7
Eindelijk weer een SMS’je van hem!
Hij heeft het druk gehad, en nu wil hij haar graag weer zien, kan ze deze middag?
“Pas na school,” SMS’t ze terug.
“Sorry, dan moeten we het voor vandaag maar vergeten!”
Moniek staart naar de boodschap met een zinkend gevoel in haar maag. Ze hangt als ze nu weer spijbelt, daar maakt ze zich geen illusies over. De twee keren dat ze gespijbeld heeft voor een afspraak met hem zijn genoteerd. Een derde keer betekent onherroepelijk dat haar moeder ingeseind wordt.
Maar so what!
“Oké! Waar?” Haar vingers vormen razendsnel de woorden.
Onmiddellijk weer een berichtje van hem, met de naam van een café waar ze elkaar eerder hebben ontmoet.
Ze kijkt om zich heen en verbaast zich erover dat alles haar ineens onwerkelijk en onbelangrijk voorkomt, ze is er nog wel maar eigenlijk allang niet meer. School is iets tegennatuurlijks, goed voor watjes die denken dat je er voorbereid wordt op het leven. De grote leugen waarmee ouders hun kinderen onder de duim proberen te houden. Niets van wat er in haar schoolboeken staat heeft ook maar iets te maken met het leven buiten het schoolgebouw. Kijk maar naar de televisie, op internet, op YouTube. Ouders willen dat niet weten, die vinden alles wat ze niet zelf in de hand hebben eng. Dus organiseren ze sportdagen, schoolkampen, culturele evenementen en proberen ze hun kinderen wijs te maken dat die dingen belangrijk zijn voor later.
Maar als er iets way-out is, dan is het doodstil in een zaal naar zoiets vreselijks als Beethoven zitten luisteren terwijl je honderd keer liever Adam Carroll hoort.
Straks ziet ze hem, er is zo veel wat ze hem wil vertellen, al die dingen die ze in haar dagboek heeft geschreven, over haar moeder die langzamerhand zo maf als een konijn aan het worden is.
Die bijvoorbeeld denkt dat een of andere halvezool haar band heeft zitten plakken midden in de nacht.
“Hij was toch lek, Moniek, je bent toch wel in staat een lekke band van een gewone band te onderscheiden? Je hebt dat hele eind gelopen met je fiets aan je hand, dat doe je toch niet als…”
Ze raakte er niet over uitgepraat, zo opgewonden dat het bijna eng was.
“Moniek, aan wie heb je verteld dat je band lek was?”
“Niemand, mam, waarom z;ou ik?”
“Denk nou eens goed na, Moniek…”
Oké, ze had onderweg naar huis een SMS’je van Marcel gekregen, en hem terugge-SMS’t dat ze met haar fiets aan haar hand liep te balen. Maar waarom zou ze dat aan haar moeder vertellen? Marcel die midden in de nacht de tuin in sluipt om haar band te plakken, goeie grap!
Ze was zo snel ze kon naar boven gevlucht, waar ze de laatste tijd toch liever is dan in de woonkamer, met een moeder die steeds somberder opgekruld in een hoek van de bank zit, aan het einde van de middag al met de gordijnen potdicht, alarm aan…er is niks meer aan thuis. En dat zal alleen maar erger worden, want voorlopig gaat mam niet meer naar haar werk.
Ze ratelt het er allemaal uit, als ze tegenover Marcel aan een tafeltje zit, een cola light voor zich. Haar adem gaat snel, de zenuwen om de school uit te glippen vlak voor het nieuwe lesuur en het racen om op tijd in het café te zijn, vertalen zich in een niet te stuiten woordenstroom.
“Wat is er dan aan de hand met je moeder?” vraagt Marcel.
Ze haalt haar schouders op. Overspannen, en dat komt door die maffe briefjes, daar wordt ze nou eenmaal zenuwachtig van. Maar nu ze alarm hebben zal het wel afgelopen zijn. Natuurlijk zijn zijzelf de enigen die erdoorheen lopen, dat zul je altijd zien, maar als je dan heel snel de code intoetst, komt de melding niet bij de centrale.
“Je moet maar net de code bij de hand hebben,” zegt Marcel.
“Die moet je uit je hoofd weten. We gebruiken oma’s verjaardag, scheelt maar drie dagen met de mijne.”
Hij buigt zich naar haar over. “Laat me raden…welk sterrenbeeld hoort bij jou…iets wat met schoonheid en harmonie te maken heeft, een Kreeft…klopt dat?”
“Weegschaal,” zegt Moniek en ze kijkt hem gefascineerd in de ogen, die nu heel dicht bij de hare zijn. “Dertien oktober.”
“Een Weegschaal…charmante mensen, gesteld op harmonie. Geen ruziemakers. Grappig…als ik voor een vrouw val is het bijna altijd een Weegschaal.”
Moniek voelt zich gevleid, ze houdt inderdaad van harmonie en vanmiddag is Marcel weer een en al aandacht voor haar.
“Wat moet het moeilijk zijn voor een Weegschaal, problemen thuis,” zegt hij. “Het wordt tijd dat je weer eens gaat oppassen, dan kan ik je een beetje verwennen. Ik heb een leuke dvd, de vorige film vond je niks, toch? Ken je Cocktail met Tom Cruise? Een hele ouwe, maar echt iets voor jou. Romantiek is jouw ding…heb ik gelijk of niet…?”
Hij streelt haar blonde haren uit haar gezicht en probeert niet onwel te worden van die grote koeienogen.
Bijna iedere dag als Marleen van de praktijk naar de kade fietst, staat de auto van Tom er. Op de rand van de kajuit zit hij op haar te wachten, meestal met een blikje bier in zijn ene hand en zijn mobiel in de andere.
Zijn kinderen zijn exponenten van het communicatietijdperk. Als ze niet bellen sturen ze SMS’jes, die hij beantwoordt met zijn duim met een snelheid die haar verbijstert. Ze heeft geen idee hoe anderen dat doen, co-ouderschap, maar bij Tom en Ireen is het zo dat de kinderen in de week dat ze bij de ene ouder wonen, met de andere ouder intensief digitaal contact hebben. Eerlijk gezegd kan het verdomd hinderlijk zijn, om een vriend te hebben die onder geen enkele omstandigheid zijn mobiel op voicemail zet. Zijn kinderen gaan voor, en de enige concessie die hij tot nu toe heeft gedaan is dat hij ten minste niet meer zijn mobiel naast het hoofdkussen legt als hij met Marleen vrijt. Als de kinderen niet bellen is het Ireen wel die iets te vragen heeft. Waar de gymkleren zijn. Of hij niet wil vergeten dat zijn dochter na schooltijd een partijtje heeft. Dat balletles niet doorgaat.
Je vraagt je af waarom mensen de moeite nemen om uit elkaar te gaan, als ze nog zo veel contact blijven houden. Alhoewel dat natuurlijk niet zo’n slimme vraag is, want lom heeft nu in elk geval de vrijheid om naar haar toe te komen wanneer dat kan.
Natuurlijk ontgaat het haar niet, nu ze elkaar vaker en langer zien, dat hij somber en in zichzelf gekeerd kan zijn, vooral op de eerste dagen na een week met de kinderen. Maar dat hoort erbij. Het zou wel heel vreemd zijn als hij zonder enige moeite zou afkicken van een leven dat hij bijna tien jaar heeft geleid.
Hij heeft warmte, liefde en tijd nodig, en Marleen geeft die, in overvloed zelfs, waarbij onvoorzichtig genoeg haar morele bezwaren tegen hun relatie op de achtergrond beginnen te raken. Dit is het begin van hun toekomstige leven samen, en je kunt niet verwachten dat het allemaal rozengeur en maneschijn zal zijn. Maar ze zullen naar elkaar toe groeien en op een dag zal er plaats zijn voor kinderen van haarzelf en Tom.
‘s-Nachts ligt ze dicht tegen hem aan, zo lang mogelijk wakker.
Ze is nog steeds niet gewend aan zijn lichaam zo dicht bij het hare. Aan de vanzelfsprekendheid waarmee hun polshorloges naast elkaar op het tafeltje naast het bed liggen. Tom heeft last van dromen en gooit zich mompelend van de ene zij op de andere. Zelfs in zijn slaap wordt hij gekweld door het gevoel zijn gezin in de steek gelaten te hebben, en Marleen slaat haar armen om hem heen en streelt hem totdat hij weer rustig en ontspannen is.