Bezoekers in de nacht
De butler van mijn oudtante Leonora liep uitgesproken mank.
Zijn rechterbeen leek korter dan het linker. Als hij zijn
linkervoet neerzette, ging zijn rechterbeen omhoog en omlaag alsof
het een los aanhangsel was dat hij rondzwaaide. Hij was een lange,
magere man van ruim één meter negentig met krullend bruin en grijs
haar als een van de Marx Brothers. Zijn gezicht was lang met een
smalle kin die zo ver onder zijn lip zat dat het leek of die
langzaam wegvloeide naarmate hij ouder werd. Hij had dunne lippen
die in de hoeken omlaaggingen en ogen die diep in zijn schedel
lagen. Ik vond dat hij leek op een man die een keer zo geschrokken
was, dat zijn gezicht verstard was in een uitdrukking van
voortdurende angst. Hij wachtte naast de auto lot Boggs stopte en
opende het portier voor oudtante Leonora.
'Haal de bagage uit de kofferbak,' snauwde Boggs legen hem. De
butler bewoog zijn hoofd op en neer als een paard en liep om de
auto heen naar de kofferbak. Boggs hielp oudtante Leonora
uitstappen en ging iets naar achteren toen ik eruit kwam.
'Dit is Rain Arnold, Leo,' zei oudtante Leonora tegen de
butler. Hij slak zijn hoofd om het deksel van de bagageruimte en
toverde een zwak glimlachje te voorschijn. Toen keek hij naar
Boggs, die hem zo fel aankeek dat Leo zich meer ging haasten.
Niemand scheen zich er iets van aan te trekken of zelfs maar te
zien hoe hij met al die koffers liep te zeulen. Boggs deed geen
enkele poging om te helpen.
'Daar is ze,' riep oudtante Leonora toen het dienstmeisje in
de deuropening verscheen. Ik kreeg de indruk dat de butler en het
dienstmeisje achter de ramen op onze komst hadden staan wachten.
'Mary Margaret zal je je kamer wijzen, kindlief.'
Ik keek naar het kleine jonge vrouwtje dat me met haar
zacht-blauwe ogen belangstellend aanstaarde. Ze zag er kinderlijk
uit en was hoogstens één meter vijftig. Haar gezicht was zo perfect
als van een pop en even klein. Onder haar donkerblauwe uniform
leken haar borsten niet meer dan een paar prepuberachtige
zwellingen. Ze was zo tenger en haar polsen waren zo smal dat ik me
afvroeg hoe ze iemands bediende kon zijn. Ik dacht dat ze wilde
glimlachen, maar toen keek ze naar Boggs en haar lippen
verstrakten. Er verscheen een ijzige angst in haar ogen. Ze maakte
een kleine revérence en deed een stap achteruit.
Achter ons liep Leo te kreunen. Hij knelde een van mijn
koffers lussen zijn arm en de zijkant van zijn lichaam en liet hem
op zijn heupbeen rusten. Het gewicht van de andere twee koffers
trok zijn schouder omlaag, zodat de aderen in zijn nek uitpuilden
onder zijn bleke huid. Hij klemde zijn tanden op elkaar van
inspanning om alle koffers vast te houden. Boggs bood nog steeds
niet aan om te helpen en ik durfde niets te zeggen.
'Mary Margaret zal een geschikt uniform voor je zoeken, nadat
ze je kamer heeft gewezen en dan zal Boggs je vertellen wat je
taken zijn. Kom, blijf daar niet als een wassen beeld staan, Mary
Margaret. Zeg haar goedendag. Ze bijt niet,' zei oudtante
Leonora.
Mary Margarets ogen gingen van haar naar mij.
'Hallo,' zei ze bijna fluisterend.
'Hoi.' Ik glimlachte vriendelijk naar haar, maar ze sloeg haar
ogen neer en bleef staan wachten.
We gingen naar binnen. Het verbaasde me dat het zo donker was
in de hal. De muren waren bordeauxrood. Overal hingen schilderijen,
donkere olieverfschilderijen, in donkere lijsten. Een grijs kleed
lag op de grond en een zwak brandende kroonluchter hing aan het
plafond. Voor ons lag een trap die met een bocht naar rechts
omhoogliep. Hij had een mahoniehouten leuning, maar de treden leken
van steen. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat ze in werkelijkheid
hekleed waren met dun zilvergrijs tapijt.
Mary Margaret liep het huis in terwijl Leo achter ons met mijn
koffers tegen de deurlijst bonkte. Hij had het er werkelijk
moeilijk mee, maar niemand scheen zich erom te bekommeren. Ik was
Hl ij k- baai e enige die het zelfs maar merkte.
'Wacht' riep oudtante Leonora toen ik achter Mary Margaret aan
liep. ik heb besloten Rain eerst het huis te laten zien. Dat zal
het makkelijker voor haar maken als Boggs haar vertelt wat ze moet
doen. Zodra je haar geïnstalleerd hebt, Mary Margaret, breng je
haar naar mevrouw Chester en zorg je dat ze thee krijgt.'
ia, mevrouw,' zei Mary Margaret. Ze sloeg haar ogen neer alsof
oudtante Leonora een vorstelijk personage was die je niet in de
ogen mocht kijken. Na haar antwoord maakte ze weer een korte
revérence.
'Hier is de zitkamer,' zei oudtante Leonora.
Ik keek naar binnen zonder over de drempel te stappen. Er was
een kleine open haard met een witmarmeren schouw. In de kamer
hingen schilderijen uit de romantische tijden een paar portretten
van zuur kijkende vrouwen en streng kijkende mannen met grijze
pruiken. Voor de ramen hingen crèmekleurige zijden gordijnen en
elke tafel, elke beschikbare ruimte eigenlijk, werd in beslag
genomen door kunstvoorwerpen, snuisterijen, vazen, tinnen beelden
of miniaturen. Voor de stoelen stonden voetenbanken en de meubels
waren overtrokken met donkerbruine chintz. Tegen de muur rechts van
me stond een hoge donker eikenhouten staande klok waarvan de
wijzers op de twaalf stonden.
'Al die schilderijen zijn verzameld door de voorouders van
mijn man. De National Gallery zou ze graag in handen krijgen,"
eindigde ze met een zacht lachje.
'Hier,' ging ze verder, door de hal lopend, 'is onze
eetkamer.'
Weer hield ik me op de achtergrond als iemand in een museum
die wordt rondgeleid en kostbaar antiek te zien krijgt dat hij mag
bewonderen maar niet aanraken. Ik had het gevoel dat er een
onzichtbaar fluwelen koord was gespannen tussen mij en elk
meubelstuk, elk kunstwerk, elk beeld. Oudtante Leonora was net zo
goed op de hoogte als een museumgids.
'Onze eetkamer is gebouwd rond een schouw die is geïnspireerd
door de schouw die uit Brighton naar Buckingham Palace werd
gebracht. Het behang is beschilderd met decoraties die gebaseerd
zijn op een achttiende-eeuws patroon. Onze eettafelstoelen zijn
bekleed met stoffen van Bertram & Fils. Ze zijn erg populair
tegenwoordig. Die kroonluchter,' zei ze, met een knikje naar het
plafond waar een kristallen en groen glazen kroonluchter hing,
'komt uit Rusland. We hebben onlangs die openslaande deuren laten
installeren zodat we tijdens het eten kunnen genieten van de
voorjaars- en zomerlucht.'
Ze liet me de officiële salon zien, zoals ze die kamer noemde,
en vertelde me dat het Bessarabische tapijt duizenden en duizenden
ponden waard was. Er stond een kleine vleugel met wat bladmuziek
open op de standaard alsof er zojuist iemand had zitten spelen.
Alle meubels waren met een donker patroon bekleed en de kamer zelf
zag er zo ongebruikt en onaangeraakt uit als een etalage in een
meubelzaak.
Ik was diep onder de indruk van de bibliotheek. Hij stond net
als de andere kamers vol kunstvoorwerpen en waardevol uitziende
objecten. maar de bibliotheek was boordevol boeken in ingebouwde
boekenkasten aan de muren. Ik dacht niet dat er nog één boek aan
kon worden toegevoegd. De planken reikten tot het plafond en er
stond een verplaatsbare ladder zodat alle boeken te bereiken
waren.
'Richard is erg trots op zijn zeldzame boekenverzameling,' zei
oudtante Leonora. 'Het meeste van wat je hier ziet zijn eerste
drukken. Sommige stammen zelfs uit de vroeg negentiende eeuw. Hij
heeft originele uitgaven van Dickens, Thackeray, Samuel Johnson,
George Eliot. Noem een auteur en Richard heeft iels van hem of
haar,' zei ze met een zacht lachje dat klonk als het getinkel van
kleine belletjes.
Ook voor de ramen van de bibliotheek hingen zijden gordijnen,
l x stond een velours bank met een bijpassende stoel. Aan het eind
van de bibliotheek stond een groot eikenhouten bureau. Alles erop
was keurig geordend. Het hout glom alsof het pas gewreven
was.
'Dit is het enige seksistische deel van ons huis,' zei
oudtante Leonora toen ze me naar de volgende kamer bracht waarin
een grote pooltafel stond. 'De biljartkamer is echt alleen voor
mannen. Wie wil trouwens stinken als een tabaksplant als je eruit
komt?'
We keken er een paar seconden naar, maar lang genoeg om een
flinke vleug op te kunnen snuiven van de sigaren die er onlangs in
gerookt waren.
Terwijl we door het huis liepen en elke kamer bekeken, vroeg
ik me af hoe iemand die zo tenger en klein was als Mary Margaret
dat allemaal in orde kon houden. Wat een paradijs voor stof, dacht
ik, met al die kunstvoorwerpen, beelden, glazen beeldjes, en
tin.
Tijdens de rondleiding sjouwde Leo achter ons aan met mijn
koffers en Mary Margaret naast hem. Boggs bleef in de hal staan als
een schildwacht. Plotseling draaide oudtante Leonora zich om en
klapte in haar handen.
ik heb besloten je iets van de bovenverdieping te laten zien.
De anderen kunnen hier wachten.' verklaarde ze. Ik keek even naar
Mary Margaret, maar ze wilde me niet rechtstreeks aankijken. Ze
richtte haar ogen op een leeg stuk van de muur tussen twee olie-
verflandschappen.
Ik volgde oudtante Leonora de trap op. Bij de dubbele deur van
de slaapkamer van haar en haar man bleef ze staan.
ik weet watje denkt.' zei ze plotseling, aarzelend om de deur
te openen. Ik trok mijn wenkbrauwen op. Ze wist wat ik dacht? Ik
hoopte van niet. 'Je denkt dat onze kamers zo klein zijn vergeleken
bij het huis van mijn zus. Amerikanen doen alles altijd
grootscheepser dan ieder ander," ging ze verder, weer zinspelend op
Amerikanen als buitenlanders ook al was ze het zelf ook. 'Deze
oudere huizen waren daar niet op gebouwd. Hier moesten we
bijvoorbeeld rekening houden met de kosten van de verwarming. Maar
dit is een huis met een geschiedenis. Weetje dat dit bijna honderd
jaar eerder is gebouwd dan het huis waarin Frances woont?' Ik
schudde mijn hoofd. 'Dit is een land met een verleden, waar wetten
en kunst en literatuur zijn ontstaan. Maar,' ze schudde even haar
hoofd, 'dat weetje natuurlijk allemaal al, want je bent een goede
leerlinge. Voila!' riep ze uit en gooide met een dramatisch gebaar
de deur van haar slaapkamer open.
Ze vertelde me dat haar bed een in Georgian stijl geschilderd
hemelbed was. Aan de kant van de kamer waar haar toilettafel stond
hing een Indische ovalen spiegel van ivoor en ebbenhout, die, zoals
ze zei, Richard op een veiling had gekocht na een zekere lord
Flanders met vijfduizend pond te hebben overboden. Er stond een
satijnhouten tafel waar ze haar notities en brieven schreef, er
hingen lange fluwelen gordijnen voor de ramen, lampen die, zoals ze
zei, uit Egypte waren geïmporteerd en een paar originele Tiffany
designs. Volgens haar hadden al haar meubels een historische
betekenis en waren gerestaureerde antiquiteiten. Aan de muur rechts
van de ingang hing een groot portret van een man, een zekere sir
Godfrey Rogers.
'Feitelijk is het een zelfportret. Hij schilderde zelf wat.
Hij heeft nooit een reputatie gehad, maar... het is goed,' zei ze
knikkend. Ze keek naar me alsof ze een soort reactie
verwachtte.
'Ik ben bang dat ik niet weet wie hij was,' zei ik.
Ze lachte weer dat tinkelende lachje.
'O, natuurlijk, dat vergal ik. Hij was de oorspronkelijke
eigenaar van Endfield Place. En ik kan je er meteen bij vertellen,'
ging ze met een serieus gezicht verder, 'dat de verhalen over de
geest van zijn dode maîtresse die door de gangen van dit huis zou
waren absoluut onwaar zijn. Laat je niets wijsmaken door Leo of
Mary Margaret of mevrouw Chester.'
'Dode maîtresse?'
'Er doet een belachelijk verhaal de ronde dat hij zijn
maîtresse in een geheime kamer verborg omdat ze zwanger was
geworden van zijn kind en hij haar om zijn reputatie te redden
hierheen bracht om het kind in het geheim ter wereld te brengen. De
legende, en ik benadruk dat het een legende is, wil dat zijn vrouw
haar vergiftigde en ze eeuwig daarna in het huis rondspookte tot
zijn vrouw zelfmoord pleegde.'
'Wat afschuwelijk,' zei ik.
'Allemaal lariekoek," verklaarde ze met een achteloos gebaar,
'maar heerlijke roddeltjes voor bij de thee. Goed, laten we je nu
in je kamer installeren.'
Ik keek weer om me heen in de slaapkamer en volgde haar toen
naar buiten. Er knaagde iels aan me toen we de trap af liepen. Het
is het soort gevoel datje hebt als je weet dat er iets is datje
wilt zeggen of vragen, maar dat ontglipt omdat je wordt afgeleid of
moe bent. Het is als een veer die achterin je brein kietelt.
Ik keek weer in de kamers die we hadden gezien toen we naar
Mary Margaret en Leo liepen, die op ons stonden te wachten. Boggs
stond nog in de hal, met zijn handen op zijn rug, ongeduldig heen
en weer wippend op zijn hielen.
'Laai Rain nu haar kamer zien, Mary Margaret, en zoals ik zei,
ga dan meteen met haar naar mevrouw Chester,' beval oudtante
Leonora. Het viel me op dat ze, als ze tegen de bedienden sprak,
haar hoofd achterover hield zodat de punt van haar kin naar hen
wees.
Boggs schraapte nadrukkelijk zijn keel.
'O.' zei oudtante Leonora, 'maar breng haar eerst weer hier
voordat je dat doet, dan kan Boggs haar vertellen wat haar taken
zijn.' Ze draaide zich naar mij om. 'Nogmaals welkom, kindlief, en
veel succes met je studie.'
Ze liep terug naar de trap. Mijn blik volgde haar en richtte
zich toen op Boggs die zich had omgedraaid en me nijdig aankeek. Er
was geen teken van welkom in zijn gezicht te bespeuren. Ik volgde
Mary Margaret en toen ze een hoek omsloeg naar wal ze het
personeelsverblijf noemden, drong het tot me door wat het was dat
aan mijn gedachten had geknaagd.
In geen van de kamers, zelfs niet in hun slaapkamer, had ik
een portret gezien van hun dode kind.
Als grootma Hudson het me niet had verteld, zou ik nooit
geweten hebben dat ze had bestaan. Gek, dacht ik. Was het een
Engelse gewoonte om de leden van de naaste familie die dood waren
te verbergen?
Ik zal nog een hoop moeten leren over dit huis en de mensen,
en gauw ook, dacht ik.
Mijn slaapkamer was maar iets langer en breder dan grootma
Hudsons inloopkast. Ik had een krakend, kreunend ijzeren bed met
een matras die zo dun was dat daarbij vergeleken mijn bed in
grootma Hudsons huis een donzen wolk leek. Er was een klein raam
met een verschoten geel rolgordijn en de houten vloer was kaal en
zo vochtig en donker en ruw dat het de oorspronkelijke vloer van
het oude huis leek te zijn. Leo zette opgelucht mijn koffers neer
en hobbelde onmiddellijk weg. Tegen de muur rechts van me stond een
mahoniehouten klerenkast, de enige kast in de kamer. Daarnaast op
de grond stond een kleine houten kist met ondiepe laden. De kamer
stonk naar mottenballen.
'Kan dat raam open?' vroeg ik aan Mary Margaret.
Ze staarde ernaar en schudde haar hoofd.
'Dat weet ik niet,' zei ze verbaasd. 'Dat heb ik nooit
geprobeerd.'
Ik liep erheen en worstelde met het geroeste slot tot ik het
los had. Toen duwde ik het raam met mijn handpalmen omhoog. Er was
geen beweging in te krijgen.
'Ik krijg hier geen lucht,' klaagde ik om me heen
kijkend.
'Ik zal Boggs gaan halen,' zei ze voordat ik kon zeggen dat ik
het liever zelf probeerde. Ik probeerde het weer, maar het knarste
zelfs niet. Het heeft waarschijnlijk honderd jaar dicht gezeten,
dacht ik.
Ik legde mijn koffers op het bed en maakte ze open om mijn
kleren eruit te halen en in de kast te hangen. Even later verscheen
Boggs. Hij bleef even staan om naar me te kijken en liep toen
rechtstreeks naar het raam. Met zijn vuist hamerde hij tegen de
raamlijsten. Toen zette hij zijn handen ertegen en duwde. het raam
kreunde en ging omhoog.
'Ik zal het later oliën,' mompelde hij geërgerd. 'Schiet op
nu.' Met die woorden liep hij weg.
Ik keek naar Ma 17 Margaret.
'Dit is toch niet de kamer waarin de maîtresse van sir Godfrey
Rogers is overleden, hè,' zei ik half schertsend.
Ze werd nog bleker, bijna zo wit als sneeuw.
'Wie heeft je dat verteld?'
is het zo?' vroeg ik heftiger.
'Niemand mag daarover praten,' antwoordde ze.
Ze liep weg en kwam even later terug met een opgevouwen
uniform. Ze legde het zonder iets te zeggen op het bed. Ik vouwde
het open en hield het voor. Het was bijna mijn maat.
'De plee is aan het eind van de gang hier,' zei ze.
'De wat?'
'De plee.' Ze dacht even na. 'De wc.'
'O, je bedoelt de badkamer. Oké, dank je,' zei ik. ik zou mijn
gezicht graag even met wat koud water willen wassen. Ik heb het
gevoel dat ik nog steeds vlieg.'
Ze glimlachte niet.
ik zou maar opschieten.' raadde ze aan. 'Meneer Boggs wacht op
ons.'
'Natuurlijk,' zei ik. 'We kunnen hem geen duimen laten
draaien.'
Ze hield haar hoofd schuin alsof ik iets volkomen
onbegrijpelijks had gezegd. Ik schudde mijn hoofd en liep naar wat
zij de plee noemde. De badkamer had niet veel om het lijf. Er was
geen douche, alleen een badkuip en een wastafel en een toilet.
Boven de wastafel hing een kleine spiegel. Alles in huis leek
gemoderniseerd, be- halve het personeelsverblijf. Ze kunnen maar
beter hun mond houden over het klassenbewustzijn en vooroordeel van
de Amerikanen, dacht ik.
Ik trok het uniform aan en volgde Mary Margaret naar de
voorkant van het huis waar Boggs stond te wachten. Hij bekeek me
van top tot teen.
'Speld je haar naar achteren,' beval hij. Hij keek naar Mary
Margaret. 'Waarom heb je haar dat niet gezegd?'
Ze keek zenuwachtig en bang.
'Ze had er geen tijd voor,' zei ik. 'Ze durfde u niet nog
langer te laten wachten.'
ik praat niet tegen jou, wel?' vroeg hij met een woedende blik
in zijn ogen. 'Ik praat tegen haar.'
Mary Margaret sloeg haar ogen neer en boog haar hoofd. Ik
haalde diep adem om te voorkomen dat ik woedend uit zou vallen, en
wachtte.
'Je helpt met het serveren van het ontbijt en het avondeten en
daarna met het opruimen van de eetkamer na het eten. Zaterdagmorgen
stof afnemen en de meubels wrijven met Mary Margaret. En de vloer
in de biljartkamer dweilen. Zorg ervoor dat er in elke wc voldoende
toiletpapier is en de badkamer bij de biljartkamer onberispelijk
schoon is. Mevrouw Chester zal je vertellen wat er in de keuken
gedaan moet worden. Als ze iets nodig heeft van de groenteman zal
ze jou of Mary Margaret erheen sturen om het te halen. Margaret kan
je de eerste keer de weg wijzen.'
"Verder nog iets?' vroeg ik droogjes. Had oudtante Leonora hem
niet verteld waarom ik naar Londen was gekomen ? Ik moest naar
school en studeren.
'Je moetje plaats weten. Wie zijn plaats kent, heeft hier geen
problemen. Als je daarvan afwijkt zul je je tegenover mij moeten
verantwoorden.'
'Is dat een grap?' vroeg ik hem. Ik begon me kwaad te
maken.
'Meneer Endfield is trots op de manier waarop zijn huishouden
bestuurd wordt. Dat is geen grap. Breng haar naar mevrouw Chester,'
beval hij Mary Margaret.
Ze knikte.
'Hierheen alsjeblieft,' zei ze.
Ik aarzelde en keek woedend naar hem achterom. Mama zou hebben
gezegd dat iemand hard op zijn hand had getrapt toen hij nog een
baby was en dat dat zijn persoonlijkheid gevormd had.
Langzaam liep ik achter Mary Margaret aan. Ik voelde
plotseling de jetlag waar iedereen thuis me voor gewaarschuwd had.
Ik had meer het idee dat ik voort zweefde, slaapwandelde. Waarom
gaven ze me tenminste niet de kans even te acclimatiseren? Als ik
me beklaagde, zou ik dan ondankbaar lijken?
Ik begon me af te vragen of me dat wel iets zou kunnen
schelen.
'Dus jij bent die Yank die actrice wil worden, hè?' zei
mevrouw Chester toen Margaret met mij de keuken binnenkwam. Ze
zette haar handen op haar heupen.
Ze was een gezette kleine vrouw met armen als deegrollers en
zware heupen en grote borsten. Ze had blauwgrijs haar dat in een
strakke knot was gedraaid. Haar wangen hadden roze jukbeenderen,
maar verder had haar huid de kleur van verschoten oud papier met
een paar ouderdomsvlekken onder haar slapen en een kleine
moedervlek in de rechterkant van haar hals.
Ze veegde haar handen af aan haar schort en keek me
onderzoekend aan.
'Nou, je bent een knappe meid. Dat moet ik toegeven, maar kun
je het ook aan?'
'Wat aan?'
'Je werk?'
'O, ja.'
Ze knikte en keek naar me met strakke mondhoeken. 'Om
halfzeven beginnen we het ontbijt klaar le maken. Meneer Endfield
wil om zeven uur een kop thee boven gebracht hebben. Wie moet dat
nu doen?' vroeg ze, van Mary Margaret naar mij kijkend.
'Dat doe ik," zei Mary Margaret snel. bijna alsof ze bang was
dat ik me vrijwillig zou aanbieden en haar het pleziertje
ontnemen.
Mary Margaret was niet onintelligent. Onwillekeurig vroeg ik
me af waarom ze niet iets meer van haar leven wilde maken. Was het
verlegenheid? Ze gedroeg zich of ze uit een lage kaste kwam
en het haar verboden was haar meerderen aan te spreken of zelfs
maar onder ogen te komen. Ze maakte me nog meer klassenbewust dan
thuis
bij sommige van die rijke meisjes op Dogwood.
'Mooi. Ik wil niet dat jullie je taken door elkaar halen en
verprutsen zodat ik de ouwe op mijn dak krijg, hoor je?' zei ze
vastberaden. Mary Margaret knikte met wijd opengesperde ogen.
'Wie is de ouwe?' vroeg ik.
'Wie de ouwe is?' Mevrouw Chester keek naar Mary Margaret.
'Dat is Boggs. Hij heeft het hier voor het zeggen. Ik dacht dat jij
zo slim was,' zei ze. 'Je hoeft maar één keer je mond tegen hem
open te doen en je weet wie de baas is, hè, Mary Margaret?'
'Ja, mevrouw.'
'Ja, mevrouw,' aapte mevrouw Chester haar na. 'Ik zou Boggs
maar niet tegenspreken als hij een slechte bui heeft. En nu over je
werk inde keuken," zei ze. 'Om te beginnen wil ik niet dat een van
mijn borden of glazen of kopjes breekt. Je brengt ze heel
voorzichtig rond en past vooral op bij het afwassen. Ik wil niet
dat een of andere kluns een puinhoop maakt van mijn keuken. We
houden hier alles piekfijn in orde. Kijk maar eens hoe mijn fornuis
glimt. Meneer Endfield is net kapitein Bligh wat het huishouden
betreft.' Ze dacht even na en ging toen verder. 'Ik zal je maar
meteen vertellen, voor het geval hij om thee vraagt: hij is een
'mif.'
'Een wat?'
'Een mif, Milk In First. Eerst de melk. Ik dacht dat jij zo
slim was," zei ze minachtend.
'Ik ben hier pas een paar uur geleden aangekomen, mevrouw
Chester. Ik geloof niet dat het eerlijk is om van me te verwachten
dat ik in die tijd al uw grappige uitdrukkingen heb geleerd.'
'Grappige uitdrukkingen?' Ze keek naar Mary Margaret, die
natuurlijk haar ogen neersloeg. 'Een brutaaltje, hè?'
'Mevrouw Endfield wilde dat u Rain een kop thee en een paar
biscuitjes gaf," zei Mary Margaret praktisch fluisterend tegen
mevrouw Chester.
is het heus?'
ik hoef geen thee. Ik wacht wel op het diner,' zei ik
scherp.
'O. ja? Dat is een hele opluchting. Goed, Mary Margaret. Laat
haar zien hoe ze de tafel moet dekken. Ter informatie, wij eten als
we hun de avondmaaltijd hebben opgediend, dus je zult nog wel even
moeten wachten.' Ze staarde me aan.
'Wat is er?' vroeg ik.
'Jij en je familie zijn van de bedeling in Amerika, hè?'
'De bedeling?' Ik keek naar Mary Margaret.
'Aalmoezen van de regering,' (luisterde ze.
Ik rechtte onmiddellijk mijn rug.
'Waarom denkt u dat?' wilde ik weten.
'Ik heb gehoord dat alle zwarten in Amerika dat zijn.'
'Dan hebt u dat verkeerd gehoord,' zei ik. 'Ik denk dat ik u
nog een hoop zal kunnen leren.'
Even leek het of haar ogen uit haar hoofd zouden rollen. Mary
Margaret hield haar adem in, en toen liet mevrouw Chester een luid
gekakel horen en drukte haar handen legen haar dikke buik.
'Je weet maar nooit wat er uit dat bekkie van haar zal komen.
Boggs zal er nog wat mee te stellen hebben. Ik zal elke dag met
plezier op mijn werk komen, zolang jij hier bent tenminste. Zet
vanavond twee extra borden klaar, Mary Margaret. Ze krijgen
gasten.'
Ze lachte bij zichzelf en ging verder met koken. Ze maakte
yorkshire pudding, wat volgens haar heel luchtig brood was dat bij
rosbief werd geserveerd en gemaakt werd door een beslag van eieren,
bloem en melk te bakken in het vet van het vlees. Ik moest toegeven
dat het verrukkelijk rook. En als toetje, zoals Mary Margaret
noemde, het dessert, had ze custard gemaakt over een
maderacake.
'Mevrouw Chester is een echte East Ender, een Cockney, maar ze
heeft in de beste huizen gekookt; zei Mary Margaret terwijl we de
tafel in de eetkamer dekten.
'Minder kletsen en meer werken daar, hoor je?' riep mevrouw
Chester uit de keuken.
Mary Margaret klemde haar lippen op elkaar en werkte nog
harder. Dit is een huis van slaven, dacht ik, slaven die slaven
bevelen.
Mama, we hadden het zo slecht nog niet.
Ik lachte bij mezelf en vouwde de linnen servetten op. Later
had ik even tijd om naar mijn piepkleine kamer Ie gaan en verder
uit te pakken. Ik wilde alleen even gaan liggen om op adem te
komen, maar helaas deed de jetlag zich gelden en ik viel in een
diepe slaap.
Een harde klap op de zijkant van mijn ijzeren bed deed een
elektrische trilling door mijn benen en mijn rug naar mijn hoofd
gaan. Ik werd met een schok wakkeren kwam snel overeind. Boggs
stond
met een bezemsteel in zijn hand geklemd of het een knuppel
was. Hij zag eruit of hij me ermee wilde slaan. Even was ik zo in
de war dat ik vergat waar ik was. Ik knipperde met mijn ogen tot
mijn verwarde gedachten tol rust kwamen en mijn geheugen
verhelderde. Toen werd ik razend.
'Wat doet u in mijn kamer?' vroeg ik. Het drong net tot me
door dat de deur niet op slot kon, maar ik had hem dichtgedaan. dat
wist ik zeker.
'Je bent te laat voor het serveren van het diner,' zei
hij.
'Ik ben in slaap gevallen. Ik ben vandaag helemaal uit de
Verenigde Staten hierheen gevlogen. Misschien noemt u het een
vijver, maar het is een oceaan en er is een groot
tijdsverschil.'
ik wens geen excuus te horen. Je hebt een taak te vervullen.
Je plicht gaat voor. Ga nu naar de keuken. Mevrouw Chester wacht op
je en mevrouw Endfield heeft naar je gevraagd," zei hij
onvermurwbaar.
'U hebt het recht niet in mijn kamer te komen.'
'Dit is je kamer niet,' zei hij met een kille glimlach. 'Je
slaapt er alleen omdat meneer Endfield een liefdadig man is.' Hij
liep naar de deur waar hij zich omdraaide en met zijn lange dikke
wijsvinger naar me wees. 'Als je nog een dag verzaakt, zal ik
ervoor zorgen dat je de zondag moet werken.'
Hij ging weg. Zijn voetstappen dreunden op de vloerplanken. Ik
wreef met mijn droge palmen over mijn gezicht en holde toen naar de
badkamer om het met koud water te wassen. Mijn haar zal in de war,
maar ik herinnerde me dat ik het toch vast moest spelden, dus dat
deed ik snel en ging toen naar de keuken.
'Wel, wel, kijk eens wie ons met haar aanwezigheid vereert,'
riep mevrouw Chester uit toen ik via de achterdeur
binnenkwam. Mary Margaret keek op van het blad dat ze bezig was
klaar te maken. Ze keek of ze zich om mijnentwil ongerust
maakte.
ik ben in slaap gevallen. Mocht wat. Toevallig heb ik jetlag.
Er is een groot tijdsverschil, weel u.'
'Echt waar? Misschien kom ik morgenochtend later en zeg ik
tegen meneer Endfield dat ik ook last heb van jetlag,' zei ze
spottend. 'Help Mary Margaret met het opdienen van de yorkshire
pudding.'
Ik pakte het andere blad en volgde haar naar de
eetkamer.
Oudtante Leonora klapte in haar handen toen ik binnenkwam.
Rechts van haar zat een oudere dame en links van haar een kleine,
dikke, kale man. Mijn oudoom Richard zat met zijn rug naar ons toe,
maar draaide zich om toen Leonora uitriep: 'Daar is ze,
Richard.'
Ik keek in het gezicht van een heel gedistingeerd uitziende,
knappe man met haar dat even zwart was als het mijne en
amandelvormige groene ogen die de meeste vrouwen hem zouden
benijden. En dat gold heslist ook voor zijn lange, dikke wimpers.
Door zijn zwarte haar en gezonde teint, leek hij jonger dan
oudtante Leonora. Hij was iets langer dan één meter tachtig en zag
er slank en fit uit in zijn streepjespak. Behalve zijn trouwring
droeg hij een gouden pinkring met een kleine diamant aan zijn
linkerhand. Zijn handen waren lang, maar elegant, zoals ik me
voorstelde dat schildershanden zouden zijn.
Wat indruk op me maakte was zijn vorstelijke houding, de
krachtige schouders en kaarsrechte rug en het opgeheven hoofd. Hij
draaide zich langzaam naar me om alsof elke beweging, elk gebaar,
belangrijk was. Hij glimlachte niet. Hij kneep zijn ogen peinzend
samen en zijn fraai gevormde lippen bleven strak. Zijn gezicht was
volkomen beheerst, geen spier vertrok, geen beweging verried zijn
gevoelens.
'Dit is Rain Arnold, de au pair die mijn zus uit Amerika
hierheen heeft gestuurd.' begon Leonora. 'Ze komt hier aan de
Burbage School of Drama studeren. Dit is mijn man, meneer Endfield,
Rain.'
'Hallo,' zei ik, nog steeds met het blad met yorkshire pudding
in mijn handen. Hij bewoog zijn lippen niet. Hij knikte heel even
en nam me nog steeds zo aandachtig op als een dokter zou
doen.
'En dit is Sir Isaac Dudley en Lady Dudley, Rain.' ging ze
verder.
Een glimlach vloog over het mollige gezicht van Sir Dudley,
zijn dikke, zachte lippen krulden naar binnen, zo ver over zijn
tanden dat het heel even leek of hij tandeloos was. Zijn vrouw
bekeek me nauwelijks. Ze staarde naar de yorkshire pudding die Mary
Margaret voor haar had neergezet.
'Rain is vandaag net aangekomen,' kondigde Leonora aan.
Mary Margaret sloeg haar ogen op en beduidde me dat ik de
yorkshire pudding op mijn blad moest uilserveren. Sir Dudley keek
er zo begerig naar dat het leek of hij zichzelf zou bedienen als ik
het niet deed. Ik ging dus snel aan het werk.
'Links,' mompelde oudoom Richard. Mijn arm verstijfde en ik
liep om hem heen om hem van links te bedienen. Nu ik zo dicht bij
hem stond ademde ik het gemengde aroma in van zijn aftershave en
een kort geleden gerookte sigaar. Ik kon zijn blik nog strak op me
gevestigd voelen. Mijn hand trilde toen ik de schaal met een bons
neerzette.
Zodra ik dat deed keek hij naar me op.
ik ben blij dat mijn schoonzus zo verstandig was om een school
in Engeland voor je te kiezen in plaats van een opleiding die de
koloniën te bieden hebben.'
'De koloniën?'
Sir Dudley grinnikte. Het klonk meer als een kuch.
'Lel maar niet op hem, Rain,' zei Leonora. 'Mijn man denkt dat
hij in het verleden leeft. Hij moet nog steeds over de Amerikaanse
Revolutie heen komen.'
'De wereld zou er heel wat beter aan toe zijn als die er niet
was geweest,' zei hij. Alles wat hij zei, leek op een koninklijke
verklaring. Zijn stem was diep, zijn uitspraak zo correct en
afgemeten dat je wel naar hem móést luisteren. 'Je volk zou het
beier hebben gehad.'
'Mijn volk?'
'Draaf de eerste keer dat je haar ontmoet niet zo door,
Richard. Je zult het arme kind nog bang maken. Ze is nel
aangekomen.'
'Hear hear,' mompelde Sir Dudley.
De ogen van Lady Dudley boorden galen in me, maar Richards
gezicht verzachtte plotseling, zijn lippen ontspanden zich in wal
bijna een glimlach leek, zijn blik werd wat afstandelijker. Hij
keek me strak aan, maar langs me heen, alsof hij zich concentreerde
op een herinnering.
Toen knipperde hij met zijn ogen en ik kon de klik in zijn
brein haast voelen, de gewijzigde richting van zijn gedachten. het
was of hij wakker werd en besefte dat ik er nog steeds stond. Zijn
blik veranderde, zijn ogen leken me te verslinden, gingen van mijn
hoofd naar mijn tenen.
'Natuurlijk,' zei hij. 'Het spijt me. Ik heet je welkom in
Endfield House en ik hoop dat je verblijf hier en op school prettig
en nuttig zal zijn.'
'Hear hear liet Sir Dudley weer horen. Ik vroeg me af of hij
nog iets anders wist te zeggen.
Zijn vrouw richtte zich tot mijn oudtante en vroeg naar het
liefdadigheidsevenement in Kensington Gardens. Ze had er geen
behoefte aan nog meer over mij te horen. Ik keek even naar oudoom
Richard die me nog strak aanstaarde, glimlachte naar hem en liep
terug naar de keuken. Pas toen ik daar binnenkwam drong het tot me
door dat ik al die tijd mijn adem had ingehouden. Ik liet die mei
een zucht ontsnappen.
'Wel. wel, ze heeft de eerste gang gehaald,' zei mevrouw
Chester grinnikend.
Na een tijdje keerden Mary Margaret en ik terug naar de
eetkamer om de tafel af te ruimen en het desseri op te dienen. Sir
Dudley wilde koffie maar alle anderen wilden thee, en ik herinnerde
me dat mijn oudoom een mif was. Hij keek gepast onder de indruk
toen ik eerst de melk in zijn kopje schonk, en maakte me weer
nerveus door zijn intense blik.
Toen wede tafel hadden afgeruimd en mevrouw Chester hadden
geholpen met afwassen, was ik bijna te moe om nog te eten. Ondanks
mevrouw Chesters sarcasme kon ik niet ontkennen dat ze heel goed
kon koken. We aten in de keuken. Terwijl we aten hoorde ik de piano
en ik keek naar Mary Margaret.
'Wie speelt daar?' vroeg ik.
'Mevrouw Endfield,' antwoordde ze, en keek snel naar mevrouw
Chester om te zien of ze soms iets verkeerds had gedaan door het me
te vertellen. Waarom was het zo strikt verboden over iemand in dit
huis te praten? vroeg ik me af.
Mary Margaret zei dat zij onze borden zou afwassen. Ze wist
hoe moe ik was. Ik bedankte haar en liep naar mijn kamer.
Ik was zo moe dat ik nauwelijks de kracht had om me uit te
kleden en mijn nachthemd aan te trekken. Terwijl ik mijn tanden
poetste, hoorde ik voetstappen in de gang en ik dacht dat het Mary
Margaret was. Ik kon Leonora nog piano horen spelen. Ik ging terug
naar mijn kamer en deed de deur dicht. Maar zodra ik in bed lag en
mijn ogen dichtdeed, dacht ik aan Boggs die mijn slaap verstoorde
met zijn bezemsteel en ik raakte in paniek. Ik had geen wekker. Ik
zou me beslist verslapen. Ik zal Mary Margaret moeten vragen me
wakker te maken als ze opstaat, dacht ik. Ik trok mijn ochtendjas
aan en keek de gang in. Waar zou Mary Margaret slapen?
Leonora speelde nog steeds piano. De gang was zwak verlicht en
de schaduwen waren lang en donker. Ik liep langs de badkamer,
verder het personeelsverblijf in. De muziek volgde me. Net toen ik
bij de eerste deur was, materialiseerde Boggs zich op het donkere
portaal. Hij was in onderhemd en lange broek.
"Waar ga je naartoe?' vroeg hij.
'Ik zoek Mary Margaret. Ik wilde haar vragen me wakker te
maken omdat ik geen wekker in mijn kamer heb,' legde ik snel uit.
In de schemering glommen zijn ogen als olie. Hij joeg me angst aan
met zijn keiharde gezicht en onsympathieke stem.
'Maak je geen zorgen. Ik klop wel op je deur.' zei hij.
'Ik heb liever dat Mary Margaret het doel.' zei ik. 'Waar is
ze?' Ik keek naar het eind van de gang. Ik zag geen andere
kamer.
'Ze slaapt hier niet,' zei hij. 'Ze woont bij haar moeder. Ik
zal je wel wekken, wees maar niet bang,' zei hij. Zijn gezicht was
volledig in de schaduw.
'En Leo?' vroeg ik. Iedereen behalve jij, dacht ik.
'Hij woont boven de garage. Ik dacht datje moe was van je
reis,' voegde hij eraan toe.
'Dat ben ik ook.'
'Ga dan slapen,' beval hij. Hij deed een stap achteruit en
sloot de deur.
Even bleef ik in de smalle gang staan. Was ik hier alleen met
Boggs? Ik deelde de badkamer met hem? De gedachte dat hij zo
dichtbij was gaf me een misselijk gevoel in mijn maag. Ik ging
terug naar mijn kamer en deed de deur dicht. Morgen koop ik een
wekker, dacht ik, en dan zal ik oudtante Leonora vragen om een slot
op mijn deur.
Ik kroop onder de deken en legde mijn hoofd op het harde
kussen. De nachtlucht hielp de sterke geur van mottenballen te
verminderen, maar hij bleef hangen, samen met een ranzige stank die
me deed denken aan sommige appartementen in het Project in
Washington. De pianomuziek stopte en werd vervangen door het
gekraak en gekreun in het grote huis.
Ik raakte meer bewusteloos dan dat ik in slaap viel. Het leek
of ik nog steeds reisde, voortgejaagd door vliegtuigen en auto's
tot ik omlaag dwarrelde door mijn gedachten en door een schacht vol
herinneringen die in elkaar overliepen, gezichten en stemmen
verwarrend. Mama strekte haar armen naar me uit en probeerde me
vast te grijpen en mijn val te stoppen, maar ze bleef steeds een
paar centimeter te ver weg. Roy riep me, en mijn naam galmde om me
heen. Ik passeerde Beni die alleen maar glimlachte en een dansje
uitvoerde voor ze in rook opging. Grootma Hudson Hitste even met
bezorgde ogen langs mijn droom. Ik verloor iedereen van wie ik
hield uit het oog, viel dieper en dieper naar het licht tol
ik midden in een laaiend vuur terechtkwam en wakker werd door het
zachte geluid van mijn deur die werd dichtgetrokken.
Met een bonzend hart ging ik rechtop zitten. het was moeilijk
in het donker iets te zien. Ik schrok van een silhouet maar besefte
dat het slechts de klerenkast was. Er was niemand in mijn kamer,
maar was iemand er geweest? Ik luisterde ingespannen of ik een
geluid in de gang hoorde, maar ik hoorde niets. Toen liet ik mijn
hoofd weer op het kussen vallen.
Ik ben zo moe, dacht ik.
Ik ben zo moe. Zelfs te moe om me te bekommeren om
geesten.
***