De hoop van een vader
ik ben zo blij dat je kon komen,' zei mijn vader nogal luid
toen hij opendeed. Hij deed een stap opzij en ik liep naar binnen.
Achter hem stonden mijn halfzusje en haltbroertje beleefd te
wachten tot ze zouden worden voorgesteld.
'Dit is Alexandra.' zei hij. 'Alexandra, dit is Rain
Arnold.'
Ze slak haar hand uit.
'Hoe maakt u het,' zei ze.
'En dit is William,' zei mijn vader.
Hij deed hetzelfde. 'Hoe maakt u het.'
Zijn vrouw verscheen in de hal. Ze veegde haar handen af aan
een kanten schort en glimlachte naar me.
'Dat moet Rain zijn,' zei ze zacht. Ze had mooie ogen, dacht
ik, levendig en intelligent.
'Ja. Rain, mijn vrouw Leanna.'
'Hoe maakt u het,' zei ze. 'Alexandra, wil jij Rain naar de
zitkamer brengen? Het is zo'n mooie dag,' ging ze verder tegen mij,
'dat ik vond dat wc maar in de tuin moesten theedrinken.'
'Ja, het is prachtig weer. Ik heb in Londen geleerd de mooie
dagen te koesteren,' zei ik. Ze lachten.
'Gewend raken aan het Engelse klimaat was voor mij ook het
moeilijkst,' zei hij. 'Nog moeilijker dan het autorijden, al doe ik
dat niet veel. We hebben een goed openbaar vervoer, zoals je wel
gemerkt zult hebben. Ik kom zo,' ging hij verder. Hij keek naar
Alexandra die stond te wachten tot ik haar naar de zitkamer zou
volgen.
Het was een gezellige en elegante kamer met de sfeer van een
rustieke cottage. Op elke tafel stonden verse snijbloemen. De
wanden rond de open haard stonden vol boeken, de meeste in leer
gebonden, op ingebouwde glanzende bouten planken. Alle muren waren
koraalrood geschilderd en links van me hing een groep porseleinen
borden aan de muur. De stoelen waren bekleed met gebloemde chintz
en in het midden stond een grote tafel. Twee Oosterse tapijten
gaven kleur aan de glimmende houten vloer. Kanten gordijnen hingen
voor het erkerraam dat uitkeek op de straat. Ik dacht meteen dat
dit de plek was waar Leanna me naar het huis had zien staren.
Ik glimlachte naar William, die me doordringend aankeek.
'Ga zitten alsjeblieft,' zei Alexandra, wijzend naar een
bank.
Ze ging in de stoel tegenover me zitten. William bleef naar me
staan kijken.
'Ga zitten, William,' beval Alexandra. 'Het is niet beleefd om
te staren.'
Hij wendde snel zijn blik af en ging zitten. Hij droeg een
lange broek en een helderwit shirt. Zijn haar was keurig naar
achteren geborsteld met een duidelijke scheiding rechts. Ik vond
hem heel leuk om te zien en dacht dat hij beslist een knappe man
zou worden.
Alexandra leek op haar moeder. Ze had dezelfde gelaatstrekken
en dezelfde kleur haar en ogen. Ze droeg een roze-met-witte jurk en
haar haar was in een vlecht gedraaid.
'Hoe lang bent u al in Engeland?' vroeg ze me.
'Een paar maanden.'
ik hoop gauw naar Amerika te gaan, vooral naar New
York.'
'Je gaat niet gauw.' verbeterde William haar scherp.
ik hoop van wel.' zei ze. 'Papa zei dat we binnen niet al te
lange tijd zullen gaan.'
'Hij zei overeen paar jaar.'
'Nou, dat is toch niet zo lang? Vader heeft familie in New
York. Er is hier wel eens een neef van hem geweest. Die was veel
ouder.'
'En dikker,' voegde William eraan toe.
'William?' snauwde ze en keek hem bestraffend aan. Toen
richtte ze zich weer tot mij en schudde haar hoofd alsof ze jaren
en jaren ouder was. "Mijn broer praat soms voordat hij denkt.
Misschien wel meestal,' ging ze verder en keek hem weer kwaad
aan.
'Hoe oud ben je?' vroeg ik haar.
'Ik ben twaalf en William is acht, al gedraagt hij zich als
een kind van twee,' zei ze. Hij trok zijn mondhoeken op. 'Papa zegt
datje ac- trice wilt worden,' zei ze weer tegen mij.
ik ben op een school voor uitvoerende kunsten. Ik weet niet of
ik ooit een echte actrice zal worden.'
'Papa zegt datje iets met je hele hart moet willen voor je
iets onderneemt, want datje anders nooit succes zult hebben.'
'Daar heeft hij gelijk in.'
ik word jager op groot wild en ga in Afrika wonen,' verklaarde
William. 'Bij familie.'
'We hebben geen familie in Afrika. Dat vertel ik hem steeds
weer, maar hij houdt vol van wél, omdat een of ander schoolvriendje
hem verteld heeft dat de familie van papa uit Afrika komt. Ze komen
ook uit Afrika, maar dat is heel, heel lang geleden,
William.'
'Wat vind jij?' vroeg hij aan mij.
'Waarschijnlijk zijn er ergens wel familieleden in Afrika,'
zei ik. William keek tevreden. 'Maar je zus heeft gelijk. Het zou
bijna onmogelijk zijn ze te vinden.'
Alexandra knikte.
'Wie vinden?' vroeg mijn vader die binnenkwam.
'Familieleden in Afrika,' zei Alexandra.
'O?' Hij glimlacht en schudde zijn hoofd. 'Heeft William het
d&ir weer over?'
'Ja. Hij gedraagt zich als een idioot,' zei Alexandra.
Misschien kwam het door haar mooie stem en accent, maar ze leek
veel ouder dan twaalf.
'Je familieleden in Afrika willen vinden is niet idioot,
Alexandra.' zei mijn vader met een blik op mij. 'Ik vrees alleen
dat we niet veel meer met ze gemeen hebben.'
'Hel zijn vast wel goeie jagers,' hield William vol.
'Ja,' zei mijn vader knikkend. 'Dat geloof ik graag. Kom,' zei
hij terwijl hij naast me op de bank ging zitten, 'vertel eens wat
over je school. Het is de school van Conor MacWaine, hè?'
'Ja. Hij is een vriend van mijn grootmoeder, die...' Ik zweeg
toen Leanna in de deuropening verscheen.
'O, ga door alsjeblieft,' zei ze. ik wilde niet storen.'
ik zei alleen dat meneer MacWaine een vriend van mijn
grootmoeder is en dat hij haar heeft overgehaald me naar zijn
school te sturen, toen hij me had zien spelen in een stuk van high
school.
'Welk stuk was dat?' vroeg mijn vader.
'Our Town,' antwoordde ik.
'En jij was Emily Webb?'
'Ja.'
'Geen gemakkelijke rol. In hoeveel toneelstukken had je
daarvóór gespeeld?'
'Geen enkel.'
'Geen enkel. Nou. dat is een hele prestatie. Geen wonder dat
MacWaine je uitkoos voor zijn school. Hij herkende een
natuurtalent.'
'Je ouders zullen wel erg trots zijn.' zei Leanna.
'Ik heb alleen mijn moeder,' antwoordde ik. 'Maar ik woon niet
bij haar. Ik woon bij mijn grootmoeder.'
Ze keek verlegen. Haar blik ging even naar mijn vader.
'Is het geen tijd voor de thee, liefste?' vroeg mijn vader
snel.
'Ja, ja. Laten we naar de tuin gaan. Kinderen.' zei ze, en ze
stonden gehoorzaam op.
'U hebt een heel mooi huis,' zei ik tegen mijn vader.
'Allemaal te danken aan Leanna. Ik ben bang dat ik de meeste
tijd met mijn hoofd in de boeken zit. Zoals je zult zien is ze ook
een voortreffelijk tuinierster.' ging hij verder terwijl hij me
voorging naar de tuin aan de achterkant van het huis.
Ze hadden een patio met wijnranken die door de latten van de
overkapping heen groeiden. Water drupte in een kleine grijze
gebeeldhouwde fontein en een vogelbadje. De tuin zelf was
indrukwekkend.
'Leanna zal het je allemaal beschrijven.'
'Na de thee, Larry,' zei ze. Op tafel stonden allerlei
sandwiches klaar, waaronder zalm en komkommer, garnalen en cream
cheese en rosbief met waterkers en mierikswortelsaus. Er was ook
een groot assortiment taartjes en cake. Ik zag citroenkoekjes,
biscuits, jam- en citroentaartjes, chocolate- chipkoekjes, allemaal
dingen die mevrouw Chester ook klaarmaakte voor de high Tea van de
Endfield.
'Dat ziet er heerlijk uit,' zei ik. ledereen ging zitten en
Leanna schonk voor ons allemaal thee in.
'Neem waar je trek in hebt,' zei ze.
Ik begon te eten. Het was allemaal overheerlijk.
'Mijn man vertelde me datje zelfs een college van hem hebt
bijgewoond om je te helpen inzicht te krijgen in Shakespeare en de
kunst van het acteren. Dat is heel ambitieus,' zei Leanna.
Ik keek even naar mijn vader, die zwijgend zat te eten.
William en Alexandra keken naar mij terwijl ik at en luisterden
naar mijn conversatie alsof ze grote belangstelling hadden voor
mijn antwoorden.
'Mijn docent in de toneelkunst zegt altijd dat je het
personage moet kennen voor je je tekst uit het hoofd leert. Hij
gelooft ook in improvisatie. Ik denk dat je op die manier meer het
personage wordt,' zei ik.
'Precies,' zei mijn vader. 'Dat geldt speciaal voor acteurs in
een stuk van Shakespeare in verband met alle nuances en subtiele
betekenissen, de beeldspraak, de poëzie.'
'Waarom wilde u speciaal Shakespeare bestuderen?' vroeg ik
hem.
Het was een vreemd gevoel om op deze manier tegen mijn eigen
vader te praten, de meest fundamentele dingen te moeten vragen, op
elke gelaatsuitdrukking te letten, op zijn ogen, de manier waarop
hij zijn sandwich vasthield, zijn thee dronk, glimlachte en lachte.
Iets ervan was zoeken naar mijzelf, gelijkenissen zien, een band te
voelen en positiever te zijn over onze verwantschap. Welke gebaren
stemden overeen? Kon iemand naar ons beiden kijken en zien dat ik
zijn dochter was? Zou Leanna het gauw doorhebben?
Als ik hem nooit had gekend en Randall zou hem nooit hebben
gevonden, zou ik dan zijn blijven staan als ik hem op straal of
ergens anders tegenkwam en een tweede keer naar hem hebben gekeken
? Was er iets tussen vader en dochter dat niet ontkend kon
worden?
ik was altijd al geïnteresseerd in die periode, het
Elizabethaanse Tijdperk, de Engelse geschiedenis, denk ik. Als ik
zou proberen het diepgaand te analyseren, zou ik waarschijnlijk tot
de conclusie komen dat ik in die tijd probeerde le ontsnappen aan
mijn eigen realiteit. Omdat ik een liefhebber was van taal en
poëzie, was het een natuurlijke verbintenis, Shakespeare en ik,'
zei hij meteen glimlach.
'Mijn moeder schrijft gedichten,' onthulde Alexandra.
'O?'
ik liefhebber maar zo'n beetje,' zei ze bescheiden.
'Nauwelijks,' zei mijn vader. 'Ze is vaak gepubliceerd in een
aantal vooraanstaande literaire tijdschriften; afgelopen week
nog.'
'Larry, maak er niet zo'n ophef van. Je doet of het heel wat
is.'
'Dat is het ook. Ik ben erg trots op haar,' ging hij verder en
boog zich naar haar toe om haar een zoen op haar wang te
geven.
Alexandra en William glimlachten om hun vaders vertoon van
genegenheid voor hun moeder. Ze gedroegen zich keurig, dacht ik,
maar ze verstopten hun behoefte aan liefde en hun geluk en
tevredenheid. Het mooie, elegante huis, de schitterende tuin, de
warmte en liefde in hun ogen en glimlach, het was allemaal even
mooi om te zien en te voelen, en toch maakte het dat ik me eenzamer
voelde dan ooit.
Br was een tijd dat mama, Roy, Beni en ik iets soortgelijks
hadden. maar dat leek zo lang geleden, bijna in een ander leven en
misschien was het alleen maar een droom.
Hoe zou ik ooit deel kunnen uitmaken van dit leven? vroeg ik
me af. De wereld van mijn vader was zo perfect als een kostbare
diamant. Br was daar geen plaats voor iemand als ik, iemand die zo
verloren en verward was dat ik alleen maar problemen en verdriet
kon brengen. Op het moment dat mijn halfzusje zou horen dat ze de
liefde van haar vader met mij zou moeten delen, zou die diamant
verbrijzelen.
'Ik zou graag een van uw gedichten horen,' zei ik tegen
Leanna.
'Lees het gedicht voor over de clown, mammie,' zei Alexandra
flemend.
'Hè, ja,' zei William.
'Later misschien,' zei ze blozend.
'Wat is jouw lievelingsvak, Alexandra?' vroeg ik.
'Ik hou van muziek. Ik speel klarinet,' schepte ze op.
'Ze klinkt als een misthoorn,' plaagde William.
'Niet waar.'
'Kinderen,' zei Leanna zacht.
Na een laatste verontwaardigde blik maten William en Alexandra
zich weer de perfecte houding aan en aten verder. Ik had een
binnenpretje bij de gedachte hoe weinig uitwerking zo'n zachte
terechtwijzing zou hebben op de meeste jonge kinderen die ik in
Washington had gekend. Jake, grootma's chauffeur, zou zeggen: 'Het
is of je een wild veulen in bedwang probeert te houden met een
hoofdstel dat van garen is gemaakt.'
Leanna stelde me nog een paar vragen over de school. Ze leek
met opzet alle vragen te vermijden over mijn leven in Amerika. Te
oordelen naar de manier waarop ze soms naar mijn vader keek als hij
tegen me sprak en zoals ze me aanstaarde als ik antwoord gaf, had
ik het gevoel dat ze zich steeds meer afvroeg wat er was tussen mij
en hem. Hoeveel wist ze? Hoe had hij uitgelegd dat ik zo vaak bij
hun huis had rondgezworven?
Misschien was het verbeelding of misschien was het paranoia,
maar ik meende een nieuwsgierige blik in haar ogen te zien die
steeds duidelijker werd toen de middag vorderde.
Later bood mijn vader aan me zijn collectie zeldzame boeken te
laten zien. Alexandra hielp Leanna met afwassen en William
slenterde achter ons aan.
'Ik ben echt blij dat je besloten hebt te komen.' zei mijn
vader.
ik weet eigenlijk niet goed waarom ik het heb gedaan.'
Hij lachte.
'O, ik denk dat het heel verklaarbaar is. Ik zou hetzelfde
hebben gedaan. Ik heb het nooit gedaan. Ik heb het allemaal gewoon
geaccepteerd. Ik denk dat ik stoïcijnser of fatalistischer was.
Begrijp je waarom ik me zo aangetrokken voel tol de
Shakespeareaanse tragedies?' ging hij lachend verder.
'Het leven is een schouwtoneel,' schertste ik.
We bleven naar zijn boeken staan staren, zonder dat we er
eigenlijk echt naar keken. Ons gesprek verveelde William en hij
liep weg om zijn zus te zoeken.
'Dus Leanna weet het niet van mij?'
'Nog niet.'
'Hoe hebt u verklaard dat ik zo vaak in de buurt van uw huis
was?' vroeg ik.
'Ik heb haar verteld datje erg verlegen bent en probeerde moed
te verzamelen om me aan te spreken.'
Ik keek hem van terzijde aan.
'Eerlijk gezegd denk ik niet dat ze dat gelooft.'
'Waarschijnlijk niet. Ik zal haar alles vertellen, maar ik
wilde dat ze je eerst op deze manier zou ontmoeten.'
'Het heeft geen zin om het haar te vertellen. Ik wil absoluut
niet verantwoordelijk zijn voor het verdriet van een ander. Ik ben
trouwens toch niet van plan om in Londen te blijven als het
schooljaar is afgelopen.'
'Maar je zult hier vaak terugkomen voordat het schooljaar om
is.' zei hij alsof dat nu een vereiste was.
'Ik weet het niet.'
'Natuurlijk wel.'
Alexandra kwam de bibliotheek binnen met William achter zich
aan.
'Wel.' zei mijn vader met luidere stem, 'Londen is vol
boekwinkels met heel oude en kostbare eerste uitgaven. Het is leuk
om er een weekend op uit te gaan en in de winkels rond te snuffelen
op zoek naar de grote vondst. Deze Dickens bijvoorbeeld.' zei hij,
en haalde een boek van de plank, 'is bijna tweeduizend pond waard.
Ik heb het gekocht voor twaalf.'
'Mam zegt dat ze in de tuin is.' merkte Alexandra op.
'O, natuurlijk. We komen. Het is zulk mooi weer en Leanna wil
je haar tuin laten zien. Ze is er erg trots op.'
'Ik heb haar geholpen met het planten van de Ierse klokjes,'
schepte William op.
'Aha, de man met de groene vingers,' zei mijn vader en lachte.
William straalde en pakte zijn hand vast. De liefde tussen hen was
bijna tastbaar. Ik benijddde mijn halfzus en halfbroer.
Leanna liet me haar tuin zien, vertelde over de diverse
bloemen. Ze sprak erover alsof het kinderen waren, een uitgebreide
familie waaraan ze haar liefde en zorg besteedde.
'Het is zo mooi allemaal,' zei ik.
'We hebben zoveel mogelijkheden om schoonheid te creëren in de
wereld, als we maar het geduld hebben om die te koesteren.' zei ze.
Ze keek achterom naar mijn vader die met Alexandra aan tafel zat en
naar ons keek. 'Je hebt grote indruk gemaakt op mijn man. Hij is
heel selectief ten aanzien van de studenten die hij thuis
uitnodigt. en toch heb ik uit wat mijn man me vertelde begrepen dat
jullie elkaar nog niet zo lang kennen.'
'Nee,' zei ik. Staande temidden van zoveel natuurlijke en
mooie dingen voelde ik me een lelijke bedriegster. 'Maar ik stelde
de uitnodiging erg op prijs.'
'Je hebt niet veel familie, hè?'
'Nee. Ik heb een broer die in het leger is, in Duitsland. Hij
komt me misschien opzoeken.'
'Hen broer? Woont hij ook bij je grootmoeder?' vroeg ze. 'Nee.
Alleen ik. Nu tenminste.' ging ik verder. Ik glimlachte naar haar.
'Het is geen erg vrolijk verhaal. Ik wil dat liever voor een andere
keer bewaren. Ik heb zo'n prettige dag vandaag.'
'O. Natuurlijk,' zei ze. 'Ik begrijp heten ik ben blij dat je
het vanmiddag naar je zin hebt. Je bent een heel mooi meisje, Rain,
en ik hou van je naam. Ik ben tuinierster en voor mij is regen heel
belangrijk. Hij is verfrissend en reinigend en stimuleert de groei.
Ik weet zeker dat je naam goed bij je past.' 'Dank u.'
Ze lachte, en legde haar arm om mijn schouder en gaf me een
snelle knuffel.
Toen we terugkwamen op de patio herinnerde ik haar eraan dat
ik graag een van haar gedichten wilde horen. Ze haalde het meest
recent gepubliceerde gedicht, wat William plezier deed omdat het
'De Clown' was. Ze ging zitten en we schaarden ons om haar heen aan
tafel. Mijn vader straalde van trots. Ze begon met zachte
melodieuze stem.
Hij denkt dat de hele wereld een circus is
en God de grote Spreekstalmeester.
Gekozen voor het tevoorschijn toveren van een lach,
wekt de clown de schijn dat hij struikelt en valt.
Hij botst tegen lantaarnpalen en vuilnisbakken.
Hij gaat op zijn kop staan
en steekt op zijn handen straten over.
Hij laat zieke kinderen en angstige moeders hun pijn
vergeten.
Hij danst depressies en droefheid weg
en tovert grauwe luchten blauw.
Zo brengt hij zijn dagen door
en voorbijgangers gooien hem een paar muntjes toe.
Als de avond valt kruipt hij terug in zijn doos,
een dakloze grappenmaker geboren onder een tent,
content,
zijn buik vol glimlach en lach.
Veilig in slaap, droomt hij over de show van morgen.hoort de
stemmen in de menigte zingen.
De clown, de clown, geef ons de clown.
Zolang ze naar hem verlangen is hij nooit alleen.
'Kijk,' zei William, naar mij wijzend. 'Ze huilt.'
'Dat is niet beleefd, jongen,' vermaande mijn vader hem.
'Het is een mooi gedicht,' zei ik tegen Leanna. Ze bedankte me
met een lieve glimlach.
Ik keek op de klok en zei dat ik weg moest. Ik bedankte haar
nogmaals voor de thee. Toen nam ik afscheid van William en
Alexandra.
'Kom je nog eens terug?' vroeg William.
'Natuurlijk,' zei mijn vader snel.
'Volgende keer zal ik je mijn dieren laten zien.' beloofde
William.
'Dieren?'
'Hij heeft een verzameling speelgoeddieren. Sommige heeft hij
zelf in elkaar moeten zetten.' zei Alexandra. 'Daar is hij heel
goed in,' ging ze als een trotse zus verder.
'Ik wil ze graag zien,' zei ik tegen hem. Hij hief zijn
schouders op en knikte, weer op en top de kleine gentleman.
Mijn vader volgde me naar buiten.
'Leanna is een vrouw met veel inzicht,' zei hij. 'Vóór het
eind van de dag zal ze me de essentiële vragen over jou stellen,
dat weet ik zeker. Ik hoop datje een plaatsje voor ons zult vinden
in je leven.'
Ik lachte.
ik een plaatsje vinden voor u? Ik ben een flatgebouw zonder
bewoners,' zei ik.
Hij lachte.
'Bel me alsjeblieft van de week. Misschien kunnen we volgend
weekend iets gaan doen. Met z'n allen,' voegde hij er nadrukkelijk
aan toe.
ik zie wel,' zei ik.
Ik voelde me alsof ik zo lang in de kou had gestaan dat ik
bang was voor de warmte van het vuur, bang dat ik me zou branden
als ik te dichtbij kwam.
Iedereen was thuis toen ik terugkwam in Endfield Place. Zodra
ik binnen was, kwam Leo naar me toe. Hij was geanimeerder dan
ik
hem ooit had gezien. Meestal strompelde hij rond met slaperige
ogen en keek hij of hij moest gaan rusten als hij de deur had
opengedaan.
'O, Rain.' zei hij met opgetrokken wenkbrauwen en opgeheven
armen. 'Mevrouw Endfield heeft naar je gevraagd sinds zij en meneer
Endfield terug zijn. Ze wilde dat ik je meteen naar boven zou
sturen als je kwam.'
'Wat is er aan de hand?' vroeg ik.
Leo gedroeg zich of hij mijn vraag niet had gehoord. Hij deed
de deur dicht, draaide zich om en mompelde: 'Meteen naar
boven.'
Ik keek de gang in. Alles was stil. Toen liep ik de trap op.
Toen ik bij Leonora's slaapkamer kwam. klopte ik op de deur.
wachtte, en klopte toen nog eens, iets luider.
'Kom binnen," hoorde ik haar kermen.
Ze lag in bed met een natte doek op haar voorhoofd. Haar
kussens waren zo groot en donzig dat het leek of ze erin wegzakte
en straks verdwenen zou zijn. Het dekbed was lot aan haar hals
opgetrokken.
'O.' zei ik, 'voelt u zich niet goed?'
'De dokter denkt dat het een of andere allergie is. De
plattelandsdokter, bedoel ik. Ik begon plotseling aan één stuk door
te niezen. Ik niesde zo vaak dat ik me helemaal slap voelde en mijn
benen me niet meer konden dragen. Ze moesten me naar binnen dragen
en ze hebben me onder de medicijnen gezet. Die maken ine duizelig,
maar in ieder geval nies ik niet meer.
'Wat spijtig," zei ik. 'Is het wel eens eerder gebeurd?'
'Nee, maar dat is niet de redden waarom ik je wilde spreken,
kindlief. Mijn zus heeft gebeld en ze heeft er heel erg op
aangedrongen datje haar terugbelt, wanneer dan ook. wat me heel
ongewoon leek onder de omstandigheden.'
'Wat voor omstandigheden?' vroeg ik.
'Ze ligt blijkbaar weer in het ziekenhuis.'
'O nee! Waarom ?'
'Ik kon er geen touw aan vastknopen. De woorden drongen mijn
hoofd binnen en werden daar vermalen als groente in een mixer. Iets
over een verstopte ader, dat is het enige wat ik me herinner. Dat
en haar nogal dramatische vraag haar zo gauw mogelijk terug te
bellen.
'Ik moei zeggen dat Frances de laatste tijd een groot mysterie
voor me is geworden. Je kunt die telefoon daar gebruiken,' ging ze
verder, knikkend naar de telefoon op het bureautje rechts van het
bed. Ik wist dat ze wilde dat ik die telefoon zou nemen zodat ze
ons gesprek kon afluisteren, maar ik wist niet hoe ik dat zou
kunnen vermijden. 'Ik heb het nummer en de toegangscode van het
land voor je opgeschreven. Ze heeft natuurlijk een
privé-kamer.'
'Dank u,' zei ik, en liep naar de telefoon.
'Meneer Endfield was zo ontzet dat ik ziek was geworden en de
dag bedorven had, dat hij nauwelijks een woord heeft gezegd op de
terugweg,' mompelde ze. 'Het gaf me zo'n ellendig gevoel, en nu
ligt Frances ook weer in het ziekenhuis. O, hemeltje, een ongeluk
komt zelden alleen.'
Ik las het telefoonnummer, draaide het en wachtte. Hij ging
maar twee keer over voor ik grootma Hudson hallo hoorde zeggen. Ik
wist dat we overeen enorme afstand met elkaar praatten, maar haar
stem had de laatste keer veel krachtiger geklonken.
'Met Rain,' antwoordde ik. 'Wal is er aan de hand, mevrouw
Hudson?'
'Die idioot van een dokter van me en zijn specialist zijn tot
het oordeel gekomen dat mijn probleem meer om het lijf heeft. Ze
willen iets belachelijks doen met een ballon, die mijn ader moet
openen. Iets sciencefictionachtigs, maar ze houden vol dat ik omver
val en doodga als ik het niet doe.
'Ik heb je brief in mijn hand,' vervolgde ze na een heel korte
stilte. 'Hoe ver is dat melodrama gevorderd?'
'Ik ben bij hem geweest,' zei ik.
'Bij hem thuis?'
'Ja.'
'En?'
'Ze zijn allemaal erg aardig.'
'En?'
'Zijn gezin weet het nog niet van me,' onthulde ik haar. 'Hij
zegt dat hij het zijn vrouw wil vertellen, maar ik heb hem gevraagd
dat niet te doen.'
'Heel verstandig. Je hebt mijn advies gevraagd en dat is datje
het erbij moet laten. Gedane zaken nemen geen keer en er is te veel
tijd
verstreken. Niemand wil herinnerd worden aan zijn fouten,
Rain.'
'Ik geloof niet dat hij het zo bekijkt,' zei ik.
'Als hij het moet uitleggen aan zijn vrouw zal hij het toch op
die manier moeten omschrijven. Vroeger was hij jong en zorgeloos,
zoiets,' zei ze.
Ik herinnerde me mijn eerste gesprek met mijn vader en zijn
beschrijving van hem en mijn moeder als opstandige jonge mensen
zonder gevoel voor verantwoordelijkheid. Grootma Hudson had
waarschijnlijk gelijk. Ze was erg wijs.
'Uiteindelijk,' voorspelde ze, 'zullen ze zich aan je gaan
ergeren, al lijken ze nu nog zo aardig, Rain. Vestig niet te veel
hoop op deze situatie. Concentreer je op je doel, op je eigen
leven.'
'Oké,' zei ik met dichtgeknepen keel. Ik had zo graag willen
zeggen, 'Oké, grootma,' maar ik wist dat mijn oudtante naar elk
woord luisterde en me toch al een kruisverhoor zou afnemen.
is mijn zus in de buurt?' vroeg ze, alsof ze door de
telefoonlijn heen kon kijken, en kon zien hoe bedroefd ik was en de
tranen in mijn ogen glinsterden.
'Ja.'
'Ik kreeg de indruk dat de Man met de Zeis haar elk moment kon
komen halen.' zei ze spottend. Ik glimlachte, ik heb nog nooit
zoveel gekreun en gesteun gehoord en ik lig nota bene in een
ziekenhuis.'
'Ze ligt in bed, ze wordt behandeld voor een allergie.'
'Zeg haar dat het ook iets anders kan zijn,' hoorde ik mijn
oudtante achter me zeggen, waarmee ze het bewijs leverde dat ze
inderdaad met gespitste oren naar elk woord luisterde.
'Ze zegt dat ik u moet vertellen dat het meer kan zijn dan een
allergie.'
'Natuurlijk. Ze is altijd een aandachtzoekster geweest. Daarom
heb ik dat huwelijk van haar nooit kunnen begrijpen en haar besluit
om in een land te gaan wonen waar iedereen wordt beoordeeld naar de
mate van zelfbeheersing die iemand heeft.'
Ik lachte weer.
'Wat zei ze, Rain?'
'Ze zegt dat ze hoopt dat u gauw beter wordt.'
'Laat me met haar praten zo gauw je uitgesproken bent,' beval
ze.
ik moet weg, mevrouw Hudson. Bel alstublieft om ons te
latenweten hoe het met u gaat. Uw zuster wil u nog even spreken,'
ging ik verder. 'Bedankt voor uw telefoontje.'
'Ik weet niet of ik de kracht heb om haar aan te horen, maar
geef haar maar, anders maakt ze jou het leven zuur.' zei grootma
Hudson.
Ik gaf de hoorn aan mi jn oudtante en maakte gebruik van de
gelegenheid om de kamer uit te glippen voor ze me kon ondervragen
over mijn gesprek met mijn grootmoeder. Toen ik de deur van haar
slaapkamer achter me dichttrok, haalde ik diep adem en liep de trap
af. Toen ik het huis van mijn vader en zijn gezin had verlaten, was
ik gaan hopen dat ik een deel van zijn, van hun leven zou kunnen
worden. Ik fantaseerde zelfs dat ik op den duur mijn intrek bij hen
zou kunnen nemen, mijn lessen voortzetten en uiteindelijk Engels
onderdaan worden, net als hij. Grootma Hudson zou geregeld
overkomen om me in de belangrijkste theaterproducties te zien
spelen en ik zou teruggaan naar Amerika om te schitteren in films
en op het toneel. Wat een dromen...
Zijn mensen als ik ontvankelijker voor dromen en fantasie?
vroeg ik me nu af. Zijn ze als bacillen en virussen? Hebben we een
zwakker immuunsysteem als het op illusies aankomt? Mensen die
tevreden zijn met zichzelf, met hun identiteit en hun leven,
brengen niet zoveel tijd door met het fantaseren over een ander
leven, een andere identiteit. Ze hebben die ontsnappingswegen niet
nodig. Ze proberen niet voor zichzelf weg te lopen.
Zou ik altijd zo blijven zoals nu? Misschien zou het me gek
maken en zou ik elk gevoel verliezen voor wat werkelijkheid was en
wat niet. Ja, grootma Hudson had me een goede raad gegeven. Vergeet
al die fantasieën en concentreer je op wat je hier te doen hebt,
had ze geadviseerd. Ze had gelijk. Ik zou niet teruggaan naar het
huis van mijn vader. Het was of je een droom bezocht, maar ik ben
nu wakker, wakker en gereed om de kille werkelijkheid onder ogen te
zien.
Maar misschien was dat ook een ijdele hoop, want onder aan de
trap stond Boggs met zijn handen op zijn rug en staarde streng naar
me omhoog.
'Meneer Endfield wil je onmiddellijk spreken,' zei hij.
iedereen wil me vandaag onmiddellijk spreken,' mompelde ik, en
liep naar het kantoor van mijn oudoom.
'Nee,' zei Boggs. 'Niet daarheen. Volg me,' beval hij en deed
de voordeur open.
'Waar gaan we heen?'
'Loop door,' was zijn enige antwoord en bleef wachten. Toen ik
buiten stond deed hij de deur dicht en ging me voor naar de
cottage. Mijn hart leek een klomp ijs die langzaam naar mijn buik
zakte. In het daglicht zag de cottage er lang niet zo
onheilspellend en geheimzinnig uit als in het donker met de
kaarsen achter de doorzichtige gordijnen. Toch had ik het gevoel
dat ik van de ene wereld in een andere slapie, misschien in de
fantasieën en dromen van een ander.
Bij de deur bleef Boggs staan en klopte aan. Hij staarde me
minachtend aan en wipte heen en weer op zijn hielen, maar ik
weigerde me te laten intimideren door die kille grijze ogen.
Mijn oudoom deed open en glimlachte naar me.
'O. Dank je, Boggs. Kom binnen, Rain,' zei hij en deed een
stap achteruit.
Hij droeg een donkere zijden broek, zwartleren slippers, een
bordeauxrood huisjasje en in zijn hand had hij een witte
meerschuimen pijp, die net was uitgegaan of nog niet was
aangestoken.
Boggs ging weg en ik liep naar binnen. Ik had 's avonds toen
ik door de ramen keek niet alles kunnen zien. In de kleine
zitruimte lagen twee ovalen beige kleden op de donkere houten
vloer. Br stonden twee banken, een driezits- en een tweezitsbank,
een kleine lage tafel en een paar antieke lampen. Rond de open
haard was wit marmer.
ik had deze kleine cottage voor mijn dochter gebouwd. Het zou
haar poppenhuis worden,' zei oudoom Richard bedroefd. Toen
glimlachte hij. 'Zoals je ziel heb ik het in de loop van de tijd
een beetje verbeterd.'
Hij wenkte me om verder binnen te komen. Ben betegelde gang
leidde van de zitkamer naar de kleine keuken en eetruimte met het
pijnhouten plafond. Er was maar één slaapkamer met het smeedijzeren
tweepersoonsbed, een grote klerenkast met spiegel en een paar
kleine tafeltjes. Ik zag onmiddellijk dat de slaapkamer veranderd
was. Het wit-met-roze behang met de stripfiguren was er nog, maar
de poppen op de planken waren verdwenen, evenals het mauve-kleurige
bureautje en de stoel en de platen uit sprookjesboeken.
In plaats daarvan stonden er nu een veel groter bureau en
stoel, aan de muren hingen oude theater- en filmposters en een paar
tienertijdschriften lagen op het bureau en de planken. Sommige
tijdschriften leken jaren oud, maar er waren een paar bij die van
recente datum leken.
Op de toilettafel lagen nieuwe borstels en kammen, er stonden
flessen parfum en badzout. Er stond ook een blad met make-up:
diverse lippenstiften, oogschaduw en eyeliner. Ook het dekbed en de
kussenslopen waren anders. Kortom, alles zag eruit of het van een
meer volwassen vrouw was, alsof het kleine meisje dat hier gewoond
had van de ene dag op de andere was opgegroeid.
Ik voelde paniek in me opkomen toen ik me omdraaide en naar
mijn oudoom keek. Er speelde een vreemde, scheve glimlach om zijn
lippen èn hij staarde me met koortsachtige ogen aan.
'Leuk, hè'? Zo stelde ik me voor dat haar kamer er ongeveer
uit zou zien als ze jouw leeftijd had,' zei hij met zachte,
dromerige stem. 'Kom,' ging hij verder en streek zijn haar naar
achteren. 'Laten we beginnen.'
'Beginnen?'
'Ik dacht dat we maar moesten profiteren van de plotselinge
verandering in de plannen vandaag, vooral nu alles klaar is. Ik
verwachtte niet dat mevrouw Endfield ziek zou worden, maar nu ze
dat is, kunnen we gebruikmaken van de gelegenheid.' Hij liep de
kamer door en deed de kast open. 'Ik heb deze jurken zorgvuldig
uitgezocht," merkte hij op en deed een stap achteruit zodat ik ze
allemaal kon zien. 'Elke jurk is geschikt vooreen speciale sociale
gelegenheid, van vrijetijds- tot avondkleding.'
Ik liep naar de kast en bekeek de jurken. Aan de eerste hing
een vergeeld kaartje van een warenhuis en toen ik de jurk uit de
kast haalde en bekeek, besefte ik dat het geen recente aankoop was.
Hij paste me ook niet, hij was een maat te klein.
'Wilt u zeggen dat u die jurken voor mij hebt gekocht?'
'Natuurlijk,' zei hij.
'Maar die zijn me allemaal te klein,' zei ik. 'Waarom hebt u
kleren gekocht zonder mijn maat te vragen?'
'O, maak je maar niet bezorgd hoe je eruitziet, kindlief. De
enige die je in die kleren zal zien ben ik, en jijzelf natuurlijk,
maar be-Er ging een alarmbelletje in mijn hoofd en ik kreeg een
benauwd gevoel in mijn maag. Mijn hart bonsde. Hij zag eruit als
een stuk vuurwerk met een aangestoken lont, gereed om af te gaan
als ik iets verkeerds zei of deed.
'Oké.' Ik pakte een lavendelkleurige jurk uit de kast. 'Wat
zou u hiervan zeggen?'
Hij knikte.
'Ja. Een heel goede keus. Niet te gekleed en ook niet te
achteloos. Je hebt een goed instinct. Ik wist het. Goed. Ik ga even
naar buiten en jij trekt hem aan. Dan hoor je de deurbel. Je laat
me binnen en we beginnen met de les. Ik zal je de tijd geven om
eventueel wat met make-up en je haar te doen. Dat zou je
waarschijnlijk doen,' voegde hij eraan toe, keek weer om zich heen,
zuchtte en ging weg.
Ik bleef staan met de jurk op het hangertje in mijn handen en
keek hem met open mond na. In mijn wildste dromen had ik me dit
niet kunnen voorstellen toen ik oudoom Richard voor het eerst
ontmoette. Waarom zou zo'n succesvolle en gerespecteerde man deze
fantasieën nodig hebben? Onwillekeurig was ik nieuwsgierig hoe ver
deze komedie door zou gaan, maar ik kwam ook in de verleiding
gewoon de cottage uit te hollen zonder achterom te
kijken.
'Je wilt een goede indruk maken,' riep hij vanuit de andere
kamer, 'maar probeer het er niet te dik bovenop te leggen. Als
vrouwen dat doen worden ze meestal niet serieus genomen. Mijn
moeder zei altijd dat een understatement de beste statement is, het
sterkste argument. Hoe gaat het?'
'Goed,' riep ik terug en hield de jurk tegen me aan. Moest ik
werkelijk proberen me daarin te worstelen? Waarschijnlijk
wel.
Ik trok mijn rok en blouse uit en stapte in de jurk. Zoals ik
al verwacht had, zat hij te strak om mijn heupen en mijn boezem. Ik
kon de ritssluiting niet verder omhoog krijgen dan halverwege. Ik
vond dat ik er belachelijk uitzag. Zodra hij me zag, zou hij zich
dat wel realiseren, lachen en hier een eind aan maken, hoopte
ik.
'Het is precies zoals ik zei,' riep ik.
'Zeg niets. We beginnen pas. We moeten ons allebei inleven in
het personage. Ik bel aan,' ging hij verder, deed de deur open,
liep naar buiten en belde aan.
Wat nu? vroeg ik me aftoen ik naar de deur liep. Hij belde
weer.
Ik voelde me net of ik in de tweede klas van de basisschool
zat en met een paar vriendinnetjes speelde. Maar ik deed open en
hij keek me zo stralend aan alsof de koningin van Engeland voor hem
stond.
'O, kindlief, je ziet er schitterend uil. Precies wat ik
verwacht had,' zei hij met een knipoog en knikte. 'Net als
Constance doet in de eerste scène van mijn nieuwe stuk. Ik wil
graag datje auditie doel voor die rol. Mag ik binnenkomen?'
'Wat? O. Ja.' zei ik. Zag hij dan niet dat de linkerkant van
de jurk belachelijk over het niet dichtgeritste deel hing en ik me
bewoog als iemand in een dwangbuis?
'Wat een leuke flat heb je,' zei hij om zich heen kijkend.
'Precies zoals ik me had voorgesteld.'
Ik zag dat hij een paar papieren in zijn linkerhand
hield.
'Ik heb het script meegebracht,' zei hij. 'Ik wil datje iets
van de dialoog leest, Constances dialoog natuurlijk. De hoofdrol,'
ging hij verder.
Hij sloeg zijn hand voor zijn mond en draaide die een eindje
zodat hij aan de andere kant ervan kon fluisteren.
'Nu moet je me vragen of ik iels wil drinken.'
'Wilt u iets drinken?'
'O, graag een glas wille wijn als je me gezelschap houdt.' zei
hij.
Hij boog zich voorover, zijn hand weer aan zijn mond.
'Ga naar de keuken. De fles staat op het aanrecht. Je weet
toch hoe je een fles wijn moet openmaken?'
'Ja,' zei ik. Was dit ook doen alsof? Ik verwachtte van wel,
maar toen ik in de keuken kwam, zag ik echt een fles wijn, twee
glazen en een kurkentrekker.
'Wat een mooi uitzicht heb je. Je boft datje deze flat
gevonden hebt.'
'Dank u,' zei ik giechelend. Ik kon er niets aan doen. Ik was
bang dat ik elk moment een hysterische lachbui zou krijgen. Ik
maakte de fles open en schonk twee glazen in. proefde en
glimlachte. De wijn was goed. Ik bracht de glazen naar
binnen.
'Je moet een paar servetjes meebrengen,' fluisterde hij.
'O, ja.'
'Ze liggen in het kleine kastje links, waar ze altijd
liggen.'
'Goed,' zei ik, en ging terug naar de keuken. Ik vond ze en
liep ermee naar binnen. Hij zat op de tweezitsbank en dronk zijn
wijn. Ik overhandigde hem een servet. Hij bedankte me en vroeg me
naast hem te komen zitten. Ik deed wat hij vroeg en hij schudde
zijn hoofd.
'Denk eraan,' fluisterde hij. 'je bent alleen met een man die
je praktisch niet kent. Je moet niet zo snel doen wat hij vraagt of
voorstelt.'
'Oké,' zei ik. Mijn ogen waren bijna net zo ver opengesperd
als de zijne. Hij leunde achterover.
'Nu dan, ik zal Horace lezen. Ik wil dat je zo relaxed en
natuurlijk mogelijk bent, Rain. Lees alsof ik er niet eens bij ben,
begrijp
je?'
'Ja,' zei ik.
Hij overhandigde me een script en ik keek de eerste pagina
door. Het was een liefdesscène.
'Is er iets?' vroeg hij toen ik aarzelde.
'Wat? Nee.'
'Mooi. Laten we beginnen. Doe net of we op het toneel naast
elkaar zitten, in haar zitkamer, vroeg op de avond.' Hij nam een
slok wijn, zette het glas op de tafel en boog zich weer naar voren.
Het werd me onmiddellijk duidelijk dat hij zijn rol uit zijn hoofd
had geleerd.
'Wat is het voor stuk?' vroeg ik, terwijl ik een paar regels
voor mezelf las. Ik vond het erg slecht.
'Love Undone,' antwoordde hij. 'De auteur is op het ogenblik
de grote hit van Londen. We boffen dat wc de rechten ervoor hebben
gekregen en iedereen die een behoorlijke rol erin krijgt, zal snel
indruk maken op de theaterwereld.'
Hij zweeg en boog zich naar me toe, zijn hand voor zijn mond,
alsof er andere mensen in de kamer waren voor wie hi j zijn woorden
probeerde stil te houden.
'Je zult moeten beslissen hoeveel van wat hi j zegt waar is en
hoeveel ervan voor-de-gekhouderij. Daar is ervaring voor nodig,'
ging hij verderen leunde weer tegen de rug van de bank. 'Zullen we
beginnen? Wacht,' viel hij zichzelf in de rede, 'het is te licht
hier. Niet zoals het op het toneel zou zijn.'
Hij stond op en trok alle gordijnen goed dicht. Toen ging hij
weer zitten en knikte.
'Als je klaar bent...' zei hij.
'Klaar?'
'Om te lezen. Toe dan.' Hij gebaarde naar me met zijn
rechterhand.
'O, goed.' Ik begon. 'Horace, ik wou datje vanavond niet hier
was gekomen. Je weet hoe ik over onze relatie denk.'
'Ik weet hoe je dénkt dat je je voelt,' zei hij en schoof
dichter naar me toe. Toen, voor ik wist wat er gebeurde, had hij
zijn vingers onder mijn kin gelegd en keek me diep in de ogen. Het
was een vreemd gevoel om zo dicht bij hem te zijn.
'Onze leeftijd is slechts het toeval van de geboorte,' ging
hij verder, nog steeds mijn kin vasthoudend. 'Die mag geen muur
tussen ons vormen.'
Ik trok me een eindje terug.
'Maar Horace, je dochter is mijn beste vriendin. Het zou haar
hart breken.'
'Het is niet haar hart waarover ik me zorgen maak,' ging hij
verder, nog dichter naar me toe schuivend. 'Je doet het heel goed,
Rain,' ging hij fluisterend verder, 'maar probeer me aan te kijken
terwijl je spreekt en laat zien datje iets zegt maar iets anders
voelt. Toe dan, probeer het.' drong hij aan.
ik kan dit niet. Horace,' las ik, snel naar hem opkijkend. Hij
staarde me aan.
'Je ogen spreken andere taal, Constance, en je lippen ook.'
Hij pakte me bij mijn schouders en draaide me zo ruw om dat de
pagina's uit mijn hand vlogen. Toen drukte hij zijn lippen op de
mijne, zo hard dat ik bijna geen adem kreeg. Met zijn mond nog
steeds op de mijne trok hij mijn ritssluiting nog verder open. Toen
trok hij zich terug, de jurk tegelijkertijd omlaag trekkend.
Ik was te geschokt en te versuft om me te bewegen, zelfs maar
een kik te geven.
'Je bent mooi. Rain. Precies zoals ik gehoopt had. Ik zal een
ster van je maken. Je naam zal in neon staan en de straten van
Londen verlichten. Vertrouw me,' zei hij en boog zich naar voren om
me in mijn hals te kussen.
Ik glipte onder hem vandaan en sprong overeind.
'Wat doet u?' riep ik uit, de jurk weer omhoog trekkend.
De geile blik verdween ogenblikkelijk uit zijn ogen en werd
snel vervangen door de strenge, vaderlijke blik die hij al eerder
had getoond.
'Mooi,' zei hij. 'Dat was wat ik hoopte dat je zou doen, maar
je verkeert nog steeds in gevaar hier. Wc zullen opnieuw beginnen
en ik zal je een andere manier laten zien waarop dit zich zou
kunnen ontwikkelen. Knap je wat op terwijl ik naar buiten ga. Ik
zal weer aanbellen.' zei hij en stond op.
'Nee!' riep ik uit zodra hij de deur opendeed. 'Ik kan dit
niet. Ik wil dit niet.' Ik rende langs hem heen toen hij zich
verbaasd omdraaide.
Ik holde de cottage uit.
'Heather!' hoorde ik hem roepen. De naam van zijn overleden
dochtertje. Ik keek om en zag hem in de deuropening staan. Ik rilde
nog heviger en rende naar het huis. Toen ik de hoek om liep naar de
voordeur, zag ik Boggs links van me staan, als een grimmig
standbeeld naar me kijkend.
Ik viel bijna door de voordeur en de gang door naar mijn kamer
waar ik snel die idiote jurk uittrok en op de grond gooide. Toen
ging ik op mijn bed zitten en probeerde op adem te komen.
Was het waanzin of een groot verdriet dat hem hiertoe dreef?
vroeg ik me af. Ik kreeg niet de kans om erover na te denken. Mijn
deur werd zo hard opengegooid dat de scharnieren kraakten. Boggs
stond op de drempel naar me te kijken. Snel bedekte ik mijn lichaam
met mijn handen.
'Pas op dat je geen kwaad woord zegt over meneer Endfield,'
waarschuwde hij.
Toen deed hij de deur dicht.
'O, mama,' kermde ik, 'als je de waarheid eens wist over wat
je hoopte dat mijn redding zou zijn. Dan zou je me misschien de gok
hebben laten nemen met de het die we tenminste begrepen.'
***