5

Ja! Ik gooi mijn handen in de lucht als een klein kind. Ik kijk naar die heerlijke cijfers op het scherm van mijn laptop. Geen cijfers met een plus ervoor, dat niet, maar even lijken mijn problemen minder groot.
Mijn salaris, dat er gisteren al had moeten zijn, is een uur geleden overgemaakt. Ik moet nu snel handelen.
Ik spring op mijn fiets en merk nauwelijks dat het pijpenstelen regent als ik met driftige bewegingen naar de stad trap. Bel- Company, herinner ik me. Daar hadden ze een goede aanbieding.
De regen valt nog altijd met bakken uit de hemel als ik de telefoonwinkel binnenstap. Blijkbaar ben ik de enige die het rotweer heeft getrotseerd om vandaag een telefoon te kopen. Er staan drie verkopers, die waarschijnlijk op provisiebasis werken, want ze springen als hongerige wolven op me af.
Ik kies er eentje uit die me vooral snel lijkt. Elk moment kunnen de afschrijvingen beginnen en voor die tijd moet ik de telefoon binnen hebben.
'Ik heb een prepaid telefoon nodig', zeg ik. 'Die uit de aanbieding.'
'Die hebben we helaas niet meer', zegt hij. Hij doet zijn best om zijn stem spijtig te laten klinken, maar zijn gezicht doel niet mee. Hogere prijzen, hogere provisie.
'We hebben er wel eentje die net een fractie duurder is, maar die ook een beetje meer kan. En u krijgt hem met twintig euro beltegoed.'
Ik slaak een zucht. 'Is dat de goedkoopste die u hebt?'
'ja, voor slechts negenennegentig euro bent u de nieuwe eigenaar. Het is een koopje, echt. Ik kan zelf niet geloven dat dit uit kan.'
'Doe die dan maar', zeg ik vermoeid. Ik weet dat het niet duur is, aangezien ik mezelf twintig euro aan beltegoed bespaar, maar toch sprak de aanbieding van negenenzestig euro me meer aan. Maar daar hadden ze er natuurlijk twee van op voorraad.
De man vult wat formulieren in, verdwijnt dan naar achteren om het telefoontje te halen en wil vervolgens de doos openen en alle functies aan me uitleggen.
Maar ik ben hem voor. 'Dat hoeft niet, hoor. Ik ben bekend met dit toestel. Sterker nog, ik heb er jaren zo eentje gehad.'
Hij kijkt me bevreemd aan. 'Maar dit is een nieuw model!'
'Niet in Amerika', verzin ik snel. 'Waar ik de afgelopen vijfjaar heb gewoond. Nee joh, daar hebben ze die telefoon al eeuwen.' Ik overdrijf, ik weet het, vooral met het Amerikaanse accent dat ik ineens gebruik.
Ik wip ongeduldig van mijn ene voet op mijn andere als de verkoper eerst de telefoon in een tasje doet, vervolgens de formulieren erbij stopt en dan pas het bedrag op de kassa aanslaat. We hebben het hier over secondewerk! Zodra de bank al mijn afbetalingen afschrijft, kan ik deze telefoon niet meer betalen.
Uiteindelijk, na wat een eeuwigheid lijkt, haal ik mijn pas door de pinautomaat. Met trillende vingers toets ik mijn pincode in. Mijn hart bonkt in mijn keel als het apparaatje even geduld van me vraagt. Een zucht van verlichting ontsnapt aan mijn lippen als de betaling voltooid is.
De verkoper kijkt me nauwelijks aan als hij me het tasje overhandigt. Hij luistert naar zijn collega die een blijkbaar hilarisch verhaal vertelt.
Ik klem de tas tegen mijn borst alsof het een kostbare schat is, wat het in zekere zin ook is. Doordat ik de rekening van mijn oude mobiele telefoon niet heb betaald, wordt dat nummer binnen tien dagen afgesloten. Dat stond in een brief die ik van de provider kreeg.
Mij best, denk ik stoer. Het enige wat ik hoef te doen, is mijn nieuwe nummer doorgeven aan de mensen die me vaak bellen en proberen een verklaring te verzinnen.
Ik kan natuurlijk zeggen dat mijn mobiel gestolen is. Dat is een plausibele verklaring voor het feit dat ik een ander nummer heb, en bovendien kan niemand het controleren.
Dat ik dan alweer moet liegen tegen mijn ouders en mijn vriendinnen, bezorgt me een licht onaangenaam gevoel, maar tijd om daar lang bij stil te staan heb ik niet. Ik moet snel naar de pinautomaat om een paar tientjes op te nemen, zodat ik de komende weken iets te eten heb.
Ik waag de gok en neem vijftig euro op. Dat betekent dat ik, als de bank alle afschrijvingen geclaimd heeft, de hypotheek niet meer kan betalen, maar dat moet dan maar. Vorige maand heb ik ook niet betaald en de brieven van mijn hypotheekbank stromen toch al binnen. Misschien moet ik ze binnenkort mailen om te zeggen dat ik op vakantie ben en dat ik alles in orde ga maken zodra ik terug ben. Over een jaar of dertig.
Als ik langs Albert Heijn fiets, kijk ik verlekkerd naar de ingang. Ongelooflijk dat ik daar zo vaak gedachteloos naar binnen ben gestapt, of zelfs balend dat ik nog boodschappen moest doen, terwijl ik moe uit mijn werk kwam.
Nu zou ik er heel wat voor over hebben om naar binnen te kunnen gaan, lukraak wat etenswaren te pakken die me lekker lijken en zorgeloos te kunnen afrekenen.
Voor mij geen Albert Heijn meer. Ik fiets een flink eind verder. De stromende regen is inmiddels overgegaan in gemiezer, waar ik niet minder doorweekt van raak. Als een verzopen konijn kom ik aan bij de Aldi.
Ik pak een karretje en loop meteen door naar de afdeling potten en blikken. De combinatie pasta met blikgroente is me niet heel goed bevallen, maar ik zal moeten leren het lekker te vinden. Misschien helpt het als ik spaghetti en witte bonen in tomatensaus vanaf nu als mijn lievelingseten ga beschouwen. Als je maar lang genoeg denkt dat iets zo is, dan wordt het uiteindelijk zo, volgens The Secret.
Midden in de Aldi stel ik me mezelf voor, liggend op een strand in Zuid-Frankrijk. Ik heb geen geldzorgen, maar ben gewoon met mijn twee vriendinnen op kampeervakantie, zoals we dat jaren geleden een keer hebben gedaan. Met z'n drieën sliepen we in een tentje en op gehuurde fietsen bekeken we de omgeving, maar het grootste deel van de tijd lagen we kletsend en lachend op het strand. Ik kan het nog haarscherp voor me zien.
Verwachtingsvol doe ik mijn ogen weer open. Er is niets veranderd. Ik sta in een slecht verlichte supermarkt met overal dozen om me heen en ik laad mijn karretje vol met spaghetti en blikken groenten. Ik reken negenenveertig euro en negentig cent af en prijs mezelf om mijn hoofdrekenkwaliteiten. Met drie zware tassen slinger ik naar huis.
Als ik mijn fiets voor de voordeur in een rek zet, komt er net een grote, glimmende auto de straat in. Ik werp er een blik op, kijk weer naar mijn slot en merk dat een onheilspellend gevoel zich van mij meester maakt. Mijn onderbewuste heeft iets geregistreerd en hoewel ik mijn vinger er nog niet op kan leggen, merk ik dat mijn hart in mijn keel begint te bonken. Hier klopt iets niet. We zijn in mijn straat, niet bij school.
De auto stopt voor mijn voordeur en de bestuurder heeft een paar minuten nodig om hem kaarsrecht in het parkeervak te zetten. Dan stapt hij uit. Met een scherp geluid adem ik in.
'Dus u bent deurwaarder.'
Ik hoor zelf hoe dom mijn opmerking klinkt. De man neemt me koel op en knikt. 'Hoe raad je het zo?'
Het lijkt me beter niet op zijn vraag in te gaan.
'Zo', zegt hij. 'Charlotte. Of moet ik zeggen: juf Charlotte.'
'Wat u wilt', mompel ik.
God, hij doet al net zo uit de hoogte als Vivian.
Leo van Heusden neust wat rond in mijn appartement. Bij de waardevolle spullen blijft hij wat langer staan en uiteindelijk laat hij zijn hand rusten op de televisie. 'Je weet waarom ik hier ben?'
Ik knik timide. 'Ik heb een paar rekeningen niet betaald.'
'Een paar?' Hij grinnikt, maar ik mis iets. Oprechtheid, waarschijnlijk. 'Zo zou je het ook kunnen uitdrukken, een paar. Ik spreek liever van al je rekeningen.'
'Ja', zeg ik, omdat ik niets anders weet. God, waarom komt een deurwaarder zo snel? Ik dacht dat het maanden zou duren.
'Je zult je wel afvragen waarom ik hier nu al ben', zegt Leo, alsof hij mijn gedachten kan raden. 'Als het om één of twee rekeningen zou gaan, zou ik nog veel langer zijn weggebleven, maar het schijnt dat jij plotseling gestopt bent met het betalen van al je rekeningen en we hebben van de bank begrepen dat je saldo tot ver onder het nulpunt is gedaald. Reden genoeg voor mij om een kijkje te gaan nemen.'
Ik weet niet wat ik moet zeggen. Mogen banken die gegevens zomaar doorspelen?
Leo aait over de bovenkant van mijn televisie. 'Da's een mooi apparaat. Die heb je vast nog niet zo lang.'
Ik schud mijn hoofd. 'Een halljaar.' Mijn stem klinkt raar hoog door mijn dichtgeschroefde keel.
Dan brengt Leo de genadeslag toe. 'Deze gaat mee. Voorlopig is dit het enige dat ik meeneem, maar als je niet snel je rekeningen betaalt, kom ik terug. Ik zag datje een wasmachine hebt. Ook al is hij oud, je kunt hem zo kwijtraken.'
Die mag hij meenemen! Graag zelfs. Ik pieker al weken over hoe ik dat oude kreng mijn huis uit krijg.
Leo tilt de televisie op. Terwijl hij langs me heen loopt, zegt hij slangachtig: 'Ik zou maar snel betalen. Anders kom ik terug.' Hij lacht. Ik mis de grap.
'Eén vraag', zeg ik. 'Vertelt u dit op school?'
Even neemt hij me geringschattend op, dan schudt hij zijn hoofd. Ik hoop dat hij woord houdt.
'Hé, waarom heb jij een nieuw nummer?'
Het duurt niet lang voordat Natasja belt, nadat ik een sms'je heb gestuurd om iedereen op de hoogte te stellen van mijn nieuwe telefoonnummer. Die sms'jes kostten me meer dan ik me kan en wil veroorloven, en in mijn twintig euro beltegoed is alweer een aanzienlijk gat geslagen.
'Mijn telefoon is gestolen', zeg ik.
Het kost me weinig moeite om duidelijk te laten merken dat ik hiervan baal.
'Oh echt? Hoe kan dat nou?'
'Geen idee.' Dit is mijn plan. Ik houd de toedracht van de diefstal vaag, zodat ik nooit op niet-kloppende details kan worden afgerekend. 'Hij zat in mijn tas en nadat ik met de metro ben gegaan, zat hij er niet meer in.'
De metro, alsof ik me een kaartje kan veroorloven.
'Das balen', vindt Natasja. 'Had je hem verzekerd?'
'Nee. Ik ga me er ook niet druk om maken. Het is jammer, maar ik heb al een nieuwe telefoon.'
'Goed dat je er zo over denkt', zegt ze. 'Even iets anders. Heb je zin om iets leuks te gaan doen? Ik belde Eva ook al, maar zij kon niet. Ze moest klussen, zei ze. Ik wist helemaal niet dat ze aan het verbouwen waren.'
Ik onderdruk een grinnik. Van mijn broedse collega's weet ik dat mensen met een kinderwens met klussen niet bedoelen dat ze alvast de toekomstige kinderkamer van een nieuw behangetje voorzien. Maar ik maak Natasja niet wijzer dan ze is. Ik vind sowieso dat Eva ons wel wat minder deelgenoot mag maken van haar preconceptionele perikelen.
'Zullen we gaan shoppen?' stelt Natasja voor.
Het woord lijkt uit een andere wereld te komen. Een wereld die vroeger bestond.
Ik doe alsof ik me verslik om tijd te winnen. Gek genoeg heb ik nog niet nagedacht over de mogelijkheid dat iemand me dit zou vragen, terwijl Natasja toch een aanzienlijk gat in haar hand heeft.
'Ik kan niet. Ik ben begonnen met een cursus Spaans en vandaag is de eerste les.' Ik verzin tegenwoordig sneller smoesjes dan dat ik de waarheid zou kunnen vertellen.
'Op zaterdag?' Ze klinkt verbaasd.
'Ja, het is speciaal voor werkende mensen.'
'Oh. Morgen dan? Vanaf twaalf uur zijn de winkels open.'
Shit.
'Morgen moet ik naar mijn ouders.'
'Jemig, wat een druk weekend heb je.' Natasja heeft medelijden met me. Ik krimp een beetje ineen. 'We kunnen morgenavond een filmpje kijken. Gewoon, bij jou thuis. Ik heb al weken een dvd liggen die ik nog wil zien. Ik ben de titel even kwijl, maar het schijnt een goede film te zijn. Dan neem ik die mee en maken we het gezellig.'
'Goed idee', zeg ik. 'Maar ik kan ook naar jou komen. Dan rijd ik meteen door als ik bij mijn ouders ben geweest.' Hoe ik morgen uitleg dat ik op de fiets kom, zie ik dan wel weer. Misschien kan ik mijn niet-bestaande dieet weer opvoeren.
'Ook goed', zegt Natasja. 'Zeven uur bij mij? Of kom je ook eten? Oh nee, je ging naar je ouders.'
Dubbel shit. De gedachte aan een lekkere, complete maaltijd zonder blikgroenten of spaghetti doet me watertanden. Maar ik kan nu niet meer terug.
'Zeven uur is goed. Tot morgen!'
Snel verbreek ik de verbinding. Deze keer ben ik weer goed weggekomen, maar hoe lang kan ik dit nog volhouden? Hoeveel smoesjes kan ik verzinnen?
Ik ga achter mijn computer zitten. Godzijdank heb ik vorig jaar besloten over te stappen op internet via de kabel. Voor het eerst ben ik blij dat de administratie van het kabelbedrijf een grote bende is, al zat ik eerder vloekend aan de telefoon omdat allerlei gegevens niet klopten. Waarschijnlijk komen ze er medio volgend jaar een keer achter dat ik al maanden de rekening niet meer heb betaald.
Ik surf weer naar Marktplaats.nl. Nu ik mijn nieuwe telefoon heb, kan ik eindelijk mijn plan uitvoeren. Project Armvulling, ben ik het in gedachten gaan noemen. Eindelijk heb ik het idee dat ik zelf iets aan mijn situatie kan doen.
Ik noem mezelf voor de zekerheid Lot in mijn advertentie. Geinige woordspeling, ook.
Ook zo genoeg van altijd maar alleen zijn? Kun je je grootmoeder wel iets aandoen omdat ze altijd maar vraagt waarom je nog geen verkering hebt? En wil je nu eens niét alleen verschijnen op de zoveelste bruiloft, kraamvisite of familieparty? Dan heb ik (29) de oplossing! Voor vijftig euro per uur ga ik met je mee, en ben ik je vriendin. Ik gedraag me zoals jij dat wilt, en jij mag bedenken waar we elkaar hebben leren kennen. Ik ben de armvulling die je al zo lang mist. Ik ben je gezelschap na al die tijd alleen, je antwoord op lastige vragen.
Let op: alleen voor bezoeken, feestjes etc. Geen seks. Geen overnachtingen. Discretie gegarandeerd. Contante betaling.
Voor meer informatie bellen.
Ik vul mijn telefoonnummer in, lees de advertentie nog één keer door en plaats hem dan op de site. Ik heb zin om heel hard te gillen, ofte dansen, of te zingen. Ik ben ontzettend blij met mijn goede idee en eindelijk, na een moeilijke tijd, ben ik op de weg terug. Ik weet het zeker: dit wordt een doorslaand succes.
Misschien moet ik wel mensen aannemen. Dan stop ik als kleuterjuf om mijn armvulling-imperium op te bouwen. Kars zal de ogen uit zijn kop krabben van spijt dat hij me heeft bedonderd.
Ik lees de advertentie nog een keer. Hopelijk komt mijn bedoeling over en word ik straks niet lastig gevallen door vieze oude mannetjes. Tenzij het rijke, vieze oude mannetjes zijn. Zo diep ben ik al gezonken. Ik ga desnoods mee naar de bejaardensoos.
Op maandagochtend ben ik nog niet één keer gebeld. Het gevoel van euforie dat ik had toen ik de advertentie plaatste, is veranderd in een sluimerende wanhoop. Wat als dit niet lukt? Ik had hier al mijn hoop op gevestigd. Deze advertentie zou me uit de problemen helpen, mijn weg naar een betere toekomst plaveien.
Ik denk terug aan gisteravond, toen ik bij Natasja was. Het moet haar zijn opgevallen dat ik gulzig chips in mijn mond propte en me vijf keer liet bijschenken van de heerlijke rosé die ze had opengetrokken. Na wekenlang water drinken smaakte het spul zo verrukkelijk dat ik de kater die ik nu heb voor lief neem.
Maar Natasja zei niets, goddank. Mijn eetgedrag klopte niet bij mijn verhaal dat ik expres langs huis was gereden om de auto neer te zetten, zodat ik op de fiets kon omdat dat beter was voor mijn lijn, waar ik tegenwoordig op let. Later bedacht ik dat ik natuurlijk had moeten zeggen dat ik liever ging fietsen omdat ik anders niet kon drinken, maar een briljante inval krijg je altijd pas uren nadat je hem nodig had.
Mijn telefoon had ik expres op de trilstand gezet, doodsbenauwd dat er iemand zou bellen voor de advertentie en dat ik hem te woord zou moeten staan waar Natasja bij was. Aan het eind van de avond, voor ik op de fiets stapte, checkte ik hoopvol mijn voicemailberichten, maar niemand had gebeld.Vanochtend voor ik naar mijn werk ging, heb ik de advertentie nog een keer geopend, bang dat ik een verkeerd telefoonnummer had ingevoerd maar helaas, het nummer klopte gewoon. Er waren weliswaar bijna driehonderd mensen die de advertentie hadden bekeken, maar niet één van hen had de moeite genomen me te bellen.
'Juf Charlotte?' Vivian kijkt me aan en houdt haar hoofd scheef. In haar ogen herken ik de blik van haar vader en ik moet mijn best doen om mijn woede niet op haar bot te vieren.
'Wat is er?' vraag ik met opeengeklemde kaken.
'Wat gaan we doen?' Dit is haar favoriete vraag, naast 'waarom'. Vivian kan zichzelf nog geen twee seconden vermaken. Ik benijd Alexandrea niet.
'We gaan spelen', deel ik haar simpelweg mee. 'Leuk toch?'
'Mwah.' Ze haalt haar schouders op. 'Jij hebt geen Ken. Thuis heb ik er zes.'
'Maar hier zijn weer andere dingen.' Ik sta op en loop bij haar vandaan. De discussie over hoe leuk haar speelgoed thuis is en hoe verschrikkelijk dat op school, ga ik met een verwende vierjarige niet aan.
Ik roep de kleuters bijeen en verdeel ze in vier groepen. Iedere groep speelt ergens anders. Ik help de kinderen die gaan verven in schortjes en vul bakjes met verf. Daarna hang ik papieren op en geef ze kwasten. Als ik ook de andere kinderen aan het spelen heb gezet, ga ik achter mijn bureau zitten. Ik check onopvallend mijn telefoon.
Er is één nieuw voicemailbericht, zie ik. Ik schrik en voel me tegelijkertijd op een vreemde manier opgewonden. Zal ik het afluisteren?
Ik kijk de klas rond. Alle kleuters zijn druk in hun eigen spel verdiept, maar er hoeft er maar één te zijn die me opmerkt en hel later onschuldig tegen papa of mama vertelt en ik hang.
Frans is daar heel duidelijk over geweest in de vorige lerarenvergadering: tijdens de lessen wordt er niet gebeld, tenzij het om een noodgeval gaat. En dan bedoelt hij noodgeval in de zin van een levensbedreigend, alarmnummervragend noodgeval. In alle andere gevallen is het de docenten ten strengste verboden
-7 2 - om mobiel te bellen, op straffe van het inleveren van de telefoon bij Frans en bidden dat je hem ooit weer terugkrijgt.
Kinderachtig, ja, maar het werkt, want sinds het invoeren van de maatregel is alleen de stagiair uit groep zes betrapt. Al heb ik het idee dat het sms-verkeer met een paar honderd procent is toegenomen.
Ik bekijk het nummer waardoor ik ben gebeld. Het zegt me niets. Dit moet haast wel met mijn advertentie te maken hebben!
Met uiterste zelfbeheersing stop ik mijn telefoon in mijn tas. Het zal moeten wachten, al kan ik me de rest van de ochtend niet meer concentreren.
Zodra de laatste kleuter het lokaal heeft verlaten, duik ik in mijn tas en haal mijn mobiel tevoorschijn. Inmiddels heb ik twee berichten. Hijgend van spanning bel ik naar mijn voicemail.
Het eerste bericht is van Nuon. De afdeling Betalingen wil weten waarom ik al twee maanden geen voorschot heb betaald. Ik vraag me af hoe ze in vredesnaam aan mijn nummer komen en bedenk dan dat ik het heb ingesproken op de meidtekst van mijn voicemail op mijn andere telefoon.
Ik dwing mezelf het hele bericht af te luisteren. Het voorschot dient betaald te worden, vertelt de man me. Anders kom ik bij de jaarafrekening in de problemen. Ik haal opgelucht adem. Jaarafrekening, dat klinkt nog ver weg.
Teleurgesteld wis ik het bericht. Maar ik heb nog een kans. Misschien dat het tweede bericht is waar ik met verlangen op zit te wachten.
'Hallo', zegt een rokerige, enigszins hijgende stem. 'Met Koos. Is dit Lot? Ik las je advertentie en ik wil je wel inhuren. Ik heb geen feesies, maar eh... Nou ja, we kunnen het vast heel gezellig hebben, ha ha. Nou Lot, bel me.'
Verschrikt verbreek ik de verbinding.
Met moeite kauw ik mijn droge boterhammen weg. Elke hap vormt een bal in mijn mond. Met een paar slokken water slik ik het brood weg.
Ik start de computer op die op mijn bureau staat. Sinds drie maanden staat in ieder lokaal een pc met internet, speciaal voor de docenten. Onzin, vond Frans eerst, maar docenten werden er gek van dat ze altijd thuis van alles op internet moesten opzoeken.
De verbinding is hier een beetje traag en ik trommel zenuwachtig met mijn vingers op het bureau. Eindelijk opent de Hotmailpagina zich en ik typ het nieuwe e-mailadres in dat ik speciaal voor mijn gezelschapsservice heb aangemaakt. Lotals- gezelschap@hotmail.com.
Naast een stuk of wat spammails zijn er twee berichten die mijn aandacht trekken. Een is van Z. de Haan, de ander van Gekke Gerrit. Mijn hart mist een slag, het zal toch niet dié Gerrit zijn?
Ik open zijn bericht als eerste.
Hallo Lot, met veel interesse heb ik je advertentie gelezen. Ik heb zelf ook een advertentie gezet omdat ik graag een relatie wil.
Niemand kan zeggen dat hij niet direct is. Ik lees verder.
Alleen is dat nog niet gelukt. Ik heb geen feestjes ofzo, en ik zie het ook niet echt zitten om je te betalen, maar misschien kunnen we iets afspreken? Volgens mij ben jij ook op zoek naar een relatie en doe je alleen maar alsof je betaald wilt krijgen om mijn aandacht te trekken. Dat vind ik een goede truc. Maar je wilt gewoon seks. En ik ook. Laten we afspreken. Ik heb een foto gestuurd, zodat je kunt zien wie ik ben. Ik ben trouwens 56, en geen 36 zoals in mijn advertentie staat. Dat is een typefout.
Groeten van Gerrit
Ik weet niet of ik moet lachen of huilen. Geen wonder dat niemand het ooit met Gerrit heeft uitgehouden.
Toch open ik nieuwsgierig de foto. Onwillekeurig deins ik terug. Jakkes, wat een engerd. Zei hij dat hij 56 was? Iemand heeft zichzelf duidelijk een halve eeuw jonger gelogen. Deze man is hoogbejaard! En hoogbehaard. Jammer genoeg heeft hij besloten dat het een goed idee was om zonder T-shirt te poseren. Nu krijg ik mijn brood helemaal niet meer weg.
Hoopvol open ik de e-mail van Z. de Haan. Deze persoon heeft niet meer te melden dan 'je bent niet goed bij je hoofd'. Hier schiet ik ook al niet veel mee op.
Ik klik een paar keer op vernieuwen, maar er komen geen nieuwe e-mails binnen. Daarna pak ik mijn telefoon en kijk er hypnotiserend naar, alsof ik het toestel zo kan dwingen om over te gaan.
Er gebeurt niets.
'Eet je niet met ons mee?'
Ik schrik en draai me om. Jorien, die groep twee heeft, staat in de deuropening. Ze kijkt me bevreemd aan. Dit is al de zoveelste keer dat ik alleen in mijn lokaal lunch.
Ik knik. 'Ik kom er zo aan. Even iets opzoeken.'
Met haar broodtrommeltje onder haar arm loopt ze weg. Ik sluit Hotmail. De foto van Gekke Gerrit blijft staan. Hij lacht zijn gele tanden bloot. Ik huiver en zet het scherm uit.