18

'Nog steeds niets! HE-LE-MAAL NIETS!' Eva houdt demonstratief haar telefoon omhoog en smijt hem daarna op de bank. Cynisch zegt ze: 'Ach, ja. We zijn nog maar vijf jaar bij elkaar. Dan is het ook niet nodig dat je even wat dingen doorspreekt als je uit elkaar gaat.'
'Oh, jullie gaan uit elkaar? Daar was je gisteren nog niet zeker van.' Natasja, die geconcentreerd de vis fileert, kijkt op.
Eva pakt haar telefoon weer en laat hem zenuwachtig door haar handen gaan. 'Nu wel. Moet ik dan bellen? Moet ik zoals altijd weer de eerste stap zetten? Volgens mij is hij degene die iets goed te maken heeft, hoor.'
'Je moet zeker niet bellen', zeg ik.
'Precies', zegt Eva en ze knikt heftig. 'Dat vind ik dus ook. Ik ben niet van plan om de eerste stap te zetten.'
'Zetje telefoon dan uit', zegt Natasja. 'Oh, Charlotte, wil jij het vuur even laag draaien?'
Eva briest verontwaardigd. 'Telefoon uit? Dan ben ik niet meer bereikbaar voor andere mensen. Alsof ik nooit door iemand anders dan Herbert word gebeld. Alsof ik verder geen leven heb!'
'Ja, zo ja.' Natasja beweegt wat pannen heen en weer. 'En wil je de dille erbij gooien in die pan met saus?'
'Hé hallo!' roept Eva achter ons. 'Kan het misschien even over mij gaan?'
Natasja draait zich om. 'Lieverd, het gaat de hele tijd over jou. Het gaat eigenlijk al drie dagen over jou. Maar ik probeer hier een maaltijd te bereiden en daarvoor moet ik af en toe even iets zeggen. Mag het misschien?' Ze blijft aardig, maar ik hoor de licht geïrriteerde ondertoon maar al te goed.
Eva ook. 'Sorry', mompelt ze.
Natasja knikt. 'Het geeft niet, maar je moet wel beseffen dat je al drie dagen aan het klagen bent over Herbert en dat er nog helemaal geen schot in de zaak zit. Stel een daad! Laat hem zien wat je van hem vindt. Al haal je al je spullen maar op, dan ziet hij in elk geval dat je verder gaat met je leven.'
Eva denkt even na over die optie en begint dan te knikken. 'Da's een verdomd goed idee. Dat gaan we doen. Vanavond nog.'
'Oké.' Natasja giet uiterst zorgvuldig saus over de vis en zet vervolgens drie borden op tafel. 'We eten eerst even en dan gaan we.'
'Eh... We?' informeer ik voorzichtig. 'Als in: met z'n drieën?'
'Natuurlijk. Eva heeft meer spullen dan ze in haar eentje kan dragen en met z'n drieën zijn we sneller klaar.' Natasja haalt haar schouders op.
'Maar moet je niet even met hem praten of zo?' vraag ik. Ik heb niet zo veel zin om vanavond in een ruzie tussen Eva en Herbert te belanden over de spullen die Eva wil meenemen. Herbert kennende wordt hij bloedlink als je aan zijn spullen komt, en nu de betrekkingen tussen hem en Eva behoorlijk bekoeld zijn, zal hij zelfs de meest onbenullige vaas willen claimen als zijn eigendom. Dit kan heel onaangenaam worden.'Ik heb jullie nodig', zegt Eva. 'In m'n eentje begin ik niets tegen Herbert. Maar als jullie erbij zijn, sta ik sterker.' 'Misschien is hij er wel niet', zegt Natasja. 'Hij heeft nog een hele serie vriendinnetjes die hij tevreden moet houden, nietwaar? In dat geval nemen we niet alleen jouw spullen mee, maar ook een deel van de zijne.'
'Al zijn spullen', verbetert Eva haar met een boosaardig lachje. 'Inclusief zijn creditcards.'
Dit wordt me te gortig. 'Nee', zeg ik fel. Mijn vriendinnen kijken verbaasd naar me.
'Wat heb jij ineens?'
'Ik vind dat gewoon niet kunnen.'
'En ik vind het niet kunnen dat hij me heeft bedrogen', zegt Eva. 'Het minste wat ik dan mag doen, is mijn verdriet wegshoppen op zijn kosten. Hij zal er echt niet failliet aan gaan, hoor.'
Ik doe er verder het zwijgen toe. Eva en Natasja kijken me nog steeds bevreemd aan. Ik concentreer me op het eten.
'Goed', zegt Natasja, nadat ze het laatste stukje vis in haar mond heeft gestoken. 'Ik heb nog een zelfgemaakte tiramisu in de koelkast staan, maar laten we die voor straks bewaren. Eerst maar eens bij Herbert op de koffie.'
Even later zitten we met z'n drieën in Natasja's Peugeot. 'Dit werkt niet', zegt Eva. 'Als we zo meteen ook nog spullen moeten meenemen, kunnen we beter met twee auto's gaan. Ik neem mijn eigen Corsa en ik zie jullie bij het huis.'
Ze stapt weer uit. Als Eva het portier heeft dichtgeslagen, schudt Natasja haar hoofd. 'Het zal mij benieuwen', zegt ze.
'Wat?'
'Of Herbert gaat proberen om haar terug te krijgen. Ik hoop het niet, want één keer "sorry" van zijn kant en ze is om.'
'Denk je dat?' Ik heb de afgelopen drie dagen met Eva in één huis gewoond en na die eerste huilbui heb ik haar niet meer horen zeggen dat ze ook maar in de verste verte de intentie had om bij hem te blijven.
'ja, natuurlijk', zegt Natasja zelfverzekerd. 'Ze doet nu stoer en ze wil ons op de mouw spelden dal ze heel boos op hem is en dat hij het heeft verbruid bij haar, maar daar kijkje zo doorheen. Ze is nog veel te gek op hem om echt zo te kunnen redeneren. Natuurlijk is haar ego gekwetst, maar ze is bereid om zich daar overheen te zetten voor Herbert.'
'Ik denk het niet. Eva heeft toch genoeg zelfrespect om zich niet te laten bedriegen door hem?'
Natasja klakt met haar tong. 'Ik hoop het. En ik hoop vooral dat Herbert vanavond niet probeert om haar terug te winnen.'
Even later parkeert ze voor het huis van Herbert en Eva. Er brandt licht op de derde etage, hun etage.
'Of Eva is er al, of we hebben het genoegen Herbert tegen te komen', zegt Natasja. Als we uitstappen kijken we allebei om ons heen. Eva's Corsa rijdt net de straat in. Ik trek een gezicht. 'Shit. Tenzij Herbert timers op zijn lampen heeft, vrees ik dat we hem inderdaad tegen gaan komen.'
Eva stapt uit en zwaait met de sleutel. 'We hoeven in elk geval niet aan te bellen.'
Twee minuten later heb ik spijt dat we dat niet hebben gedaan. Ik kijk naar Eva, die naast me staat. Haar mond hangt open en er staat voornamelijk ongeloof in haar ogen te lezen. Haar blik is recht op de bank in de huiskamer gericht.
Herbert staart terug met een mengeling van ongeloof en schrik. Er is er maar één die het waagt om te glimlachen en dat is het schaars geklede meisje dat half onder hem verscholen gaat. Ik moet me wel heel sterk vergissen als dat geen triomf is wat ik in haar blik zie.
'Eva...'
'Herbert.' Ongeloof heeft plaatsgemaakt voor ingehouden woede.
'Eva, ik...'
Eva draait zich op haar hakken om en loopt naar de slaapkamer. Natasja en ik volgen haar. Herbert komt binnen. Hij heeft snel zijn overhemd aangeschoten. Het zit binnenstebuiten.
'Wat kom je doen?' vraagt hij geïrriteerd.
'Mijn spullen pakken. Dit is ook mijn huis, weet je nog?'
De blik in Herberts ogen verhardt zich. 'Nee, dat is het niet. Jij hebt hier vijf jaar mogen wonen, maar dit is mijn huis. Dat jij midden in de nacht hysterisch naar buiten stormt, dat moet je zelf weten. Maar dat je een paar dagen later doodleuk binnenwandelt en die -' Hij werpt een misprijzende blik op ons dat bezoek meeneemt, dat vind ik ronduit onbeschoft!'
Eva draait zich met een ruk om. 'Weet je wat ik onbeschoft vind? Dat jij ligt te vozen op de bank die voor de helft van mij is!'
'Oh, gaan we zo beginnen?' Herbert slaat zijn armen over elkaar. 'Als die bank voor de helft van jou is, dan is deze kledingkast voor de helft van mij!'
'Mooi.' Eva knikt. 'Dan weet ik het goedgemaakt. Jij neemt de bank, ik de kast. Verder nog iets?'
Herbert is even uit het veld geslagen. Maar dan zegt hij: 'Ja, ik wil mijn auto terug.'
Eva ademt scherp in. 'Jouw Audi staat voor de deur.'
'Die bedoel ik niet. Ik bedoel mijn Corsa.'
'Dat was een cadeau!' roept ze uit.
'Ik heb hem betaald.'
'Het was mijn verjaardag!' Ze spuugt de woorden bijna uit.
Herbert haalt irritant kalm zijn schouders op. 'Tja. Je bent er zelf over begonnen.'
'Oké, oké.' Eva steekt haar handen in de lucht. 'Jij krijgt de Corsa terug.' Ze gooit de sleutels naar hem toe. Ze vallen voor Herberts voeten op de grond. 'Maar dan neem ik ook mijn cadeau aan jou mee.'
Nu verschijnt er enige onrust in Herberts ogen. 'Wat bedoel je?'
Eva loopt met grote stappen naar de huiskamer en nog voor Natasja, Herbert en ik haar gevolgd zijn, heeft ze de grote plasmatelevisie al van de muur gehaald. Ze duwt hem Natasja in handen. Die blijft er ongemakkelijk mee staan.
'Deze is van mij', zegt Eva triomfantelijk. Dan loopt ze naar de bank en begint tussen de kussens te graaien. Herberts scharrel moet opspringen en zichzelf in veiligheid brengen. Slechts gekleed in een zijden niemendalletje probeert ze zich achter hem te verschuilen, maar hij wimpelt haar af. Eva haalt triomfantelijk de afstandsbediening tevoorschijn.
'Dat kun je niet maken', zegt hij. 'Hang dat ding terug, Eva. Ik waarschuw je!'
'Ik heb hem betaald', zegt ze echter kalm, waarna ze terugloopt naar de slaapkamer en verder gaat met inpakken.
Met een klap slaat ze de koffer dicht en zeult hem naar de gang. 'We gaan.'
Ik draag de rugtas met schoenen en een plastic zak vol toiletspullen de trap af.
Achter mij komt Eva met de koffer en daarachter Natasja met de loodzware televisie. Het is maar goed dat we niet meer hebben meegenomen, want het moet ook nog eens allemaal in één auto worden vervoerd.
'Laten we gaan.' Natasja gaat achter het stuur zitten.
'Wacht even', zegt Eva, en ze loopt weg. Ik draai me om en zie Eva bij de Corsa staan. Ze legt haar hand op het portier en loopt een rondje om de auto.
Terwijl ik denk dal Eva met een bizar afscheidsritueel bezig is, joelt Natasja: 'Way to go, girl' Ze draait zich om naar mij. 'Ze maakt een enorme kras op die auto!'
'Zo', zegt Eva, als ze weer instapt. 'Tijd om te gaan.'
Als Natasja de motor start, zien we nog net Herbert in zijn boxershort op het balkon verschijnen. Eva draait het raampje open en steekt haar middelvinger naar hem op. Dan geeft Natasja gas en zijn we vertrokken.
'Waar gaan we heen?' vraagt ze aan het eind van de straat.
Eva haalt haar schouders op. 'Jouw huis?'
'Is het niet handiger om die spullen meteen naar hun plek te brengen?'
'Oh ja.' Eva aarzelt. Dan vraagt ze: 'Waar moet ik eigenlijk heen? Ik heb helemaal geen huis meer.' 'Je mag best bij mij blijven,' zegt Natasja, 'maar ik heb eigenlijk geen ruimte. Charlotte heeft een logeerkamer.'
'Natuurlijk', zeg ik. 'We gaan naar mijn huis. Geen probleem.'
'Ik ga zo snel mogelijk op zoek naar iets voor mezelf', belooft Eva.
Ik zeg nog dat ze van mij geen haast hoeft te maken, maar van binnen groeit de paniek. Als Eva langere tijd bij mij blijft, hoe moet het dan met al mijn afspraken? Ik kan moeilijk iedere keer een smoes verzinnen. En wat als ik weer van die enge sms'jes krijg?
Maar ik mag een vriendin in nood natuurlijk niet in de steek laten. Ze heeft me nodig, en dus ben ik er voor haar. Een uurtje later zitten we met z'n drieën bij mij thuis. Natasja is snel langs de avondwinkel gereden en heeft een fles prosecco gehaald. We proosten op Eva, en op de vrijheid.
'Oh, sorry', zeg ik als mijn telefoon gaat. Ik kijk naar het schermpje. Reinier belt me. 'Deze moet ik even nemen.'
Ik vlucht snel naar de slaapkamer en hoop dat het mijn vriendinnen niet opvalt dat ik een knalrode kop krijg. 'Met Lot.'
'Hai, met Reinier. Stoor ik?' Zijn stem is warm en zacht.
'Nee, natuurlijk niet. Leuk datje belt.'
'Ja, en de reden is nog veel leuker. Ik heb je weer nodig.'
'Oh, wat geweldig. Wanneer?'
Hij negeert mijn vraag. 'Eigenlijk heb ik je twee keer nodig. Waarvan één keer zelfs 's nachts.'
Ik weet niet wat ik moet antwoorden. Hakkelend zeg ik: 'Reinier, ik...'
Zijn gelach onderbreekt me. 'Rustig maar. Je hoeft niet te schrikken. Albert Zwiers heeft me uitgenodigd om een nacht door te brengen op zijn landgoed. Beetje eten, beetje golfen, beetje zwemmen - je kent dat wel. Om de goede banden goed te houden. Hij vroeg of jij ook meekwam en ik heb gezegd dat ik het zou vragen. Dus ik vraag het aan je. Je hebt hem wel eens gezien op een feestje. Hij is dik, grijs en heeft een enorme snor.'
Ik heb massa's dikke, grijze mannen met een snor gezien op Reiniers feestjes, maar toch zeg ik: 'Ah ja, hij. Het lijkt me heel leuk om met je mee te gaan. Wanneer is het?'
'Dat weekendje is volgende week. We gaan vrijdagavond bij hem eten, blijven vervolgens slapen en dan gaan we zaterdag aan het eind van de middag weer weg.'
'Perfect. Top. Staat genoteerd.' Hoe ga ik dit in vredesnaam aan Eva uitleggen? Kan ik zeggen dat ik weer iets van mijn werk heb?
'En dan het andere', zegt Reinier. 'Het is een beetje kort dag, maar dat is morgenavond. Het gaat om een etentje bij La Rive. Niets bijzonders dus. Van zeven tot elf, schat ik. Ik hoop dat je kunt, want ik ben natuurlijk veel te laat met boeken.'
'Je hebt geluk, ik kan wel.'
'Mooi, dan haal ik je op.'
'Nee!'
'Hoezo niet?'
Ik schraap mijn keel en herstel me snel. 'Ik ben tot laat op school. Je kunt me beter daar ophalen.'
'Oké, ook goed. Wat is het adres?'
Ik geef het hem, terwijl ik in gedachten al bezig ben met de praktische organisatie. Ik moet een goed verhaal hebben om tegenover Eva op te hangen en bovendien moet ik aan Frans uitleggen waarom ik tot halfzeven op school wil blijven.
'Goed, ik pikje morgen op. Dag, Lot. Welterusten.'
Ik word warm vanbinnen en wil iets terugzeggen, maar Reinier heeft al opgehangen.
Even blijf ik op de rand van mijn bed zitten. Een heel weekend met Reinier! Ik bedenk wat ik allemaal moet meenemen. Ik wil een verpletterende indruk op hem maken. De bewonderende blik die in zijn ogen verschijnt, is vreselijk verslavend. Mijn hart klopt nu al in mijn keel als ik eraan denk. Het is jammer dat ik dit gevoel met niemand kan delen, want ik heb het gevoel dat ik uit elkaar klap van... Ja, van wat eigenlijk?
Voor het eerst komt het woord 'verliefd' in me op, maar ik schud heftig met mijn hoofd.
Doe niet zo onnozel, spreek ik mezelf streng toe. Verliefd, nee. Maar ik kan het gevoel in mijn buik toch niet negeren.
'Wie was dat?' vraagt Natasja ongegeneerd, als ik de huiskamer weer binnenkom.
'Niemand. Iets van m'n werk.'
"s Avonds?' Ze kijkt naar mijn verhitte gezicht. 'Dat was dan zeker een moeilijk gesprek.'
Ik zucht. 'Een ouder die vindt dat het op school niet goed gaat. Heel vervelend allemaal.' Ik krijg ineens een geweldig idee. 'Ze wil morgenavond een gesprek met me.'
'Hè, bah', zegt Eva. 'Dat heb je toch wel afgewimpeld, hoop ik.'
Ik schud mijn hoofd. 'Helaas lukte dat niet. Dus ik ben er morgenavond niet. Het kan nog wel eens laat worden, want er moet heel wat worden besproken.'
Eva haalt haar schouders op. 'Balen. Maar dan ben je er wel in één keer vanaf, als je een beetje mazzel hebt.'
'Ja, ik hoop het ook. Ik kom tussendoor niet naar huis, denk ik. Het is makkelijker om op school te blijven.'
'Ook saai', zegt Eva. 'Maar ik vermaak me wel, hoor. Kan ik eens even lekker in jouw kasten neuzen!'
Ik verslik me in de prosecco en Eva en Natasja lachen hartelijk. Natasja hamert op mijn rug. 'Rustig maar, hoor. Volgens mij was het een grapje.'
Als ik weer een beetje ben bijgekomen zeg ik: 'Dat wist ik heus wel.' Maar ergens in mijn achterhoofd blijft een stemmetje hoorbaar dat zegt dat ik heel goed moet oppassen.
'Mogge.'
Ik schrik me rot en draai me zo snel om dat ik even met mijn ogen sta te knipperen tot ik weer normaal kan zien.
'Oh, dag.'
'Alles goed?'Ik haat die praatjes die Leo 's ochtends nog wel eens aanknoopt. Waarom kan hij niet gewoon weggaan?
'Ja, prima. Bijna vakantie, hè?'
'Oh ja.' Hij tikt met zijn vinger tegen zijn kin alsof hij het zich nu pas realiseert. 'Goh, dan zien we elkaar een tijdje niet.'
'Denk je?'
'Misschien vind ik wel een manier.'
Ineens schiet me iets te binnen. Ik kijk of Vivian in de buurt is, maar zij zit met haar vriendinnetjes in de poppenhoek. Ik buig me een beetje naar Leo toe en laat mijn stem dalen.
'Laten we er niet langer omheen draaien,' zeg ik ongewoon ferm, 'we weten allebei dat je binnenkort weer bij me op de stoep staat. En jij weet dat ik daar niet op zit te wachten. Wat ik nodig heb, is een lijst.'
'Sorry?'
'Een lijst met iedereen die nog geld van me krijgt. Ik ben het spoor een beetje bijster.'
Leo grijnst vals. 'Dal is niet zo raar als je nooit je post open maakt. Ik weet natuurlijk alleen wie de schuldeisers zijn die via ons bureau hun geld proberen te krijgen.'
'Jij bent de enige deurwaarder die ik te zien heb gekregen, dus ik neem aan dat de grote bedragen via jullie lopen. Nou, kan ik een lijst krijgen of niet?'
'Wat ben jij ineens behulpzaam. Bedoel je dat je gaat afbetalen?'
Ik kijk hem uitdagend aan. 'Dat heb ik niet gezegd. Volgens mij ben ik jou geen verklaring schuldig. Ik wil gewoon even weten welke bedragen ik nog moet afbetalen en aan wie. Is dat nou zo veel gevraagd voor een incassobureau?'
'Natuurlijk niet.' Leo kijkt een beetje beledigd. Ik moet een grijns onderdrukken. 'Ik zorg dat je die lijst zo snel mogelijk krijgt.'
'Mooi. Dag, Leo.' Ik draai me om en loop naar de poppenhoek, waar Vivian Anouk bijna de ogen uitkrabt omdat ze allebei met dezelfde pop willen spelen.
Die middag verschijnt Leo opnieuw op school. Meestal laat hij Vivian door de Poolse nanny ophalen, maar nu neemt hij haar zelf mee.
'Hier', zegt hij en hij duwt me een envelop in handen, als ik buiten op het plein sta. 'Je lijst.'
Ik zie een paar andere ouders bevreemd naar ons kijken. Ik laat een brede, gekunstelde glimlach zien en zeg overdreven luid: 'Oké, ik zal dit in Vivians map stoppen.'
Leo draait zich zonder iets te zeggen om.
Ik kan niet wachten tot iedereen weg is en ik me in mijn lokaal kan terugtrekken. Ik heb tot halfzeven de tijd om te bestuderen wie er allemaal geld van me krijgen. Frans vond het wel raar toen ik hem vanochtend vroeg of ik mag overwerken zo vlak voor de vakantie, maar hij heeft beloofd dat hij me de sleutel komt brengen voor hij zelf weggaat. Ik hoop dat dat niet te laat is, ik moet me nog omkleden ook.
Leo vertegenwoordigt onder andere de creditcardmaatschappij, zie ik, en mijn hypotheekbank. Beide instellingen zijn niet tevreden met de kleine afbetaling die ze elke maand krijgen en hebben dat laten merken door grote sommen geld bij het oorspronkelijke bedrag op te tellen. Ik begrijp nu waar Leo zijn glimmende auto van rijdt.
Vierduizend euro wil de bank van me hebben voor de hypotheek. Dat is het deel dat ik niet heb betaald. Ze hebben elke maand wel wat geld van mijn salaris weten in te pikken, maar ze vinden het niet genoeg. Mijn oog valt op de lening die Kars op mijn naam heeft afgesloten. Die bank wil niet alleen tienduizend euro terugzien, ik mag ook nog eens een paar honderd euro aan achterstallige rente en boetes voor wanbetaling komen inleveren. De creditcardmaatschappij wil een paar honderd euro per creditcard hebben en daarna heel snel de rest.
Zeshonderd euro heb ik thuis liggen. Dat is tweehonderd euro per instelling. Als ik het morgen cash aan Leo geef, kan ik hem misschien lang genoeg op afstand houden om Eva's logeerpartij uit te zitten. En anders zal ik hem het geld dat ik vanavond en volgende week verdien, ook moeten beloven.
Ik stop de papieren terug in de envelop en verberg die in mijn agenda. Ik kijk op de klok. Het is net halfvier geweest. Wat moet ik al die tijd doen? Met de vakantie voor de deur hoef ik voor de klas niets meer te regelen.
Gelukkig heb ik vanochtend een oud nummer van Cosmopolitan in mijn tas gestopt. Ik vond het in de papierbak, waar Eva het achteloos had gedumpt. Ik heb al één groot voordeel ontdekt van mijn nieuwe huisgenoot: ze heeft abonnementen op zes verschillende tijdschriften. Als een spons zuig ik het heerlijke gevoel van de luxe van een mooi blad in me op.
Als mijn telefoon piept, kijk ik verstoord op. Ineens breekt het zweet me uit. Het zal toch niet...?
Maar jawel, hij is terug.
Ik ben dichterbij dan je denkt, Charlotte. Ik ben overal.
Ik slaak een kreet en spring overeind. De school is ineens groot, leeg en dreigend. Ik kijk in alle lokalen en de schoonmaker werpt me een bevreemde blik toe. Dan trek ik me terug in mijn eigen lokaal en ga in de poppen hoek zitten wachten tot Reinier me komt halen. Hopelijk is dat snel. Ik voel me pas veilig in zijn gezelschap.