10

'Waar heb jij mijn galajurk voor nodig?'
'Iets van mijn werk', zeg ik snel. Deze verklaring heb ik thuis voor de spiegel geoefend, maar nu ik tegenover Eva zit en recht in haar gezicht moet liegen, sla ik mijn blik snel neer. 'We hebben een afscheid van iemand die er heel lang heeft gewerkt en het leek Frans een leuk idee als we een galadiner zouden organiseren. Ik heb alleen geen galajurk.'
'Je mag hem lenen en je mag hem houden', zegt Eva. 'Ik heb die jurk na die ene keer nooit meer aangetrokken. Volgens mij ga ik hel ook nooit meer doen.'
'Dat moet je niet zeggen. Over een paar jaar ben je zijn naam vergeten en weer een paar jaar later vraag je je af hoe je toch aan die prachtige jurk komt en waarom je hem nooit draagt.'
'Dat denk ik niet', zegt Eva. Ze loopt naar de slaapkamer en komt terug met de jurk.
Hij is nog mooier dan ik me herinnerde. Het zwarte fluweel glanst en de glimmertjes waarmee de randen zijn afgezet, versterken dat effect. Het decolleté is diep uitgesneden, maar wel zodat het nog smaakvol is. Het is een kleine maat achtendertig, die moet ik wel passen.
Met tranen in haar ogen aait Eva over de stof. Ze vindt de jurk fantastisch, dat weet ik, maar ze durft hem niet te dragen. Ik weet zeker dat hij haar geweldig zou staan.
'Trek hem eens aan', zeg ik.
Eva kijkt me verschrikt aan. 'Nee, zeg. Trek jij hem eens aan, jij bent degene die hem moet passen.'
'Als ik hem aan heb, kan ik er niet naar kijken.'
Ik noem het bestaan van de spiegel niet. Ze gaat overstag en verruilt haar simpele donkerbruine jurkje voor het spectaculaire zwarte exemplaar. Heel voorzichtig rits ik hem dicht. Net op hel moment dat Eva het elastiekje uit haar haar haalt en haar blonde krullen glanzend over haar schouders vallen, komt Herbert binnen.
Hij blijft staan en zijn adem stokt. Dit is het effect waarnaar ik op zoek ben, al zie ik het liever niet bij Herbert. Maar als Reinier ook maar een klein beetje zo reageert wanneer ik mijn entree maak, zit ik gebakken.
'Hoe kom je daar nou aan?' vraagt Herbert ademloos.
Eva glimlacht en slaat haar blik neer. 'Die had ik nog', zegt ze met een achteloosheid die duidelijk gespeeld is. Ik weet het zeker: de jurk is gered. De vloek is verdwenen.
'Charlotte gaat hem van me lenen', zegt Eva. 'Ze heeft een galadiner op haar werk.'
'Wat? Op die kleuterschool?' Herbert weet me altijd zo fijnzinnig duidelijk te maken wat hij van mijn werk vindt.
'Ja, op school', antwoord ik. 'Hoezo?'
'Nee, niks.' Hij loopt langs ons heen en verdwijnt naar de werkkamer. Ik probeer Eva's blik te vangen, maar ze kijkt naar beneden. Naar haar eigen lichaam in die geweldige jurk.
Een paar uur later doe ik precies hetzelfde. Ik sta in mijn slaapkamer en kan niet geloven dat het mijn lichaam is dat zo spectaculair door de prachtige stof wordt omhuld.Ik haal mijn handen door mijn haar, dat ik voor de gelegenheid mooi heb geföhnd. Ik draag het eens los en niet in een staart. Het resultaat is dat het in luchtige krullen op mijn schouders danst. Ik schud een beetje met mijn hoofd en geniet van het effect. Ik wist niet dat ik er zo uit kon zien. Het lijkt wel alsof ik iemand anders in de spiegel zie. Tot mijn eigen verbazing vond ik het zelfs leuk om me op te doffen en ik kan mijn blik bijna niet van mijn spiegelbeeld losmaken. Mét veel fantasie kan ik best voor een fotomodel doorgaan. Met heel veel fantasie, dat wel.
Ik ben blij met mijn afgeslankte figuur. Binnenkort zal ik wel in maat zesendertig passen. Misschien moet ik het geld dat ik vanavond ga verdienen maar niet uitgeven aan chocolade en mijn lievelingskoekjes, al was dat wel mijn plan nadat ik met ijzeren discipline het grootste deel van Menno's geld naar de bank had gebracht. Ik zet mijn handen op mijn smalle heupen en zend mezelf een zelfverzekerde blik in de spiegel. Om mijn nek hangt het kettinkje dat ik voor mijn verjaardag heb gekregen.
Nog een half uur en dan komt Reinier me ophalen. Ik schik mijn haar nog een beetje, al is dat niet nodig. Na nog een kritische blik in de spiegel knik ik tevreden. De afgelopen twee weken heb ik een foundation, een poeder, een mascararoller en twee kleuren oogschaduw bij elkaar weten te sprokkelen door niet alleen mijn vriendinnen, maar ook mijn moeder te bestelen. Zelf had ik bijna niets aan make-up in huis en ik vind het zonde om er geld aan uit te geven. Mijn plan was om alles na gebruik terug te leggen, maar ik weet niet of ik nog een keer de stress van het stiekeme aankan.
Met mijn tasje stevig onder mijn arm geklemd sta ik achter de deur te wachten tot de bel gaat. Reinier zou hier over twintig minuten moeten zijn.
Ik bestudeer mijn nagels en voor het eerst vallen me de witte vlekken op. Zou dat ook iets betekenen? Kalkgebrek?Misschien moet ik bij Eva een flesje nagellak meenemen. Ze heeft vijftig verschillende kleuren en één daarvan mist ze vast niet. Er hoeft maar één iemand te zijn die me vraagt wat er met mijn nagels aan de hand is, en ik vestig weer eens de aandacht op mezelf. Vooral op mijn werk kan ik dat niet gebruiken. Ze vragen zich daar toch al af hoe ik zo veel ben afgevallen. Anneke is stikjaloers en begint er elke keer weer over.
Mijn gedachten worden onderbroken door de twee piepjes van mijn telefoon, die een nieuw sms'je aankondigen. Dankbaar voor de afleiding pak ik mijn mobiel. Ik heb een gemiste oproep en een voicemailbericht. Het nummer zegt me niets. Als het Reinier maar niet is.
'Hallo Lot', zegt een onbekende mannenstem. 'Met Michel. Eh... Van die e-mail. Je hebt me je nummer gestuurd, dus eh... Tja. Ik bel even. Kun je me misschien terugbellen? Ik wil je graag eh... Ik wil je graag reserveren. Voor 21 maart. Kun je dan? Oké. Doei.'
Ik glimlach tevreden. Als dit zo doorgaat, betaal ik straks lachend mijn schuld af en sjees ik daarna in mijn nieuwe bolide door naar de PC Hooft. Ik besluit hem morgen terug te bellen.
Tien minuten voor de afgesproken tijd hoor ik een auto voor de deur stoppen. Ik spits mijn oren en mijn hart begint te bonzen.
De bel gaat en ik haal diep adem. Net als bij Menno ben ik ook nu zenuwachtig. Vannacht heb ik urenlang liggen woelen, terwijl het ene na het andere doemscenario in me opkwam. Wat als ik genadeloos door de mand val? Wat als Reinier me bij de deur sprakeloos aanstaart en vervolgens woedend roept dat hij een fotomodel had besteld, waarna hij in zijn auto stapt en hard wegrijdt?
Mijn trillende vingers gaan langzaam richting het slot van de deur. Het kost me moeite het te openen. Ik zet de deur op een klein kiertje en haal eerst heel diep adem voor ik hem verder open.
'Hallo?' zegt iemand vertwijfeld.
'Ja. Ik ben er.' Ik kan het niet langer uitstellen en stap achter de veiligheid van de deur vandaan. 'Hai. Ik ben Lot.'
De man die voor me staal is of een heel goede acteur, of zijn verwachtingen waren niet zo hoog gespannen, want op zijn gezicht verschijnt een brede glimlach.
'Hallo Lot. Je hebt geen woord te veel gezegd.'
Ik kijk hem aan. 'Oh. Dank je.' Ik schud zijn uitgestoken hand en speur zijn gezicht af naar tekenen dat hij me ongelooflijk in de maling aan het nemen is. Die vind ik niet. Wel zie ik dat hij prachtige blauwe ogen heeft, en perfect zittend donkerblond haar dat een beetje krult. Geen wonder dat hij een fotomodel aan de haak sloeg!
Ik weet dat ik er vanavond goed uitzie, maar een fotomodel ben ik natuurlijk niet. Maar op het gezicht van de man bespeur ik geen enkele spot. Hij lijkt het echt te menen.
'Ik ben Reinier. Zullen we gaan?' Hij biedt me zijn arm aan en ik leg mijn hand er aarzelend op. Reinier begeleidt me galant naar zijn auto.
En wat voor auto! Ik hap naar adem als ik zie welke peperdure sportwagen hij voor mijn deur heeft geparkeerd. Hij is niet zo groot, maar wel glimmend en strak en je hoeft echt geen expert te zijn om te weten dat dit wagentje een bedrag met een fiks aantal nullen waard is.
Reinier houdt de deur voor me open en ik laat me op het heerlijke, krakende leer van de stoel zakken. Alles in de auto ruikt nieuw, en duur. Heel voorzichtig strijk ik met mijn hand over het notenhouten dashboard.
Reinier is ingestapt en bekijkt met genoegen de ongelovige blik op mijn gezicht. 'Ik heb hem net drie weken en ik ben helemaal verliefd op deze auto. Hiervoor had ik zo'n suv. Echt een onding. De helft van de parkeergarages kon ik links laten liggen omdat de auto te hoog was.' Hij schudt zijn hoofd. 'Dat nooit meer.'
Ik weet niet wat ik moet zeggen en dus staar ik uit het raam. Mijn hart klopt in mijn keel. Reinier is rijk, dat is meteen duidelijk. En daar zit ik dan naast, in mijn geleende galajurk en met gestolen make-up op mijn gezicht.
Ineens bekruipt me een onaangenaam gevoel. Misschien was dit wel een heel slecht idee. Ik weet niets over gala's! En ik heb geen idee hoe je kreeft eet. Of slakken. En eet je kaviaar eigenlijk met een lepel?
Ik dwing mezelf om mijn blik los te maken van het raam en naar Reinier te kijken. 'We moeten even wat dingen doornemen.'
'Oh ja?' Hij kijkt me geïnteresseerd aan, terwijl hij met een enorme dot gas wegrijdt bij het stoplicht. De banden piepen.
'Mooi, hè?' zegt hij met een grijns.
'Ja. Nóu.' Ik glimlach, al is het wat gespannen.
'Oh ja, sorry. Wat wilde je doornemen?'
'Waar we elkaar hebben ontmoet, bijvoorbeeld.'
Reinier knikt. 'Mijn medewerkers kennen het verhaal allemaal al. We doen namelijk gewoon alsof jij die vriendin bent die ik al maanden had. Jij heet vanaf nu Elisa, je bent vijfentwintig jaar en je bent al vanaf je zestiende model.'
Ik herhaal de informatie in gedachten.
'Ik heb je ontmoet op een feestje in het Amstel Hotel, vijf maanden geleden. Het was liefde op het eerste gezicht.'
'Wat voor feestje?' vraag ik, vooral uit nieuwsgierigheid naaide kringen waarin Reinier zich begeeft.
'Niets bijzonder, iets voor de top van het bedrijfsleven. Dodelijk saai, maar gelukkig zijn er altijd wel een paar mooie vrouwen te vinden. Anders komt er niemand.' Hij lacht hard.
'Na het feestje zijn we samen naar De Hogesluis gegaan, die kroeg vlak bij het Amstel Hotel. En daar zijn we tot sluitingstijd blijven hangen. Vervolgens ben je met mij meegegaan naar mijn huis en daar ben je eigenlijk niet meer weggegaan. Nou ja, behalve dan voor je opdrachten natuurlijk.'
'Duidelijk', zeg ik. Hoe zet ik in hemelsnaam overtuigend een fotomodel neer? Ik ben zelfs nog nooit in New York geweest.
Reinier parkeert de auto voor een statig grachtenpand. 'Hier is het.'
Ik stap uit en let er goed op dat ik mijn mond niet van verbazing open laat vallen. Het pand is echt prachtig. Wit gekalkt en met een sierlijke trap naar de voordeur is het het mooiste gebouw van de gracht. Naast de deur hangt een bord waar met krullende gouden letters op staat 'Van Deutekom Investments'.
Reinier ziet me kijken en zegt: 'Let maar niet te veel op al dat uiterlijk vertoon, hoor. Uiteindelijk ben ik maar een simpele bankier.'
Ik slik. Wat staat me verder nog te wachten?
Reinier houdt de deur voor me open en maakt aanstalten om mijn jas aan te pakken, maar ik doe alsof ik het niet zie en hang hem zelf op een hangertje. In de manshoge spiegel aan de muur vang ik een blik op van mezelf en ik heb automatisch de neiging om mijn buik in te houden.
'Kom je?' Reinier staat een paar meter verderop te wachten.
'Ik eh...' Ineens word ik bloednerveus. Ik durf echt niet naar binnen en kijk benauwd om me heen.
'Aha', zegt Reinier begrijpend. 'Jij wilt nog even je neus poederen. Dit gangetje in en dan de tweede deur rechts.'
Opgelucht vlucht ik naar het toilet. Daar laat ik koud water over mijn polsen lopen en verschik ik mijn haar een beetje. Gelukkig zit het nog steeds goed en mijn ademhaling wordt iets rustiger. Ik werk mijn make-up bij, maar schiet uit met de mascara. Ik vloek hartgrondig, net op het moment dat de deur opengaat.
Twee vrouwen kijken me misprijzend aan. Ze gaan allebei een hokje in en ik weet niet hoe snel ik me uit de voeten moet maken. Met een knalrood hoofd voeg ik me weer bij Reinier. Hij werpt een bevreemde blik op me, maar zegt niets. Ik probeer uit alle macht om niet in paniek te raken.
'Zullen we?' vraagt Reinier. Ik knik en leg mijn hand op zijn uitgestoken arm. Een klein mannetje in een te groot pak opent de statige deuren naar wat de eetzaal blijkt te zijn. Ik zie een lange, prachtig gedekte tafel en heel veel hoofden die onze kant op draaien als we binnenkomen.
Reinier glimlacht zelfverzekerd. 'Goedenavond allemaal, leuk dat jullie gekomen zijn. Dit is Elisa. Elisa, dit is al mijn personeel. Oh, op twee na, zie ik. Mijn twee gouden assistentes ontbreken nog.'
'Sorry, we zijn er al.' Achter me hoor ik twee stemmen. Ik kijk onopvallend over mijn schouder en zie de twee feeksen uit het toilet. Ze nemen me op met nauwelijks verholen minachting. Als ze zien dat Reinier kijkt, toveren ze synchroon een glimlach op hun gezicht. 'Jij moet Elisa zijn.'
Mijn hand wordt geschud en dat is het startsein voor alle andere aanwezigen om op te staan en zich een voor een aan me voor te stellen. Van de stroom namen onthoud ik alleen die van de assistentes, omdat ik het idee heb dat deze Nina en Marga alles op alles zullen zetten om me een lastige avond te bezorgen. De blik die ik ze net zag wisselen, belooft weinig goeds.
En ja hoor, zodra ik zit, zegt Nina: 'Dus jij bent model.'
Het is goed mogelijk dat ze met deze zin niets anders bedoelt dan wat ze zegt, maar tussen de regels door lees ik 'als jij model bent, dan ben ik de president van Amerika'.
Het lukt me om rustig te blijven en ik knik waardig. 'Dat klopt. Het zou kunnen dat je me kent uit Vogue.'
'Die leest ze niet!' roept een lolbroek vanaf de andere kant van de tafel. Eén-nul voor mij. Ik glimlach allerliefst en negeer de blik die ze terugzendt.
'Wauw, Vogue', zucht een jong meisje van wie ik de naam ben vergeten maar die erbij zei dat ze de stagiaire is.
'Ach ja, zelfs dat went.'
'Elisa heeft onlangs de show van Roberto Cavalli gelopen', zegt Reinier trots. 'In Milaan.'
Dat had hij me niet verteld!
'Cavalli?' Marga haalt haar schouders op. 'Die kent toch niemand? Nooit van gehoord.'
Haar poging om me onderuit te halen strandt op de man die rechts van Reinier zit. De onderdirecteur, herinner ik me. 'Dan heb je zeker sinds de jaren negentig je modekennis niet meer bijgespijkerd', zegt hij. 'Mijn vrouw loopt al die shows af en ze komt geheid thuis met iets van Cavalli. Ik zal eens vragen of ze je kent. Milaan, zei je?'
'Milaan, inderdaad.' Ik neem een gok. 'Zeg maar tegen haar dat het tijdens de Fashion Week was, dan weet ze genoeg.'
'Oh, daar is ze zéker geweest!' De man knikt heftig. Ik haal opgelucht adem. Milaan heeft dus inderdaad een fashion week.
'En Gucci, die show heeft ze ook gelopen', gaat Reinier nog even door. 'En Armani, Pucci en Dries Van Noten.'
Ik zit erbij en knik gedienstig. Hoe meer Reinier me ophemelt, hoe dodelijker de blikken die Nina en Marga me zenden. Ik heb allang door dat ze allebei smoorverliefd zijn op hun knappe baas en besluit om mezelf vanavond eens te vermaken. Bezitterig leg ik mijn hand op die van Reinier. Hij reageert meteen met een verliefde blik in mijn richting. Ik groei met de minuut beter in mijn rol.
Tegen de tijd dat het voorgerecht op tafel staat, heb ik al vele fotoshoots met bekende fotografen bij elkaar gefantaseerd en is mijn zogenaamde aanwezigheid op de Oscaruitreiking breed uitgemeten. Ik ben helemaal in mijn element en Reinier kijkt me vol bewondering aan.
Aan het eind van de avond stap ik vrolijk en een tikje aangeschoten in zijn sportauto. Ik had ooit een regel dat ik niet dronk onder werktijd, maar die heb ik laten varen na het tweede feestje bij Menno. Een mens heeft iéts nodig om de avond door te komen. Ik heb ontdekt dat alcohol mijn werk stukken leuker maakt en bovendien kan ik maar beter van de gratis drank profiteren.
Ik giechel om een grap die iemand net maakte. Reinier kijkt me aan. Meteen word ik stil.
Hij leunt achterover zonder de motor te starten. 'Ik ben onder de indruk.'
Ik slik. 'Oh ja?'
'Toen ik je belde, dacht ik: het zal mij benieuwen. Maar je hebt al mijn verwachtingen overtroffen. Je bent echt een professional, Lot.'
'Dank je.'
'Volgende week heb ik een etentje met onze tien belangrijkste klanten. Ga je dan weer mee?'
Overrompeld door deze vraag stamel ik: 'I-ik moet even in mijn agenda kijken.''Uiteraard.' Reinier kijkt me verwachtingsvol aan. Ik kijk terug en een paar seconden lang zitten we elkaar in de ogen te staren tot ik begrijp wat hij bedoelt.
'Oh ja, natuurlijk. Ik pak mijn agenda even.' Ik rommel in mijn handtas, hopend dat ik mijn agenda bij me heb. In verband met mijn tot een minimum beperkte sociale leven, laat ik hem meestal thuis.
Uiteindelijk pak ik mijn telefoon. 'Ah, hier is hij', zeg ik, alsof mijn prepaid modelletje een hypermoderne PDA is. Ik zie Reinier kijken, maar pareer zijn blik met een zelfverzekerde glimlach. 'Zeg het maar.'
'Volgende week donderdag om halfacht. Ik haal je om zeven uur op en je bent rond twaalven weer thuis, schat ik.'
Ik knik meteen, hoewel school dan weer begonnen is en ik niet graag na tien uur naar bed ga. Maar slaap voor geld lijkt me een goede ruil.
Later die avond, als Reinier me voor de deur heeft afgezet, zit ik op mijn bank naar het geld te staren. Ik laat het geen moment los, al is het laat en acht ik de kans dat Leo langskomt zeer klein. Driehonderdvijfenzeventig euro, dat was de prijs voor zevenenhalf uur gezelschap. En toen kwam dat mooie moment waarop Reinier zei dat hij zo tevreden was over mijn service, dat hij een kleine fooi wel op z'n plaats vond. Daar zit ik dan, met vijfhonderd euro in mijn hand en een grote grijns op mijn gezicht. De stapel onbetaalde rekeningen, aanmaningen en dreigbrieven doet me niets meer. Nu ik mezelf in de galajurk heb gezien, heb ik ineens zin om leuke kleren te kopen. Geen spijkerbroek of blouse, waarvan ik er al heel veel in de kast heb hangen, maar een leuk jurkje bijvoorbeeld. Of misschien wel een paar schoenen met hakken, die ik nu van Eva heb moeten lenen. Hoewel ik er nog steeds kramp in mijn kuiten van krijg, begrijp ik inmiddels wel waarom vrouwen zich heel erg sexy voelen op hakken. Heel erg sexy. Ik had nooit verwacht dat ik me nog eens zo zou willen voelen.