Hoofdstuk 4
Cally pakte haar mobiel van haar nachtkastje en staarde in het donker naar het verlichte schermpje. 2:48 ’s nachts, en nog steeds wakker. Ze had al van alles geprobeerd: op haar rug, op haar buik, in een vreemde houding op haar zij; ze had het raam dichtgedaan om het geluid van de zee buiten te sluiten zodat ze net kon doen of ze thuis in bed lag; ze had het raam weer opengezet in de hoop dat het geruis van de golven haar in slaap zou sussen. Uiteindelijk had ze zichzelf tot slapen proberen te dwingen door te doen alsof het haar niet uitmaakte dat ze nog steeds wakker was. De minuten tikten echter nog steeds voorbij, en hoe meer tijd er verstreek, hoe meer vragen er in haar opborrelden.
Waarom was ze eigenlijk hierheen gekomen? Het leven was geen sprookje met heldhaftige prinsen die nobele daden verrichtten. Zij zou toch moeten weten dat een man die in rijkdom was geboren wel egoïstisch en oneerlijk moest zijn? En als ze dat was vergeten, had zijn arrogante e-mail haar daar wel aan moeten herinneren. Misschien was ze gekomen omdat ze had gedacht dat ze wel kon omgaan met iemand die egoïstisch en oneerlijk was. Ze had echter niet geweten dat híj de prins was.
Diep ademhalend, merkte ze tot haar ergernis dat ze zich afvroeg wat voor impact Girards dood op Leon moest hebben gehad, hoe vreselijk het moest zijn geweest een broer te verliezen en tegelijkertijd zo’n grote verantwoordelijkheid te erven. Dat veronderstelde echter dat er ergens in die perfect gevormde borstkas een hart school, dacht ze verbitterd, en dat bleek bepaald niet uit de manier waarop hij haar had behandeld. Had hij puur voor zijn eigen plezier verzwegen wie hij was in Londen?
Waarschijnlijk wel. Zo dacht hij vast ook dat een overnachting in zijn overdadige paleis haar het idee zou geven dat ze hem iets verschuldigd was, maar dat ging mooi niet gebeuren. Daarom had ze het door Boyet aangeboden diner afgeslagen, ook al was ze uitgehongerd, en had ze verder niets gebruikt in de abrikooskleurige kamer met prachtige witte meubels, zelfs niet de verzameling luxe toiletartikelen die voor haar was klaargelegd.
Toen haar wekker vier uur later ging, voelde ze zich net een dier dat drie maanden te vroeg uit een winterslaap was gewekt. Gelukkig kon ze met het aanbreken van een nieuwe dag weer helder nadenken. Er was maar één vraag van belang, en dat was of hij van plan was haar deze droombaan aan te bieden. Dat betekende dat ze dit ontbijt – hoezeer het idee haar ook tegenstond – zou moeten beschouwen als een sollicitatiegesprek. Al zou ze dan liever zijn verschenen in iets anders dan haar verkreukte outfit van gisteren, dacht ze ongemakkelijk, terwijl ze naar de veranda liep, waar Leon haar volgens Boyet om tien voor half negen zou treffen. Nou ja, in ieder geval had ze voor de zekerheid een extra setje ondergoed en een schone blouse meegenomen.
Pas nu het dag was, zag ze dat ze van deze kant van het paleis een prachtig uitzicht had op de baai. De zee was zo blauw, dat hij haar deed denken aan een glinsterende edelsteen. Toen ze op de crèmekleurige tegels van de patio stapte, moest ze wel toegeven dat Leon bepaald niet onderdeed voor het mooie landschap. Op een smeedijzeren stoel zat hij ontspannen te bladeren door La Tribune van vandaag, en hij leek meer op een fotomodel dan een prins in zijn wit linnen overhemd.
‘Bevalt het uitzicht je?’ vroeg hij lijzig, de krant dichtvouwend.
Zich er maar al te zeer van bewust dat hij haar had betrapt, draaide Cally zich weer naar de horizon en haalde haar schouders op, vastberaden onverschillig te reageren op alles wat ook maar enigszins met hem te maken had.
Hij gebaarde naar de stoel, en ze nam plaats en legde haar portfolio op haar schoot, haar rug recht en haar ogen afgewend. Precies het tegenovergestelde van zijn ontspannen houding.
Onderzoekend keek hij haar aan. ‘Je ziet er vreselijk uit. Heb je slecht geslapen?’
Zijn woorden kwetsten haar diep. Ze zou blij moeten zijn dat hij niet langer deed of hij naar haar verlangde, maar ze voelde zich er alleen maar beroerder onder. Meteen zag ze voor zich met wat voor vrouw hij normaal gesproken aan het ontbijt zou zitten: perfect opgemaakt en van top tot teen in designkleding gehuld. ‘Ik vrees dat elke vrouw er ’s ochtends zo uitziet als ze nog geen dikke laag make-up op haar gezicht heeft gesmeerd, Leon,’ antwoordde ze bits.
Geïrriteerd schudde hij zijn hoofd. ‘Jij hebt helemaal geen make-up nodig. Ik wilde alleen maar zeggen dat je er wat… vermoeid uitziet.’
Het compliment verraste haar, en ze wist niet wat ze ermee aan moest. ‘Nou, ik kan het aantal uren dat ik heb geslapen op één hand tellen.’
Leon trok theatraal zijn wenkbrauwen op, haar ondertussen een kop sterke zwarte koffie inschenkend, zonder te vragen of ze daar trek in had. ‘Die suite is onlangs nog opnieuw gemeubileerd. Er was me verzekerd dat ze de best verkrijgbare matras hadden uitgekozen. Ik zal erop toezien dat hij wordt vervangen.’
Hoe typisch dat hij dacht dat elk probleem in het leven kon worden opgelost met materiële zaken, dacht ze geërgerd, terwijl ze de heerlijke geur van de koffie probeerde te negeren. ‘Er was niets mis met het bed, buiten het feit dat het onder jouw dak stond.’
‘Hebben grote huizen soms iets te veel donkere hoekjes naar je zin?’ opperde hij, zogenaamd bezorgd.
Achter hem verscheen Boyet met een dienblad vol etenswaren: gekruid brood, honing, fruit met yoghurt en vers geperst sinaasappelsap. Cally begon te watertanden en ze voelde haar hongerige maag knorren, maar ze schraapte haar keel om dit te verbloemen. ‘Hoewel het inderdaad een onnodig groot aantal kamers heeft, had het daar niets mee te maken. Geloof het of niet, ik heb er simpelweg geen behoefte aan bij jou in de buurt te zijn.’
‘Toch ben je nog steeds hier.’
‘Zoals je al zei: wat mijn persoonlijke gevoelens ook mogen zijn, ik zou wel gek zijn om zo’n belangrijk besluit in mijn carrière te nemen zonder eerst de details te bespreken.’
Hij knikte, alsof haar carrière er verder niet toe deed. ‘Maar toch heb je nog geen slokje koffie of een kruimeltje eten geproefd. Dus, tast toe.’
Het was verleidelijk te zeggen dat ze geen honger had, maar het aroma van nootmuskaat en rozijnen was te aanlokkelijk, en ze bezweek voor een broodje.
Aandachtig keek Leon toe. Toen ze een hongerige hap nam alvorens haar prachtig gevormde lippen weer zuur op elkaar te persen, besefte hij dat dit het meest erotische was wat hij ooit had gezien. ‘Van alle vrouwen met wie ik ooit heb ontbeten, ben jij de eerste die zo hard haar best doet er ongelukkig bij te kijken.’
Cally ging ongemakkelijk verzitten en deed nog een knoopje van haar jasje dicht, ondanks de toenemende warmte van het vroege zonnetje. ‘Emoties doen er niet toe, toch?’ Snel schoof ze haar portfolio naar hem toe, terwijl ze zich ondertussen hardnekkig bleef voorhouden dat ze geen acht moest slaan op zijn gemakkelijke kleding en de vakantiesetting, maar dat ze dit gewoon op precies dezelfde manier moest benaderen als haar sollicitatiegesprek bij de London City Gallery. ‘Hierin vind je foto’s van al mijn grote restauratieprojecten, en meer informatie over mijn kwalificaties. Ik heb me gespecialiseerd in Rénard voor het theoretische deel van mijn postdoctoraat.’
Hij sloeg het portfolio nonchalant open, bladerde naar de eerste bladzijde en las haar cv vluchtig door, terwijl hij van zijn koffie nipte. ‘Je bent begonnen aan een opleiding beeldende kunst in Londen,’ zei hij bedachtzaam, terwijl hij opkeek. ‘Maar die heb je niet afgemaakt?’
Dat dit het eerste was wat hem opviel, had ze wel verwacht. De eigenaar van de London City Gallery had diezelfde vraag pas tijdens haar tweede gesprek gesteld. Na jaren hard werken was ze toen eindelijk in staat geweest een zelfverzekerd en eerlijk antwoord te geven. Dus waarom schaamde ze zich dan zo nu hij het vroeg?
‘Nee, ik heb de opleiding niet afgemaakt.’ Ze haalde diep adem. ‘En dat was een grote fout. Maar de twee jaar daarna heb ik fulltime gewerkt en heb ik in elk vrij uurtje geschilderd en gestudeerd. Het Cambridge Instituut heeft mij toen een kandidaatsdiploma in kunstrestauratie gegeven op basis van mijn aanleg en toewijding.’
‘Maar waarom heb je het niet afgemaakt?’ Leon sloeg haar portfolio dicht zonder er verder nog naar te kijken. ‘Ben je verliefd geworden op een van je docenten en gestopt toen bleek dat dit niet wederzijds was?’
‘Dat lijkt me niet relevant, of wel?’
In haar ogen zag hij dat hij een gevoelige snaar had geraakt. Hij was geneigd door te vragen, maar stoorde zich tegelijkertijd ook aan de gedachte dat ze eerdere relaties had gehad en wilde hier eigenlijk helemaal niets over horen. Dat sloeg natuurlijk nergens op, want de vrouwen met wie hij het bed deelde waren wat dat betreft altijd net zo ervaren geweest als hij.
‘Nou, ik ben van mening dat de manier waarop iemand zich gedraagt in persoonlijke relaties een indicatie is van de manier waarop ze zich zullen gedragen als werknemer,’ zei hij, haar recht in de ogen kijkend.
Plotseling viel bij Cally het kwartje. Dus dát had er achter die hele toestand in Londen gezeten. Toen ze zich realiseerde wat dit betekende, kreeg ze het nog warmer. Het was allemaal een test geweest om te zien of hij haar geschikt vond voor de baan, en ze kon zich wel indenken wat zijn conclusie was! Was het niet typisch dat het in die ene nacht waarin ze zich eens totaal anders had gedragen dan normaal juist zo belangrijk was geweest om zichzelf te zijn? Maar wat gaf hem eigenlijk het recht om een dergelijk oordeel over haar te vellen gebaseerd op haar gedrag?
Ze keek net zo uitdagend terug. ‘Dan wil je vast niet weten wat jouw gedrag over jou zegt, Koninklijke Hoogheid.’
‘Mijn gedrag doet er niet toe, want jíj bent degene die aan míjn schilderijen wilt werken. Jouw gedrag, daarentegen…’
‘Waarom heb je dan de moeite genomen me hierheen te halen als ik toch al was gezakt voor die treurige persoonlijkheidstest van je?’
‘Omdat je dan misschien wel hebt laten zien dat je niet op je woord te geloven bent en dat je alleen in deze schilderijen bent geïnteresseerd omdat deze opdracht je naamsbekendheid zal opleveren, chérie…’ Hij zweeg even, alsof hij wilde genieten van haar ontzetting. ‘Maar nadat ik mij de afgelopen week uitgebreid heb verdiept in jouw vaardigheden, ben ik van mening dat jij de aangewezen persoon bent voor de klus.’
Cally was zo verbijsterd door zowel de diepe belediging als het grote compliment, geuit in één enkele zin, dat ze even niet wist wat ze moest zeggen.
Voor ze echter de kans kreeg ook maar iets uit te brengen, ging Leon verder: ‘Daarom zou ik je graag willen aannemen. Op één voorwaarde. Er zal geen sprake zijn van enige faam. Je mag de opdracht in je portfolio opnemen, maar meer niet. Op dit eiland is het verboden voor de pers ook maar iets over mij of mijn werknemers te publiceren, behalve als het over mijn publieke taken gaat. Ik doe mijn best dit beleid over de hele wereld te handhaven, en ik verwacht dat al mijn huidige en voormalige werknemers zich hieraan zullen houden. Voor altijd.’
Dat verklaarde het gebrek aan informatie op internet, dacht Cally. Het verbijsterde haar dat hij kennelijk dacht dat dit het enige was wat haar zou tegenhouden zijn werkaanbod aan te nemen. Ze vroeg zich af of hij ooit van het begrip persvrijheid had gehoord. ‘Gisteren suggereerde je dat de Rénards waren aangekocht voor de universiteit,’ zei ze fronsend. ‘Maken ze dan geen deel uit van je publieke taken?’
Geïrriteerd haalde Leon een hand door zijn haar. Hij had kunnen weten dat ze zijn woorden op elke mogelijke manier zou proberen te verdraaien. ‘Nee. De Rénards zijn voor mijn privécollectie. Ik heb op dezelfde veiling een kleine Goya gekocht voor de universiteit. Gelukkig hoeft die niet te worden gerestaureerd.’
Nu ontplofte Cally bijna van woede. ‘Dus de Rénards zullen wel degelijk worden behandeld als een trofee waar niemand van zal kunnen genieten, behalve jij?’
Voor hij antwoordde, nam hij een slok van zijn koffie. ‘Als je mijn besluit zo wilt opvatten, oui.’
‘Dus je hebt alweer tegen me gelogen.’
‘Ik heb niet gelogen, ik heb alleen de waarheid verzwegen.’ Nonchalant haalde hij zijn schouders op. ‘Doe nu maar niet alsof dat je iets uitmaakt.’
‘Natuurlijk maakt dat uit!’
‘Echt? Want ik meen me te herinneren dat je hebt gezegd dat niets je ervan zou kunnen weerhouden aan die schilderijen te werken, zelfs niet je o zo ethische principes. Tenzij…’
‘Tenzij wat?’
‘Tenzij je terugkomt op je woord. Alweer.’
Hun blikken kruisten elkaar. Hij probeerde haar te provoceren, dat wist ze, en haar intuïtie schreeuwde haar toe dat ze gewoon weg moest lopen. Hij had de schilderijen inderdaad alleen maar gekocht om ermee te kunnen pronken. Hij was inderdaad een verdraaide leugenaar, en ze had zich haar hele leven nog nooit zo vernederd gevoeld, door welke man dan ook.
Maar ook nog nooit zo bezield. Bovendien, wat had ze om naar toe te vluchten? Een lege agenda en een stapel rekeningen. Alleen zou het nu nog vreselijker zijn, omdat ze zou weten dat ze haar droomopdracht had afgeslagen, puur uit trots. Wat nog erger was: hij zou denken dat ze inderdaad niet in staat was zich aan haar woord te houden en door te zetten. Als ze zijn aanbod afwees, zou zij de enige zijn die daaronder zou lijden. Leon zou gewoon iemand anders aannemen, maar haar dromen zouden voor de tweede keer in haar leven zijn gedwarsboomd door een man met meer geld dan normbesef.
Die gedachte ontketende een diepgewortelde woede in haar. Wat maakte het uit dat zijn plannen voor de schilderijen precies het tegenovergestelde waren van alles waar zij voor stond? Waarom zou ze dat in vredesnaam niet eens een keer in haar voordeel gebruiken?
‘Wil je dat ik nu meteen begin?’
‘Dat ligt eraan. Ben je bereid een contract te tekenen waarin staat dat je dienstverband zal worden beëindigd als je je niet aan de voorwaarde houdt?’
‘Ik zie geen reden om dat niet te doen.’
‘Dan kun je wat mij betreft vanmiddag nog beginnen.’
Cally glimlachte flauwtjes, vastberaden het hem moeilijk te maken. ‘In dat geval zal ik een voorschot nodig hebben om een atelier te kunnen huren, en –’
‘Een atelier huren?’ vroeg hij met onverholen afkeer.
Ze knikte.
‘Waarom? Het paleis heeft meer dan genoeg kamers, zoals je zelf al opmerkte.’
‘Omdat… omdat het me niet bepaald gepast lijkt om hier te wonen en te werken, gezien de omstandigheden.’
Spottend trok hij een wenkbrauw op. ‘Omstandigheden?’
Ineens wou ze dat ze niets had gezegd. ‘Je weet best wat ik bedoel.’
‘Als we met elkaar naar bed waren geweest, zou ik het begrijpen, ma belle, maar aangezien je daar zo op tegen was, zie ik geen enkel probleem, d’accord?’
Er is wel degelijk een probleem, dacht Cally. Een levensgroot probleem, dat me nu recht aankijkt met zijn diepblauwe ogen.
‘Goed, dan. Ik zal hier logeren en hier werken. Maar ik heb wel mijn restauratiematerialen nodig,’ zei ze. Omlaag kijkend naar haar kleding, vervolgde ze: ‘En aangezien ik dacht dat ik hier slechts enkele uren zou zijn, zal ik ook wat kleding vanuit huis moeten laten overkomen. Je kunt toch niet ontkennen dat ik die nodig zal hebben gedurende mijn verblijf hier?’
‘De tijd zal het leren, Cally,’ antwoordde hij plagerig.
De manier waarop hij de twee lettergrepen van haar naam over zijn tong liet rollen deed haar denken aan hete vloeibare chocolade, en ze voelde een zweetdruppeltje tussen haar borsten omlaag glijden.
‘Maar het is niet nodig om iets te laten overkomen,’ vervolgde hij lijzig, alsof het een compleet belachelijk idee was. ‘Ik zal alle benodigdheden uit Parijs laten overkomen, inclusief een nieuwe garderobe.’
‘Ik heb geen nieuwe garderobe nodig!’
Kritisch liet hij zijn blik over haar pak gaan. ‘O, ik denk van wel.’
‘Maar…’ Cally keek hem woedend aan, haar hele lichaam trillend van frustratie, maar hij negeerde haar eenvoudigweg en ging verder.
‘In de tussentijd zul je vast de schilderijen willen bestuderen,’ zei hij, het woord schilderijen benadrukkend, alsof zíj degene was die afdwaalde. ‘Maak maar een lijst van alle benodigde materialen en geef deze aan het eind van de dag aan Boyet. Hij zal zorgen dat ze meteen worden besteld.’ Terwijl hij opstond, liet hij zijn blik over haar figuur glijden. ‘En hoewel de kleding uit Parijs pas morgen zal aankomen, zal het vast geen kwaad kunnen om voor die tijd dat jasje al uit te doen. Je ziet eruit alsof je elk moment kunt flauwvallen.’
Vastbesloten hem niet het genoegen te gunnen deze bijeenkomst te beëindigen door van haar weg te lopen, kwam ook Cally overeind. ‘Je bent er misschien aan gewend dat vrouwen zich massaal aan je voeten werpen, Leon, maar ik kan je verzekeren dat je me totaal koud laat.’
‘Nou, als dit koud is, chérie, dan kan ik niet wachten om je in vuur en vlam te zien staan,’ zei hij spottend, en voor ze ook maar kon reageren, was hij weggelopen naar het paleis.
‘Dan hoop ik dat je een zeer geduldig man bent,’ riep ze hem na. Toen ze zag dat hij al door de glazen deuren naar binnen was gelopen, stond ze zichzelf toe weer te gaan zitten en dat rotjasje uit te trekken.
‘Ik betwijfel of ik wel zo geduldig zal hoeven zijn,’ zei Leon in zichzelf, terwijl hij de jaloezieën binnen opzij schoof en zijn blik over haar blouse liet gaan. ‘Denk je ook niet?’