40

Een klein pakhuis in Dyce – niet veel groter dan een dubbele garage, olievlekken op de betonnen vloer, metalen rekken beladen met stoffige dozen langs de kale betonblokmuren.

Er was een laag dik, doorzichtig plastic op de vloer uitgespreid, waarvan de hoeken met roestige machineonderdelen op hun plaats werden gehouden.

Een van de roldeuren stond open, zodat het geknal en gekletter van het industrieterrein, het dreunende geronk van helikopters onderweg naar en van de booreilanden, werd binnengelaten. Er stond een gedeukt transitbusje half in het pakhuis, met de achterwielen op het plastic kleed en de voorkant in de zonnige middag gestoken. Stationair draaiende motor.

De jongeman met het groene haar snoof, pakte vervolgens een metalen attachékoffer op, plopte de sloten open en reikte het ding aan Logan aan, alsof hij in een spionagefilm speelde. Jonny Urquhart – Veel kwaads uit Mastrick. Hij glimlachte, zodat er een perfect gebit werd getoond; zijn wangen een landschap van oude acneputjes. ‘Maak je geen zorgen, totaal koosjer, weet je.’

Logan keek in de koffer. Het was een groot halfautomatisch pistool, verpakt in een doorzichtige plastic voedselzak met ritssluiting. De patroonhouder zat in een andere zak. Nog een, met een handvol 9mm-kogels.

‘Holle punt.’ Urquhart knipoogde. ‘Die zullen je goed naar de kloten brengen.’

Logans handpalmen waren ineens klam. Hij veegde ze aan zijn spijkerbroek af. ‘Nee. Bedankt, maar nee.’

‘Ah, je gaat op de vuist, hè? Oude stempel: bevalt me wel.’ Hij sloeg de koffer weer dicht, draaide aan het combinatieslot. ‘Heb je handschoenen? Nee? Maak je geen zorgen, ik regel het wel voor je.’

Hij trok de achterdeuren van de transit open, klauterde naar binnen en sleepte een volwassen man bij de oksels naar buiten.

Shuggie Webster: handen achter zijn rug vastgemaakt, in het wilde weg trappende benen. Bonk, hij raakte de betonnen vloer… of beter gezegd, het plastic kleed. Een gedempte grom van achter een knevel van isolatietape. Hij droeg nog steeds dezelfde vieze sweater met capuchon als eerder, maar zijn schoenen waren verdwenen, zodat er een paar sokken met een gat in één teen werd onthuld. Urquhart sleurde hem naar het midden van het kleed en liet hem los.

Shuggie lag daar, ogen wijdopen, sissend uit zijn neus ademend.

Logan slikte.

‘Alsjeblieft, één klojo, geleverd zoals beloofd. Een soort klootzakken-FedEx.’ Urquhart diepte nog een zak met ritssluiting uit zijn zak op en wierp die Logan toe. ‘Complimenten van het huis.’

Drie paar handschoenen: één leer, twee latex – van die huidkleurige die je nooit meer op plaatsen delict zag.

‘Nou, weet je zeker dat je dat pistool niet wilt?’

Op de grond probeerde Shuggie al bokkend en kronkelend iets te schreeuwen.

‘Niemand heeft jou verdomme iets gevraagd.’ Urquhart deed twee stappen en beukte zijn laars tegen Shuggies zij.

Dat leverde hem een gedempte grom op.

‘Zie je? Dit gebeurt er als je je drugs van kutbuitenlanders koopt.’ Nog een schop. ‘Steun plaatselijke handel!’ Urquhart klapte zijn handen tegen elkaar. ‘Goed, ik laat jullie alleen. Klop maar even als je wilt dat ik je kom helpen om het restant af te schieten, oké?’ Hij paradeerde naar de achterkant van het busje, stak zijn hand naar binnen en haalde een draagbare stereo ter grootte van een buldog tevoorschijn. Friemelde er even aan en klikte vervolgens op een knop.

Er dreunde heavy metal uit de luidsprekers, luid genoeg om al het geschreeuw te overstemmen.

Hij zette het ding op de grond neer, deed de krakende deuren van het busje weer dicht. Het rolde ruim een meter vooruit.

Urquhart draaide zich om, veegde zijn groene lok opzij, stapte naar buiten en trok de roldeur dicht. Nu waren alleen Logan, Shuggie en Metallica er nog.

Shuggie hield op met kronkelen, lag daar alleen maar op zijn rug naar hem te staren.

Uiteraard zou het goed zijn om dit alles als een aanschouwelijke les te zien. Om te accepteren dat Shuggie Webster slechts een verpest mannetje was dat zich met de verkeerde mensen inliet toen hij jong was. Wiens leven vergald was door drugsgebruik en een tweederangs opvoeding. Dat hij een mens was, net zo gebrekkig en net zo goed te redden als iedereen.

Logan deed het plastic ritsje open en trok de latexhandschoenen eruit.

Wraak zou niets oplossen. Dat zou Samantha’s milt en linkernier niet weer doen aangroeien. De zwelling in haar hersenen niet doen afzakken. Haar kapotte ribben, gebroken schouder, verbrijzelde linkerknie of ontwrichte heup niet herstellen. Haar niet wakker maken.

Het zou geen sodemieter uithalen.

Hij trok één paar latexhandschoenen aan en wurmde vervolgens het leren paar eroverheen. Shuggie flink de stuipen op het lijf jagen, hem daarna naar het bureau slepen, hem aan de autoriteiten overleveren en zorgen dat hij voor acht tot twaalf jaar de bak in gaat. Wat neerkomt op zes tot acht jaar voordat hij voorwaardelijk wordt vrijgelaten. Vier tot zes jaar bij goed gedrag. Strafvermindering terwijl hij zit te wachten tot de zaak voorkomt.

Logan trok het laatste paar latexhandschoenen over het leren paar aan.

Amper de moeite waard om hem überhaupt te arresteren. Hij kon hem net zo goed een tik op de vingers geven en hem met een strenge berisping wegsturen.

Dat zou iedereen een hoop moeite besparen.

‘Opstaan.’

Shuggie staarde hem alleen aan.

‘Ik zei OPSTAAN VERDOMME!’ Logan gaf een trap tegen zijn dij.

Shuggie siste achter zijn knevel en draaide zich vervolgens moeizaam op zijn zij. Het verband om zijn rechterhand was bijna zwart van het opgedroogde bloed en vuil. Logan greep zijn schouders vast en trok hem op zijn knieën.

‘Wilde je “gevolgen”, Shuggie? Prima.’ Logan pakte de bindstrip die de polsen van de forse man bijeenhield en trok. ‘Je zal je verdomde “gevolgen” krijgen.’

Een gedempte schreeuw, maar Shuggie stond op; zijn sokken slipten op het plastic.

Alleen een beetje bang maken…

Logan sloeg zijn vuist tegen de nieren van de forse man – hij zakte weer op zijn knieën.

‘Ze ligt in coma.’ Logan deed een stap naar achteren en schopte Shuggie opnieuw in zijn nier.

MMMMMMMFFFFF!’

Shuggie kneep zijn ogen samen boven de knevel van isolatietape; uit zijn keel kwam een grommend gesis.

‘In coma verdomme!’ Logan ramde zijn onderarm in Shuggies gezicht, gebruikmakend van de solide strook bot vlak voor de elleboog om hem recht tegen de neus te slaan. Voelde het nauwelijks. Maar Shuggie vloog met uitgespreide ledematen over het plastic, klagend en jammerend als een baby.

Een rappe schoen in de kloten en hij zat weer voorovergeklapt, heen en weer schokkend; er stroomde bloed uit zijn kapotte neus.

Logan stampte op zijn linkerenkel.

‘Zeg dat het je spijt!’ Hij schopte de forse man op zijn rug en ging hard op zijn borst zitten. Ramde nog een elleboog in zijn gezicht. Shuggies hoofd ketste met een doffe bonk tegen het plastic kleed. Logan rukte de knevel van isolatietape weg en Shuggie nam een enorme teug adem.

Logan sloeg hem nogmaals, niet met de elleboog, maar met zijn vuist. ‘Zeg…’ – vuistslag – ‘… dat het je…’ – vuistslag – ‘… verdomme…’ – vuistslag – ‘… SPIJT!’ Leunde vervolgens zwaar ademend achterover.

Shuggies gezicht begon al op te zwellen; één oog zat dicht, het andere was een aardig eind op weg – de pupil op drift in een helderrode zee. Neus geplet, lippen gespleten. Waarschijnlijk een gebroken jukbeen.

‘Urgh…’ Aan de zijkant van zijn gehavende mond plopten bloedbubbels.

‘Alles wat we doen, alle shit waarmee we opgezadeld worden, om klootzakken zoals jij ervan te weerhouden mensen iets aan te doen. Van ze te stelen. Drugs te dealen aan hun kinderen en hun leven verdomme kapot te maken…’ Logan hees zichzelf overeind, boog zijn rechterhand, voelde de lagen handschoen strak tegen zijn huid. Hij schopte hem nog een keer, raakte Shuggie aan de zijkant van de knie, waar het de meeste schade zou aanrichten.

De forse man gilde.

‘Zeg dat het je spijt.’

Shuggie lag daar maar bloed te gorgelen en te huilen.

ZEG HET.’

‘Het spijt me! Het spijt me…’ Zijn stem was nat, gesmoord door snikken. ‘Wat ik ook maar… wat ik ook maar gedaan heb – o god –het spijt me.’

Logan staarde hem aan. ‘“Wat je ook maar gedáán hebt”?’ Stuk stront. Hij stampte op Shuggies maag, zodat hij weer dubbelvouwde.

‘Aaaaaa! Alsjeblieft, het spijt me!’

JIJ HEBT MIJN FLAT IN DE FIK GESTOKEN, KLOTERUKKER!’

‘Het… het spijt me zo…’

‘Je stak een condoom door mijn brievenbus, vulde het met benzine en stak het kutding in de fik!’ Nog een schop in de maag. ‘Wat, was je te stoned om het je te herinneren? Samantha ligt verdomme in coma door jou!’ Nog een, misschien bracht dat geluk.

‘Aaaaaaaaagh!’ Shuggie lag daar te trillen en te hijgen. ‘Ik heb het niet gedaan, alsjeblieft, ik heb niks in de fik gestoken!’

Logan deed een paar stappen naar achteren. ‘Hoe stom denk je dat ik ben?’

De song op de stereo liep af en werd vervangen door nog een salvo van dreunende drums en gillende gitaren.

‘Ik kan niet… Mijn hand. Hoe kan… kan ik iets gieten door… door wat dan ook?’ Shuggie rolde zich op tot een bal, liet zijn voorhoofd op zijn ene goede knie rusten. ‘Kijk dan. KIJK DAN!’

Logan liep naar de andere kant en staarde naar het vieze verband dat Shuggies rechterhand volledig bedekte. ‘Dat betekent niet dat je hem niet nog steeds kunt gebruiken.’

‘Ze hebben mijn… mijn vingers gevild.’ Hij hoestte, zodat er bloed en stukken tand over zijn hele spijkerbroek werden gesproeid.

Logan knielde achter hem neer en rukte Shuggies arm naar achteren. Een veiligheidsspeld hield het uiteinde van het slonzige verband op zijn plaats. Logan friemelde eraan, wat de drie lagen handschoenen bijna onmogelijk maakten. En toen lukte het hem; hij trok de met roest bespikkelde speld eruit en wikkelde het verband los.

Shuggie gilde – de groezelige stof trok aan het rauwe vlees, dat losliet als aardbeienjam en naar ranzig vlees stonk.

‘Jezus…’ Alleen de duim en de wijsvinger waren zichtbaar, maar die waren een misselijkmakende paarse, rode en zwarte puinzooi, de pezen net zichtbaar als grijze repen. Logan deinsde achteruit naar de rand van het plastic kleed. ‘Waarom ben je niet naar het ziekenhuis gegaan?’

‘Elke… elke dag dat ik… ik ze niet kon terugbetalen… namen ze… namen ze nog een…’ Hij ademde sissend tussen bebloede lippen uit.

Godallemachtig.

‘Ik heb… ik heb niks… in de fik gestoken.’ Hij maakte een geluid dat bijna als een lach klonk. ‘Hoe had ik dat moeten doen?’

Logans maag draaide om. Hoofd vol brandende kooltjes, mond vol speeksel. Hij wankelde achteruit tegen de rekken.

Hij was het niet. Shuggie was het niet.

Hij slikte de bittere galsmaak door. Zelfs als Shuggie de benzine níét had gegoten, was het toch zijn schuld. Er moesten ‘gevolgen’ zijn.

‘Waar zijn ze? Jacob en Robert – jouw Jamaicaanse maatjes? Heb je hun verteld dat ik jou je verdomde drugs niet terug wilde geven? Heb je die klootzakken tegen mij opgehitst?’

Logans ogen prikten; zijn zicht werd wazig.

Knipper. Slik.

‘Waar zijn ze verdomme?’

Liggend, snikkend op de pakhuisvloer, vertelde Shuggie het hem.

‘O…’ Jonny Urquhart stond naar Shuggie Websters gehavende lichaam te kijken. ‘Want het is geen probleem als je wilt dat ik… je weet wel.’ Met zijn duim en wijsvinger vormde hij een pistool.

‘Nee.’ Logan schraapte zijn keel. ‘Hij is gearresteerd.’

‘Zeker weten? Want je hebt hem écht best wel naar de kloten geholpen. Wat gaat er gebeuren als hij zijn tijd heeft uitgezeten, hè? Wil je dat er een of andere junkieklootzak achter je aan komt?’

Stilte.

Zo was deze hele puinzooi begonnen.

‘Zal ik je eens wat vertellen.’ Urquhart hurkte naast Shuggie neer. ‘Luister, stomkop, en luister heel goed, want als ik mezelf moet herhalen, ben je de lul. Als je deze aardige politieman iets aandoet, zullen we je vinden. Je geeft je over, en je bekent alles wat hij zegt, en je gaat naar de gevangenis en zit je tijd uit als een braaf jongetje. Als je ook maar “bruut politieoptreden” fluistert, zal ik een of andere enorme klootzak je reet aan flarden laten raggen, en daarna je klotestrot doorsnijden. Is dat duidelijk?’

Shuggie hoestte een mondvol donkerrood op.

‘Ik zei: is dat verdomme duidelijk?’

‘Ja…’ Het was weinig meer dan een fluistering, gedragen door een bloedbubbel.

Urquhart streek met zijn hand door zijn groene haar. ‘Natuurlijk is hij een junkie, en je weet wat hun woord waard is. Wil je echt niet dat ik…’

‘Nee. Alleen…’ Wat? Hem op het bureau afzetten nu hij eruitzag alsof hij door een maaidorser was overreden? Hem naar het ziekenhuis brengen? Alles wat aantoonde dat Wee Hamish connecties had met Shuggie Webster zou uiteindelijk rechtstreeks naar hem terugvoeren.

En misschien verdiende Logan het wel.

Hij trok zijn drie lagen handschoenen uit. Zijn handen stonken naar elastiekjes, de knokkels dieproze gekleurd, de huid opgezet en beurs. ‘Ik handel het wel af.’

‘Oké.’ Urquhart stootte Shuggies huilende lichaam met de neus van zijn laars aan. ‘Jij bent een mazzelpik, Shugs. Eens zien als je míjn huis in de fik zou steken?’ Een glimlach. ‘Denk alleen aan wat ik heb gezegd: één stap uit het gareel en…’ Hij trok een vinger over zijn strot.