Het nieuwe meisje, alweer
Boggs ramde de volgende ochtend zo hard op mijn deur dat ik dacht dat het hout zou versplinteren. Hij is een man die het vast leuk vindt om vliegen vleugels uit  te trekken, dacht ik.
'Ben je wakker?' gromde hij in de gang.
'Ja, ja!' schreeuwde ik terug. Mama zou zeggen dat hij een kerkhof zou kunnen veranderen in een drom Lazarussen.
'Ga naar de keuken,' commandeerde hij en liep weg.
'Yes, sir!' riep ik terug en salueerde. Toen kreunde ik. Het was nu niet alleen jetlag meer. Ik moest salto's hebben gemaakt in mijn slaap, dacht ik. Elke spier in mijn lichaam deed pijn en de deken was om mijn benen gedraaid. Door mijn kleine raam kon ik zien dat het buiten grauw en bewolkt was en het was veel kouder dan ik verwacht had. En ik deed nóg een verrukkelijke ontdekking. Er was geen enkele verwarming in deze kamer, geen radiator, zelfs geen elektrische kachel. Dat feil drong opvallend tot me door toen ik mijn blote voeten op de houten vloer zette. Ik had het gevoel of ik in een ijskoude plas trapte. Haastig zocht ik mijn pantoffels en iets warmers dan mijn nachthemd. Ik zou graag de tijd hebben gehad om een douche te nemen, maar er was geen douche. Ik zou een bad moeten nemen maar toen ik op mijn horloge keek, zag ik dat ik maar een kwartier had om naar de keuken te gaan en te helpen met het klaarmaken en serveren van het ontbijt.
Toen ik mijn slipje en beha had aangetrokken, keek ik even in de gang, zag dat alles veilig was en holde met mijn kleren onder mijn arm naar de badkamer waar ik me tenminste zou kunnen wassen. Waarom verbaasde het me niet toen ik merkte dat er geen warm water was? De kraan liep, maar het water werd niet warm. Er zal niets anders op dan me snel te wassen. Ik huiverde toen ik mijn blouse en rok aantrok. Het enige gunstige van het moeten vaststeken van mijn haar was dat ik er niet veel tijd aan hoefde te besteden. Maar het moest wel dringend gewassen worden, dacht ik.
Het was heel stil in huis. Ik hoorde een pan rammelen in de keuken en toen ik binnenkwam zag ik dat Mary Margaret een theepot vulde mei heet water. Ze keek even naar mij, maar richtte haar aandacht onmiddellijk weer op haar werk alsof het maken van een kop thee voor mijn oudoom net zo belangrijk was als een hartoperatie. Ze wilde de keuken uitlopen zonder me goedemorgen te hebben gewenst.
'Denk eraan, eerst de melk,' mompelde ik. Ze keek me even verbaasd aan, zag de glimlach op mijn gezicht en sperde haar ogen open. Maakte niemand hier ooit een grapje?
'Zo, dus je bent al op,' zei mevrouw Chester die net uit de bijkeuken kwam. 'Da's een hele verrassing. Ik neem aan dat Boggs (.laar wel iets mee te maken heeft, hè?'
'Eerlijk gezegd, ja. Hij heeft onder mijn bed geslapen," zei ik, en ze kakelde. 'Wat is dat?' vroeg ik toen ik zag wat ze bezig was klaar Ie maken.
'Bloedworst,' zei ze. 'Gekruide bloedworst.'
'O, bah,' mompelde ik. Ze hield haar hoofd schuin.
'Meneer Endfield wil op dinsdag graag een volledig Engels ontbijt: gebakken eieren, gebakken tomaten en toast en marmelade. Begin jij met de tomaten. Die kun je toch wel snijden zonder in je vingers te hakken, hè?'
'Natuurlijk,' zei ik en begon. Ik zag dat ze me uit haar ooghoek gadesloeg.
'Je kan goed met dat mes omgaan,' merkte ze op.
'Ik heb veel gekookt voor mijn familie.'
Ze knikte. Ik staarde naar de marmelade.
'Ga je gang. Je mag proeven,' zei ze. Ze lachte om het gezicht dat ik trok toen ik proefde. 'Die wordt gemaakt van biltere sinaasappels. Meneer Endfield is er dol op.'
'Is er ook iemand die koude cereals eet?' vroeg ik.
'Koude cereals?' Ze dacht even na. 'Meneer Endfield eet elke donderdag havermout, maar niet koud.'
'Elke donderdag. Wordt alles hier per dag geprogrammeerd, zelfs het eten?'
'Ja,' zei ze.
Mary Margaret kwam terug. Mevrouw Chester keek even naar haar, naar de uitdrukking op haar gezicht, en knikte toen naar de eetkamer.
'Dek de ontbijttafel,' beval ze.
Ik dacht niet dat oudtante Leonora 's morgens zo vroeg zou opstaan, maar toen ze beneden kwam voor het ontbijt en een stroom verplichtingen opsomde, kon ik merken dat zij het op haar manier even druk had met haar liefdadigheidsverenigingen en sociale organisaties als haar man met zijn advocatenkantoor. Ze zag er ook goed uit, met perfect gekapt haar. Ze droeg een lichtblauw katoenen pakje met een zijden blouse.
Mijn oudoom zat tijdens het ontbijt met zijn neus in de Londense Times, en kwam er alleen even bovenuit om commentaar te geven op iets wat hij net gelezen had. Ik merkte dat Leonora alleen maar glimlachte als hij iets zei en een gerekt 'Oooo' mompelde of alleen maar knikte. Ten slotte vouwde hij de krant op en draaide zich naar me om toen ik Mary Margaret hielp de tafel af te ruimen.
'Weetje hoe je naar de toneelschool moet komen?' vroeg hij.
Ik keek zenuwachtig naar oudtante Leonora. Moest ik de waarheid vertellen?'
'Natuurlijk weet ze dat niet, lieve,' antwoordde ze in mijn plaats.
'Dat dacht ik al. Ik kan Boggs vanmorgen niet missen. Je zult zelf de weg moeten vinden,' merkte hij op.
Het was geen grote teleurstelling.
Hij stak zijn hand in de binnenzak van zijn jasje en haalde er een klein blocnootje uit. 'Let goed op.' beval hij en ging dichter bij de tafel staan. Mary Margaret keek even naar mij en liep toen haastig naar de keuken alsof zij niet mocht horen wat hij tegen me zou zeggen.
'Hoewel Londen langer dan een eeuw de dichtstbevolkte stad op aarde was, was het altijd een verzameling dorpen,' begon hij. 'Elk dorp had zijn eigen karakteristieken en sommige hebben dat nog steeds.'
Terwijl hij sprak keek hij me niet recht aan. Hij praatte tegen de tafel alsof hij een docent was in een klaslokaal die met een les begon.
'De regering concentreert zich bijvoorbeeld rond Whitehall,' ging hij verder, 'macht ontlenend aan het parlement in Westminster,
onvolledig natuurlijk zonder de koningin, wier vorstelijke en publieke leven nog steeds geconcentreerd is rond St. James' Park.'
Hij keek naar me op.
'Begrijp je het tot dusver?'
'Ja,' zei ik, al begreep ik niet wat dit te maken had met de route naar de school. Moest je eerst de Engelse geschiedenis kennen voor je je door de stad kon verplaatsen?
'Mooi. De beste manier is dat je gebruik maakt van het Underground systeem. Wij noemen dat de tube. Alle stations zijn duidelijk gemerkt met dit symbool,' zei hij al tekenend, 'hel ronde Londen Transport symbool. Je kunt het besteen maandabonnement nemen.'
'O, ik moet mijn geld nog omwisselen in ponden,' zei ik een beetje paniekerig.
Hij keek scherp naar oudtante Leonora.
is dat nog niet gebeurd, Leonora?'
'Natuurlijk niet, lieve. Ze is gisteren pas aangekomen.'
'Waarom heb je haar niet meteen meegenomen naar je bank om het te regelen?'
'Ik dacht dat het belangrijker was om haar eerst de gelegenheid te geven zich te installeren en Boggs haar te laten vertellen wal ze in huis moet doen. We hadden geen tijd,' ging ze hoofdschuddend verder.
ik moet tegenwoordig ook voor alles zorgen,' mompelde hij.
Hij stak zijn hand weer in zijn binnenzak, haalde er een portefeuille uit en pakte een biljet.
'Dit is een biljet van tien pond; zei hij. Hij hield het omhoog en wapperde ermee voor mijn neus. 'Ken je het verschil lussen Engels en Amerikaans geld?'
'Ja,' zei ik.
'Mooi. Hier zul je voor vandaag genoeg aan hebben, maar je moet onmiddellijk het nodige regelen. Londen is verdeeld in een aantal zones. Een kaart moet geldig zijn voor alle zones waar je door komt. De prijs van het kaartje hangt af van het aantal zones. Begrijp je?'
Hij sprak te snel en het zei me allemaal niks.
'Kun je niet gewoon één ticket kopen?'
'Ja, natuurlijk, maar het hangt ervan af waar je naartoe wilt;
'Maar dat weet ik nog niet,' kermde ik.
Hij schudde zijn hoofd.
'Zo moeilijk is het niet. Kinderen kunnen het ook.'
'Maar in Amerika is het anders,' protesteerde ik.
'Amerika,' mompelde hij, 'heeft niet half zo'n goed openbaar vervoer als wij. Dat zul je binnenkort zelf wel zien. Als je vandaag naar het station gaat, zal de beambte je helpen. Hier,' zei hij, en schreef iets op zijn blocnootje. 'Dit is je route. In het station neem je de trein naar Notting Hill Gate waar je overstapt op de Circle Line die je naar Sloane Square brengt, waar je school is. Het is vlak bij het Royal Court Theatre. Ik denk niet dat dat erg moeilijk is, zelfs niet voor een Amerikaanse.'
Hij overhandigde me het velletje papier en het biljet van tien pond.
'Dank u,' zei ik.
'Je gaat door de voordeur naar buiten, rechtsaf en twee straten west naar het station.'
'Opwindend, hè?' riep oudtante Leonora in haar handen klappend.
'Ik zal u laten weten wanneer ik terugkom,' zei ik. Uit mijn ooghoek zag ik een glimlach in de ogen van mijn oudoom.
'Het is lang niet zo ingewikkeld als het nu klinkt,' zei hij, 'en anders dan de mensen in de States zijn de mensen hier vriendelijk en behulpzaam. Maar kijk goed uit aan wie je iets vraagt en maak voorlopig geen kleine excursies,' adviseerde hij. Hij vouwde zijn krant op en stond op, keek over de tafel naar Leonora alsof ze aan de andere kant van een lange tunnel zat. 'Zorg dat het probleem van het geld zo gauw mogelijk wordt opgelost. Leonora.'
'Ik zal het doen, lieve.'
'Nou. veel plezier vandaag,' en met die woorden ging hij weg.
Ik vertelde oudtante Leonora over de bankcheque die ik bij me had en ze zei dat ze er persoonlijk voor zou zorgen.
'Nu Richard er een koninklijke crisis van heeft gemaakt,' voegde ze eraan toe.
Ik hielp Mary Margaret de rest van de tafel af te ruimen. Toen ontbeten we en ging ik terug naar mijn gat in de muur om mijn haar te borstelen en wat lippenstift op te doen. Voor ik wegging, gaf ik oudtante Leonora de cheque die grootma Hudson me had gegeven. Ze keek ernaar en sperde haar ogen open en trok haar wenkbrauwen op.
'Dat is een hoop zakgeld om iemand te geven.' merkte ze op. ik heb nooit geweten dat mijn zus zo royaal was. Ik weet zeker dat Victoria dat niet weet.' ging ze peinzend verder. Toen schudde ze haar hoofd alsof ze een onaangename gedachte van zich afzette en glimlachte. 'Maar ik zal niet beweren dat je het niet nodig hebt. Londen is een dure stad. Ik zal voorlopig een paar honderd pond voor je opnemen. Prettige dag, kindlief,' voegde ze eraan toe.
Met een hart dat zo hard bonsde als de staande klok in de zitkamer liep ik het huis uit en begon mijn tocht naar mijn nieuwe school.
Mijn eerste fout maakte ik op net een blok afstand van Endfield House. Ik concentreerde me op alles wat oudoom Richard me had verteld en stapte van het trottoir, waarbij ik vergat dat de Engelsen aan de linkerkant van de weg rijden. Toen ik naar links keek. dacht ik dat ik veilig kon oversteken. Het volgende dat ik hoorde was het gepiep van remmen en een woedende bestuurder. Met een bonzend hart sprong ik terug op het trottoir.
'Let op het verkeerslicht,' schreeuwde de bestuurder woedend toen hij voorbij reed.
Ik deed mijn ogen dicht, hield mijn adem in en stak de straat over toen het veilig was. De lucht was nog grauw en ik zag dat ongeveer elke voetganger een paraplu bij zich had. Ik had er geen en niemand thuis had me er een aangeboden voor ik wegging. De eerste druppels begonnen te vallen voordat ik bij het station was. Ik kon niet hard hollend de straat oversteken vanwege het verkeer, dus moest ik wachten, ook al werd ik kletsnat. Ten slotte rende ik het station binnen en schudde me uit. Mijn blouse was doorweekt. Wat een afschuwelijk begin.
Mensen duwden me, liepen haastig heen en weer. Ik vond het niet erg veel verschillen van de subway stations in Amerika. Er stond zelfs iemand saxofoon te spelen met aan zijn voeten een blikje voor muntjes. Maar de beambte op het station was behulpzaam en even later stond ik naast alle anderen te wachten op mijn trein. Ik hoorde om de minuut of zo een aankondiging waarin gezegd werd: 'Let op bij het instappen.' Ik had geen idee wat dat betekende tot de trein stopte en ik zag dat er ruimte was tussen de trein en het perron.
'Let op bij het instappen; mompelde ik lachend bij mezelf en stapte toen in mijn eerste metrotrein in Londen. Ik bestudeerde de kaart en lette op de stations die oudoom Richard voor me had opgeschreven. Niet lang daarna liep ik het station uit en zocht in een druilerige regen naar de school. Ik begon in paniek te raken, dacht dat ik verkeerd was gelopen en bleef voor een etalage staan om op adem te komen. Mijn natte kleren kleefden aan mijn lichaam. Wat gênant om de eerste dag zo aan te komen, dacht ik, en ik vroeg me af of ik niet beter om kon keren en teruggaan naar Endfield Place.
'Gaal het goed met je, kindlief?' vroeg een oud dametje dat uit de winkel kwam.
Ik denk dat ik een nogal vreemde indruk maakte zoals ik mijn armen om me heen geslagen hield en me tegen de muur drukte.
'Nee, ik moet ergens naartoe maar ik kan het niet vinden,' zei ik.
'En waar moet je dan naartoe?'
Ze keek naar me op en knipperde met haar ogen. Haar gezicht leek bijna geschilderd, zo zwaar had ze zich opgemaakt.
'Hier,' zei ik en hield het adres voor haar ogen. Ze keek even naar het adres en toen weer naar mij.
'O, dat is niet ver, kind. Je gaal hier linksaf tot de Plowman's Pub en daar is het vlak om de hoek.' Ze opende haar paraplu, ik ben op weg naar een vriendin die daar in de buurt woont. Om deze lijd drink ik altijd een kop thee met haar. Later gaan we naar de pub als die opengaat en drinken we een shandy. Kom mee.' Ze wenkte en ik bukte me om onder haar paraplu te kunnen lopen. Het moest een gek gezicht zijn zoals we samen over het trottoir liepen, dacht ik.
'Wat is een shandy?' vroeg ik.
'Een shandy ? O, half bier en half limonade. Heb je nog nooit een shandy gedronken?'
'Nee,' zei ik lachend.
'Mijn eerste man en ik gingen de laatste vijf jaar elke middag samen naar Plowman. Hij is zes maanden geleden gestorven.'
'O, dat spijt me.'
'Ja, het is niet leuk om oud te worden, kindlief. Blijf jij maar jong en droog,' riep ze, terwijl ze een gebouw naast de pub binnenging.
Haastig liep ik de hoek om tot ik het adres had gevonden. Het zag er meer uit als een klein kantoorgebouw dan als een school, maar de naam stond op de dubbele glazen deur. Ik ging net naar binnen toen twee meisjes in zwarte maillots luid giechelend de trap rechts
van me af kwamen. Ze leken zusjes. Ze hadden allebei heel donkerbruin haar. maar van de een was het kort geknipt tot haar hals en van de ander was het langer en schijnbaar ongeborsteld, maar toch heel aantrekkelijk. Ze waren allebei knap om te zien. Hun huid was bijna even donker als die van mij.
'Bonjour' zei de kortharige. 'Kunnen we je helpen?'
ik zoek meneer MacWaine.' Ik streek met de palmen van mijn handen over mijn natte haar.
'O, ja, monsieur MacWaine is in zijn kantoor, non, Leslie?' vroeg ze aan het andere meisje.
'Mais oui. Kom je hier studeren?' vroeg ze aan mij.
'Ja.'
'Ben jij het meisje uit Amerika?'
'Ja,' zei ik, inwendig lachend. Het meisje uit Amerika, dacht ik.
'Trés bien. Ik ben Catherine en dit is mijn zusje Leslie. Welkom,' zei ze.
'Dank je.'
'Woon je ook in het studentenhuis?' vroeg Catherine.
'Nee. Ik woon bij de zus van een vriendin. Eerlijk gezegd werk ik voor mijn kost en inwoning, ik help in de huishouding, met de maaltijden.'
'Een au pair.' verklaarden ze allebei lachend.
'Ja.'
'Trés bien,' zei Leslie. 'Wat wil je worden - zangeres, danseres, actrice?'
ik word geacht tot actrice te worden opgeleid. Zijn jullie danseressen?'
'Vandaag wel,' zei Catherine. 'Morgen zijn we zangeressen.'
Ze lachten weer, keken elkaar eerst aan en begonnen toen te giechelen. Ze hadden allebei een mopsneusje, een kleine mond en een aanstekelijke glimlach.
'We komen uit Parijs,' zei Catharine en slak haar hand uil.
ik heet Rain Arnold. Ik kom uit  Virginia.'
'Enchanté,' zei Leslie. 'Spreek je Frans?'
Ik schudde mijn hoofd.
'Ach, je zuil van elke taal iets leren en misschien spreek je Frans legen de tijd dat je teruggaat naar Amerika, hè?' zei Catherine. Ze keek naar Leslie om bevestiging, maar Leslie haalde alleen maar haar schouders op.
'Misschien wel, misschien niet. Dat is het kantoor van monsieur MacWaine,' zei ze, wijzend naar een deur. 'Hij is bezig met zijn cijfers.'
'Cijfers?'
'Geld, dollars, francs, ponden, lires, yens; somde Catherine op. 'Hij is de man van het geld, hè?'
'Oui. Hij zal een ster van je maken, chérie,' zei Leslie. 'Tegen een prijs.'
Ze lachten weer.
'Zie je al die sterren ?' zei haar zus met een gebaar naar de ingelijste foto's aan de muren. 'Hoe zeg je dat...gradu... gegradueerden van hier ? Op een dag zal jouw foto hier ook hangen.'
Ik knikte. Het zag er indrukwekkend uit.
'We gaan ervandoor, naar de electrocutielessen. Tot straks misschien, ja?' zei Catherine.
'Electrocutie?'
'Oui. Waar je goed leert spreken;
'O, je bedoelt elocutielessen.'
'Mais oui. Tot straks.'
'Waarschijnlijk wel,' zei ik toen ze zich omdraaiden en door de deur rechts van me verdwenen.
Ze waren gekomen en gegaan in een wervelwind van energie en gelach. De deur van het kleine kantoortje van MacWaine stond open. Hij zat le telefoneren. Toen hij me zag, beëindigde hij zijn gesprek en wenkte me, terwijl hij opstond en om zijn bureau heen liep, om binnen te komen. Ook hier hingen foto's van vroegere leerlingen aan de muren en foto's van theateropvoeringen. Aan één muur hingen posters van musicals en toneelstukken.
'Rain, wal leuk je te zien. Heb je een goede reis gehad? Heb je je intrek genomen bij de zus van mevrouw Hudson?'
'Ja,' antwoordde ik op beide vragen.
'Ga zitten alsjeblieft. Alle paperassen zijn in orde,' legde hij uit. terwijl hij achter zijn bureau plaatsnam, ik zal je de school laten zien en dan kun je beginnen met de dictie. De les begint over iets minder dan een halfuur. Vertel eens, heb je al gelegenheid gehad om iels van Londen te zien?'
'Nee, meneer. Ik ben gisteren pas aangekomen en ben meteen aan het werk gegaan bij de Endfield en vanmorgen ben ik rechtstreeks hierheen gekomen.'
'Je zult tijd genoeg hebben voor sightseeing. Maak je daar maar geen zorgen over. En het is een onderdeel van het leerprogramma om theatervoorstellingen in het West End bij te wonen. Ik beloof je dat dit in alle opzichten een lonende ervaring zal zijn. Ik ben erg blij voor je. Maargoed, laten we geen lijd verspillen,' zei hij en sprong weer overeind. 'Ik zal je rondleiden.'
Ik stond op en volgde hem zijn kantoor uit.
'Op het ogenblik, in het zomerseizoen, hebben we maar veertig leerlingen. Ze zijn hier op verschillende tijden en doen verschillende dingen, zodat je soms met niet meer dan een tiental leerlingen in de klas zult zitten. We zijn trots op het feit dat we onze leerlingen zoveel individuele aandacht kunnen geven.'
Toen we verder het gebouw in liepen hoorde ik een mooie mannelijke zangstem. Hij zong iets in het Italiaans. MacWaine zag mijn belangstelling.
'Dal is Randall Glenn,' vertelde hij. 'Een echte ontdekking. Hij komt uit Toronto, Canada.'
We bleven staan bij een deur met een groot raam erin en keken naar binnen. Ik zag een goedgebouwde jongen van ongeveer één meter vijfentachtig met dik kastanjebruin haar dat een knap gezicht omlijstte. Zijn ogen waren zo fel hemelsblauw dat ik ze kon zien oplichten als hij een hoge noot zong. Hij draaide zijn lichaam langzaam in onze richting.
Een kleine, gezette man met antracietgrijs haar begeleidde hem aan de piano. Zijn vingers waren zo dik dat ze aan elkaar gelijmd leken, met vliezen als de klauw van een of andere amfibie.
'Nee, nee, nee,' riep hij en tilde zijn handen op van de toetsen. 'Te veel in de keel. Zing vanuit hier, vanuit de lage regionen,' riep hij, kloppend op zijn eigen diafragma. Randall boog zijn hoofd en sloot zijn ogen alsof hij een pak slaag had gekregen.
'Dat is professor Wilheim uit Wenen. Hij is een harde leermeester, maar hij heeft zand veranderd in parels. Als hij in je gelooft, zul je snel leren in jezelf te geloven.'
Ik keek toe terwijl Randall Glenn opnieuw begon. Zijn stem had zo'n resonantie dat ik me niet kon voorstellen dat iemand er iets op aan te merken zou hebben. Zijn ogen die op het plafond gericht waren, gingen omlaag tot ze de mijne ontmoetten. Het feit dat hij me naar hem zag staren, moet zijn concentratie hebben verbroken, want professor Wilheim sloeg met zijn handen op de toetsen. De professor pauzeerde om te kalmeren en draaide rond op zijn pianokruk. MacWaine hief zijn hand op en keek naar mij.
'Laten we verdergaan. De professor houdt er niet van om te worden gestoord.'
Hij liet ine een kleine kantine zien bij een piepklein keukentje. Er hing een kurken prikbord met allerlei notities, waarin van alles te koop werd aangeboden, ook theatertickets.
'De leerlingen maken hun eigen lunch hier klaar. In de koelkasten zijn diverse soorten vlees en kaas, yoghurt en andere dingen te vinden. En er is een magnetron en een gasstel om soep en thee te maken als je dat will. Na een tijdje zul je merken dat we hier een kleine familie vormen met elkaar.'
De volgende twee kamers waren klaslokalen met schoolborden. In een ervan waren zes leerlingen bezig met het lezen en bestuderen van De Getemde Feeks. Een lange, magere vrouw van een jaar of dertig, met lichtbruin haar, liep met gesloten ogen door het lokaal en luisterde naar de voordracht. Soms onderbrak ze een leerling en vroeg om te interpreteren wal hij of zij zojuist had gelezen, hoe het moest worden geacteerd en wal de reacties van de andere uitvoerenden op het toneel op dat moment hoorden te zijn.
'Elke leerling," fluisterde MacWaine, 'wordt behalve acteur ook regisseur. Wij geloven dat die twee nauw met elkaar verbonden zijn. Dat is mevrouw Winecoup die ook les geeft in de dictieklas waar je over vijftien minuten naartoe gaal.' Het klonk bijna als de countdown voor de lancering van een raket. Ik voelde me nerveus.
We liepen de gang door naar een andere trap die naar de dansstudio voerde op de eerste verdieping. MacWaine legde uit dat ze de muren hadden afgebroken om er een studio van te maken. Een lange, gespierde zwarte jongen deed balletoefeningen. We keken een tijdje naar hem.
'Dat is Philip Roder," zei MacWaine luid fluisterend. 'Hij heeft al opgetreden in een productie van The Student Prince in Amsterdam.
Hij komt hier vandaan, uit Londen. Tussen haakjes, mevrouw Hudson heeft me alles watje nodig hebt van tevoren voor je laten kopen. Als we teruggaan naar mijn kantoor, zal ik je je maillot, balletschoenen, boeken en accessoires geven.'
'O. Dank u.'
'Mevrouw Hudson is een groot weldoenster en ze heeft het goed mei je voor,' zei hij.
ik weel het.'
Toen we terugliepen naar de trap, kwamen we langs de elocutie- klas. Ik zag Leslie en Catherine en twee andere meisjes, een heel lang meisje met roodblond haar en een slank meisje van ongeveer mijn lengte, met vlasblond haar, die zinnen herhaalden die de docent. een man met donker haar van een jaar of vijftig, voorzei. Er waren ook twee jeugdiger uitziende jongens bij.
Terug in zijn kantoor gaf MacWaine me mijn spullen en mijn lesrooster. Na de dictieklas moest ik me melden bij professor Wil hei m bij wie ik auditie moest doen voor mijn stem, en na de lunch moest ik naar mevrouw Vandermark die mijn danstalent zou beoordelen.
'Op die manier weten we precies waar we met je moeten beginnen," legde hij uit. Hij heette me nogmaals welkom, keek op zijn horloge en zei dat het lijd was voor mijn eerste les. 'Veel succes,' wenste hij me.
Nu ik een paar van de leerlingen had gezien, begon ik me af te vragen wal ik hier eigenlijk deed. Ik voelde me als iemand die op de proef zou worden gesteld en ontmaskerd zou worden als een bedriegster. Morgen zouden ze me mijn ontslagbriefje geven en zou ik in een vliegtuig stappen op weg naar de States. Bijna hoopte ik dat het zou gebeuren, zo zenuwachtig was ik. In een school voor uitvoerende kunsten, zoals deze, stelde ik me voor dat mensen je voortdurend bestudeerden, evalueerden, beoordeelden en taxeerden. In zulke kleine klassen was het onmogelijk om niet op te vallen, je bijna onzichtbaar te maken, zoals zoveel leerlingen deden op de openbare school die ik had bezocht. Ik kende leerlingen op de school in Washington van wie de docenten de namen niet wisten ook al zaten ze al maanden in zijn klas. Wat een verschil tussen dit en naar school gaan in het getto, dacht ik.
Leslie en Catherine waren al in de klas toen ik binnenkwam. De
andere twee meisjes die ik in de elocutieklas had gezien, zaten achter hen. Ze draaiden zich om toen ik binnenkwam.
'Ah, chérie,' riep Leslie, 'we hebben op je gewacht. Dit is Fiona en dit is Sarah.' Het roodblonde meisje dat Fiona heette, glimlachte naar me, maar het meisje met het vlasblonde haar keek onvriendelijk. achterdochtig.
'Hoi, ik ben Fiona Thomas.' Ik pakte haar lange slanke hand aan.
'Ik ben Rain Arnold.'
Ik keek naar het andere meisje.
'Hallo,' zei ze, nauwelijks haar lippen bewegend. 'Ik denk datje wel kunt raden dat ik Sarah ben, Sarah Broadhurst.'
De Franse meisjes hadden hun balletpakje nog aan, maar Fiona en Sarah droegen een lange rok en een wijde blouse met een ruche aan de hals.
'Hoi,' zei ik tegen Sarah. Haar mondhoeken gingen omlaag.
'Ben jij het meisje dat in een schoolvoorstelling in Amerika is ontdekt?' vroeg ze.
'Ja.' zei ik. 'Waar ben jij ontdekt?'
'Ondereen steen.' riep een mannenstem achter me. Ik draaide me om en keek in de blauwe ogen van Randall Glenn. Hij lachte luid om zijn eigen grap. Leslie en Catherine lachten ook, maar Fiona keek geschokt. 'Hai,' zei hij, zijn hand uitstekend, ik ben Randall Glenn. Ik dacht wel dat jij de nieuwe leerlinge was toen ik je door het raam zag kijken. Woon jij ook in het studentenhuis?'
'Nee, ik woon bij de zus van een vriendin.' zei ik.
'Waar?' vroeg Fiona.
'Holland Park,' zei ik. Ze keek naar Sarah die meesmuilend terugkeek.
'We wonen niet ver bij je vandaan. Ik woon in Notting Hill Gate en Sarah in South Kensington.'
'Was dat het enige stuk waarin je hebt gespeeld?' vroeg Sarah aan mij. Ze keek bezorgd omdat ik misschien meer toneelervaring zou hebben dan zij.
'Ja, het allerenige.'
'Ontdekt bij je debuut? Dat is indrukwekkend,' spotte Randall. 'Vind je niet, Sarah?'
'Dat moet je mij niet vragen,' zei ze. 'Vraag dat maar aan MacWaine.' 'Sarah maakt zich ongerust dat ze concurrentie kan krijgen voor de rol van Ophelia in onze opvoering van Hamlet deze maand. De school geeft om de twee maanden een demonstratieavond,' legde Randall uit.
ik maak me echt niet ongerust,' merkte ze op, maar ze keek even met onderzoekende ogen naar mij voor ze zich omdraaide.
Ik ging zitten en Randall koos een stoel tegenover me toen mevrouw Winecoup de klas binnenkwam.
'Goedemorgen allemaal,' zei ze met een glimlach naar mij. 'Heeft iedereen onze nieuwste leerlinge. Rain Arnold, al Ieren kennen?'
'Ja, mevrouw Winecoup,' zei Randall. 'We zijn allemaal keurig voorgesteld.'
Zijn maffe grijns deed me glimlachen. Hij knipoogde naar me en draaide zich toen om naar onze docent.
'Mooi zo. Welkom, Rain. Ik zie dat je je leerboek al bij je hebt. We zijn net begonnen met een analyse van Hamlet ter voorbereiding van een avond toneel, dans en zang die we over veertien dagen geven. Heb je het stuk wel eens gelezen?'
'Ja,' zei ik, 'maar niet erg nauwkeurig.'
Eindelijk kwam er een glimlach op Sarahs gezicht.
'Goed zo,' zei mevrouw Winecoup tot mijn verbazing. "Misschien krijgen we dan een paar nieuwe en frisse interpretaties.'
Sarahs glimlach verdween. Randall keek als een kleine jongen die koekjes uit de trommel heeft gestolen, en het gezicht van de franse meisjes straalde. Fiona keek naar me alsof ik een belangrijke verklaring had afgegeven, en ik had het gevoel dat mijn tong aan mijn gehemelte was vastgelijmd.
Ze doen er niet lang over om je in de schijnwerpers te plaatsen, dacht ik.
Maar per slot is dat de reden waarom ik hierheen ben gestuurd.
Denk ik.
Na de les moest ik me melden bij professor Wilheim voor de beoordeling van mijn zangstem. Ik zei het tegen Randall en hij bood aan met me mee te gaan.
'Ik kan niet met je mee naar binnen,' zei hij, 'maar ik heb niets te doen tot mijn toneelkunstles en ik kan in de buurt blijven om je morele steun te verlenen als je dat wilt. Daarna kunnen we gaan lunchen. Ik ben hier zelf nog niet zo lang, maar ik zal je zo goed mogelijk wegwijs maken,' ging hij verder toen ik alleen maar luisterde zonder iets te zeggen. Hij keek nerveus om zich heen. ik heb nog niet de kans gehad veel vrienden te maken. Als je niet wilt dat ik het doe, dan zal ik...'
'Nee,' zei ik glimlachend, ik zou het erg prettig vinden. Dank je.'
Hij keek me stralend aan. Wist hij hoe knap hij was? dacht ik. Ik had genoeg van jongens die dat maar al te goed wisten en zich ergerlijk arrogant gedroegen. Maar hij leek erg nerveus en praatte aan één stuk door lol we bij de zangstudio waren. Ik hoorde dat zijn vader effectenmakelaar was. Randall zei dat hij de oudste van drie kinderen was. Hij had een jongere broer en een zus die de benjamin van de familie was.
Ik was zo zenuwachtig toen ik voor processor Wilheim moest zingen dat ik hoorde hoe mijn stem oversloeg toen ik alleen maar de toonladder zong. Hij wilde welen of ik noten kon lezen. Natuurlijk kon ik dat niet en hij keek me even vol afkeer aan voor hij zuchtte als iemand die moed verzamelt om nog tien blokken verder te lopen. Toen vroeg hij welk lied ik kende. Geen van de liedjes die ik kende beviel hem. Ten slotte vroeg hij me om 'Amazing Grace' te zingen terwijl hij me begeleidde op de piano.
'Heel goed, heel goed,' zei professor Wilheim toen ik klaar was. 'Je volgt elke dinsdag en donderdag om negen uur mijn intermediaire klas. Geeft dat problemen?' vroeg hij. Ik bekeek mijn lesrooster en schudde mijn hoofd.
'Nee.'
'Goed.'
Toen ik Randall vertelde dat ik in de intermediaire klas zou komen, reageerde hij of ik al gecast was in een belangrijke show.
'Hij denkt datje een melodie kunt dragen, anders zou hij je veroordelen tot de do-re-mi-vooreeuwig klas,' zei hij. 'Misschien zingen we een dezer dagen nog eens een duel samen.'
'Alsjeblieft,' zei ik, 'spaar me valse complimentjes.'
Hij maakte een grimas alsof ik hem een klap had gegeven.
'Vergeet niet dat ik jou heb horen zingen. Daar kan ik in de verste verte niet aan tippen,' voegde ik eraan toe.
Hij keek naar me met een waarderende glimlach en werd serieus toen we de kantine binnenkwamen.
'Ik hoop dat ik aan de verwachtingen kan voldoen,' mompelde hij.
Dat was iets wat ik kon begrijpen. Het moest moeilijker zijn om  uitverkoren te worden en te mislukken dan nooit te zijn uitverkoren. Denk eens aan al die teleurgestelde familieleden en vrienden die over je mislukking zouden horen. Wat moest je dan doen? Zou mij dat overkomen? Maar wie zou ik teleurstellen? dacht ik. Grootma Hudson misschien, maar zeker niet mijn echte moeder en zeker niet Roy. Hij wilde dat ik elke gedachte aan een carrière zou opgeven en met hem trouwen.
Je bent er altijd zelf nog, Rain. Je zult jezelf teleurstellen.
Sarah en Fiona zaten al aan tafel met sandwiches en thee. Philip Roder, de balletdanser die ik had zien oefenen, las een biografie van Isadora Duncan en at een bakje yoghurt. Hij keek op toen Sarah vroeg hoe het bij professor Wilheim was afgelopen.
'Hij heeft haar in de intermediaire klas geplaatst,' zei Randall onmiddellijk voor ik kon antwoorden. Hij leek vastberaden elke glimlach van haar gezicht te verbannen.
'Heus?' vroeg ze. Haar stem droop van teleurstelling.
'Heel goed,' zei Philip Roder. 'Hij heeft mij praktisch verboden in zijn studio te komen. Hallo. Ik ben Philip Roder.' Hij stak zijn hand uit.
'Rain Arnold,' zei ik zijn hand aannemend, ik heb je zien dansen. Je bent erg goed.'
'Dank je,' zei hij.
'O, heb je ook al verstand van ballet?' vroeg Sarah.
'Ongeveer evenveel als iedereen waar ik vandaan kom, denk ik, maar ik geloof niet dat je er zo erg veel verstand van hoeft te hebben om te weten dat hij goed is,' zei ik vinnig.
'Goed zo,' zei Philip met een brede glimlach, iemand met lef.'
Sarah keek even woedend op en nam een hap van haar sandwich.
'Wat wil je eten?' vroeg Randall me. Ik liep met hem naar de koelkast en zocht wat kaas uit. Hij zette thee voor ons, terwijl ik de sandwiches klaarmaakte. Voor we gingen zitten, waren Fiona en Sarah vertrokken.
'Wat is haar probleem?' vroeg ik mei een knikje in hun richting.
'Let maar niet op haar. Ze heelt altijd een rothumeur,' zei Philip Roder. 'Zo is ze tegen iedereen, vooral tegen nieuwe leerlingen.'
Ik knikte en haalde toen mijn schouders op.
'Waar ik vandaan kom. Philip, zou ze niet meer dan een lastige vlieg zijn. Eén klap en ze is weg.'
Hij lachte luid.
'Gelijk heb je.' zei hij, en keek toen naar Randall. 'Ik zou me maar goed voorbereiden als je dat meisje wilt versieren, Randall m"n jongen,' ging hij verder terwijl hij opstond, ik moet ervandoor. Tot ziens, Rain Arnold.'
Ik keek naar Randall. Zijn gezicht had de kleur van verse aardbeien.
'Moet je hem horen. Je bent een beetje vriendelijk legen iemand,' zei hij, 'en voor je het weet hebben ze je verloofd. Ik hoop dat je je niet beledigd voelt.'
Hij keek echt zenuwachtig; zijn hand Trilde toen hij zijn theekopje naar zijn mond bracht.
'Maak je geen zorgen.' zei ik. 'Hel laatste waar ik op het ogenblik aan denk, is romantiek.'
ik ook,' zei hij snel, alsof ik wilde dat hij dat zou zeggen.
Ik trok mijn wenkbrauwen op.
'Echt waar?'
'O, ja, ik bedoel... ik bedoel niet dat ik je niet zou willen vragen een keer met me uit  te gaan of zo, maar... ik moet mijn werk serieus nemen en...'
ik weet toch niet hoe we met elkaar overweg zouden kunnen,' zei ik, naar mijn thee starend.
'Wat? Waarom?'
'Je hebt zonder meer aangenomen dat ik een tif 'was. Ik ben een mif.'
'Hè?'
'Je hebt eerst de thee ingeschonken.'
Hij staarde me even aan en begon toen te lachen.
'O. Ja. Natuurlijk. Het spijt me. Ik had het moeten vragen.'
'Ik maak maar gekheid. Ik ken het verschil niet. Ik ben net aangekomen. Ik heb zelfs nog niks van de stad gezien.'
'O nee? O. Nou. misschien kunnen we van de week een keer afspreken en een kleine tour maken. Ik ben hier al een paar keer geweest, maar ik heb nooit echt veel aandacht ervoor gehad. Ik was altijd met mijn ouders op zo'n groepsexcursie. Zou je dat willen?'
'Graag,' zei ik.
'Fijn.'
Hij keek immens opgelucht.
Maar juist op dat moment stormden Leslie en Catherine de kantine in en gilden onmiddellijk: 'O, o, o.'
Randall werd weer vuurrood toen Catherine naast hem ging zitten en met haar schouder tegen de zijne wreef.
'Ik probeer het al de hele week bij hem en jou lukt het met één glimlach, chérie! zei ze tegen mij.
'Oké, Catherine. beheers je,' smeekte Randall.
Leslie ging achter hem staan en legde haar hand op zijn andere schouder.
'Misschien kunnen we hem delen, Rain?'
'Willen jullie alsjeblieft ophouden!' riep Randall uit. Hij keek even naar mij en schoot toen overeind. 'Ik heb straks toneelkunst en ik moet me nog voorbereiden. Tot ziens allemaal.' Hij keek nog even naar mij en liep toen haastig weg.
De twee Franse meisjes giechelden.
Ik lachte met ze mee en keek Randall na.
Een knappe, maar verlegen jongen, dacht ik.
Misschien zal ik het hier prettig vinden, dacht ik. Eén ding dat ik bij de andere leerlingen al had aangevoeld was het ontbreken van onderlinge spanningen vanwege het verschil in huidskleur. Misschien omdat we hier allemaal zo verschillend waren, sommigen spraken een heel andere taal en allemaal hadden we een andere achtergrond en cultuur.
Misschien kon je in het theater zijn wie je wilde en als je goed was in watje deed, vergaten de mensen in de zaal al het andere van je. Iedereen deelde de illusie.
Grootma Hudson was misschien een stuk wijzer dan ik gedacht had, was mijn conclusie. Misschien had ze dit allemaal voorzien. Misschien had ze geweten dat ik liever in mijn denkbeeldige wereld zou leven dan in de reële wereld die me door het lot was gegeven.
Misschien had ze geweten dat dit de manier was waarop ik het lot kon dwarsbomen en het geluk vinden.
Eindelijk.
Ik zou het gauw genoeg weten.

***