2
Indiana
We gaan vroeg van start en rijden in het halfduister over de interstate door Indiana naar Chicago, waar we Route 66 zullen nemen bij zijn officiële startpunt. Over het algemeen mijden we grote steden angstvallig. Het zijn gevaarlijke plaatsen als je oud bent. Je kunt het tempo simpelweg niet bijhouden en wordt meteen platgereden – onthoud dat. Maar het is zondagmorgen en de verkeersdrukte is minimaal. Toch passeren lawaaiige vrachtwagens met oplegger ons knarsend en puffend met vijfenzeventig à tachtig mijl per uur of sneller. Maar John is onverstoorbaar.
Hoewel zijn verstand langzaam verdwijnt, rijdt hij nog steeds uitstekend auto. Ik moet denken aan Dustin Hoffman in de film Rain Man. Misschien komt het door al onze autotochten van vroeger, of omdat hij al vanaf zijn dertiende rijdt, maar ik denk niet dat hij ooit zal vergeten hoe hij moet rijden. Hoe dan ook, als je een lange rit maakt is het zodra je in het ritme zit alleen een kwestie van richting (mijn taak: baas over de kaarten), het vermijden van die plotselinge, onverwachte uitritten en op je hoede zijn voor het gevaar dat plotseling opduikt in je spiegel.
Zonder waarschuwing vooraf wordt de lucht grijs en dof. Metaalgieterijen en fabrieken schemeren in de verte, onder een sluier van vuile nevel.
John fronst, draait zich naar me toe en zegt: “Heb je een wind gelaten?”
“Nee,” zeg ik. “We rijden gewoon door Gary.”♦