5
Ja! Ik gooi mijn handen in de lucht als een klein kind. Ik
kijk naar die heerlijke cijfers op het scherm van mijn laptop. Geen
cijfers met een plus ervoor, dat niet, maar even lijken mijn
problemen minder groot.
Mijn salaris, dat er gisteren al had moeten zijn, is een uur
geleden overgemaakt. Ik moet nu snel handelen.
Ik spring op mijn fiets en merk nauwelijks dat het
pijpenstelen regent als ik met driftige bewegingen naar de stad
trap. Bel- Company, herinner ik me. Daar hadden ze een goede
aanbieding.
De regen valt nog altijd met bakken uit de hemel als ik de
telefoonwinkel binnenstap. Blijkbaar ben ik de enige die het
rotweer heeft getrotseerd om vandaag een telefoon te kopen. Er
staan drie verkopers, die waarschijnlijk op provisiebasis werken,
want ze springen als hongerige wolven op me af.
Ik kies er eentje uit die me vooral snel lijkt. Elk moment
kunnen de afschrijvingen beginnen en voor die tijd moet ik de
telefoon binnen hebben.
'Ik heb een prepaid telefoon nodig', zeg ik. 'Die uit de
aanbieding.'
'Die hebben we helaas niet meer', zegt hij. Hij doet zijn best
om zijn stem spijtig te laten klinken, maar zijn gezicht doel niet
mee. Hogere prijzen, hogere provisie.
'We hebben er wel eentje die net een fractie duurder is, maar
die ook een beetje meer kan. En u krijgt hem met twintig euro
beltegoed.'
Ik slaak een zucht. 'Is dat de goedkoopste die u hebt?'
'ja, voor slechts negenennegentig euro bent u de nieuwe
eigenaar. Het is een koopje, echt. Ik kan zelf niet geloven dat dit
uit kan.'
'Doe die dan maar', zeg ik vermoeid. Ik weet dat het niet duur
is, aangezien ik mezelf twintig euro aan beltegoed bespaar, maar
toch sprak de aanbieding van negenenzestig euro me meer aan. Maar
daar hadden ze er natuurlijk twee van op voorraad.
De man vult wat formulieren in, verdwijnt dan naar achteren om
het telefoontje te halen en wil vervolgens de doos openen en alle
functies aan me uitleggen.
Maar ik ben hem voor. 'Dat hoeft niet, hoor. Ik ben bekend met
dit toestel. Sterker nog, ik heb er jaren zo eentje gehad.'
Hij kijkt me bevreemd aan. 'Maar dit is een nieuw
model!'
'Niet in Amerika', verzin ik snel. 'Waar ik de afgelopen
vijfjaar heb gewoond. Nee joh, daar hebben ze die telefoon al
eeuwen.' Ik overdrijf, ik weet het, vooral met het Amerikaanse
accent dat ik ineens gebruik.
Ik wip ongeduldig van mijn ene voet op mijn andere als de
verkoper eerst de telefoon in een tasje doet, vervolgens de
formulieren erbij stopt en dan pas het bedrag op de kassa aanslaat.
We hebben het hier over secondewerk! Zodra de bank al mijn
afbetalingen afschrijft, kan ik deze telefoon niet meer
betalen.
Uiteindelijk, na wat een eeuwigheid lijkt, haal ik mijn pas
door de pinautomaat. Met trillende vingers toets ik mijn pincode
in. Mijn hart bonkt in mijn keel als het apparaatje even geduld van
me vraagt. Een zucht van verlichting ontsnapt aan mijn lippen als
de betaling voltooid is.
De verkoper kijkt me nauwelijks aan als hij me het tasje
overhandigt. Hij luistert naar zijn collega die een blijkbaar
hilarisch verhaal vertelt.
Ik klem de tas tegen mijn borst alsof het een kostbare schat
is, wat het in zekere zin ook is. Doordat ik de rekening van mijn
oude mobiele telefoon niet heb betaald, wordt dat nummer binnen
tien dagen afgesloten. Dat stond in een brief die ik van de
provider kreeg.
Mij best, denk ik stoer. Het enige wat ik hoef te doen, is
mijn nieuwe nummer doorgeven aan de mensen die me vaak bellen en
proberen een verklaring te verzinnen.
Ik kan natuurlijk zeggen dat mijn mobiel gestolen is. Dat is
een plausibele verklaring voor het feit dat ik een ander nummer
heb, en bovendien kan niemand het controleren.
Dat ik dan alweer moet liegen tegen mijn ouders en mijn
vriendinnen, bezorgt me een licht onaangenaam gevoel, maar tijd om
daar lang bij stil te staan heb ik niet. Ik moet snel naar de
pinautomaat om een paar tientjes op te nemen, zodat ik de komende
weken iets te eten heb.
Ik waag de gok en neem vijftig euro op. Dat betekent dat ik,
als de bank alle afschrijvingen geclaimd heeft, de hypotheek niet
meer kan betalen, maar dat moet dan maar. Vorige maand heb ik ook
niet betaald en de brieven van mijn hypotheekbank stromen toch al
binnen. Misschien moet ik ze binnenkort mailen om te zeggen dat ik
op vakantie ben en dat ik alles in orde ga maken zodra ik terug
ben. Over een jaar of dertig.
Als ik langs Albert Heijn fiets, kijk ik verlekkerd naar de
ingang. Ongelooflijk dat ik daar zo vaak gedachteloos naar binnen
ben gestapt, of zelfs balend dat ik nog boodschappen moest doen,
terwijl ik moe uit mijn werk kwam.
Nu zou ik er heel wat voor over hebben om naar binnen te
kunnen gaan, lukraak wat etenswaren te pakken die me lekker lijken
en zorgeloos te kunnen afrekenen.
Voor mij geen Albert Heijn meer. Ik fiets een flink eind
verder. De stromende regen is inmiddels overgegaan in gemiezer,
waar ik niet minder doorweekt van raak. Als een verzopen konijn kom
ik aan bij de Aldi.
Ik pak een karretje en loop meteen door naar de afdeling
potten en blikken. De combinatie pasta met blikgroente is me niet
heel goed bevallen, maar ik zal moeten leren het lekker te vinden.
Misschien helpt het als ik spaghetti en witte bonen in tomatensaus
vanaf nu als mijn lievelingseten ga beschouwen. Als je maar lang
genoeg denkt dat iets zo is, dan wordt het uiteindelijk zo, volgens
The Secret.
Midden in de Aldi stel ik me mezelf voor, liggend op een
strand in Zuid-Frankrijk. Ik heb geen geldzorgen, maar ben gewoon
met mijn twee vriendinnen op kampeervakantie, zoals we dat jaren
geleden een keer hebben gedaan. Met z'n drieën sliepen we in een
tentje en op gehuurde fietsen bekeken we de omgeving, maar het
grootste deel van de tijd lagen we kletsend en lachend op het
strand. Ik kan het nog haarscherp voor me zien.
Verwachtingsvol doe ik mijn ogen weer open. Er is niets
veranderd. Ik sta in een slecht verlichte supermarkt met overal
dozen om me heen en ik laad mijn karretje vol met spaghetti en
blikken groenten. Ik reken negenenveertig euro en negentig cent af
en prijs mezelf om mijn hoofdrekenkwaliteiten. Met drie zware
tassen slinger ik naar huis.
Als ik mijn fiets voor de voordeur in een rek zet, komt er net
een grote, glimmende auto de straat in. Ik werp er een blik op,
kijk weer naar mijn slot en merk dat een onheilspellend gevoel zich
van mij meester maakt. Mijn onderbewuste heeft iets geregistreerd
en hoewel ik mijn vinger er nog niet op kan leggen, merk ik dat
mijn hart in mijn keel begint te bonken. Hier klopt iets niet. We
zijn in mijn straat, niet bij school.
De auto stopt voor mijn voordeur en de bestuurder heeft een
paar minuten nodig om hem kaarsrecht in het parkeervak te zetten.
Dan stapt hij uit. Met een scherp geluid adem ik in.
'Dus u bent deurwaarder.'
Ik hoor zelf hoe dom mijn opmerking klinkt. De man neemt me
koel op en knikt. 'Hoe raad je het zo?'
Het lijkt me beter niet op zijn vraag in te gaan.
'Zo', zegt hij. 'Charlotte. Of moet ik zeggen: juf
Charlotte.'
'Wat u wilt', mompel ik.
God, hij doet al net zo uit de hoogte als Vivian.
Leo van Heusden neust wat rond in mijn appartement. Bij de
waardevolle spullen blijft hij wat langer staan en uiteindelijk
laat hij zijn hand rusten op de televisie. 'Je weet waarom ik hier
ben?'
Ik knik timide. 'Ik heb een paar rekeningen niet
betaald.'
'Een paar?' Hij grinnikt, maar ik mis iets. Oprechtheid,
waarschijnlijk. 'Zo zou je het ook kunnen uitdrukken, een paar. Ik
spreek liever van al je rekeningen.'
'Ja', zeg ik, omdat ik niets anders weet. God, waarom komt een
deurwaarder zo snel? Ik dacht dat het maanden zou duren.
'Je zult je wel afvragen waarom ik hier nu al ben', zegt Leo,
alsof hij mijn gedachten kan raden. 'Als het om één of twee
rekeningen zou gaan, zou ik nog veel langer zijn weggebleven, maar
het schijnt dat jij plotseling gestopt bent met het betalen van al
je rekeningen en we hebben van de bank begrepen dat je saldo tot
ver onder het nulpunt is gedaald. Reden genoeg voor mij om een
kijkje te gaan nemen.'
Ik weet niet wat ik moet zeggen. Mogen banken die gegevens
zomaar doorspelen?
Leo aait over de bovenkant van mijn televisie. 'Da's een mooi
apparaat. Die heb je vast nog niet zo lang.'
Ik schud mijn hoofd. 'Een halljaar.' Mijn stem klinkt raar
hoog door mijn dichtgeschroefde keel.
Dan brengt Leo de genadeslag toe. 'Deze gaat mee. Voorlopig is
dit het enige dat ik meeneem, maar als je niet snel je rekeningen
betaalt, kom ik terug. Ik zag datje een wasmachine hebt. Ook al is
hij oud, je kunt hem zo kwijtraken.'
Die mag hij meenemen! Graag zelfs. Ik pieker al weken over hoe
ik dat oude kreng mijn huis uit krijg.
Leo tilt de televisie op. Terwijl hij langs me heen loopt,
zegt hij slangachtig: 'Ik zou maar snel betalen. Anders kom ik
terug.' Hij lacht. Ik mis de grap.
'Eén vraag', zeg ik. 'Vertelt u dit op school?'
Even neemt hij me geringschattend op, dan schudt hij zijn
hoofd. Ik hoop dat hij woord houdt.
'Hé, waarom heb jij een nieuw nummer?'
Het duurt niet lang voordat Natasja belt, nadat ik een sms'je
heb gestuurd om iedereen op de hoogte te stellen van mijn nieuwe
telefoonnummer. Die sms'jes kostten me meer dan ik me kan en wil
veroorloven, en in mijn twintig euro beltegoed is alweer een
aanzienlijk gat geslagen.
'Mijn telefoon is gestolen', zeg ik.
Het kost me weinig moeite om duidelijk te laten merken dat ik
hiervan baal.
'Oh echt? Hoe kan dat nou?'
'Geen idee.' Dit is mijn plan. Ik houd de toedracht van de
diefstal vaag, zodat ik nooit op niet-kloppende details kan worden
afgerekend. 'Hij zat in mijn tas en nadat ik met de metro ben
gegaan, zat hij er niet meer in.'
De metro, alsof ik me een kaartje kan veroorloven.
'Das balen', vindt Natasja. 'Had je hem verzekerd?'
'Nee. Ik ga me er ook niet druk om maken. Het is jammer, maar
ik heb al een nieuwe telefoon.'
'Goed dat je er zo over denkt', zegt ze. 'Even iets anders.
Heb je zin om iets leuks te gaan doen? Ik belde Eva ook al, maar
zij kon niet. Ze moest klussen, zei ze. Ik wist helemaal niet dat
ze aan het verbouwen waren.'
Ik onderdruk een grinnik. Van mijn broedse collega's weet ik
dat mensen met een kinderwens met klussen niet bedoelen dat ze
alvast de toekomstige kinderkamer van een nieuw behangetje
voorzien. Maar ik maak Natasja niet wijzer dan ze is. Ik vind
sowieso dat Eva ons wel wat minder deelgenoot mag maken van haar
preconceptionele perikelen.
'Zullen we gaan shoppen?' stelt Natasja voor.
Het woord lijkt uit een andere wereld te komen. Een wereld die
vroeger bestond.
Ik doe alsof ik me verslik om tijd te winnen. Gek genoeg heb
ik nog niet nagedacht over de mogelijkheid dat iemand me dit zou
vragen, terwijl Natasja toch een aanzienlijk gat in haar hand
heeft.
'Ik kan niet. Ik ben begonnen met een cursus Spaans en vandaag
is de eerste les.' Ik verzin tegenwoordig sneller smoesjes dan dat
ik de waarheid zou kunnen vertellen.
'Op zaterdag?' Ze klinkt verbaasd.
'Ja, het is speciaal voor werkende mensen.'
'Oh. Morgen dan? Vanaf twaalf uur zijn de winkels open.'
Shit.
'Morgen moet ik naar mijn ouders.'
'Jemig, wat een druk weekend heb je.' Natasja heeft medelijden
met me. Ik krimp een beetje ineen. 'We kunnen morgenavond een
filmpje kijken. Gewoon, bij jou thuis. Ik heb al weken een dvd
liggen die ik nog wil zien. Ik ben de titel even kwijl, maar het
schijnt een goede film te zijn. Dan neem ik die mee en maken we het
gezellig.'
'Goed idee', zeg ik. 'Maar ik kan ook naar jou komen. Dan rijd
ik meteen door als ik bij mijn ouders ben geweest.' Hoe ik morgen
uitleg dat ik op de fiets kom, zie ik dan wel weer. Misschien kan
ik mijn niet-bestaande dieet weer opvoeren.
'Ook goed', zegt Natasja. 'Zeven uur bij mij? Of kom je ook
eten? Oh nee, je ging naar je ouders.'
Dubbel shit. De gedachte aan een lekkere, complete maaltijd
zonder blikgroenten of spaghetti doet me watertanden. Maar ik kan
nu niet meer terug.
'Zeven uur is goed. Tot morgen!'
Snel verbreek ik de verbinding. Deze keer ben ik weer goed
weggekomen, maar hoe lang kan ik dit nog volhouden? Hoeveel
smoesjes kan ik verzinnen?
Ik ga achter mijn computer zitten. Godzijdank heb ik vorig
jaar besloten over te stappen op internet via de kabel. Voor het
eerst ben ik blij dat de administratie van het kabelbedrijf een
grote bende is, al zat ik eerder vloekend aan de telefoon omdat
allerlei gegevens niet klopten. Waarschijnlijk komen ze er medio
volgend jaar een keer achter dat ik al maanden de rekening niet
meer heb betaald.
Ik surf weer naar Marktplaats.nl. Nu ik mijn nieuwe telefoon
heb, kan ik eindelijk mijn plan uitvoeren. Project Armvulling, ben
ik het in gedachten gaan noemen. Eindelijk heb ik het idee dat ik
zelf iets aan mijn situatie kan doen.
Ik noem mezelf voor de zekerheid Lot in mijn advertentie.
Geinige woordspeling, ook.
Ook zo genoeg van altijd maar alleen zijn? Kun je je
grootmoeder wel iets aandoen omdat ze altijd maar vraagt waarom je
nog geen verkering hebt? En wil je nu eens niét alleen verschijnen
op de zoveelste bruiloft, kraamvisite of familieparty? Dan heb ik
(29) de oplossing! Voor vijftig euro per uur ga ik met je mee, en
ben ik je vriendin. Ik gedraag me zoals jij dat wilt, en jij mag
bedenken waar we elkaar hebben leren kennen. Ik ben de armvulling
die je al zo lang mist. Ik ben je gezelschap na al die tijd alleen,
je antwoord op lastige vragen.
Let op: alleen voor bezoeken, feestjes etc. Geen seks. Geen
overnachtingen. Discretie gegarandeerd. Contante betaling.
Voor meer informatie bellen.
Ik vul mijn telefoonnummer in, lees de advertentie nog één
keer door en plaats hem dan op de site. Ik heb zin om heel hard te
gillen, ofte dansen, of te zingen. Ik ben ontzettend blij met mijn
goede idee en eindelijk, na een moeilijke tijd, ben ik op de weg
terug. Ik weet het zeker: dit wordt een doorslaand succes.
Misschien moet ik wel mensen aannemen. Dan stop ik als
kleuterjuf om mijn armvulling-imperium op te bouwen. Kars zal de
ogen uit zijn kop krabben van spijt dat hij me heeft
bedonderd.
Ik lees de advertentie nog een keer. Hopelijk komt mijn
bedoeling over en word ik straks niet lastig gevallen door vieze
oude mannetjes. Tenzij het rijke, vieze oude mannetjes zijn. Zo
diep ben ik al gezonken. Ik ga desnoods mee naar de
bejaardensoos.
Op maandagochtend ben ik nog niet één keer gebeld. Het gevoel
van euforie dat ik had toen ik de advertentie plaatste, is
veranderd in een sluimerende wanhoop. Wat als dit niet lukt? Ik had
hier al mijn hoop op gevestigd. Deze advertentie zou me uit de
problemen helpen, mijn weg naar een betere toekomst plaveien.
Ik denk terug aan gisteravond, toen ik bij Natasja was. Het
moet haar zijn opgevallen dat ik gulzig chips in mijn mond propte
en me vijf keer liet bijschenken van de heerlijke rosé die ze had
opengetrokken. Na wekenlang water drinken smaakte het spul zo
verrukkelijk dat ik de kater die ik nu heb voor lief neem.
Maar Natasja zei niets, goddank. Mijn eetgedrag klopte niet
bij mijn verhaal dat ik expres langs huis was gereden om de auto
neer te zetten, zodat ik op de fiets kon omdat dat beter was voor
mijn lijn, waar ik tegenwoordig op let. Later bedacht ik dat ik
natuurlijk had moeten zeggen dat ik liever ging fietsen omdat ik
anders niet kon drinken, maar een briljante inval krijg je altijd
pas uren nadat je hem nodig had.
Mijn telefoon had ik expres op de trilstand gezet,
doodsbenauwd dat er iemand zou bellen voor de advertentie en dat ik
hem te woord zou moeten staan waar Natasja bij was. Aan het eind
van de avond, voor ik op de fiets stapte, checkte ik hoopvol mijn
voicemailberichten, maar niemand had gebeld.Vanochtend voor ik naar
mijn werk ging, heb ik de advertentie nog een keer geopend, bang
dat ik een verkeerd telefoonnummer had ingevoerd maar helaas, het
nummer klopte gewoon. Er waren weliswaar bijna driehonderd mensen
die de advertentie hadden bekeken, maar niet één van hen had de
moeite genomen me te bellen.
'Juf Charlotte?' Vivian kijkt me aan en houdt haar hoofd
scheef. In haar ogen herken ik de blik van haar vader en ik moet
mijn best doen om mijn woede niet op haar bot te vieren.
'Wat is er?' vraag ik met opeengeklemde kaken.
'Wat gaan we doen?' Dit is haar favoriete vraag, naast
'waarom'. Vivian kan zichzelf nog geen twee seconden vermaken. Ik
benijd Alexandrea niet.
'We gaan spelen', deel ik haar simpelweg mee. 'Leuk
toch?'
'Mwah.' Ze haalt haar schouders op. 'Jij hebt geen Ken. Thuis
heb ik er zes.'
'Maar hier zijn weer andere dingen.' Ik sta op en loop bij
haar vandaan. De discussie over hoe leuk haar speelgoed thuis is en
hoe verschrikkelijk dat op school, ga ik met een verwende
vierjarige niet aan.
Ik roep de kleuters bijeen en verdeel ze in vier groepen.
Iedere groep speelt ergens anders. Ik help de kinderen die gaan
verven in schortjes en vul bakjes met verf. Daarna hang ik papieren
op en geef ze kwasten. Als ik ook de andere kinderen aan het spelen
heb gezet, ga ik achter mijn bureau zitten. Ik check onopvallend
mijn telefoon.
Er is één nieuw voicemailbericht, zie ik. Ik schrik en voel me
tegelijkertijd op een vreemde manier opgewonden. Zal ik het
afluisteren?
Ik kijk de klas rond. Alle kleuters zijn druk in hun eigen
spel verdiept, maar er hoeft er maar één te zijn die me opmerkt en
hel later onschuldig tegen papa of mama vertelt en ik hang.
Frans is daar heel duidelijk over geweest in de vorige
lerarenvergadering: tijdens de lessen wordt er niet gebeld, tenzij
het om een noodgeval gaat. En dan bedoelt hij noodgeval in de zin
van een levensbedreigend, alarmnummervragend noodgeval. In alle
andere gevallen is het de docenten ten strengste verboden
-7 2 - om mobiel te bellen, op straffe van het inleveren van
de telefoon bij Frans en bidden dat je hem ooit weer
terugkrijgt.
Kinderachtig, ja, maar het werkt, want sinds het invoeren van
de maatregel is alleen de stagiair uit groep zes betrapt. Al heb ik
het idee dat het sms-verkeer met een paar honderd procent is
toegenomen.
Ik bekijk het nummer waardoor ik ben gebeld. Het zegt me
niets. Dit moet haast wel met mijn advertentie te maken
hebben!
Met uiterste zelfbeheersing stop ik mijn telefoon in mijn tas.
Het zal moeten wachten, al kan ik me de rest van de ochtend niet
meer concentreren.
Zodra de laatste kleuter het lokaal heeft verlaten, duik ik in
mijn tas en haal mijn mobiel tevoorschijn. Inmiddels heb ik twee
berichten. Hijgend van spanning bel ik naar mijn voicemail.
Het eerste bericht is van Nuon. De afdeling Betalingen wil
weten waarom ik al twee maanden geen voorschot heb betaald. Ik
vraag me af hoe ze in vredesnaam aan mijn nummer komen en bedenk
dan dat ik het heb ingesproken op de meidtekst van mijn voicemail
op mijn andere telefoon.
Ik dwing mezelf het hele bericht af te luisteren. Het
voorschot dient betaald te worden, vertelt de man me. Anders kom ik
bij de jaarafrekening in de problemen. Ik haal opgelucht adem.
Jaarafrekening, dat klinkt nog ver weg.
Teleurgesteld wis ik het bericht. Maar ik heb nog een kans.
Misschien dat het tweede bericht is waar ik met verlangen op zit te
wachten.
'Hallo', zegt een rokerige, enigszins hijgende stem. 'Met
Koos. Is dit Lot? Ik las je advertentie en ik wil je wel inhuren.
Ik heb geen feesies, maar eh... Nou ja, we kunnen het vast heel
gezellig hebben, ha ha. Nou Lot, bel me.'
Verschrikt verbreek ik de verbinding.
Met moeite kauw ik mijn droge boterhammen weg. Elke hap vormt
een bal in mijn mond. Met een paar slokken water slik ik het brood
weg.
Ik start de computer op die op mijn bureau staat. Sinds drie
maanden staat in ieder lokaal een pc met internet, speciaal voor de
docenten. Onzin, vond Frans eerst, maar docenten werden er gek van
dat ze altijd thuis van alles op internet moesten opzoeken.
De verbinding is hier een beetje traag en ik trommel
zenuwachtig met mijn vingers op het bureau. Eindelijk opent de
Hotmailpagina zich en ik typ het nieuwe e-mailadres in dat ik
speciaal voor mijn gezelschapsservice heb aangemaakt. Lotals-
gezelschap@hotmail.com.
Naast een stuk of wat spammails zijn er twee berichten die
mijn aandacht trekken. Een is van Z. de Haan, de ander van Gekke
Gerrit. Mijn hart mist een slag, het zal toch niet dié Gerrit
zijn?
Ik open zijn bericht als eerste.
Hallo Lot, met veel interesse heb ik je advertentie gelezen.
Ik heb zelf ook een advertentie gezet omdat ik graag een relatie
wil.
Niemand kan zeggen dat hij niet direct is. Ik lees
verder.
Alleen is dat nog niet gelukt. Ik heb geen feestjes ofzo, en
ik zie het ook niet echt zitten om je te betalen, maar misschien
kunnen we iets afspreken? Volgens mij ben jij ook op zoek naar een
relatie en doe je alleen maar alsof je betaald wilt krijgen om mijn
aandacht te trekken. Dat vind ik een goede truc. Maar je wilt
gewoon seks. En ik ook. Laten we afspreken. Ik heb een foto
gestuurd, zodat je kunt zien wie ik ben. Ik ben trouwens 56, en
geen 36 zoals in mijn advertentie staat. Dat is een typefout.
Groeten van Gerrit
Ik weet niet of ik moet lachen of huilen. Geen wonder dat
niemand het ooit met Gerrit heeft uitgehouden.
Toch open ik nieuwsgierig de foto. Onwillekeurig deins ik
terug. Jakkes, wat een engerd. Zei hij dat hij 56 was? Iemand heeft
zichzelf duidelijk een halve eeuw jonger gelogen. Deze man is
hoogbejaard! En hoogbehaard. Jammer genoeg heeft hij besloten dat
het een goed idee was om zonder T-shirt te poseren. Nu krijg ik
mijn brood helemaal niet meer weg.
Hoopvol open ik de e-mail van Z. de Haan. Deze persoon heeft
niet meer te melden dan 'je bent niet goed bij je hoofd'. Hier
schiet ik ook al niet veel mee op.
Ik klik een paar keer op vernieuwen, maar er komen geen nieuwe
e-mails binnen. Daarna pak ik mijn telefoon en kijk er
hypnotiserend naar, alsof ik het toestel zo kan dwingen om over te
gaan.
Er gebeurt niets.
'Eet je niet met ons mee?'
Ik schrik en draai me om. Jorien, die groep twee heeft, staat
in de deuropening. Ze kijkt me bevreemd aan. Dit is al de zoveelste
keer dat ik alleen in mijn lokaal lunch.
Ik knik. 'Ik kom er zo aan. Even iets opzoeken.'
Met haar broodtrommeltje onder haar arm loopt ze weg. Ik sluit
Hotmail. De foto van Gekke Gerrit blijft staan. Hij lacht zijn gele
tanden bloot. Ik huiver en zet het scherm uit.