31

Januari was toch altijd al zo'n sombere maand. Niemand had zin om op kantoor te zijn. Miriam, de hoofdredactrice van Beau, was in een stemming om op te schieten vanwege problemen op de drukkerij, bezuinigingen en lastige adverteerders en omdat de helft van de junioren thuis lag met buikgriep. Miriam eiste dat ze desondanks naar kantoor kwamen. Eve had liever dat ze wegbleven, want anders zouden ze toch de rest van de mensen maar aansteken. En ze had het nog altijd niet aan Ian verteld.

De afgelopen twee weken waren de langste in Eve's hele leven. Ook al was ze voortdurend omringd door mensen, haar collega's op kantoor, en Ians kinderen thuis, ze had zich nog nooit zo eenzaam gevoeld. Hannah praatte nog steeds niet tegen haar, zodat ook Sophie, die redelijk vriendelijk deed als haar grote zus niet in de buurt was, onmiddellijk dichtklapte zodra Hannah de kamer binnenkwam. Wat niet vaak gebeurde, aangezien Hannah weigerde om met Eve in dezelfde ruimte te zijn. Zodra Eve binnenkwam liep ze regelrecht de kamer uit, of ze nu midden in een zin was, midden in een hap, of midden in wat dan ook. Het effect was soms behoorlijk dramatisch. Als het niet haar eigen leven betrof, was Eve daar waarschijnlijk van onder de indruk geweest.

Het hielp niet dat Hannah een enorme show maakte van het feit dat ze haar vader wel had vergeven. En tot Eve's weerzin, liet Ian haar daarin nog begaan ook. Zelfs het huisarrest was teruggebracht tot amper twee weken. Kennelijk hadden ze nooit huisarrest voor Eve bij hen kwam wonen.

Wat Eve betrof waren ze weer terug op het punt waar ze de vorige herfst waren. Eve tegen de Newsomes, met de prettige uitzondering van Alfie, die zich verschanste tussen zijn speelgoed, die nog altijd verhaaltjes van haar eiste voor het slapen, en die haar lange avonden nog draaglijk maakte.

Maar Hannah was niet haar enige probleem. Bella was het andere.

Bella was verdwenen. Eve had geen idee dat ze zo afhankelijk was geworden van diens berichtjes, elke avond, totdat ze ineens niet meer kwamen. E-mails, MSN, Eve had alles uit de kast gehaald, en was uiteindelijk Bella direct gaan aanspreken op deschoorvoetendestiefmoeder.com. Er reageerden heel veel andere vaste bezoekers, maar van Bella kwam geen enkele reactie.

Eve moest zich er bij neerleggen. Bella was weg.

Gelukkig had ze Clare nog, zoals altijd. Maar ook al was Clare er altijd voor haar geweest, toch was er nu dat ene deel dat Eve voor haar beste vriendin verborgen had gehouden. En nog een paar andere dingetjes die ze nooit met haar had gedeeld. Waaronder het feit dat ze Bella had gevonden, en weer kwijt was geraakt. Eve voelde zich schuldig en verward. Ze had zelfs een keer de telefoon gepakt met het plan om alles aan Clare te vertellen. Althans, bijna alles. (Ik zat te chatten met AnnabelJadíé AnnabelEn ze is eigenlijk helemaal niet zo ergIk denk dat je haar wel magJe zou haar eens een kans moeten geven.)

Ja, hoor, tuurlijk. Sommige dingen gingen gewoon te ver. En Clare was zo blij met Eve's telefoontje, dat ze vergat te vragen waarom ze eigenlijk belde. Zodat ze Eve uiteindelijk alles vertelde over Lou's ‘nieuwe gezin’ en haar ‘coole, superleuke stiefmoeder’.

‘Ze aanbidt dat mens,’ zei Clare wrang.

Wat een mazzel, die Suzanne, wilde Eve zeggen, maar dat deed ze niet. Want Eve zou zelf ook veel liever die warme, lieve, slimme, grappige Lou als stiefdochter willen dan dat verwende blonde nest met haar wrok ter grootte van een middelgroot land.

En dan waren er nog de zwangerschapstests. De drogist had in januari een onverwachte piek in de verkoop daarvan gezien, want Eve had er zo ontzettend veel gekocht. Ze nam ze stiekem mee naar de toiletten op de verdieping van de directie, en dan ontdeed ze zich van het bewijsmateriaal in de maandverbandcontainer. In een kantoor vol met vrouwen zou niemand ooit weten dat het van haar was.

Maar net als toen ze de vorige keer zwanger was, maakte het niet uit hoeveel tests ze deed. De uitslag was altijd dezelfde. Positief.

En net als die eerste keer, was angst ook nu weer het enige wat ze erbij voelde.

Van de golf euforie die haar op Tweede Kerstdag had overspoeld toen ze zich realiseerde dat er misschien meer aan de hand was, was niets meer over; die was vervangen door een intens gevoel van leegte toen ze zich afvroeg hoe ze het Ian moest vertellen. Had ze het hem maar eerder gezegd. Had ze het hem maar verteld met Nieuwjaar, toen de sfeer tussen hen nog enigszins gezellig was dankzij de feestelijkheden. Nu was het te laat.

Nu had ze alweer een Had ik maar, voor haar verzameling.

‘Jij weet wel hoe je het een man naar de zin moet maken,’ zei Ian toen Eve de weg overgestoken was met twee plastic bekers koffie en een witpapieren zak met broodjes. ‘Toen je me uitnodigde voor de lunch had ik eigenlijk iets met wat meer glamour in mijn hoofd.’

‘Ik zou niet weten wat er meer glamour heeft dan picknicken in Hyde Park, in januari?’ zei Eve. Ze glimlachte en rekte zich uit om hem een zoen op zijn mond te geven. Toen hij terugzoende bloeide heel even de hoop in haar op.

‘Hier.’ Ze gaf hem een van de bekertjes. ‘Ik sta niet in voor de kwaliteit van de koffie, maar het houdt in elk geval je handen warm.’

zo'n beetje kameraadschappelijk zwijgend staken ze Park Lane over, langs Speaker's Corner het park in. Hun voeten knerpten op het bevroren gras.

Kameraadschappelijk. Nou ja, dat was in elk geval beter dan ongemakkelijk, en koeltjes tot regelrecht kil. En dat waren vrij rake omschrijvingen van hoe het de afgelopen weken tussen hen was geweest. Toch was kameraadschappelijk niet bepaald een ideale sfeer voor een stel dat hun eerste kind verwachtte.

‘Panini?’

‘Eve…?’

Ze spraken tegelijk, en moesten allebei lachen. ‘Ja,’ zeiden ze.

‘Het spijt me dat het zo'n puinhoop is,’ zei Ian. ‘Het is niet jouw schuld. Ik had zelf de beslissing moeten nemen, en ik had niet moeten vragen of jij het voor me wilde doen.’ Hij haalde een hand door zijn kortgeknipte haar. ‘Ik had het Hannah wel willen laten doen, dat weet je wel, hè?’

Nee, dat wist Eve niet, eigenlijk.

‘Wat een ellende,’ zei Ian.

‘Het jouw schuld niet. We hebben allemaal schuld.’

‘Ja, dat is zo. Wat zit er op dat broodje?’

‘Mozzarella en tomaat. Ze zijn warm.’ Ze wierp een blik in de zak. ‘Althans, lauw. En een beetje nattig.’

‘Lauw en nattig is prima.’ Ian glimlachte en sloeg zijn vrije arm om haar schouder. Eve leunde tegen hem aan. Misschien kwam alles toch nog goed. Ze zou het hem nu vertellen. Ze moest eindelijk maar eens het moment grijpen.

‘Laten we even gaan zitten,’ zei ze. ‘Ik wil je iets vertellen.’

Ians gezicht was moeilijk te lezen, maar dat was niets nieuws. Ze was er aan gewend geraakt. Ian ging zitten, en wachtte zwijgend af. Hij was zo anders dan zij, dacht Eve. Het was eigenlijk vreemd dat ze een relatie hadden gekregen. Als zij nu in zijn schoenen stond, zou ze doorzeuren wat hij dan precies te vertellen had, stuiterend van de zenuwen en de opwinding. Hij zou er gek van worden. Eve had niet zoveel geduld. Ian pakte daarentegen een panini begon daar zwijgend op te kauwen.

Na een poosje zei hij: ‘Lauw was wel wat optimistisch,’ en hij kneep even in haar hand. ‘Alles goed met jou?’ vroeg hij. Zijn ogen stonden bezorgd.

Eve voelde de hoop weer oplaaien. Hij hield nog van haar. Het kwam goed. Nu het moment was aangebroken, was ze er misselijk van. Als ze een hand onder haar pijnlijke borsten legde, kon ze haar hart zo hard tegen haar ribben voelen bonzen dat het leek of het eruit wilde springen.

‘Alles goed met mij,’ zei ze. ‘Alles goed met óns.’

Hij keek haar aan. ‘Met ons? Gelukkig.’ Hij vatte het niet. Waarom zou hij ook? In Ian Newsome's leven waren al zoveel ‘onzen’ en het nieuwe leven in haar was daar niet een van.

‘Niet “ons” als in “jij en ik”…’ Eve zag haar adem damp worden in de koude lucht, alsof haar woorden voor eeuwig zouden stollen. Dit was zo totaal anders dan hoe ze het had gepland; zo totaal anders dan hoe het zou zijn geweest wanneer ze het met nieuwjaar had verteld. Dan zouden er knuffels zijn gevolgd en champagne en vreugde alom, dat wist ze zeker; na de aanvankelijk schok, althans.

‘Met mij en de baby.’

Hij staarde haar aan, maar uit zijn gezicht kon ze niets opmaken.

‘Ian, ik ben zwanger.’

Er viel een stilte. Er kwam een helikopter overvliegen. Op Park Lane loeide een sirene. Een troep Europese studenten stampte over het gras naar de plek waar met de feestdagen nog een ijsbaan had gelegen. Eve had kunnen zeggen dat ze nu pech hadden, en dat de ijsbaan verleden week was afgebroken, maar dat deed ze niet.

‘Ian?’ zei ze. ‘Zeg eens iets. Alsjeblieft.’

‘Hoe kan dat dan?’

Eve onderdrukte een glimlach. ‘Eh, dat weet jij denk ik best.’

‘Geen grappen. Je weet best wat ik bedoel. We gebruiken toch altijd iets?’

‘Het was die avond in de keuken,’ zei ze. ‘Toen je me kwam halen. Dat klopt precies, qua timing, en toen hebben we ook inderdaad niks gebruikt.’

Hij knikte langzaam.

Ze haalde diep adem. ‘Ben je niet een heel klein beetje blij?’

‘Blij? Nee, dat is nou niet echt mijn overheersende gevoel, op dit moment.’

‘Wat is dan wel jouw “overheersende gevoel”?’ Ze kon de woede in haar stem niet onderdrukken. Wat nou, overheersend gevoel?

‘Shock, eerlijk gezegd. Hoe lang al?’

‘Acht weken, of negen.’

‘Waarom kom je er nu pas mee?’

‘Ik wilde het vertellen… Maar eerst wilde ik het zeker weten… En toen kwam dat gedoe met Hannah en toen kon ik nooit het goede moment vinden.’

Hij gooide zijn zompige panini op de grond en veegde zijn vingers aan zijn spijkerbroek af. ‘En dit vind je wel het goede moment?’

‘Nee,’ Eve glimlachte zwakjes. ‘Dat is het dus duidelijk niet. Maar ik moest het je toch een keer vertellen. Voordat…’ ze haalde haar schouders op. ‘Voordat ik al te ver heen was.’

‘Dus je ziet zelf ook wel in dat we het niet kunnen laten komen.’ Het was geen vraag. Het was een vaststelling van een feit.

‘Sorry?’ Het wilde niet tot Eve doordringen wat hij zojuist had gezegd.

Ian keek haar aan met een ernstig gezicht. ‘Maar je zei net zelf, “voor je te ver heen was”.’

Eve's stem klonk onvast. ‘Ik bedoelde, voordat het zichtbaar werd. Voordat jij of de kinderen er iets van zagen, niet voor ik te ver heen was om nog…’

Dit keer sprak zijn gezicht boekdelen. Afschuw, ongeloof en shock, en dat allemaal tegelijk. ‘Maar je wilt het toch niet echt laten komen? Dat kan niet, hoor. Daar is het absoluut niet het goede moment voor. Het is zelfs een uitermate slecht moment.’

Een uitermate slecht moment?

Eve staarde hem aan. ‘Ik dacht dat jij tegen abortus was?’

Ian deed zijn ogen dicht.

‘Nou?’ wilde Eve weten.

‘Ik ben niet voor… Niet echt. Maar kom op, je gaat me toch niet vertellen dat jij dit een gelukkige timing vindt?’

‘Natuurlijk niet. Ik heb het ook nooit zo gepland. Waarom denk je dat ik zo bang was om het aan jou te vertellen? Maar…’ Ze aarzelde en probeerde te glimlachen. ‘Waarom niet nu?’

Ian schudde bedroefd het hoofd. ‘Nee. Nu is echt een ontzettend slecht moment. Hannah…’

Eve sprong op. ‘Het is klaar met die Hannah. En wij, dan? Hoe zit het dan met jou en mij? En hoe zit het met…?’

‘Eve, doe eens rustig.’ Ian was ook opgestaan. Hij greep haar bij de schouders, maar zij schudde hem van zich af. Een passerende fietser reed van het pad af, het bevroren gras op, om ruimte voor hen te maken.

‘Ik zeg toch niet dat het nooit kan,’ zei Ian, ‘ik zeg alleen niet nu. We hebben het er nog nooit over gehad, en we redden het nu al nauwelijks. We moeten Hannah en Sophie en Alfie meer tijd gunnen om aan ons te wennen, voordat we ze ook nog opzadelen met een broertje of zusje.’

Zijn gezicht was asgrauw. Hij zag er zo gespannen uit, dat Eve dacht dat hij bij de minste aanraking als glas uit elkaar zou spatten.

‘Er komt misschien geen andere keer meer,’ zei ze, terwijl ze hem weer mee terug nam naar het bankje. ‘Ik ben nu tweeëndertig, bijna drieëndertig…’

‘Precies.’ Hij probeerde te glimlachen. ‘Tijd zat. Als het allemaal een beetje in rustig vaarwater is gekomen, en als we getrouwd zijn…’

‘Maar het is misschien de volgende keer niet zo gemakkelijk. Wat nu als…’ Ze kon de woorden bijna niet over haar lippen krijgen. ‘Wat nu als dit de enige kans is… En als we die verpesten.’

‘We verpesten niets,’ zei Ian. ‘Dit keer ging het toch ook heel gemakkelijk? En blijven proberen is toch ook geen straf.’ Hij was geen grappenmaker. Deze poging om luchtig te doen paste helemaal niet bij hem.

Eve was misselijk. Dit was nog erger dan haar ergste nachtmerrie. Ze had gedacht dat Ian geschokt zou zijn, en misschien wel wat bezwaren zag. En hij had gelijk: ze hadden dit onderwerp nog nooit aangesneden. Maar ze had nooit gedacht dat hij haar zou vragen om abortus te laten plegen.

‘Nee,’ zei ze stellig. ‘Ik doe het niet. Ik wil deze baby. Onze baby.’

Ian keek haar aan, en de blik in zijn lichtblauwe ogen baarde haar zorgen. Ze stonden zo… zo kil. ‘Maar ik wil het niet,’ zei hij. ‘Nog niet.’

Zijn woorden bleven hangen in de lucht om hen heen.

‘Het spijt me, Eve. Ik wil echt wel een kind met jou. Maar dit… dit komt zo uit de lucht gevallen. Je kunt niet zomaar zwanger worden, en niet stil staan bij de consequenties. Ik hou van je, maar we hebben onze verantwoordelijkheden. We moeten om de kinderen denken. Dit kan heus wel, dat beloof ik je, over een jaar of twee. Maar nu nog niet. Het leven is geen film, hoor.’

Nee, dacht Eve terwijl ze later die avond in bad lag, en met haar tenen de warmwaterkraan aan en uit draaide. Haar leven was bepaald geen film, inderdaad. En als het wel zo was, dan was het niet zo'n film met Reese Witherspoon in de hoofdrol en een gelukkig einde. Dit was meer iets voor Tilda Swinton, waarin de jeugdzonden van de heldin haar jaren later alsnog opbraken.

Ze geloofde alleen zelf niet in goddelijke vergelding.

Je beschikt over je eigen lot. Dat had ze altijd geloofd. Daar was Eve toch ook het levende bewijs van? Ze had zich op pure wilskracht opgewerkt van een middelmatige leerling op een middelmatige school in Leicester tot de top bij een van de grootste tijdschriften van het land.

‘Waar een wil is, is een weg,’ zei haar grootvader altijd. En een wil, die had Eve zeer zeker. Dat zat hem in de Owen-genen, ook al werden die pas zichtbaar toen ze uit huis ging om te gaan studeren. Ze waren er natuurlijk al veel eerder, alleen toen had niemand er erg in gehad. Eve was altijd de iets te dikke nerd voor in de klas, het meisje dat niet door de jongens werd begeerd, en het meisje dat altijd als laatste werd gekozen bij gym.

Wat op zich allemaal heel gewoon was.

Maar in Manchester had ze haar muurbloemimago van zich afgeworpen en was ze geworden wie ze nu was. Vol bescheiden zelfvertrouwen, vastberaden en ambitieus.

En per ongeluk zwanger. Alweer.

Haar huisgenoten vond haar ambitie altijd erg amusant, vooral Clare. Maar ja, Clare, die een jaar ouder was, had altijd zo'n wereldwijs air over zich. Niet dat ze daar geen recht op had.

‘Als je er zo eentje hebt rondlopen om je zorgen over te maken, dan piep je wel anders,’ zei Clare eindeloos vaak terwijl Louisa, toen nog maar een peutertje, tussen hen in op de bank lag te slapen. Niet dat ze verwachtte dat Eve werkelijk aandacht zou besteden aan haar wijze woorden, laat staan dat ze ze ook wel degelijk ter harte nam. Een kind verandert alles. Ze zou haar leven nooit ofte nimmer uit koers laten slaan door ‘zo eentje’, zoals Clare was overkomen.

Wel was het duidelijk dat Clare hield van het kleintje op een manier die Eve zich nooit had kunnen voorstellen, totdat Alfie in haar leven kwam. Zelfs als haar de kans zou worden geboden, dan nog zou Clare de klok nooit terug willen draaien om een andere beslissing te nemen, voor geen prijs.

Vanaf het moment dat Clare en de kleine Louisa met hun berg tassen voor de deur stonden, zag Eve wel dat het leven zoals Clare dat voor zich zag was afgelopen op het moment dat ze besloot om haar baby te houden. Eve had respect voor Clare, en bewondering. En ze was stapelgek op Lou, maar ze was heel anders dan Clare en ze wilde zelfs geen Louisa. Eve kon zich niet voorstellen dat ze ooit diezelfde beslissing zou nemen.

Maar toen liet Eve Steve te dichtbij komen, en ze dronk te veel, en ze waren allebei te achteloos. (Achteloos, wat een onbenullig woord eigenlijk voor zo'n ingrijpende ellende.) En ineens verkeerde ze zelf in zulke omstandigheden. Toen Eve zwanger werd, aan het eind van het tweede trimester van haar tweede studiejaar, lag haar hele leven in de waagschaal.

Dat hield ze zichzelf voor.

Dit mocht haar niet gebeuren, daar zou ze wel voor zorgen.

Het was net of ze haar ware ik ontdekte, dacht Eve nu, terwijl ze naar haar rimpelige vingertoppen keek. Niet bepaald een aardige ik, maar wel vaardig en heel, heel erg vastberaden. Deze andere, vaardige Eve nam het roer over, kocht een zwangerschapstest, en toen nog eentje voor de zekerheid, en toen nog maar een; en toen, zonder het aan haar beste vriendin, haar ouders of het vriendje dat haar zwanger had gemaakt te vertellen, belde ze met een abortuskliniek in Londen om een afspraak te maken voor de week daarop, Ze kocht een enkeltje Manchester-Euston, en vervolgens een enkeltje Euston-Leicester, waar haar ouders woonden. Toen ze drie dagen eerder dan verwacht thuis kwam, beweerde ze dat ze een buikgriepje opgelopen had. En niemand die vermoedde dat ze niet regelrecht van de universiteit naar huis was gekomen.

Toen Eve na Pasen weer terugkwam in Manchester, was het probleem opgelost, alsof het nooit had bestaan.

Net als haar relatie met haar vriendje; die had ze per telefoon gedumpt. Ze had hem niets verteld, behalve dan dat het over was, en dat ze hem nooit meer wilde zien. Steve begreep er natuurlijk niks van. Hoe kon hij het ook begrijpen, als hij niet wist waarom ze zo plotseling was vertrokken, vlak voor de vakantie?

Eve was dol op Steve, heel erg, zelfs.

Maar de nieuwe Eve zat stevig in het zadel. En hoe zou ze Steve elke dag in de ogen kunnen kijken, wetende wat ze had gedaan? Terwijl zij het wist, en hij niet? En dus maakte Eve er een einde aan en begon toen keihard te werken voor haar examens. Clare en de anderen bleven maar vragen over StEve's grote verdwijntruc. Maar aangezien Eve geen sjoege gaf, gaven ze uiteindelijk de moed maar op.

En als Clare al had gemerkt dat Eve, die altijd al dol was geweest op Lou, nu wel heel erg veel aandacht besteedde aan haar surrogaat petekind, dan had ze daar in elk geval nooit iets van gezegd.

Eerlijk gezegd, dacht Eve, had ze nooit spijt gehad van die beslissing. Ze had nooit gedacht: wat nu als? Tenminste, niet bewust, niet overdag. Maar nu ze hier in bad lag, bij Ian thuis, en zich bedacht dat haar buik nu al een beetje een ronding begon te vertonen, dacht Even onwillekeurig dat ze nu een dochter – of misschien wel een zoon – zou hebben gehad van twaalf, bijna dertien. Niet dat dat er toe deed. Wat ze had gedaan was op dat moment voor haar de juiste keuze, en daarom had ze er nooit spijt van gehad.

Maar nog een keer die keuze maken? Dat kon ze niet.

Een keer was genoeg. Een keer was een ongelukje. Al helemaal als je negentien bent. Maar de tweede keer, als je tweeëndertig bent, en samenleeft met de man van wie je houdt, en van wie je altijd had aangenomen dat je samen nog eens kinderen zou krijgen? Dat was puur stom.

Het probleem was dat Eve nooit iemand iets had verteld over haar eerste abortus.

Zelfs niet aan Clare. Goed, Clare was haar beste vriendin, maar hoe kon die Eve niet veroordelen als ze zelf precies de tegenovergestelde beslissing had genomen? Eve was altijd bang geweest dat deze onthulling hun vriendschap zou verwoesten en daarom hield ze het voor zich. Zelfs toen ze verliefd werd op Ian en zijn huwelijksaanzoek had geaccepteerd, had ze het niet verteld. Dat was geen bedrog; het was alleen nooit ter sprake gekomen, en het woog niet zwaar genoeg om alsnog te melden.

Dus waarom was het nu dan ineens zo belangrijk?

De krakende plank buiten de slaapkamer stoorde Eve in haar slaap. De tv in de zitkamer was uit, en de overloop was donker. Het was bijna 1 uur 's nachts. Ian kwam eindelijk naar bed. Hij hoopte duidelijk dat zij al zou slapen. En dat was ook bijna zo. Als die plank niet had gekraakt, had ze gewoon doorgeslapen.

Eve luisterde naar hoe hij zijn schoenen en kleren uittrok, wachtte tot hij in bed lag voor ze begon te praten.

‘Ian?’ Ze voelde hoe hij schrok.

‘Ik dacht dat je sliep.’

‘Ik kan niet slapen.’ Ze rolde naar hem om en ging met haar hoofd op haar ellebogen liggen. ‘Mijn hoofd lijkt wel een wasmachine.’ Al die gedachten die maar rond, en rond en rond gingen.

In het donker duurde zijn stilzwijgen een aantal lange seconden.

‘Ian, we moeten praten.’

Hij rolde ook om, zodat zijn gezicht nu een paar centimeter bij het hare vandaan was. Bij het vage schijnsel van de lantaarnpalen kon ze de contouren van zijn hoofd zien. Op de tast zocht ze voorzichtig zijn wang en voelde de zachte baardhaartjes over zijn harde jukbeenderen.

‘Het spijt me.’ Hij stak zijn had op om haar het zwijgen op te leggen. ‘Er valt niets meer te praten.’

‘Slaap er dan in elk geval een nachtje over.’ Eve probeerde niet te smeken, maar ze voelde dat Ian zijn hoofd schudde.

‘Dat is niet nodig,’ zei hij. ‘Ik verander niet van gedachten. Niet vanavond, niet morgenavond en niet volgende week. We kunnen het niet laten komen. Het is allemaal veel te onstabiel. Ik denk dat het anders…’ hij bleef even stil. ‘Over een jaar is het een ander verhaal, echt.’

Ze maakte haar hand los uit de zijne en ging op haar rug naar het plafond liggen staren. Over een jaar zou het er inderdaad allemaal heel anders uitzien. Dat klopte wel, ja.

De volgende dag kroop voorbij, en die daarna ook. Het werd woensdag, en het werd donderdag. Ze kwamen elkaar tegen in de keuken, gaven elkaar de ketchup aan, en bespraken de bezigheden van de kinderen. De onuitgesproken woorden bleven in de lucht hangen en Eve zag wel dat de oplopende spanning Hannahs interesse had gewekt. Eve zou zelfs zweren dat het kind bloed rook. Morgen was het vrijdag. En dan? Dan was het weekend. Zou het dan achtenveertig uur zo zijn? Of erger nog, zou Ian willen weten of ze nu al een afspraak had gemaakt bij de kliniek?

Eve zou dat niet trekken.

Tijdens de gebruikelijke chaos op vrijdagochtend probeerde Eve te doen alsof alles nog bij het oude was. Hoewel Ian haar even vragend aankeek toen ze Alfie zijn Choco Pops gaf, die hij anders alleen in het weekend mocht eten, gaf hij verder geen commentaar. Hannah verscheen al helemaal niet aan het ontbijt. Die schreeuwde alleen vanuit de gang naar haar vader dat ze geen trek had, en smeet vervolgens de voordeur achter zich dicht

Dat was dus allemaal precies zoals gewoonlijk.

Vervolgens bracht Inge Alfie en Sophie naar school, en ging Ian naar Harlesden voor een fotosessie. Tegen half negen was het huis gevuld met stilte. Eve deed de borden in de vaatwasser en probeerde niet te denken aan wat ze van plan was. Toen, in plaats van naar kantoor te gaan, liep ze naar boven, en sloeg aan het pakken.

Wat ze wel en niet mee zou nemen was niet zozeer het probleem. Na het ontruimen van haar appartement was dit een relatief eitje. In materiële zin had ze hier niet veel. Zo veel van haar spullen zaten nog altijd in dozen dat niemand het waarschijnlijk zou merken zij een en ander had meegenomen.

Het waren ook niet de materiële dingen waardoor ze bijna alsnog besloot te blijven.

Het was Alfie.

Wat nu als ze hem nooit meer zou zien?

Die gedachte deed haar letterlijk pijn. Alfie had zich stevig in haar hart genesteld. Kon ze echt wel zomaar van hem weglopen? Hij kon hier toch niets aan doen? Niemand kon hier in feite iets aan doen.

Elaine's woorden weerklonken in haar hoofd. Cornwall voelde als een heel leven geleden. Was het echt nog maar zes maanden terug? Eve zag het gezicht van de oude dame voor zich, en haar vriendelijke ogen terwijl ze die strenge woorden sprak. Wat zou Ians moeder nu van haar denken? Eve wilde er liever niet over nadenken.

Ian zou zich waarschijnlijk pas zorgen maken als ze niet op de gebruikelijke tijd thuis was en ze niet belde om te zeggen dat ze later zou komen. Behalve als hij naar de slaapkamer zou gaan om zich om te kleden. Dat zou hij het briefje op zijn nachtkastje zien liggen, want daar wilde ze het achterlaten.

Heel even aarzelde ze. Misschien kon ze hem toch nog ompraten?

Maar toen herinnerde ze zich zijn woorden weer: Ik verander niet van gedachten. Niet vanavond, niet morgenavond, en niet volgende week.

En ze wist ook eigenlijk al wel dat hij niet over te halen viel.

Eve stortte zich op het briefje. Ze had geen idee waar ze moest beginnen. Maar ja, ze had dan ook nooit gedacht dat ze ooit zo'n briefje zou moeten schrijven. Ze was het type dat de koe direct bij de hoorns vatte, en ze had al vaak iemand gedumpt, en er nooit omheen gedraaid. Maar ja, dan ging het ook nooit om iemand van wie ze echt hield. En nu ze aan Ians kant van het bed zat, wist ze niet wat ze zou moeten zeggen.

Ze vond het uiteindelijk makkelijker om maar niet te proberen om al die dingen te zeggen die ze op het hart had. Tot haar verbazing was Eve niet eens boos dat hij dit niet van haar kant wilde bekijken. Hoe kon hij dat ook, als hij niet eens wist wat haar kant was? Ze was alleen verdrietig.

Verdrietig en eenzaam, met een buikpijn die niets te maken had met haar ochtendmisselijkheid. Maar ze was al weken zo vreselijk eenzaam, hier in huis. Dus eenzaam zijn in een ander huis zou niet veel verschil maken.

Ian, schreef ze, Mij spijt het ook. Heel erg. Maar ik kan het niet doen, zelfs niet voor jou. Ik hou van je. Geef… bijna had ze Alfie geschreven… de kinderen een dikke knuffel van mij. Ik zal ze missen, heel veel zelfs. Ik laat het aan jou over wat je ze wilt vertellen. Eve x

Toen legde ze haar huissleutels naast het briefje, pakte haar koffer en liep naar beneden.

En voor het eerst sinds ze hier was komen wonen, voelde Eve zich niet achtervolgd door Caroline's ogen die haar nakeken tot ze de deur uit was.