niet geloven dat ik in een mum van tijd half was uitgekleed. Mijn hart bonkte. Eigenlijk voelde ik me vreemd, alsof ik iemand bedroog. Ik begon tegen te stribbelen, hem weg te duwen. Hij hield op met zoeken en keek me aan. We waren maar een paar centimeter van elkaar af.

'Door wat we net hebben geleerd, begrijp je hoe belangrijk de eerste keer is. Ik ben blij dat je nog maagd bent. Als het de eerste keer onhandig en ruw gebeurt, kan datje een litteken geven, je kunt er dyspareunie van krijgen, het kan psychische schade aanrichten die je hele leven kan aantasten.

Maar met mij gaat het voorzichtig, zal het perfect zijn. Ik wil je alleen maar helpen. Gewoon om er zeker van te zijn,' ging hij door en weer, terwijl hij sprak, bewogen zijn vingers over mijn kleren, ritsten mijn rok los en tilden mijn lichaam voorzichtig op om hem van mijn benen te laten glijden. 'Je lichaam bereidt zich voor. Je bent er klaar voor.'

Ik voelde een golf van zwakte door me heen slaan, waardoor mijn weerstand afnam toen zijn lippen langs mijn hals, mijn wangen bleven glijden. Zijn vingertoppen schoven onder het elastiek van mijn broekje.

Eindelijk kreeg het deel van me dat was overdonderd door zijn agressieve, gladde benadering, weer een poot aan de grond. Ik hoorde hoe ik mezelf afvroeg wat er gebeurde. De werkelijkheid schoot als een flits door de nevel van verwarring en ik tilde mijn benen op om mijn knieën tegen zijn buik te drukken en hem weg te duwen, terwijl ik tegelijk uitriep: 'Nee! Stop ermee!'

Hij verloor zijn evenwicht en tuimelde van de bank.

Ik trok snel mijn rok omhoog, sloot de rits en knoopte mijn blouse dicht. Toen zwaaide ik mijn benen over hem heen en stond op. Hij zag er dwaas uit, zoals hij vanaf de grond naar me opkeek en dat sterkte me in mijn besluit.

'Je hebt me helemaal niet uitgenodigd om je te helpen met je studie,' snauwde ik.

'Natuurlijk wel.' Hij ging zitten. 'Ik dacht alleen dat als we toch bezig waren-'

'Je me wel kon verleiden,' besloot ik.

'O, kom zeg. Doe niet zo melodramatisch. Ik zag alleen dat je een probleem had.'

'Ik heb helemaal geen probleem.' Ik liep achteruit, van hem vandaan.

Hij trok zich omhoog op de bank en zat daar naar me te glimlachen. 'Ik denk van wel.'

'Hoeveel meisjes heb je hier verleid met dezelfde flauwe smoes?' vroeg ik beschuldigend. 'Jij bent degene met een probleem.'

'Weetje het zeker? Heel zeker? Even wilde je het net ook, en toen kwam je frigiditeit ertussen. Als je me maar een kans wilde geven,' ging hij verder en stak zijn hand naar me uit.

Ik ging verder achteruit. 'Raak me niet aan!' riep ik en graaide naar de deurknop.

Hij trok zijn hand terug en glimlachte. 'Oké, oké. Je hoeft niet weg te gaan. Ik zal je niet proberen te helpen, als je mijn hulp niet wilt. Een patiënte moet de hulp van de dokter willen.'

'Ik ben geen patiënte en jij bent... jij bent geen dokter!' krijste ik en trok de deur open.

'Als je van gedachten verandert, zit ik hier!' riep hij me na.

Ik knalde de deur achter me dicht en vloog de trap af, terwijl de tranen me over de wangen liepen toen ik de hal door rende en het gebouw uitvloog, waarbij ik bijna een oudere vrouw omver liep. Ik verontschuldigde me en liep haastig weg, bijna op een holletje om de volgende bus te halen. Achtervolgd door Jack Wellers glimlach en gelach. Pas toen ik bijna thuis was voelde ik dat mijn hart weer normaal begon te kloppen. Ik wiste de

vegen van mijn wangen, haalde diep adem en stapte de bus uit.

Toen ik het huis binnenkwam, wachtte ik even en bleef met mijn rug tegen de voordeur staan, in de hoop mijn zelfbeheersing terug te krijgen; maar iets in me, iets wat zo breekbaar aanvoelde als porselein, was aan diggelen gegaan en niets ter wereld kon dat weer goed maken. Een dokter, hoe jong hij ook was, had geprobeerd me te verleiden. Een lid van de beroepsgroep die ik verafgoodde had me teleurgesteld en van afschuw vervuld. Hoe kon iemand studeren en werken om arts te worden en dan doen wat Jack Weller had gedaan? Hoe kon hij om andere mensen geven, hun gevoelens, hun pijn, hun leed?

Mama kwam de zitkamer uit en bleef staan, verrast dat ze me daar zo stil zag staan.

'Pearl? Ik hoorde de deur niet open- en dichtgaan. Waar is Aubrey?' vroeg ze en keek om zich heen.

'Ik ben zelf binnengekomen, mama.' Ik glimlachte naar haar.

'Ik dacht dat je pas veel later zou thuiskomen,' zei ze en kwam naar me toe.

'Nee, het pakte niet goed uit.'

'Dus je hebt nog niet gegeten?' vroeg ze. Haar ogen, die Cajun-zoeklich- ten, zoals papa ze soms wel noemde, namen mijn gezicht op, om aanwijzingen te verzamelen. Ik moest mijn blik afwenden.

'Ik heb nog niet zo'n trek. Ik eet straks wel wat,' zei ik en glimlachte nog even naar haar voor ik naar de trap liep.

'Pearl?'

'Ja, mama?'

Ze keek achterom naar de deuropening van de zitkamer. Ik besefte dat papa daar zat, maar dat hij ons gesprek niet had gehoord; anders was hij vast de deur uitgekomen om me te zien.

'Er is iets mis. Wat is er, lieverd?'

Mijn mond trilde. Tranen prikten achter mijn oogleden en biggelden toen over mijn wangen. Ik schudde mijn hoofd en rende de trap op. Ik liep haastig naar mijn slaapkamer en viel voorover op mijn bed, terwijl ik mijn snikken onderdrukte.

Even later kwam mama binnen. Ze deed de deur zacht achter zich dicht en ik draaide me om. 'Wat is er gebeurd?' vroeg ze resoluut.

'O, mama. Het was niets bijzonders.'

'Hij vroeg je dus niet naar zijn flat om te studeren, zoals hij had gezegd,' merkte ze hoofdschuddend op.

'Nee. We begonnen met studeren, maar hij had het onderwerp gekozen als deel van zijn zorgvuldige plan om...'

'Om wat? Wat heeft hij gedaan?' 'Ik heb het hem niet laten doen, mama.'

'Mon Dieu,' zei ze en drukte haar hand tegen haar hart. 'Als je vader erachter komt, scheurt hij die man in stukken.'

'We kunnen het hem maar beter niet vertellen, mama. Het had niets te betekenen. Ik kan ermee omgaan. Dat heb ik ook gedaan. Ik zit er niet meer mee.'

'Wat heeft hij gedaan?' vroeg mama, terwijl ze op het bed kwam zitten.

Ik kwam overeind en streek even met mijn handen langs de stof van mijn rok. 'Hij zei dat hij een jonge patiënte had die een probleem had bij het vrijen. Hij noemde het wittebroodsblessure en zei dat hij had ontdekt dat haar probleem psychisch was. Toen ging hij me persoonlijke dingen vragen, terwijl hij deed of hij alleen maar meer over het probleem te weten probeerde te komen.'

'Ga door,' zei mama overredend.

'Hij zei dat ik frigide was, omdat ik te intelligent was en niet van seks kon genieten. Hij zei dat hij me wilde helpen om ervoor te zorgen dat ik de wittebroodsblessure niet zou oplopen.'

'Mon Dieu. Deze man zou voor het medisch tuchtcollege moeten worden gedaagd.'

Ik schudde mijn hoofd. 'Ik wil dit aan niemand anders hoeven te vertellen, mama. Alsjeblieft.'

'Goed, lieverd. Maak je maar geen zorgen. Natuurlijk,' zei ze en knikte, 'zou je niets meer met hem te maken moeten hebben. Als hij maar tegen je praat...'

'Hij valt me niet meer lastig,' zei ik.

'Het spijt me datje zo'n akelige ervaring hebt gehad, Pearl.'

'Het zal niet de laatste keer zijn, mama,' verkondigde ik vol overtuiging.

Mama keek me even aan. 'Nee, waarschijnlijk niet. Het is verstandig dat je dat beseft, Pearl.'

'Is jou ook zoiets overkomen?'

'Ja. Erger,' voegde ze eraan toe. 'Mijn grootvader heeft geprobeerd me aan een man te verkopen. Hij ketende me zelfs aan het bed zodat ik er zou zijn als de man kwam.'

'Wat afschuwelijk. Hoe kon je grootvader zoiets doen?'

'Hij was alcoholist. Hij zou zijn ziel hebben verkocht voor geld om whisky te kopen. Grandmère Catherine dacht dat hij dat ook had gedaan.'

'Wat gebeurde er met jou?'

'Het lukte me te ontsnappen en toen ben ik naar New Orleans gegaan en heb ik je vader ontmoet. Dus je ziet, na regen komt altijd zonneschijn,' voegde ze er met een glimlach aan toe. Ik glimlachte en knikte en kneep toen mijn mond dicht en sloeg mijn ogen weer neer. 'Wat is er nog meer gebeurd, Pearl?'

'Niet dat er nog iets is gebeurd, maar...'

'Wat, lieverd?'

'Het is wat hij zei. Ik vraag me af of daar waarheid in steekt. Mijn schoolvriendinnen vinden van wel, en al mijn vroegere vriendjes ook. O, mama, als het nou eens waar is? Als ik me nooit bij een jongen kan ontspannen? Dan wordt niemand ooit verliefd op me,' sprak ik kreunend.

'Ik denk niet dat dat waar is, en ik weet dat je niet hoeft te slapen met de eerste man die je een oneerbaar voorstel doet, alleen om te bewijzen dat je niet frigide bent. Ik denk niet dat er een benadering is die niet al eens op de een of andere argeloze jonge vrouw is uitgeprobeerd, maar dat hij zijn gezag als arts heeft gebruikt... misselijk. Er is niets mis met je, lieverd,' zei ze en legde haar arm om me heen. 'Ik heb ook niet geslapen met elke jongen die dat wilde.'

'Met hoeveel jongens heb je geslapen, mama?' vroeg ik en beet toen op mijn tong. Hoewel we net zusjes waren, vond ik het vreselijk om mijn neus in zo'n persoonlijk deel van haar leven te steken.

Ze staarde me even aan en glimlachte toen. 'Ik heb alleen met je vader geslapen. Niemand anders was van belang,' antwoordde ze. 'Dat klink voor jonge mensen van tegenwoordig misschien mal, of saai, maar-'

'Voor mij klinkt het niet mal of saai, mama.'

'Als je de ware vindt, gebeurt er iets geweldigs en goeds, waardoor je je bij hem veilig voelt. Als je je veilig voelt, aarzel je niet om je helemaal te geven. Ik ben niet een van die experts in de liefde die stukjes in de krant schrijven, maar ik weet wat voor mij opging, en ik weet zeker dat dat ook voor jou opgaat. Je vindt jezelf te goed en je hecht te veel waarde aan je emoties om iets zomaar weg te geven. Dat is goed, en dat maakt je niet tuttig of frigide. Het maakt je verstandig.' Ze glimlachte en lachte bij zichzelf.

'Wat?'

'Ik weet nog dat toen ik een klein meisje was, ik naar twee leeuweriken keek die als gekken om elkaar heen fladderden en ik vroeg grandmère Catherine wat er met ze aan de hand was. Ze zei dat ze een paringsdans deden. Het vrouwtje deed net of ze niet geïnteresseerd was waardoor, legde grandmère Catherine uit, het mannetje steeds meer belangstelling kreeg en het vrouwtje garandeerde dat hij haar niet zou teleurstellen. "Ze wil gewoon dat hij weet dat ze geen makkie is," zei grandmère.'

We lachten allebei.

'Je hebt maar geboft dat je in de bayou bent opgegroeid. Ik wilde dat ik dat had,' zei ik.

'O, het was niet gemakkelijk. We werkten hard om in ons dagelijks bestaan te voorzien, maar de ochtenden en de avonden...'

'Je mist het nog steeds, hè, mama?' 

'Ja. Een beetje.'

'Waarom gaan we dan niet terug? Waarom gaan we niet allemaal een kijkje nemen op Cypress Woods?' vroeg ik opgewonden.

'Nee, dat denk ik niet, lieverd. Nog niet tenminste,' zei ze, terwijl ze opstond, kennelijk niet op haar gemak bij het idee. 'Voel je je al beter?'

'Ja, mama.'

'Trek?'

'Een beetje.'

'Laten we dan naar beneden gaan. Dan doen we of je nu pas binnen bent en zullen we je iets te eten bezorgen. Papa zal alles willen weten over je dag in het ziekenhuis.'

'Weet ik. Het is jammer dat hij nooit dokter is geworden.'

'Het leven heeft voortdurend verrassingen in petto. Soms goed, soms teleurstellend. Het is de kunst je kano te blijven bomen,' zei ze.

'Ik heb zelfs nog nooit in een pirogue gezeten. Waarom kunnen we niet naar de bayou?' vroeg ik smekend.

'We gaan heus wel. Ooit,' zei ze, maar het was hetzelfde ooit dat ik al talloze malen had gehoord. Ditmaal klonk het niet overtuigender. Maar het had wel een meer duistere, een diepere en hollere weerklank. Ik werd er onzeker van, als iemand die worstelt met de duisternis en de nacht in kijkt, in hoopvolle afwachting van de eerste ster.

Het verleden, ons verleden, leek op de doolhof van kreken die door de bayou liepen, sommige eruit, sommige steeds verder het onbekende in. Er zou moed voor nodig zijn om de reis te maken, maar ik was vol vertrouwen dat ik me op een dag zou inschepen. Op een dag zou ik teruggaan en de antwoorden vinden op de vragen die me bezighielden.

Ik hoopte alleen, en dat hoopte ik vurig, dat ik iemand naast me zou hebben die me lief was en die van me hield, wanneer ik me afzette van de oever en aan de reis begon.