Een wereld naar keuze
Wayne kwam aan het eind van de lange, schouderhoge hoop grijs puin en daar lag de Winkel der Werelden. Het was precies zoals zijn vrienden het beschreven hadden: een kleine loods van stukken ruw hout, stukken van auto’s, een gegalvaniseerde plaat ijzer en een lage rand brokkelige bakstenen, en alles was met een waterig blauwe verf bestreken. Wayne keek even snel de lange puinweg af om zich te overtuigen dat hij niet gevolgd was. Hij klemde zijn pakje iets steviger onder zijn arm; toen, met een lichte huivering vanwege zijn lef, deed hij de deur open en glipte naar binnen. ‘Goedemorgen,’ zei de eigenaar.
De eigenaar zag er ook al net zo uit als hem beschreven was; een lange sluw uitziende oude man met toegeknepen ogen en afhangende mondhoeken. Hij heette Tompkins. Hij zat in een oude schommelstoel en op de leuning zat een blauwgroene papegaai. Er stond nog een stoel in de winkel, en een tafel. Op de tafel lag een roestige injectiespuit.
‘Mijn vrienden hebben me over u verteld,’ zei Wayne.
‘Dan weet je mijn prijs,’ zei Tompkins. ‘Heb je het meegebracht?’
‘Ja,’ zei Wayne, terwijl hij het pakje omhoog hield. ‘Maar ik wilde eerst vragen —’
‘Ze willen altijd eerst wat vragen,’ zei Tompkins tegen de papegaai die knipoogde. ‘Vraag maar.’
‘Ik wil weten wat er in werkelijkheid gebeurt.’
Tompkins zuchtte. ‘Dit gebeurt er: je betaalt me mijn honorarium en ik geef je een injectie waardoor je wegraakt. En dan bevrijd ik je geest met behulp van een paar apparaatjes die ik achterin de winkel heb.’
Tompkins glimlachte en het leek of de zwijgende papegaai ook glimlachte.
‘Wat gebeurt er dan?’ vroeg Wayne.
‘Je geest, die dan los van het lichaam is, kan kiezen uit de ontelbare waarschijnlijkheidswerelden die de Aarde in elke seconde van haar bestaan afstoot.’
Tompkins ging grijnzend rechtop in de schommelstoel zitten en begon tekenen van geestdrift te vertonen.
‘Ja, vriend, al heb je het misschien niet gedacht, maar sinds deze geteisterde Aarde werd geboren uit de vurige schoot van de zon, stoot zij werelden met een andere waarschijnlijkheid af. Werelden zonder einde die voortvloeien uit grote en kleine gebeurtenissen; elke Alexander en elke amoebe scheppen werelden, net als de rimpels in een vijver, hoe groot of hoe klein de steen die je erin gooit ook is. Ieder voorwerp heeft toch zijn eigen schaduw? Nu, vriend, de Aarde is vierdimensionaal, daarom werpt zij driedimensionale schaduwen, tastbare reflecties van zichzelf, op elk ogenblik van haar bestaan. Miljoenen, miljarden Aardes! Een oneindig aantal Aardes! En jouw geest, als die door mij bevrijd is, zal een van deze werelden kunnen kiezen en er een tijd kunnen leven.’
Wayne was zich onaangenaam bewust van het feit dat Tompkins praatte als een circusdirecteur en allerlei wonderen aankondigde die gewoon niet konden bestaan. Maar, zo bedacht Wayne, er was in zijn leven al zoveel gebeurd dat hij nooit voor mogelijk had gehouden. Nooit! Dus misschien waren de wonderen waarover Tompkins het had ook wel mogelijk.
Wayne zei: ‘Mijn vrienden zeiden ook dat -’
‘Dat ik een ras oplichter was?’ vroeg Tompkins.
‘Daar kwam het volgens sommigen op neer,’ zei Wayne ontwijkend. ‘Maar ik probeer het ruim te zien. Ze zeiden ook –’
‘Ik weet wat die kwaaddenkende vrienden gezegd hebben. Ze hebben je verteld over onze diepste wensen en begeerten. Wil je daar iets over weten?’
‘Ja,’ zei Wayne. ‘Ze zeiden dat wat ik ook begeerde —, wat ik ook wenste -’
‘Precies,’ zei Tompkins. ‘Anders zou het helemaal niet kunnen. Er zijn oneindig veel werelden om uit te kiezen. Je geest kiest en wordt uitsluitend door begeerte geleid. Je grootste wens is het enige dat telt. Als je in het geheim de wens koestert om te moorden –’ ‘O nee, helemaal niet,’ riep Wayne.
‘- dan ga je naar een wereld waar je kunt moorden, waar je je in het bloed kunt wentelen, waar je De Sade en Caesar de loef kunt afsteken, of wie ook je idool mag zijn. En als je macht begeert? Dan kies je een wereld waar je een god bent, letterlijk en figuurlijk. Of misschien een bloeddorstige moloch of een wijze Boeddha.’
‘Ik betwijfel ten zeerste of –’
‘Er zijn ook andere wensen,’ zei Tompkins. ‘Alle hemels en hellen. Ongebreidelde seksualiteit. Gulzigheid, dronkenschap, liefde, roem - wat je maar wilt.’
‘Fantastisch!’ zei Wayne.
‘Ja,’ gaf Tompkins toe. ‘Natuurlijk staan op mijn lijstje niet alle mogelijkheden, alle combinaties en afwijkingen van de begeerte. Voor zover ik het kan bekijken verlang je misschien een rustig en pastoraal bestaan op een eiland in de Zuidzee tussen geïdealiseerde inheemsen.’
‘Dat trekt me meer,’ zei Wayne met een verlegen lachje. ‘Maar wie zal het zeggen?’ vroeg Tompkins. ‘Zelfs jij kent misschien je diepste wensen niet. Die zouden iets met je dood te maken kunnen hebben.’
‘Gebeurt dat vaak?’ vroeg Wayne angstig.
‘Af en toe.’
‘Ik zou niet graag sterven,’ zei Wayne.
‘Het gebeurt bijna nooit,’ zei Tompkins terwijl hij naar het pakje in Wayne’s handen keek.
‘Als u dat zegt ... Maar hoe weet ik dat het allemaal echt is? U vraagt een bijzonder hoog honorarium, het kost me mijn hele vermogen. En wie weet verdooft u mij alleen maar en droom ik alles! Mijn hele bezit voor — voor een beetje heroïne en een hoop mooie woorden!’
Tompkins glimlachte geruststellend. ‘De ervaring heeft niets met drugs te maken. En het is ook niet de sensatie van een droom.’
‘Als het waar is,’ zei Wayne een beetje opstandig, ‘waarom kan ik dan niet voorgoed in de wereld van mijn wensen blijven?’
‘Daar werk ik aan,’ zei Tompkins. ‘Daarom reken ik zo veel; ik moet materiaal hebben om mee te experimenteren. Ik probeer een manier te ontdekken waardoor de overgang permanent blijft. Tot nu toe ben ik niet in staat om datgene wat iemand aan zijn eigen Aarde bindt en terughaalt, op te heffen. De grootste mystici hebben dat koord niet eens kunnen doorsnijden, alleen door de dood. Maar ik heb het nog niet opgegeven.’
‘Het zou reusachtig zijn als u daarin zou slagen,’ zei Wayne beleefd.
‘Nou en of!’ riep Tompkins in een verrassende opwelling van geestdrift. ‘Want dan zou ik van mijn stinkwinkel een ontsnappingsluik kunnen maken! Mijn procedé zou dan iedereen gratis ter beschikking staan! Iedereen zou naar de Aarde van z’n wensen kunnen gaan, de Aarde waar ze het werkelijk naar hun zin hadden, en dan zouden ze dit vervloekte oord aan de ratten en de wormen overlaten -’ Tompkins had zichzelf onderbroken en werd ijzig kalm. ‘Maar ik ben bang dat ik me een beetje laat gaan. Ik kan nog geen permanente ontsnapping van de Aarde bieden, niet zonder dat de dood erop volgt. Misschien zal ik het nooit kunnen. Ik kan je nu alleen maar een vakantie, een uitje, een beeld van een andere wereld en je verlangens bieden. Je weet mijn prijs. Niet goed — geld terug.’
‘Dat is mooi van u,’ zei Wayne ernstig. ‘Maar mijn vrienden hebben me ook nog iets anders verteld. Die tien jaar die van mijn leven afgaan.’
‘Daar is niets aan te doen,’ zei Tompkins, ‘en daar krijg je ook geen geld voor terug. Mijn proces betekent een enorme belasting van het zenuwstelsel en dienovereenkomstig wordt het leven verkort. Dat is een van de redenen waarom onze zogenaamde regering mijn procedé onwettig verklaard heeft.’
‘Maar ze doen er niet erg veel tegen,’ zei Wayne.
‘Nee. Officieel is het verboden als zijnde verregaande oplichterij. Maar bij de overheid zitten ook mensen. Ze willen net zo graag als een ander van deze wereld weg.’
‘De prijs,’ mompelde Wayne, terwijl hij het pakje stevig vastgreep. ‘En tien jaar van mijn leven af! Voor de vervulling van mijn verborgen wensen. Ik geloof dat ik er nog eens over moet denken.’
‘Je denkt maar,’ zei Tompkins onverschillig.
De hele weg naar huis dacht Wayne erover na. Toen zijn trein in Port Washington op Long Island arriveerde dacht hij nog steeds. En toen hij in zijn auto van het station naar huis reed dacht hij nog aan het sluwe, oude gezicht van Tompkins, en aan waarschijnlijkheidswerelden en de vervulling van wensen.
Maar toen hij zijn huis binnenstapte moest hij zijn gedachten van zich afzetten. Janet, zijn vrouw wilde dat hij een hartig woordje zou spreken met het dienstmeisje dat weer gedronken had. Zijn zoon Tommy had hulp nodig bij de boot die morgen te water gelaten zou worden. En zijn jongste dochter wilde alles over haar dag op de kleuterschool vertellen.
Wayne sprak het dienstmeisje vriendelijk maar streng toe. Hij hielp Tommy met de laatste laag copperant over de bodem van de boot en hij luisterde naar de avonturen van Peggy op de kleuterschool.
Toen de kinderen naar bed waren en hij met Janet alleen was in de huiskamer vroeg ze of er iets met hem aan de hand was.
‘Wat bedoel je?’
‘Het lijkt wel alsof je je ergens zorgen over maakt,’ zei Janet. ‘Was het vandaag vervelend op kantoor?’
‘O, net als altijd ...’
Hij was niet van plan om Janet of wie ook te vertellen dat hij een dag vrij genomen had om naar Tompkins in zijn krankzinnige oude Winkel der Werelden te gaan. Hij zou ook niets zeggen over het recht dat elke man een keer in zijn leven zou moeten hebben om zijn diepste wensen te vervullen. Janet zou dat met haar nuchtere verstand nooit begrijpen.
De volgende dagen had hij het op kantoor bijzonder druk.
Heel Wall Street verkeerde in een lichte paniek over de gebeurtenissen in het Midden-Oosten en Azië, waardoor de aandelen dreigden te kelderen. Wayne ging aan het werk. Hij probeerde niet te denken aan de vervulling van wensen ten koste van zijn hele bezit en minstens tien jaar van zijn leven. Het was waanzin! Die ouwe Tompkins was krankzinnig!
In de weekends ging hij met Tommy zeilen. De oude boot hield zich erg goed en maakte bijna geen water door de naden in de bodem. Tommy wilde een nieuwe set race-zeilen, maar Wayne wees het onverbiddelijk af. Misschien volgend jaar, als de markt er wat beter uitzag. Voorlopig moest hij het maar met de oude zeilen doen.
Soms gingen Janet en hij ’s avonds als de kinderen sliepen zeilen. Het was dan rustig en koel op Long Island Sound, en de boot gleed langs de knipperende boeien naar de opgezwollen gele maan.
‘Ik weet zeker dat er iets is,’ zei Janet.
‘Liefje, toe!’
‘Verzwijg je iets voor me?’ ‘Niets!’
‘Is dat waar? Is dat echt waar?’
‘Echt waar.’
‘Sla je armen dan om me heen. Zo ... ja ...’
En de boot zeilde dan een tijdje op eigen kracht verder.
Wens en vervulling ... Maar de herfst kwam en de boot moest op het droge. De stemming op de beurs werd weer wat vaster, maar Peggy kreeg de mazelen. Tommy wilde het verschil weten tussen gewone bommen, atoombommen, waterstofbommen, kobaltbommen en alle andere bommen die in het nieuws waren. Wayne legde het zo goed als hij kon uit. En het dienstmeisje nam plotseling ontslag. Verborgen begeerten waren allemaal goed en wel. Misschien wilde hij wel graag iemand vermoorden, of misschien wilde hij wel op een eiland in de Zuidzee zitten. Maar hij had verantwoordelijkheden. Hij had twee opgroeiende kinderen en een betere vrouw dan hij verdiende.
Misschien omstreeks Kerstmis ...
Maar middenin de winter brak er brand uit in de niet gebruikte logeerkamer door een fout in de elektrische leidingen. De brandweer bluste de brand zonder al te veel schade aan te richten en er werd niemand gewond. Maar het leidde zijn gedachten aan Tompkins een tijdje af. Eerst moest de logeerkamer opgeknapt worden, want Wayne was erg trots op zijn stijlvolle, oude huis.
De zakenwereld was nog steeds paniekerig en onzeker door de internationale toestand. Die Russen, die Arabieren, die Grieken, die Chinezen. De intercontinentale geleide projectielen, atoombommen, raketten.
Wayne maakte lange dagen op kantoor en soms ook avonden. Tommy kreeg de bof. Een gedeelte van het dak moest vernieuwd worden. En toen was het al weer tijd om te denken aan de tewaterlating van de boot in de lente.
Er was een jaar voorbij, en hij had erg weinig tijd om over zijn verborgen wensen na te denken. Maar misschien volgend jaar. Intussen -
‘En?’ zei Tompkins. ‘Voel je je goed?’
‘Ja, prima,’ zei Wayne. Hij stond op van de stoel en wreef over zijn voorhoofd.
‘Wil je je geld terug?’ vroeg Tompkins.
‘Nee. Het was een volkomen bevredigende ervaring.’
‘Dat is altijd zo,’ zei Tompkins, knipogend naar de papegaai. ‘En wat was je ervaring?’
‘Een wereld in het nabije verleden,’ zei Wayne.
‘Dat wordt veel gedaan. Heb je ontdekt wat je verborgen verlangens zijn? Was het moord? Of een eiland in de Zuidzee?’
‘Ik wil er liever niet over praten,’ zei Wayne vriendelijk maar beslist.
‘Veel mensen willen er niet met me over praten,’ zei Tompkins chagrijnig. ‘Ik mag sterven als ik weet waarom.’
‘Omdat - nou, ik denk dat de wereld van een verborgen begeerte iets gewijds heeft. Ik bedoel er niets rottigs mee ... Denkt u dat het u ooit zal lukken om het permanent te maken? De wereld van je keuze, bedoel ik?’
De oude man haalde zijn schouders op. ‘Ik probeer het. Als het lukt hoor je wel van me. Iedereen hoort dan wel van me.’
‘Ja, dat zal wel.’ Wayne maakte het pakje open en legde de inhoud op de tafel. Het pakje bevatte een paar legerlaarzen, een mes, twee spoelen koperdraad en drie blikjes corned beef.
De ogen van Tompkins schitterden even. ‘Prima,’ zei hij. ‘Bedankt.’
‘Tot ziens,’ zei Wayne. ‘En ik dank u.’
Wayne liep de winkel uit en haastte zich naar het eind van de grijze puinweg. In de verte, zo ver als hij kon zien, was alles puin, bruin en grijs en zwart. Die velden die zich naar elke horizon uitstrekten bestonden uit verwoeste dode steden, de geblakerde resten van bomen, en de fijne, witte as die eens menselijk vlees en beenderen was geweest.
‘Nou ja,’ zei Wayne tegen zichzelf, ‘we hebben in ieder geval met gelijke munt terugbetaald.’
Dat jaar in het verleden had hem zijn hele bezit en minstens tien jaar van zijn leven gekost. Was het een droom geweest? Toch was het de moeite waard geweest! Maar nu moest hij niet meer aan Janet en de kinderen denken. Dat was voorbij, tenzij Tompkins zijn procedé zou verbeteren. Hij moest nu weer zorgen dat hij zelf in leven bleef. Met zijn polsgeigerteller vond hij een gedeactiveerde route door het puin. Hij moest zorgen dat hij voor donker, als de ratten kwamen, binnen was. Als hij niet voortmaakte miste hij ook nog zijn avondrantsoen aardappels.