Hoofdstuk 18

 

 

 

Violets autosleutels bungelden aan haar vinger, en ze moest zich inhouden om niet ongeduldig met haar voet te tikken. Waar bleef hij toch? Het was al kwart over twee. Ze moest nu echt weg om Rose en Will op te halen. Na hun vlucht van zesendertig uur zouden ze humeurig zijn en doodmoe.

‘Is hij er nog niet?’ Haar moeder verscheen in de deuropening van de keuken.

Ze schudde haar hoofd. ‘Heb jij hem ook niet gezien?’

‘Nee. Ik kan wel even in de studeerkamer en op zijn kamer gaan kijken.’

‘Heb je pap gevraagd?’ Onmiddellijk had ze spijt van die vraag, want haar moeder werd bleek. Zelf had ze haar vader net gesproken, en nu was zijn humeur niet al te best.

‘Hij heeft zich in zijn studeerkamer opgesloten,’ zei haar moeder. ‘Ik kan hem maar beter even alleen laten.’

‘Ja, dat begrijp ik.’ Ze voelde zich schuldig. Ze had niet moeten aandringen – en al helemaal niet zo snel – maar ze wilde zo wanhopig graag een doorslaand succes maken van het benefietconcert van dit jaar. Voor oom Jez.

‘Violet…’

‘Ik weet wat je wilt zeggen, mam. Maak je geen zorgen. Ik zal hem niet meer lastigvallen.’

‘Daar gaat het niet om. Liefje… we zijn zo trots op wat je de afgelopen weken hebt gedaan. Je hebt de organisatie van het concert overgenomen, met iedereen onderhandeld, en dat terwijl Tom hier is.’ Ze glimlachte. ‘Al vermoed ik dat hij toch niet zo erg was als je had verwacht, of wel?’

‘Mam, ik –’

‘Liefje, ik vind het fantastisch. Het is een aardige vent, en het werd tijd dat je iemand vond om voor uit je schulp te kruipen. Ik ben ontzettend trots op je dat je van dit concert een eerbetoon aan oom Jez wilt maken. Een manier om anderen te helpen die misschien niet weten waar ze heen kunnen. Dat is heel belangrijk, en ik weet hoeveel het je kost om dit te doen.’

Haar ogen prikten. ‘Dank je, mam.’

‘Ik ben zo trots op je.’ Ze gaf Violet een warme knuffel. ‘Ik vind ook dat de Lemons moeten spelen. Je vader is nog niet helemaal zichzelf, maar dat komt wel wanneer de mist eenmaal is opgetrokken. Ik haal de jongens wel over. Dan zijn ze er klaar voor om het podium op te gaan wanneer je vader eindelijk uit die studio komt, oké?’

‘Dat zou fantastisch zijn, mam. Bedankt.’ Nu gaf Violet háár een knuffel. Als haar moeder de familie niet bij elkaar had gehouden, zouden ze al jaren geleden uit elkaar gevallen zijn.

‘Ga nu die tweelingzus van je en haar man maar ophalen. We hebben de hele familie nodig op dit moment. Wanneer Tom opduikt, zeg ik wel dat je niet langer kon wachten. Hij is vast aan het bellen of zo.’

Haar moeder had natuurlijk gelijk. Tom moest wel met iets dringends bezig zijn, want anders zou hij haar niet alleen naar de luchthaven laten gaan. De kans was groot dat hij op dit moment ‘geen commentaar’ schreeuwde tegen iemand die hij ooit als vriend en collega had beschouwd.

Even later reed ze de garage uit, langs de journalisten die nog steeds voor hun huis stonden. Zodra haar auto verscheen, begon het geschreeuw. Ze checkte of haar raampjes helemaal dicht waren, maar dat hielp niet om het geroep buiten te sluiten.

‘Violet! Violet!’

‘Hoe gaat het met je vader?’

‘Is er nog nieuws over de auto? Hoe is Jez eraan gekomen?’

‘Komen Rose en Will naar huis?’

‘Is het waar dat Daisy al is bevallen en dat ze nu moet rusten?’

Om dat laatste moest Violet stiekem glimlachen. Daisy was pas vijf maanden zwanger. Als ze al in bed lag, was dat om ‘troost’ te vinden in de armen van haar aantrekkelijke echtgenoot. Dachten ze nu echt dat er geen ambulance zou zijn opgedoken als er iets met de baby was geweest? Met haar eerste kleinkind nam Sherry echt geen enkel risico.

De vragen hield pas op toen ze de openbare weg bereikte. De laatste keer dat ze deze route had gereden, was toen ze Tom van de luchthaven had gehaald. Sindsdien was er zoveel veranderd, dat ze zich nauwelijks herkende in de gefrustreerde, eenzame vrouw die in het café tegen hem tekeer was gegaan.

 

Helaas bleek de laatste vlucht van Rose en Will vertraagd te zijn. Nadat Violet naar het aankomstbord had gekeken, viel haar oog op een bekend café. Ze kon net zo goed dáár proberen geen aandacht te trekken, besloot ze. Met een krant en een kopje koffie ging ze in een hoekje zitten vanwaar ze het scherm met de vluchtinformatie kon zien.

Soms werd ze herkend, en dan werd er wat gemompeld. Dat kwam waarschijnlijk ook doordat op de voorpagina van de krant een artikel over de autopsie van Jez stond. Gelukkig benaderde niemand haar direct. Eigenlijk was het de vredigste en kalmste dag in tijden.

Ze had kunnen weten dat de rust niet lang zou duren. Toen ze halverwege een artikel over de prijs van de roem was, ging haar mobieltje. Dat ze het nummer niet herkende, vond ze inmiddels niet ongewoon. De belangrijkste contacten voor het benefietconcert had ze opgeslagen, maar af en toe belde iemand van een ander toestel.

‘Violet Huntingdon-Cross,’ zei ze vriendelijk – voor het geval het iemand voor het concert was – maar ook een beetje neerbuigend – voor het geval het een verslaggever was.

‘Hallo, schatje.’

Ze bevroor. Acht jaar lang had ze die stem gemeden, en de man aan wie hij toebehoorde. Acht jaar lang had ze geprobeerd te doen alsof hij niet bestond. Dat was ook min of meer waar. De man van wie ze had gedacht te houden, bestond ook niet. Wel deze man, de man die altijd bereid was om haar voor een goed verhaal te bedriegen.

‘Nick.’ Eigenlijk moest ze ophangen, zich verstoppen voor hem en voor alles waar hij voor stond. Maar zo was ze niet meer. Ze had afstand van hem genomen. Eén gesprekje kon ze wel aan. ‘Wat wil je?’ vroeg ze kortaf.

‘Hetzelfde wat iedereen momenteel van je wil: een officieel commentaar op de voortijdige dood van de slaggitarist van je vader.’

Ze lachte hard genoeg om de aandacht van de mensen aan het tafeltje naast haar te trekken. ‘Hoe kom je er in vredesnaam bij dat ik jou dat zou geven?’

‘Vanwege de goeie ouwe tijd misschien? Maar ik had beter moeten weten.’

‘Dat dacht ik ook.’

‘Je hebt momenteel nog met een andere verslaggever te maken, hè? Tom houdt je aan het lijntje en wacht op hét verhaal van zijn leven. Ik wed dat hij zijn geluk niet op kan.’

‘Ken jij Tom dan?’ Een onnodige vraag, want Nick kende iedereen. Weliswaar stond Tom aan de andere kant, maar dat had niet veel te betekenen. Ze hadden hetzelfde doel. Toch vergiste Nick zich als hij dacht dat Tom net zo was als hij.

‘Iedereen kent hem toch,’ zei hij luchtig. ‘Het gaat erom hoe goed jíj Tom kent. Heb je zijn artikelen gelezen? Niet de recente, maar zijn vroege verhalen? Bijvoorbeeld het verhaal waarmee hij is doorgebroken?’

‘Ik weet niet waar je het over hebt en ik wil het ook niet weten.’ Ze voelde angst opkomen. Tom had wel iets verteld over de eerste krant waarvoor hij had gewerkt, de krant die zo’n kloof tussen hem en zijn moeder had veroorzaakt, maar nooit welke verhalen hij voor die krant had geschreven. Vanwege hun romance had ze dat opzettelijk genegeerd. ‘Tom is niet zoals jij. Trouwens, wat kan het je schelen?’

‘Wie weet vind ik het gewoon vervelend dat je er weer intuint.’ Na een korte stilte lachte hij. ‘Oké, beschouw dit maar als een waarschuwing. Je komt er nog wel achter wie hij werkelijk is, dat wij journalisten allemaal hetzelfde zijn. En eens zul je toch iets moeten zeggen, dus waarom dan niet tegen mij?’

‘Nooit,’ beet ze hem toe. Hoe kon hij dat denken? En wat dacht hij over Tom te weten? Ze wilde er niet eens over nadenken. ‘Dag, Nick.’ Met bonzend hart verbrak ze de verbinding. Hij wilde haar alleen maar van streek maken en het verhaal van de eeuw binnenhalen of zoiets. Waarschijnlijk had zijn uitgever hem ertoe aangezet. Hij had toch niet echt aangenomen dat ze met hem zou praten?

Wat wist Nick eigenlijk? Toms verhalen gingen allemaal over muziek, zelfs de vroege voor die vervloekte krant waren vermoedelijk albumrecensies. Wat kon daar controversieel aan zijn? Wie weet had hij de Lemons een keer twee sterren gegeven of zo, maar dat was niet genoeg om een wig tussen hen te drijven. Het verleden was voorbij, dat deed er niet meer toe.

Alleen had Nick ook gezegd dat ze allemaal hetzelfde waren. Ze kende enkele van Nicks artikelen, was er zelf de hoofdpersoon in geweest. Tom zou nooit zoiets schrijven, toch?

Ze keek naar het scherm met de aankomsttijden. Nog geen veranderingen.

Ze moest de tijd doden, het had niets te betekenen. Dat hield ze zich voor terwijl ze haar tablet uit haar tas viste en Toms naam googelde.

Al snel wist ze waaraan Nick had gerefereerd. Tussen alle albumrecensies, bandinterviews en concertbesprekingen van tien jaar eerder vond ze het artikel dat het begin van Toms carrière had ingeluid: SCHANDAAL OM NAAKTFOTO’S TIENERSTER! Haar maag draaide zich om toen ze de foto’s zag. Die waren duidelijk van dichtbij genomen, niet met een telelens. Degene die ze had gemaakt, had heel dichtbij gestaan. En was daartoe uitgenodigd.

Toen het verhaal naar buiten was gekomen, waren de foto’s binnen een paar uur op het nieuws, in de kranten en op internet verschenen, herinnerde ze zich. Kennelijk was Tom achter het verhaal aan gegaan. Had hij een tip gekregen? Hoe dan ook had hij het verhaal moedwillig naar buiten gebracht. Misschien had hij de actrice zelfs wel overgehaald tot het maken van de foto’s zelf. Kristy Callahan, het sterretje, was destijds amper achttien geweest. Ze was beroemd geworden door haar rol in een soapserie. Toms verhaal had haar carrière kapotgemaakt.

Eigenlijk wilde Violet dit helemaal niet weten, maar ze kon nu niet meer doen of het verhaal niet bestond. Tom had geen ruzie met zijn moeder gekregen vanwege de krant waarvoor hij werkte, maar vanwege dit verhaal. Dat kon niet anders. Hij had tegen haar gelogen toen zij had gedacht dat hij de waarheid sprak, dat ze hem kon vertrouwen.

Ze keek weer naar het aankomstscherm. Rose en Will waren eindelijk geland. Ze moest haar zusje en haar beste vriend gaan ophalen. En daarna moest ze naar huis, Tom zoeken.