NEGENENVEERTIG
Het zou het verstandigst zijn om nu naar de tuin te kuieren en zich bij Jef en De Morbihan aan te sluiten met het excuus dat ze op het toilet zat. Maar Birgit weet dat de kans niet erg groot is dat ze daarna nog een gelegenheid krijgt om in de wijnkelder rond te neuzen. Het moet nu gebeuren, nu meteen. Een excuus bedenkt ze later wel.
Ze haast zich terug de gang in en glipt door de deur die toegang geeft tot de wijnkelder. Ze doet het licht aan en trekt de deur achter zich dicht. Hoewel het licht brandt is het vrij schemerig. De bedompte atmosfeer en de eeuwenoude muren brengen Birgit terug in de crypte van de kathedraal en er gaat een rilling vanaf haar nek tot aan haar benen.
Ze dwingt zichzelf het trapje af te lopen en loopt tussen de wijnrekken door. Als ze bij de afgesloten houten deur staat, bonst haar hart zo hevig dat ze moeite heeft om adem te halen. De hemel mag weten wat ze op het punt staat te ontdekken…
Birgit steekt de sleutel in het slot en draait hem om. Het oude slot functioneert nog prima; de deur gaat zonder problemen open. Birgit geeft er een duwtje tegen zodat hij helemaal openzwaait en blijft op de drempel staan. Voor haar ligt een in duisternis gehulde ruimte. Er wordt niemand gevangengehouden, er ligt geen lijk en er staat geen Ark mysterieus te gloeien op een witmarmeren altaar. Alles wat ze ziet zijn wijnvaten, kapotte rekken, zakken houtwol om wijnkistjes mee te vullen, grote en kleine kisten en zelfs een oude wijnpers.
Het is gewoon een opslagruimte. Voor de zekerheid loopt Birgit er een rondje doorheen. Rommel kan tenslotte een goede camouflage zijn. Ze kijkt in de kisten, woelt met haar handen door de houtwol en kijkt overal achter. Er zijn geen onverwachte deurtjes of luiken, het is gewoon een besloten ruimte met fust.
Achter haar klinkt een geluid en Birgit kijkt met een ruk om. Haar hart bonst in haar keel, het zweet kriebelt in haar nek. Wat doet ze hier! Wat voor verklaring zou ze voor haar aanwezigheid in de kelder moeten geven, de sleutel van de deur nog in haar hand? De Morbihan heeft zich altijd bijzonder gastvrij opgesteld en deze beloning voor zijn hartelijkheid zou onvergeeflijk zijn.
Iets te gastvrij misschien, zegt een stemmetje in Birgits hoofd. Hij wilde ons gewoon in de gaten houden. Uitzoeken wat we weten…
Het geluid herhaalt zich niet en Birgit herademt. Ze verlaat de opslagruimte en sluit de deur achter zich af. Haar ogen dwalen langs de wijnrekken die in het midden van de ruimte en langs de muren staan opgesteld.
Langs de muren…
De rekken zijn zo breed en hoog dat ze de vier wanden volledig aan het oog onttrekken. Birgit loopt naar de verste wand, die de lengte van het huis volgt, en gluurt tussen de flessen wijn door. Het ene stuk muur is ouder dan het andere, ziet ze algauw. De kleur van de stenen varieert, maar op sommige plekken zijn ze ook een slag groter. De oudste stenen zijn vrij klein, donker en poreus. Birgit concentreert zich op de stukken muur die afwijken, waarschijnlijk door herstelwerkzaamheden.
Op dat moment slaat boven haar ergens een deur dicht en klinken er voetstappen. De stemmen van De Morbihan en Jef vullen de gang.
Als bevroren blijft Birgit staan. Als De Morbihan naar beneden komt, zal ze zeggen dat ze de koelte van de wijnkelder heeft gezocht, of dat ze zo gefascineerd is door zijn verzameling dat ze het niet kon laten om er nog even rond te kijken. Maar dan nog zal haar aanwezigheid hier een uiterst vreemde indruk maken.
Ze ademt langzaam in en uit om haar hartslag onder controle te krijgen, zodat haar stem ontspannen zal klinken. Maar de voetstappen gaan voorbij, de stemmen sterven weg. Verderop in de gang gaat een deur open en dicht; ze zijn terug in de zitkamer. Nu zullen ze zich toch wel afvragen waar Birgit uithangt. Als ze nog iets wil onderzoeken, moet ze snel zijn.
In een impuls begint ze bij het meest recent herstelde stuk muur de wijnflessen uit het rek te halen. Zo ontstaat er langzaam maar zeker een opening die haar de kans geeft de muur beter te bestuderen.
Ze steekt haar hand erdoor en haalt haar vinger langs de voegen. Ze zijn niet helemaal droog. Iets van het cement blijft achter op haar vinger. Hoe lang heeft cement nodig om te drogen in een kelder?
Birgit doet een stap naar achteren en probeert de grootte van het nieuwe stuk muur te schatten. Het zou haar uren kosten om al die flessen te verwijderen en het rek weg te halen. Ze kan de gendarmerie waarschuwen, maar ze verwacht niet dat zij op basis van haar verhaal bij een respectabel lid van de gemeenschap de wijnkelder zullen openhakken. Ze moet iets hebben om mee aan te komen.
Birgit draait zich om en rent naar de trap die naar boven leidt. Ernaast staat een omgekeerd wijnvat waarop een paar glazen en een fles wijn neergezet zijn. De kurkentrekker ligt ernaast.
Birgit grist hem naar zich toe en neemt hem mee naar het wijnrek. Ze steekt de kurkentrekker in de opening tussen de flessen en begint het voegwerk weg te krabben. Het kost haar geen enkele moeite, het valt er in brokken tussenuit. Algauw heeft ze de eerste steen los en daarna de volgende, en nog een. Ze steekt haar hand in de opening en voelt ruimte. Zie je wel, er zit een loze ruimte achter!
Opgewonden verwijdert ze nog meer flessen. Ze steekt opnieuw de punt van de kurkentrekker in het voegwerk, haalt nog meer stenen weg en de opening in de muur wordt steeds groter. Nog even en ze kan haar hoofd erdoor steken.
Op dat moment hoort ze de deur open- en dichtgaan. Verschrikt kijkt Birgit om. De Morbihan staat boven aan de trap en kijkt op haar neer met een mengeling van ergernis en berusting.
“Kan ik je ergens mee helpen, Birgit?” vraagt hij vriendelijk.
Birgit komt overeind en draait zich langzaam om. Ze volgt de blik van De Morbihan naar de tientallen flessen rode wijn die ze uit het rek heeft gehaald en het gat in de muur. Ze heeft geen idee wat ze moet zeggen en daarom zwijgt ze maar.
De Morbihan daalt zonder enige haast de trap af en loopt naar haar toe. Birgit houdt de kurkentrekker in haar hand geklemd.
“Als je niet van plan bent je te verontschuldigen voor het beschadigen van mijn muur, zou je me toch in ieder geval een verklaring kunnen geven.” Zijn stem klinkt nog steeds heel aimabel.
Dat is ze hem zeker verschuldigd, vooral omdat ze niets concreets heeft ontdekt om De Morbihan mee te beschuldigen. Stel je voor dat ze zich vergist heeft.
Ze kijken elkaar aan en houden elkaars blik vast in een geestelijke krachtmeting. Iets in de blik van De Morbihan verzekert Birgit ervan dat ze zich niet vergist heeft. Ze stond op het punt iets te ontdekken. Had ze maar een paar minuten langer de tijd gehad…
Ze besluit de stilte te verbreken en De Morbihan uit te dagen tot een bekentenis. “Ik denk dat u Jef en mij net zo goed een verklaring schuldig bent.”
De Morbihan neemt haar peilend op.
Birgit knikt over haar schouder naar de muur. “Een slimme plaats. Oude muren worden zo vaak gerestaureerd. Een stukje nieuw metselwerk meer of minder valt nauwelijks op.”
De Morbihan glimlacht alleen maar. “Je hebt de holle ruimte gevonden. Dat vind ik knap.”
Hij loopt naar het gat dat Birgit in de muur heeft gemaakt, inspecteert het en komt blijkbaar tot de conclusie dat ze er onmogelijk in gekeken kan hebben, want hij draait zich rustig naar haar toe.
“Een van de bergplaatsen die mijn voorouders hebben gemaakt om in oorlogstijd hun geld en goed in te verstoppen,” zegt hij. “Als je goed kijkt naar de bouwtekening van dit huis, zie je dat de wijnkelder veel breder hoort te zijn. In de zeventiende eeuw is er een extra muur in gezet zodat er een holle ruimte achter ontstond. Een verstandige voorzorgsmaatregel die in veel oude huizen werd getroffen.”
Onzeker neemt Birgit haar gastheer op. Zou het waar zijn? Heeft ze te veel achter haar ontdekking gezocht?
“Maar natuurlijk kon zo’n ruimte ook voor heel andere doeleinden worden gebruikt.” De Morbihan draait zich om en opeens heeft hij een pistool met een lange loop in zijn hand dat hij beheerst op Birgits borst richt.